Enkele Renkumse boeken home |
Hans Braakhuis laatste update: okt 2024 |
||||||||||||||||||
Hieronder wil ik proberen m'n eigen top tien aan boeken over het Renkumse te vermelden. Iets over de auteur en iets over een of meerdere boeken van deze auteur. | Op nummer één van m'n top tien, staat het boek van Demoed. Hij heeft een zeer gedegen boek geschreven, en in 1953 was dat heel veel meer werk, dan als je dat nu zou doen. Over Demoed zelf is veel te weinig bekend. En dat terwijl hij toch een standbeeld verdient. | ||||||||||||||||||
Hans W. Alferink (29-12-1905 - 29-11-1957) Tot 1 sept 1945 was Alferink onderwijzer aan de R.K. Jongensschool in Oosterbeek. Hij woonde destijds aan de Julianaweg 13 in Oosterbeek. Uitgever van de illegale krant de Zwarte Omroep. Onderwijzer aan de Don Boscoschool te Arnhem en secretaris van het Airbornecommité. Verzetsherdenkingskruis. |
Waar de Airbornes daalden! De tragedie van Renkum. 1945 | ||||||||||||||||||
Wessel (Wes) Beekhuizen (8-4-1903 - 31-8-1978) Wes Beekhuizen had in Renkum een meubelwinkel, wooninrichting, meubel stoffeerder, meubelmaker, aan de Dorpsstraat 197 (oud nummer). Werkte ook als makelaar van 1964 tot 1974. Ook zijn vader had aan de Dorpsstraat een meubelzaak. Vader was eigenlijk timmerman en werkte daarnaast ook als makelaar (woning buro Neerlandia). Na de dood van zijn vader in 1951 leidde hij de meubelzaak tot in de zeventiger jaren. Ook nam Wes het makelaarschap van zijn vader over. In 1959 zien we een eerste advertentie van het pension Beekhuizen. In 1961 verhuisd Wes naar de Utrechtseweg 195 Renkum. Vanaf 1964 zien we ook het adres Dorpsstraat 85 in advertenties verschijnen. De winkel ging dicht rond 1974. Wes had een hobby: dorpshistoricus, fotograaf, schilder. Reeds daarvoor had Wes zijn sociale bewogenheid laten zien. Hij was een actief lid van de Renkumse IJsvereniging, Oranjevereniging (z'n vader was mede-oprichter in 1920 naast dr. Haverkorn van Rijsewijk), en de Christelijke Jongemannenvereniging. We zijn er nog niet: Zangvereniging 'Looft den Heer', de Bijzondere Vrijwillige Landstorm, voetbalvereniging Wageningen. De Wes Beekhuizenweg is vernoemd naar deze Renkummer. Ieder jaar, tijdens het Goudenstuiver Gala, reiken De Dolle Instuivers (Carnavals vereniging) aan een inwoner of groep inwoners binnen de gemeente Renkum de Gouden Stuiver uit. Wes Beekhuizen kreeg zijn stuiver in 1974.
|
Enkele boeken Groen was mijn dorp. Renkum in de jaren 1900-1925. Beekhuizen, Wes 1973 Van Cortenbergh tot Oranje Nassau's Oord 1357-1976 Beekhuizen, Wes 1976 Groen was mijn dorp. Renkum in de jaren 1900-1925. Beekhuizen, Wes 1983 tweede gewijzigde druk Wikipedia Het graf op de Algemene Begraafplaats Harten te Renkum is helaas geruimd. |
||||||||||||||||||
Klaas Bouwer De geschiedenis van bos en landschap van de Zuidwest-Veluwe biedt een uitvoerig overzicht van meer dan tweeduizend jaar bos- en landschapshistorie van de Zuidwest-Veluwe. De ontwikkeling van de bosbouw en het beheer en gebruik van het bos vormt de hoofdlijn, tegen de achtergrond van sociaal-economische en juridische ontwikkelingen ook op Gelders en landelijk niveau. Meer publicaties van Klaas Bouwer Veel informatie over landgoederen, beken. |
|||||||||||||||||||
E.J. Demoed Evert Jan Demoed (07-06-1920 - 13-06-2006) Een in Doorn, Oosterbeek en Arnhem woonachtig gemeenteambtenaar, een amateur historicus? Gehuwd met Hendrika Jacoba Spuijbroek 1921-1996 De Gelderlander; 19-3-1998 Van een groene zoom aan een vaal kleed, de geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Renkum en Heelsum. Démoed begon aan het standaardwerk in 1948. In 1952 was hij met het manuscript klaar, in 1953 verscheen de eerste druk, uitgegeven door Gijsbers en Van Loon. Nu, 45 jaar later, krijgt hij voor het schrijven van dat boek de erepenning van de gemeente Renkum. De penning wordt aan hem op 2 april om vier uur 's middags in de raadzaal van het gemeentehuis in Oosterbeek uitgereikt. Démoed die zijn hele leven al een voorliefde heeft voor historische zaken, trad in 1947 in dienst van de gemeente Renkum als bouwkundig opzichter. „Door mijn werk leerde ik de gemeente natuurlijk goed kennen. Maar ik wilde meer weten. Als ik bijvoorbeeld op een plek een eenzame boerderij zag staan, wilde ik weten waarom die er stond. En zo interesseerde het waarom van veel dingen me. Alleen kon ik in de gemeente Renkum geen antwoorden vinden op mijn vele vragen. Er was niets meer overgebleven van de oude archieven van de gemeente. Die waren in de Tweede Wereldoorlog