Molens en beken in Doorwerth, Heelsum, Heveadorp, Oosterbeek, Renkum en Wolfheze.

home
Hans Braakhuis

laatste update: april 2023

Er wordt aan deze info onregelmatig gewerkt, Vele molens staan er dubbel in, met andere namen, etc. Wat je ziet is m'n huiswerk.
  Er zijn in de gemeente vele wind- of water- stoom-molens geweest. De molenaar gebruikte vroeger zijn erf ook voor vee en gewassen. Eigenlijk is een molen in het begin een iets andere boerderij.

Wat is een molen? Met een molen wordt bedoeld een water- of windmolen. Als rond 1890 de molens overgaan op stoom, en later olie en elektriciteit heeft men het over een papierfabriek oid, Het is dan geen molen meer. Een rosmolen is onderbelicht. Ook dit is een variatie op een water of windmolen, doch een rosmolen was veelal een onderdeel van een wasserij of de boer gebruikte het om de boter te karnen.

Uit onderzoek blijkt dat: Nader onderzoek uitgevoerd in deze studie wees uit dat van de 28 watermolens die in de gemeente Renkum hebben gestaan er maar één ruïne aanwezig is. Meer dan de helft van alle watermolens van de Zuidwest‐Veluwe hebben in de gemeente Renkum gestaan. link
 
In dit onderzoek probeer ik alle 28 molens te noemen, maar ook andere molens die op water, wind, stoom of electricteit gedraaid hebben. Middels het lijstje:
Sprengen Beken Papier geschiedenis Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
De Hollandse Molen
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Sjaak Bakker (Hoog en Laag)
Herman Hagens, Kracht van stromend water, Negen eeuwen watermolens op de Veluwe
papiergeschiedenis.nl papiermolens
probeer ik aan te geven op waar meer of andere info over de bedoelde molen te vinden is. Is er geen link dan is er bij die bron geen info te vinden. Dit is ook werk in uitvoering. Als de kleur van de tekst groen is, is de info verwerkt.
In de gemeente Renkum is er een veelvoud van beekjes. Met name de I7e eeuwse papiermakers maakten hier gebruik van. Het regenwater van de Veluwe, zakt naar beneden, en komt er slechts op een paar plaatsen weer naar boven, zo rond Vaassen en in de gemeente Renkum. Als in Doorwerth in 1401, of in de andere dorpen iets eerder de Heerlijke rechten worden ingevoerd door de Hertog van Gelre, dan is er sprake van„dwang--molens". Het wind- en of waterrecht behoorde toe aan de leenheer van de Hertog van Gelre, of te wel de voormalige eigenaar, vrijwel altijd de adel. Een molenaar mocht van wind of water gebruik maken, betaalde daar ook voor, en voor de lokale boeren werd het soms verplicht om van één bepaalde molen gebruik te maken. De molenaar had aldus ook weer inkomsten. Met het begin van de Franse tijd in 1795 (liberte egalite fraternite) komen de waterrechten in handen van de molenaars.

Al in 1700 waren er in Heelsum 5 papiermolens (4 water- en 1 windmolen). In 1736 waren dat er al acht. In de 18e eeuw beleefden de papiermakers een gouden tijd. Op het hoogtepunt waren er elf molens in het dorp. De papierindustrie was lang de belangrijkste bron van inkomsten. Na 1860 neemt de papierfabricage af en tegen 1900 is vrijwel alles weer verdwenen.

De molens zijn ingedeeld naar lokatie. Achtereenvolgens Renkum, Heelsum, Doorwerth Oosterbeek.

NB: Sommige bronnen spreken elkaar tegen betreffende jaartallen en details, het is onzeker welke exact de juiste versie weergeven. Vandaar dat er soms meerdere versies zijn, met bronvermelding.