allemaal verwoest toen het gemeentehuis dat toen in Bato's Wijk in Oosterbeek stond in september 1944 werd verwoest. Uiteindelijk kwam ik in het rijksarchief in Arnhem terecht. Daar was nog wel veel te vinden over de geschiedenis van de gemeente Renkum. Daar is de basis voor mijn boek ontstaan." Démoed bracht vanaf 1948 vele uren in dat archief door. Met potlood - op een andere manier mocht niet en fotokopieerapparaten waren nog niet uitgevonden - schreef hij alles wat hij vond over de gemeente Renkum. Thuis tikte hij zijn aantekeningen letter voor letter over. Langzaam ontstond het boek dat nu de erkenning van de gemeente krijgt die het verdient. De gemeente Renkum maakte het verschijnen van het boek in 1953 wel mogelijk. Démoed kreeg een bijdrage van duizend gulden om het uit te kunnen laten geven. En Renkum kocht twee exemplaren. Daar bleef het bij. Démoed: „Duizend gulden was in die tijd natuurlijk veel geld. Maar erkenning zoals ik die nu krijg met die erepenning lieten ze destijds niet blijken. Ze hebben zich destijds niet gerealiseerd wat de betekenis van dit boek was. De gemeente vond die duizend gulden toen blijkbaar genoeg. Maar misschien was die erkenning er toen ook wel." Uit: Gelre, Bijdragen en Mededelingen 1953. "In een boek van 358 bladz. van flink formaat, met 19 kaartjes, biedt de schr. ons een geschiedenis van het gebied, dat thans de gemeente Renkum vormt. Dit uitgestrekte terrein vereiste dus de behandeling van veel zeer verschillende onderdelen. Wij moeten bewondering hebben voor de volharding, waarmede uit de verspreide gedrukte bronnen en uit het oudere en jongere archiefmateriaal de gegevens hiertoe bijeengebracht zijn. Bij de vermelding van zijn bronnen heeft de schr. zich in hoofdzaak beperkt tot het oudere materiaal. Het vastleggen van de gegevens aangaande de 196 en 2oe eeuw is echter van bijzonder belang, omdat het beschreven gebied in de jongere tijd grote veranderingen heeft ondergaan, terwijl het gemeentearchief, waar men deze gegevens in de eerste plaats zou zoeken, in de laatste oorlog verloren is gegaan. Het zou te wensen zijn, dat de schr. zijn oorspronkelijke aantekeningen voor het nageslacht veilig stelde. De stof is gegroepeerd in een vijftal hoofdstukken, waarvan het 36, 46 en 56 gewijd zijn aan de voormalige heerlijkheid, later gemeente Doorwerth, aan Renkum en aan Oosterbeek. De hoofdstukken zijn onderverdeeld naar gelang van de aspecten, die bij deze plaatsen ter sprake moesten komen. In het eerste hoofdstuk wordt, na een beschrijving van de bodemgesteldheid, de rivier de Rijn en de beken, een helder beeld gegeven van de vorming der gemeente Renkum, die het oude schoutambt van die naam (dat als onderdeel van het richterambt Veluwezoom lag tussen het schependom van Wageningen en dat van Arnhem) en de heerlijkheden Doorwerth en Rosande omvat. Het tweede hoofdstuk is gewijd aan de domeingoederen, de Renkumse heide en de Doorwerthse en Oosterbeekse heggen (bossen). Bij Doorwerth worden heerlijkheid en kasteel behandeld in enige afdelingen, die afgewisseld zijn door de onderdelen betreffende de ontwikkeling van de buurschap Heelsum, de papiermolens langs de beek, het dorp Wolfheze met de hof en het wildforstergoed van die naam en het nieuwe dorp Wolfheze, dat eerst na 1900 ontstond. Daarna wordt de kerkgeschiedenis behandeld, vervolgens het schuttersgilde van St. Anna, terwijl het hoofdstuk eindigt met een afdeling over de groei van landgoed naar industriedorp (de Heveafabriek, gesticht op een gedeelte van het landgoed de Duno) en een over de geschiedenis van de gemeente Doorwerth in de 19de en 20ste eeuw. In het hoofdstuk over Renkum is ondermeer het in 1405 gestichte klooster behandeld, vervolgens het in 1864 gesloopte kerkje, het kasteel Grunsfoort, de buurschap Harten met Quadenoord en de Keyenberg, de papiermolens, de Renkumse meent, het O.L. Vrouwe-gilde, waarna enige afdelingen volgen over de ontwikkeling na 1800. Aangaande Oosterbeek worden afdelingen gewijd aan de oudste gegevens, de geschiedenis van de kerk (o.m. de opgravingen van 1946), de landgoederen de Oorsprong (met Koude Herberg en Westerbouwing) en Sonnenberg, de Hemelsche Berg, Pietersberg en Hartenstein, het klooster Mariëndaal, de heerlijkheid Rosande; voorts aan het dorp Oosterbeek sinds de aanvang van de 196 eeuw. Hier en daar maken de topografische benamingen de hulp van kaarten onontbeerlijk. De schr. vervaardigde ze zeer fraai en nauwkeurig, maar het is jammer dat ze zo klein gereproduceerd zijn. In zijn historische beschouwingen waagt de schr. zich een enkele maal op glad ijs en glijdt dan wel eens uit, doch zijn problemen waren ook niet van eenvoudige aard. De grote waarde van zijn arbeid ligt in de beschrijving van de meer recente tijd. Een index, waarin echter niet de persoonsnamen zijn opgenomen, vergemakkelijkt het gebruik". P.J.M. |
Uit Wes Beekhuizen; Groen was mijn dorp; "De
heer E. J. Demoed, die geruime tijd op de secretarie der gemeente
Renkum werkzaam is geweest, voltooide, naar ik meen in 1949, een boek
"Van een groene zoom aan een vaal kleed", waarin uitvoerig de
geschiedenis van Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Renkum en Heelsum
beschreven wordt. Dat omvangrijke werk, verlucht met veel oude foto's,
heeft terecht een grote lezerskring
gevonden. De beschouwingen die de heer Demoed in zijn boek aan de
huidige algemene situatie in Renkum wijdt besluit hij met deze zin: En
de nijvere bevolking zal verknocht blijven aan de grond die hun
voorvaderen reeds bewerkten. Die woorden kan ik volledig onderschrijven
en juist door die verknochtheid wordt menig geboren en getogen Renkumer
zo pijnlijk getroffen bij elke beschadiging van het dorp, de omgeving
of het landschap, ten behoeve van wegenaanleg, woningbouw of industrie". Enkele boeken: Nederl. hervormde kerk te Oosterbeek: een duizend-jarige Demoed, E.J. 1949 Nederlands Hervormde Kerk te Oosterbeek : met een voorwoord van Ph.W. Bergkotte en een beknopt verslag van de ingebruikname der kerk op 17 en 18 December 1949 Demoed, E.J. 1950 Van een groene zoom aan een vaal kleed, Demoed, E.J. 1953, Oosterbeek - Drukkerij en Uitgeversbedrijf C.V. Adremo. Van een groene zoom aan een vaal kleed. De geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum en Renkum Demoed, E.J. 1965 een niet gewijzigde her-uitgave. Ook de uitgaven hierna zijn ongewijgigd. Van een groene zoom aan een vaal kleed. De geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum en Renkum Demoed, E.J. 1966 Van een groene zoom aan een vaal kleed. De geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum en Renkum Demoed, E.J. 1969 Andere herdrukken verschenen in respectievelijk 1973 en 1974 en de vierde in 1987 Doorn in oude ansichten 1969 De Westelijke Veluwezoom in oude ansichten 1969 In eenlieflijk landschap, wandelingen door de historie van Maam, Doom, Langbroek, Cothen, Leersum en Amerongen 1974 Van een groene zoom aan een vaal kleed. De geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum en Renkum Demoed, E.J. 1974 Van een groene zoom aan een vaal kleed. De geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum en Renkum Demoed. E.J. 1987 Kerkgeschiedenis van de Graafschap Demoed, E.J. 1996 Een uitgebreide biografie over Demoed en zijn boek: Van een groene zoom aan een vaal kleed"is geschreven door R.P.G.A. Voskuil en gepubliceerd in de Schoutambt en Heerlijkheid van de St. Heemkunde Renkum van december 1997. |
||||||||||||||||||
Kees Gerritsen Bij de uitgeverij Kontrast verschenen: Leven in Oosterbeek in de jaren ’20-’30 Leven in Oosterbeek in de jaren ’40-’45 uit 2014 Leven in Oosterbeek in de jaren ’45-’50 Leven in Oosterbeek in de jaren ’50-’60 Leven in Oosterbeek in de jaren ’70 Leven in Oosterbeek in de jaren ’80 uit 2015 |
Leven in Oosterbeek, 2023, 9789490834173 |
||||||||||||||||||
H.C.J. Erkens dhr. H.C.J. Erkens, adjunct-hoofdredacteur van ‘De Gelderlander’, tevens redacteur van het weekblad ‘Hoog en Laag’ sinds 1931. Uit de Oude Doos. Verhalen over de vijf dorpen in het groen: Doorwerth, Heelsum, Oosterbeek, Renkum, Wolfheze. Oosterbeek (Kontrast), 1997. |
|||||||||||||||||||
Cor Janse 1934 - 2019 lid in de orde van Oranje-Nassau Blik Omhoog 1987 - 1990 Geboren in Wolfheze en was een schoolgaand kind toen de oorlog begon. Woonde aan de Heelsumscheweg in Wolfheze. Later heeft hij veel materiaal verzameld over de oorlogsperiode 1940 - 1945. Vanaf 1987 tot 1999 heeft Janse, samen met zijn echtgenote. veel tijd en energie gestoken in de publicatie Blik Omhoog. Daarnaast zijn er talloze onderzoeken gedaan naar uiteenlopende gebeurtenissen tijdens de oorlog. Veel materiaal hiervan is geschonken aan het Gelders archief. De boeken waren bij voorinschrijving te koop. Er is waarschijnlijk een heel groot verschil tussen de werkelijke (druk)kosten, de gemaakte uren en de aanschafprijs. Dank aan Cor Janse, zijn echtgenote en de vele personen die hij geraadpleegd heeft. |
|||||||||||||||||||
Henk Jansen |
Sinds
2001 houdt Henk Jansen zich bezig met de geschiedenis van Renkum en
Wolfheze. Dat resulteerde aanvankelijk in meerdere artikelen in