Probeer bij elke molen de info op het www te vermelden. Onder de naam van de molen staan de gevonden links. Ga er zelf van uit dat dit nooit volledig is, informatie op het www komt en gaat.
Aan de Molenbeek te Renkum, van bron naar monding in de Nederrijn. Info over de Molenbeek bij Sprengen en Beken
Ook de Oliemolenbeek, de Halveradsbeek en de Kortenburgsebeek.
Andere namen voor Molenbeek: Keyenbergsebeek

"Renkumse of Hartense beek. Het ongeveer 7 km lange stroomgebied van deze beek heeft een gecompliceerd verloop door de 3 armen. Deze beek, vroeger ook wel Molen- of Kortenburgse beek geheten, ontspringt vrijwel onder Ginkel, juist bij de uiterste noord westhoek van de gemeente. De bovenloop, ten noorden van de Kwadenoord, zou volgens sommigen gegraven zijn, terwijl de meest westelijke of de Oliemolenbeek door omlegging ontstaan is, en door aanvulling met sprengen". Uit Demoed pagina 20
Quadenoordse Molen aan de Molenbeek lees meer bij Quadenoord
‘Afgebrande’ Molen aan de Halveradsbeek ook wel Afgebrande beek genoemd.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09073
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

Bij de Bennekomseweg heeft een molen gestaan, die in leenaktenboeken wordt vermeld
als: "de plaatse daar de afgebrande molen heeft gestaan". In 1818 wordt het deel waarop
deze molen heeft gelegen de 'afgebrande beek' genoemd. Dat deze afgebrande molen een papier-molen is geweest blijkt nergens, maar het is niet geheel uitgesloten.

Weinig is bekend over deze molen. De naam komt van de molen die op deze beek functioneerde (de molen van Boekelman). Deze had een middenslagrad, ook wel halfslagrad genoemd. Onbekend is wat hier is geproduceerd of wie eigenaar is geweest. Het verlaat achter boerderij ‘De Beken’ waar de afgebrande beek uitmondde in de Molenbeek is nog aanwezig. Zie de foto hiernaast

het verlaat achter de Beken
het bedoelde verlaat
Hartense Oliemolen aan de Oliemolenbeek, ook wel 2de Quadenoordse molen genoemd.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

Onduidelijk is de naam van de molen: Schaafsma heeft het over: Papiermolen op Harten, later oliemolen 21. Het nummer is volgens de kaart in het boek: De kracht van stromend water door Herman Hagens BolCom

Deze papiermolen lag op de Kortenburgsebeek, even ten zuiden van de Hartenseweg. Een naam had de molen niet. Het jaar van oprichting zal omstreeks 1710 zijn geweest. Honderd jaar later, omstreeks 1810, werd de molen verbouwd tot oliemolen; de beek werd toen Oliemolenbeek genoemd. Vanaf 1867 werd de molen met stoom aangedreven en in 1897
ontstaat de N.V. Stoomolieslagerij 'Harten'. Na een faillissement werd de fabriek afgebroken. De grond is na de tweede wereldoorlog bij het terrein van Van Gelder Zonen getrokken. 

De oudst bekende molen was de Hartense Korenmolen, die al in de 16e eeuw bij de buurtschap Harten op de Renkumse Molenbeek stond.

Tegenwoordig te vinden aan de zuidzijde van de Hartenseweg, tegenover het restant van de fabrieksmuur. Er is een soort terras gerealiseerd die het watermolenverleden uitbeeldt. Aan de zuidzijde is een watergoot met waterval.

De Hartense molen was eerst een papiermolen,  later olie en ‐korenmolen.
Naast de molen op landgoed Quadenoord waren er nog twee molens op dit landgoed, later is het landgoed kleiner geworden. Vandaar dat er gesproken wordt over 2e en 3e Quadenoordse molen, ook al staan deze tegenwoordig niet meer op dit landgoed.
De Hartense molen is tenminste van vóór 1735 en heeft in de loop der decennia meerdere functies gehad; papiermolen, oliemolen en korenmolen. Ook wordt in archiefstukken uit 1854 het woord zaagmolen genoemd, maar deze zal er in die tijd niet (meer) hebben gestaan, wellicht wel in een periode hiervoor, maar dit blijkt niet uit archiefstukken. Uit gemeenteverslagen blijkt dat deze molen een grote productie draaide. Het moet een groot complex zijn geweest met molengebouw, een stenen gebouw met woonruimte voor vier arbeiders, een kantoor, paardenstal, bergruimte, veestallen e.d.
De Hartenmolen of Hattenmolen staat beschreven in het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, Volume 5: Een molen op de Neder-Veluwe, prov. Gelderland, district Veluwe, aan de Renkumsche beek, 10 minuten benoorden Renkum.