"Schoutambt en Heerlijkheid" van de Stichting voor Heemkunde in de
gemeente Renkum. In 1938 in Wolfheze geboren als zoon van de musicus Jan Jansen (Lawijckerhof 23). Het is zijn ambitie om de lange, rijke en tot nu toe nauwelijks onderzochte geschiedenis van oud Wolfheze te beschrijven om aldus een eerste aanzet te geven tot breder en dieper onderzoek terzake door andere leken en door professionals. Eerder publiceerde hij over het Stratius Rondeel en over de naam Wolfheze (Schoutambt en Heerlijkheid 4/2003 en 3/2004 van de Stichting voor Heemkunde in de gemeente Renkum). Afgezien van de in dit werk genoemde studie naar de verbintenisrechtelijke overeenkomsten betreffende de Wolfhezer parochiekerk, werkt hij ook aan zulke onderwerpen als het wildforstergoed, het wegenstelsel in en om oud Wolfheze, wallen en beken en oorlogshandelingen in en bij de nederzetting. Op de website van Henk Jansen: Zuidzoom in de Middeleeuwen Vanaf 2005 verschijnen staan vrijwel alle boeken en publicaties. Alle teksten mogen worden gekopieerd, overgenomen en – wel graag met bronvermelding – gepubliceerd. |
||||||||||||||||||
Patrick Jansen Bosbouwkundige Patrick Jansen, oud-directeur Stichting Probos. De landgoederen in het Renkums beekdal hebben een bijzonder rijke historie. Het boek neemt de lezer mee op een fictieve wandeling over de landgoederen Oranje Nassau’s Oord, De Keijenberg en Oostereng. Het biedt een bijzondere blik op de geschiedenis van deze landgoederen en brengt recent opgeknapte historische elementen onder de aandacht. Van heide tot lusthof. Landgoederen in het Renkums beekdal is het resultaat van vier jaar intensief onderzoek door boshistoricus Patrick Jansen. Het schetst een kleurrijk beeld van wat er zich in het verleden allemaal op de landgoederen heeft afgespeeld, en legt uit waarom het bos er zo uitziet als het nu doet. Aan het boek is een topografische kaart met de locaties van de tientallen beschreven elementen bijgevoegd. |
|||||||||||||||||||
H.J. Leloux uit Oosterbeek (9-10-1927 - 8-4-2003) Hermanus Johannes Leloux werd op 9 oktober 1927 te Münster (D.) geboren. Na zijn gymnasium A te Nijmegen behaalde hij in 1948 zijn onderwijzersakte en rondde hij in 1958 zijn doctoraal Duits af aan de KU. Nijmegen. Sinds 1953 was hij werkzaam in het middelbaar onderwijs en in 1957 werd hij leraar Duits aan het Thomas á Kempiscollege te Arnhem. In 1971 volgde een doctoraat aan de R.U. Gent op het proefschrift 'Zur Sprache in der ausgehenden Korrespondenz des hansischen Kaufmanns zij Brugge'. Deze publicatie leidde tot zijn onderscheiding met de Conrad Borchling Preis der Stiftung F.V.S. te Hamburg (in 1972). Latere onderscheidingen waren die met de Alfred Mozerprijs van de Provincie Gelderland (1981) en de Erepenning van de gemeente Renkum (1998). Leloux was bestuurslid bij Heemkunde Renkum van 1986 tot 1996. Hij was ook bestuurslid bij de Stichting Museum Veluwezoom. Leloux overleed te Arnhem op 8 april 2003. Door Leloux geschreven: Een laat-middeleeuws "memorieboek" uit de kring der Moderne Devoten, Ons Geestelijk Erf 52 (1978) 229-243 Vorden in de jaren 1794 – 1796, Jaarboek Achterhoek en Liemers deel I-1978, 1978 De oud - Doetinchemse gilden van Eendracht en van Vrede. Naar gegevens uit 16de en 17de eeuwse gildeboeken en enig andere bronnen. Doetinchem., 1981. 82 p. Met afb. (Uitgegeven door.) Het Zutphens Liedboek, MS Weimar oct 146. Zutphen., 1985. 208 p. |
Kroniek van Mooi-land, doopsgezind tehuis 1936-1986. 1986. 144p. In Heerlijckheit en Hoofdkwartier, 1949 - 1989. H.J.Leloux, 40 jaar Heemkunde - activiteit in de gemeente Renkum. Duyts, W.J.M. Airborne Museum in zijn nieuwe opzet in Huize Hartenstein. Oosterbeek, 1989. 60p. M.ill. Register van persoons-, plaats-, veld- en andere namen uit E.J. Demoed: "Van een groene zoom aan een vaal kleed". Arnhem 1973. Sticht. voor Heemk. in de gem. Renkum, 1987. 27 p. (offset). Renkumse hist. Reeks I 'Het kasboek van de kerkmeesters van Oosterbeek (1600-1650)' Meerdere artikelen in Schoutambt en Heerlijkheid en Leloux verzorgde lezingen over Tony de Ridder en Johan Wesselink. |
||||||||||||||||||