1713 Daniel Warners Boekelman - eigenaar opstal en papiermaker.
1749 Johannes (Jannes) Boekelman - eigenaar opstal en papiermaker.
1778 Lambertus Boekelman - eigenaar opstal en papiermaker.
1789 Fam. Vierevant - eigenaren.
1795 Jannes (Johannes) Mulder - pachter en papiermaker.
1810 (circa) Abraham Pannekoek - eigenaar, molen wordt verbouwd tot oliemolen.

Hartense Oliemolen

Schermprint uit Hisgis in 1832, in het grijs de situatie in 2019.

Papiermolen van J.D. Boekelman aan de Halveradsbeek, ook wel 3de Quadenoordse molen genoemd.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09062
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010
Deze molen lag op de middelste beek, aan de Hartenseweg en dateert van omstreeks 1722. Op deze molen is altijd papier gemaakt. De belangstelling van de laatste eigenaar, Johannes Krepel, lag meer op agrarisch terrein. De papiermolen is kort na 1800
stilgelegd en gesloopt.

1722 (circa) molen gelegd.
1722 Elias Boekelman - papiermaker.
1732 Johannes (Jan) van der Pol - beheerder en papiermaker.
1746 Jan (Johannes) Daniel Boekelman - papiermaker.
1784 Elias Boekelman - papiermaker.
1791 Johannes Ferdinandus Krepel - eigenaar.
1800 (circa) molen gesloopt.
Hartense Korenmolen I op de Molenbeek, ook wel Hartense papiermolen genoemd. 1570 - 1720

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09060
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

Deze molen wordt vermeld in de studie van Ron Kamperman uit 2010: Zonder watermolen draait het beekdal niet (link)

Op een kaart van 1570 staat al een molen (een korenmolen) aangegeven en ook op een kaart van 1650 komt deze molen voor, aangeduid met 'meul'. Bij deze Hartense korenmolen werd in 1720 een papiermolen gebouwd. Deze papiermolen werd, evenals enige jaren eerder de molen achter de kerk, 'de Nieuwe Molen' genoemd. Later werd hij als de papiermolen op Harten of als Hartense molen aangeduid. Op 27 januari 1796 werden beide molens eigendom van Abraham Pannekoek. Pannekoek werkte vanaf januari 1798 op de molens en kennelijk met goede resultaten, want al in 1800 werd de papiermolen gemoderniseerd. De hamerbakken maakten plaats voor maalbakken, er kwamen twee kuipen. Vier knechten waren in vaste dienst en daarnaast waren er losse werkkrachten voor het scheuren en sorteren van zijn lompen. Na zijn overlijden op 20 augustus 1852 verkochten zijn erfgenamen de waterrechten van de Molenbeek en de Afgebrande beek aan Willem Sanders Tzn. De Hartense korenmolen werd in 1856 gesloopt en kort daarna vervangen door een molen, meer naar het noorden op de beek gelegen, die in het archief van de Dienst Stoom wezen als 'meelfabriek' wordt aangeduid. In 1858 komt de eerstemstoomketelinstallatie met een vermogen van 20 PK in bedrijf. In 1881 worden de Amsterdammers Jan Mars, Bernard Beuker en Frederik Hendrik van Moorsel nieuwe eigenaars. De oude installatie is in 1882 al vervangen door een grotere ketel en in 1884 en 1890 volgt een uitbreiding met een tweede en derde. Intussen is Joan Beuker toegetreden als derde firmant. Er staan dan 3 papiermachines als in 1907 de papierfabriek wordt verkocht aan Van Gelder Zonen en wordt voortgezet als 'Ren-kum l'. De Hartense molen is de enige papiermolen die de twintigste eeuw heeft gehaald.
Deze molen komt op kaart al in 1570 voor als korenmolen. De molenaar maalde het koren van de inwoners van Wageningen en bracht het gemalen koren zelf bij hen terug. Dit heeft hij tot 1608 ongestoord kunnen doen. Toen kwam er in Wageningen een windmolen. Omdat de inwoners van Wageningen ontevreden waren over het meel van de nieuwe windmolen, werd er nog enige tijd gebruik gemaakt van de diensten van de watermolen in Renkum. De molenaar en zijn opvolgers konden nog tientallen jaren de inwoners van Wageningen voorzien van meel.
Uiteindelijk werd het de molenaar door een opgelegd verbod verboden zijn diensten voor Wageningen voort te zetten; Wageningen viel als afnemer af. In 1854 werd de molen vernieuwd met een stoomketel. In 1895 werd de molen afgebroken om plaats te maken voor de steeds groter wordende papierfabriek van Willem Sanders Tzn. Beuker en van Moorsel traden toe als firmanten.

Enkele eigenaars waren:
- Staten van Gelre, pachter Dirck Otten
- 1682 Vrouwe van Gendt
- 1703 Staten van Gelre, leen aan Willem Joseph van Gendt
- 1754 Vrouwe van Schwartsenburg geboren Van Gendt, pachters Berend Hendriks en zijn vrouw Arendje Dibbets
- 1791 gezusters Herx
- 1798 Abraham Pannekoek
- 1852 W. Sanders
Hartense Korenmolen II, aan de Molenbeek ook wel Hartense Papiermolen genoemd. Op dezelfde lokatie als de Hartense Korenmolen I.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 14726
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma Renkumse en Heelsumse beken
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

De Hartense Papiermolen is gebouwd, nadat in 1720 obligaties zijn uitgegeven. De bouw was waarschijnlijk in 1721.
In 1754 is de molen verkocht en uit de beschrijving in de akte blijkt het gebouw een geheel te vormen met de oude korenmolen.
Beide watermolens hadden ieder een eigen rad. Abraham Pannekoek was de papiermaker op de Hartense Papiermolen. In 1808 maakte hij verschillende soorten papier met een eigen watermerk. Hij overleed in 1852, waarna de oude Korenmolen en de Papiermolen werden verkocht aan Willem Sanders. Drie jaar later werd stoomkracht ingevoerd en dit was het begin van de papierfabriek.

Deze molen vormde een geheel met de hierboven beschreven Hartense korenmolen. Vanaf 1720 is het vaak van eigenaar gewisseld maar bleef een papiermolen. In 1852 kreeg deze molen een nieuwe eigenaar (Willem Sanders) die een grote vernieuwing teweeg bracht in de papiermakerij. Vanaf dit jaar wordt er gesproken van papierfabriek en niet meer papiermolen. Aanvankelijk werd nog gebruik gemaakt van de waterraderen maar in 1855 werd overgestapt op stoomkracht. De uitbreiding van deze fabriek heeft ervoor gezorgd dat de watermolens op het terrein verdwenen.

1720 Jan Dibbets - molen gelegd en papiermaker.
1732 Johanna Dibbets en Egbert A(a)lberts - papiermakers.
1742 Johanna Dibberts en Egbert Aalberts - eigenaren opstal.
1754 Fam. van Gent - eigenaren opstal.
1773 Geurt Wessels - pachter en papiermaker.
1791 Fam. Herx - eigenaren.
1791 Sander Schut - pachter en papiermaker.
1798 Abraham Pannekoek - eigenaar en papiermaker.
1852 Willem Sanders - eigenaar en papiermaker.
1881 Jan Mars Bernard Beuker en Frederik van Moorsel - firmanten met Sanders;
         (firma W.Sanders Tzn.)
1907 Van Gelder Zonen - eigenaren.
1981 Gem. Renkum - eigenaar.
Papier-, later Korenmolen bij het Huis De Kortenburg aan de Oliemolenbeek. Ook wel molen bij de Kortenberg genoemd.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