Mathilde Maijer en Geert Nijland. Samen hebben deze personen boeken en blogs geschreven over de gebieden in het Renkumse, Veluwse. Het stramien dat beiden volgen lijkt dat men op een oude landkaart van Jan van Call of Kempinck een bijzonder pad uit zoekt, en dat pad opnieuw in kaart gaat brengen. Steeds is er aandacht voor wat we echt zien om ons heen op het gebied van geologie, geomorfologie, bodem, en vegetatie. Maar ook aandacht voor de historische context. Waarom is dat pad er? Beide auteurs hebben elk een eigen website met heel veel historische informatie. Mathilde Maijer Geert Nijland. De boeken zijn te koop via het blauwe mannetje Bol De Renkums heidevelden n 1633 zet Henrik Petersen bijenkorven neer bij de Paalberg op de Renkumse Heidevelden. Het was een geschikte plek voor bijenkorven en boeren uit de verre omgeving hadden daar korven staan. De Renkumse Heidevelden waren een domein van de Staten van Gelderland. Omwonenden mochten ze gebruiken en moesten voor zaken als het maaien van heideplaggen, het hoeden van schapen en het zetten van bijenkorven een vergoeding betalen aan bosmeester Daniel 't Zas. Dat deed Henrik Petersen. Maar de schout van Renkum erkende het gezag van de Staten van Gelderland niet en vond dat de velden Renkums bezit waren. Hij haalde dan ook een bijenkorf van Petersen weg als vergoeding aan Renkum. Hierover werd een proces gevoerd tussen de schout van Renkum en de Staten van Gelderland dat veertien jaar geduurd heeft. Info: Landschaplopen. boek Water in het Binnenveld boek: Emily Dickinson |
Over de Vossenweg; lopen van Heelsum naar Otterlo in ruimte en tijd. Wageningen / Renkum: Bravenewbooks, 2020. We lopen over een eeuwenoud pad van Heelsum naar Otterlo en ontmoeten onderweg hoogtepunten van de Nederlandse geomorfologie. We beginnen op sandr, klimmen over een stuwwal, steken een doorbraakdal over en eindigen in een glaciaal bekken. We klimmen over duinen, lopen door een uitgestoven laagte, langs fortduinen, streepduinen, en zoeken onze weg over een van de mooiste zandverstuivingen van Nederland: het Mosselse Zand. Wandelen in het Doorwerth van 1847, 2019; ISBN 9789402123036 Van der Dussen werkte op kasteel Doorwerth en in zijn vrije tijd wandelde hij graag. Die wandelingen werden beschreven. In 1847 schreef de rentmeester en gemeente secretaris van de gemeente Doorwerth in 1847 een boek met zes wandelingen door de omgeving van kasteel Doorwerth. (Gids door de heerlijkheid Doorwerth ) De auteurs lopen hem in 2019 na. Ze beschrijven de routes en vertellen wat ze onderweg tegenkomen. Ze kijken naar het grote geheel van het landschap en naar de kleinste details. Ze onderzoeken de geschiedenis van de plekken waar ze langs lopen en vertellen wat er nog te beleven is van het landgoed uit 1847. Ze zoeken antwoorden op vragen als: Welke huizen en welke bomen van toen staan er nog? Waarom zijn de uitzichten weg? De schrijvers hebben de teksten van Van der Dussen overgenomen en aangevuld met wat er nu nog van te vinden is. |
||||||||||||||||||
Gerrit Jacob (Gert) Peelen, 2 mei 1905, Renkum - 15 oktober 1966, Den Haag In 1928 vermeld de Vrije Universiteit Amsterdam dat: Geslaagd voor het aanvullingsexamen art. 135 Hoger Onderwijswet: G. J. Peelen te Renkum. Studeerde Nederlandse Letteren aan de V.U. G.J. Peelen is de auteur van het boek: Het begon onder melkenstijd. Een boek over de oorlogsavonturen van: zijn broer: Jan Peelen, drager van de Militaire Willems-Orde. Lees meer over Jan Peelen bij m'n gegevens over oorlogshelden. Het boek 'Het begon onder melkenstijd' is een must voor liefhebbers van oorlogsverhalen. De avonturen van Jan Peelen tijdens de laatste periode van de 2de Wereldoorlog zijn beschreven door een oudere broer van Jan: Gerrit Jacob Peelen (1905 - 1966). Naast het Pegasus verhaal, zijn ook andere avonturen beschreven. Er zijn vele herdrukken (22 of 30 stuks) verschenen: Daarnaast schreef G.J. Peelen meerdere boeken over philatelie, romans, verhalen, poëzie, een blijspel. Tien gedichten, 1929 Malle gevallen in rijm en proza'Uitgeverij "Jachin", Zwolle, 1930 Liefdes metgezellen; Den Boer, Utrecht, 1931 De ongerepte uitzet; Edecea, Hoorn 1934 (scan) Postzegels : handleiding voor verzamelaars; Bosch & Keuning, Baarn, 1935 De bevredigende oplossing: blijspel in één bedrijf voor twee dames en vier heeren 1935 Delistaat; Kok Kampen 1938. scan Leven's draaimolen 1938 Liefde op het eiland; La Rivière & Voorhoeve, Zwolle, 1937 De brand in de hooiberg, A-B-C-D - Uitgeversmaatschappij, 1940 Postzegels schrijven geschiedenis van de tweede wereldoorlog; Daamen, 1948 Postzegels; Uitgeverij De Alk, Alkmaar, 1961 Liefde op het eiland 2de druk 1984 Aan weten niet genoeg, Uitg. Meinema, 1999 G.J. Peelen, Renkumse vertellingen, een postume uitgave uit 2018: Zijn verhalen spelen zich af tegen de achtergrond van een typisch Veluwse dorpsgemeenschap in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hoewel de overzichtelijke, op afstand idyllisch lijkende dorpsgemeenschap waar de macht van notabelen tastbaar aanwezig en de sociale controle streng was, inmiddels is verdwenen, spreken de thema's van zijn sociaal bewogen vertellingen nog altijd tot de verbeelding; Peelen schrijft, soms op humoristische wijze maar altijd vol mededogen, over mensen van vlees en bloed in hun grootheid en kleinheid en over de dramatiek van hun dagelijkse leven. Overzicht van artikelen G.J. Peelen |
|
||||||||||||||||||
De kaart zoals gebruikt in Het begon onder melkenstijd. |
|||||||||||||||||||
Hendrikus van Roest. (25-7-1856 - 11-3-1953) Deze in 1856 geboren dorpssmid schreef in een schrift een soort register met omstandigheden en gebeurtenissen van zeer oude dorpelingen en waar deze in Renkum woonden. Dat met potlood geschreven schrift is door hem daarna met pen overgeschreven. Iets wat de leesbaarheid niet heeft verbeterd. Dit geschrift van Roest is ingezien door Wes Beekhuizen, Cees Burgsteyn en vele anderen. Waar is dit schrift nu? Mevrouw Tinie Wijnstekers, ooit werkzaam op het Gelders Archief schreef in 2005 dat het schrift van van Roest is uit-getypt. Dit is in een verleden gedaan door Cees Burgsteijn, de toenmalige voorzitter en ere-lid van het Historisch Genootschap Redichem. Cees Burgsteyn citeert van Roest in deze link van de Stichtng Heenkumde Renkum: “Renkum, 1950. In dit boek heb ik , H.H. van Roest, gewezen meester- smid te Renkum geschreven de geschiedenis over geheel Renkum, vanaf 1864 tot en met 1940. En nu geef ik het aan een ieder die het eens hebben wil om het eens te lezen. En als het zo rond gaat van de ene op een ander, gelieve mij dan te berichten, zodat ik weet waar het is. Want als er dan iemand b i j mij komt voor dit boek, dan weet ik waar het is. Verder is het voor iedereen beschikbaar. Het zijn 61 bladzijden. Een hele tijd heb ik er over gedaan. Het was met potlood geschreven, en dat werd na tien jaar wat bleek. En zo heb ik dan, nu in 1950 geheel met inkt overgeschreven. Op iedere bladzijde heb ik 1 uur geschreven. Dus 2 maal 61 uur is 122 uur. H.H. van Roest, nu 94,5 jaar oud. Ik ben geboren op 25 juli 1856.” Aan het einde van het boek schrijft hij: “ Een vriendelijk verzoek dit boek goed te behandelen, en niet te beschadigen. Een ieder mag het wel lezen, en weer bij mij terugbrengen. Of bij den Heer van de Born, de koster.” Enkele citaten van Wes Beekhuizen, kennelijk leterlijk overgenomen uit het geschrift van Van Roest: Hendrikus van Roest vertelt dat in 1876 het water zo hoog was dat de turfschepen losten aan de Dorpsstraat tegenover de school. Die schuiten zeilden dus, geladen en wel, over de rivierdijk en die moet dan toch sedert 1876 wel aanzienlijk verhoogd zijn want ik heb die dijk wel vele malen onder water gezien maar nooit zo diep dat er zelfs een leeg schip overheen had kunnen varen. Wat die winter van 1890 in Renkum betreft noteerde Hendrikus van Roest dat toen in het laatst van november de Rijn, bij zeer lage waterstand, al tot op de bodem bevroren was. Half januari begon het te dooien maar er kwam aanvankelijk geen toevoer van water uit Duitsland. Dat gebeurde pas op 2 fefebruari en toen plotseling met een dusdanig geweld dat het halve dorp uitliep en het op zondag om zes uur in de morgen aan de veerkop zwart zag van de nieuwsgierige Renkumers. Maar het Rijnwater stroomde op een zeker ogenblik toe in een soort vloedgolf en de dorpelingen moesten ijlings wegvluchten. Om negen uur stond de Veerweg ruimschoots blank en om twee uur in de middag was hij weer droog of althans begaanbaar. |
Een smalle doorgang langs Hulshuizen's pand leidde naar de smederij van
Hendrikus van Roest aan de Dorpsstraat maar men kon zijn smederij,
achter het huis aan de Dorpsstraat, ook met paard en wagen van de
Achterdorpstraat af bereiken en dat was wel nodig want in ons dorp
woonden toen nog veel boeren zodat elke smid regelmatig met hoefbeslag
en het leggen van hoepels om wagenwielen van doen had. Er was bovendien
een stalhouderij, meerdere rijke families hielden er nog gerij op na en
ook de steenovens droegen er toe bij dat onze dorpssmeden dagelijks de
blaasbalg hanteerden en de vonken door hun smidse spatten. De smederij van Hendrikus vader, Bartholdus van Roest, had tot 1856 naast het huis in de Dorpsstraat gestaan maar werd toen verplaatst naar de achterkant en op het vrijgekomen stukje grond bouwde Jan Scheffer zijn woning. Bij Hisgis is in 1832 het pand van de vader van van Roest terug te vinden: Renkum kadastraal nummer D71; Lambertus van Roest; smid te Renkum; 280 m² huis en erf; klasse 1 belastbaar inkomen ƒ 0,78; gebouwklasse 11 belastbaar inkomen ƒ 21,00. Ook de tuin met kavelnummer D70 tot aan de Achterdorpstraat was van Lambertus van Roest. De smederij bestaat niet meer. Op het huidige adres Dorpsstraat 125 Renkum is jarenlang een doe-het-zelf-winkel geweest. De BAG geeft aan dat dit huidige pand al in 1882 in gebruik genomen is. Ook aan de rechterzijde kavel Renkum D72 was van Lambertus van Roest, smid te Renkum, 130 m² huis en erf, klasse 1 belastbaar inkomen ƒ 0,36 gebouwklasse 14 belastbaar inkomen ƒ 6,00. De winkel is in 2022 omgevormd tot appartementen. Het hekwerk om de Wilhelminalinde aan de Utrechtseweg 141 in Renkum; het kunstige smeedwerk dat Hendrikus van Roest in 1898 gemaakt heeft is zelfs nu nog een bezichtiging waard. Teksten uit het schrift van Van Roest worden hier in de verhalen over de Dorpsstraat van de St. Heemkunde Renkum geciteerd. Let wel, de teksten van H.H. van Roest zijn bewerkt door achtereenvolgens Wes Beekhuizen, Cees Burgstijn en Pieter van der Kuil. ZIe ook 'Schoutambt en Heerlijkheid' van juli 1989. Als iemand me kan helpen aan het originele of uitgetypte schrift van de heer Roest, graag! HB |
||||||||||||||||||
Ruud Schaafsma Ruud woont in het Renkumse sinds 1975. Getroffen door de vele beken in het schitterende landschap, begon hij te schrijven over deze beken en de landschappen. Dat begon met het boek: ’Wandelen in het Renkumse beekdal’ uit 1994. Het wordt niet meer uitgegeven. Daarna verscheen ’Thijsse wandeling’ in 1996. In 2003 verscheen: ’Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe’. In 2004 verscheen ’Wandelingen rond Wageningen in het voetspoor van Hemmo Bos’. Voor mij kwamen daarna de 2 hoogtepunten in het werk van Ruud: ’De Oosterbeekse en Doorwerthse beken" in 2010. En 'De Renkumse en Heelsumse beekdalen" in 2012. Op pad met Ruud Schaafsma in het Renkums Beekdal, Video Hein Dielissen Youtube Ruud Schaafsma website |
|
||||||||||||||||||
Dominee Johannes Martinus Snoek (1920 - 2012) Johannes Martinus Snoek werd geboren op 25 mei 1920 in Gorinchem. Opgegroeid en getogen in Renkum, bekend van de textielwinkel. In 1953 werd hij gereformeerd predikant te Woldendorp. Daarna was hij verbonden aan Den Haag-Oost, als missionair predikant in Tiberias (Israël, 1953). In 1970 werd ds. Snoek hoofd sectie Kerk en het Joodse volk van de Wereldraad van Kerken. In 1975 werd hij predikant te Oostvoorne en Tinte en van 1980 tot zijn emeritaat in 1985 was hij geestelijk verzorger in Rotterdam. In 1992 publiceerde Snoek een autobiografie met als titel: Soms moet een mens kleur bekennen. Zelf hoorde hij op 24 maart 1941 in zijn kerk in Renkum een kanselafkondiging, waarin geprotesteerd werd tegen de Jodenvervolging. Johan, die in zijn jonge jaren weinig kerks was, zou het zijn leven lang niet meer vergeten. Dat de predikant van Renkum, ds. Smeenk, samen met Johan actief was in het verzet, speelde een belangrijke rol in zijn terugkeer naar kerk en geloof. Het exacte moment van zijn terugkeer beschrijft Johan in zijn autobiografie. Het was tijdens de slag om Arnhem. In de directe omgeving van Ede waren veel met parachutes gelande Engelse militairen ondergedoken. Hun leider, generaal Hackett verbleef op hetzelfde adres als de uit Renkum geëvacueerde Johan Snoek. Deze soldaten konden wel enige geestelijke bemoediging gebruiken, maar konden moeilijk naar een kerkdienst gaan. Maar, zo veronderstelde de generaal, misschien kon de zondagse preek vertaald worden. Ds. Blauw preekte over Ps. 46, een tante van Johan vertaalde de preek samen met Hackett in het Engels en Johan zou hem uittypen. Zo typte hij de woorden, die ook klonken bij zijn uitvaartdienst: God is our refuge and stength, God is ons een toevlucht en sterkte. Hij schreef ze ook op in zijn dagboek en voegde eraan toe: “ik zal proberen mijn leven aan God toe te vertrouwen en zijn wil te doen.” Dat uitgangspunt is Johan zijn leven lang trouw gebleven. Het prachtige verhaal over hoe Johan generaal Hackett op de fiets dwars door bezet Nederland naar de Biesbosch bracht, ten einde hem weer naar Engeland te krijgen, vertelt Johan overigens niet in zijn autobiografie. Zo zat hij niet in elkaar, mooie sier maken met je verzetsverleden, dat deed je niet. De gedetailleerde beschrijving van dit huzarenstukje valt te lezen in het autobiografische I was a stranger van Sir John Hackett (London 1977). bron: Wilkenveen.nl |
|||||||||||||||||||
Ton Steenbergen (1932 - 2024), een Wageninger die ook één boek over het Renkumse schreef. artikel over Ton SteenbergenTon Steenbergen was in 1973 een van de oprichters van de Historische Vereniging Oud Wageningen. Het boek ‘Een eerlijcke plaets' (2002) van auteur Ton Steenbergen is uitverkocht. 2002; Een eerlijcke plaets: memorboek van joods Wageningen en omgeving,
Stichting Joods Wageningen en Omgeving, ISBN 90 9016 386 7 |
|||||||||||||||||||
Jacques Tersteeg (1946 – 2019) Schreef meerdere boeken en publiceerde bij de Vereniging Gelre waar hij lid van was. Daarnaast waren er publicaties voor de St. Heemkunde Renkum en het Historisch Genootschap Redichem. Geboren in Renkum, docent Middelnederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Woonachtig in Winsum. Veel boeken gaan over de geschiedenis van Winsum. Toch heeft Renkum ook altijd geboeid. Geschiedenis - Het oude kerspel Renkum; Tersteeg, Drs. J.J.Th.M. 1973; Vereniging Gelre Arnhem in het boek Bijdragen en Mededelingen 1973. Cartularium van het O.L. Vrouwenklooster Renkum 1381 - 1609; Tersteeg, Drs. J.J.Th.M. en Drs. W.F. Scheepsma; 1992. Uitgever: Vereniging Gelre, Arnhem 9071884074 Katholiek Renkum-Heelsum door de eeuwen heen, 1875 – 1975; Jong, A.B. de + A.G. Steenbergen + J.J. Tersteeg; 1975; uitgever Parochie Maria Ten Hemelopneming, Renkum in Memoriam |
|||||||||||||||||||
Willem Hendrik Tiemens (1944 - 2005) Naast enkele publicaties, zijn veel van zijn onderzoeken digitaal bewaard gebleven: https://airbornearnhem.nl/WillemTiemens/index2.html Teerosen op de Veluwe; Willem H. Tiemens. Uitgeverij Lunet. ISBN: 978907174301 |
Volgens het Gelders Archief: W.H. (Willem) Tiemens (23 maart 1944- 25 januari 2005) volgde na zijn opleiding tot officier-vlieger bij de Koninklijke Luchtmacht een aantal studies op het gebied van makelaardij en verzekeringen, gevolgd door een bedrijfsjuridische studie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Na enige jaren gewerkt te hebben op het makelaarskantoor van zijn broer, stapte hij over naar Nationale-Nederlanden (naderhand ING Groep) waar hij werkte tot zijn pensionering. Vanaf 1966 tot 1984 was hij tevens vrijwilliger bij de Nationale Reserve. In de periode dat Tiemens op de Koninklijke Militaire Akademie vertoefde, startte hij een onderzoekje naar de oorspronkelijke functie van de voormalige Duitse bunker die voor de Luftwaffe in de oorlog aan de Koningsweg in Schaarsbergen was gebouwd. In de loop der jaren zette dit onderzoek hem op velerlei interessante sporen. Tientallen publicaties over een keur aan onderwerpen volgden, veelal over gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog en over Arnhem en Doorwerth en omgeving in het bijzonder. bron. Een andere bron | ||||||||||||||||||
Hennie Vaessen Tine Bouwhuis Hennie Vaessen schrijft al jaren meerdere stripboeken, die soms de oorlog als uitgangspunt hebben. |
Uitgeverij Pelikaanpers Oosterbeek |
||||||||||||||||||
Karin van Veen Boeken, info en pdf's: https://gridvl.org/ In 2023 verscheen de publicatie over het spergebied in de Liemers. 2024 Graafwerk voor de Panther-Stellung & De toestand in frontstad Arnhem, 1944 – 1945 2024 Dwangarbeiders in de vuurlinie. Het kampleven in frontstad Arnhem, 1944 – 1945 In 2025 volgt de Zuidelijke Veluwezoom van Oosterbeek tot Rhenen. Deze boeken zijn het resultaat van onderzoek naar de gebeurtenissen in het spergebied langs de Rijn in Gelderland dat door de Duitse bezettingsmacht na de strijd werd ingericht. Hierin beschrijf ik de situatie in frontstad Arnhem van september 1944 tot de plaatselijke bevrijding in april 1945. De verhalen liggen voor het oprapen, want er werkten naar schatting 10.000 Nederlandse dwangarbeiders, samen met Franse, Italiaanse en Russische krijgsgevangenen in de stad. Zij moesten loopgraven, geschutsopstellingen, schuilonderkomens en anti-tank-barricades bouwen en aanleggen, als onderdeel van de Panther-Stellung. In 2020 en 2021 was er een publicatie en tentoonstelling in de Oosterbeekse bibliotheek over ‘Een 100-jarige buurt: de Van Deventerweg en naburige woningen’. Schoutambt en Heerlijkheid, nr 3/2021, het tijdschrift van de Stichting Heemkunde Renkum. |
|||||||||||||||||||
Joop Zeldenrust Joop Zeldenrust, schreef onder het pseudoniem "Joop" over zijn belevenissen op Kamp Mooiland. Herinneringen aan Kamp Mooiland te Heelsum Een eerste druk, uitgeverij Adremo, is waarschijnlijk al verschenen in 1944. Hiernaast een exemplaar van de 2de druk. De uitgeverij - drukkerij Adremo Mooij uit Oosterbeek begon in 1931 en stopte in 1973. Bron Gelders Archief |