Deze molen lag, evenals de tweede Quadenoordse molen, op de Kortenburgsebeek. Het jaar van oprichting is onbekend. Uit oude stukken blijkt dat de molen in 1706 reeds bestond. De molen bij de Kortenberg was een onderslagmolen. Onder-slagraderen draaien andersom dan bovenslagraderen. Ook bij de inrichting van de molen werkt dit verschil door: bij dezelfde waterstroomrichting moet in de onderslagmolen de apparatuur aan de andere zijde van de as worden geplaatst. Dergelijke molens werden alleen aangetroffen in de lager gelegen delen, waar het verschil in terreinhoogte te gering was om een voldoende verval tot stand te brengen. Meestal werden ze op natuurlijke, niet-gegraven waterlopen gelegd. Niet het gewicht van het water, maar de kracht waarmee het water tegen de schoepen stroomt, brengt het rad in beweging. Deze papiermolen, met 5 hamerbakken, kwam op l juli 1746 in bezit van Anna van den Broek. Zij vroeg en verkreeg toestemming van de vroedschap van
Wageningen om haar papiermolen te verbouwen tot korenmolen. Voorwaarde was wel dat de molen altijd „bequaam en ganghbaar tot het maelen van coorn' zou worden gehouden. Na het laatste bericht uit 1808 wordt van de molen niets meer vernomen.

Deze molen wordt voor het eerst genoemd in 1706 en was een papiermolen. Vermoedelijk was het een onderslagmolen, omdat in een contract wordt genoemd dat bij hoogwater van de Rijn de molen stilstaat. Hoogwater van de Rijn zou alleen op onderslagmolens invloed hebben. Deze was tot 1743 als papiermolen in gebruik tot het werd verkocht aan een welgestelde douairière die eigenaar van huis de Kortenburg inclusief bezittingen was. De Kortenburg was een tegenwoordig verdwenen buiten, gelegen ten noord westen van het tegenwoordige Oranje Nassau’s Oord.
In 1747 kwamen inwoners van Wageningen naar de eigenaresse van de molen met het verzoek de papiermolen om te bouwen tot korenmolen. Dit omdat de windmolen in Wageningen volgens hen bij gebrek aan wind niet voldoende productie kon draaien om de bevolking van voedsel te voorzien. Ze stelden voor om het koren uit Wageningen naar de Kortenburgse molen te brengen, daar te vermalen en weer terug te brengen naar Wageningen. Hetzelfde principe dus als 100 jaar daarvoor bij de Hartense Korenmolen op de Molenbeek.
De Wageningse windmolenaar was niet blij met de verandering, hij verloor een aanzienlijk deel van zijn klanten aan de verbouwde watermolen in Renkum, vooral als het een tijd windstil was gedurende de zomers. Tot overmaat van ramp wilden de verbouwers van de papiermolen er ook nog een rosmolen bij bouwen die koren zou vermalen. Het is niet waarschijnlijk dat er ook daadwerkelijk een rosmolen is bijgebouwd.
Of de windmolenaar van Wageningen gelijk kreeg is niet bekend, wel is zeker dat de molen in 1818 definitief in onbruik was geraakt en niet lang daarna gesloopt.

Jan Dries Veenhuijsen en Trijntje  Roelofs Hulshof kwamen rond 1699 van de Holtse molen naar de molen bij Kortenburg in Wageningen. Ze bleven op deze molen tot de dood van Jan in 1743.

1706 (circa) molen gelegd.
voor 1730 Jan Dries Veenhuysen - eigenaar opstal, pachter en papiermaker.
1745 Egbert Frederiks - eigenaar opstal en papiermaker.
1746 Anna van den Broeck - eigenaresse.
1747 papiermolen wordt verbouwd tot korenmolen.
Papiermolen bij de oude kerk te Renkum aan de Molenbeek, ook wel Nieuwe molen achter de kerk of Molen op Harten genoemd.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09064
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

Deze molen lag ter plaatse van het huidige 'Onder de Bomen', de datum van oprichting is onbekend. De molen wordt voor het eerst vermeld als op l januari 1715 Reynder van Marie en zijn vrouw Evertje Peters van Harmen Cornelissen 925 gulden tegen 5 procent lenen. In een hypotheekakte van l oktober 1719 wordt deze molen 'de Nieuwe Molen' genoemd. Waarschijnlijk zal deze molen kort voor 1715 zijn gebouw. Omstreeks 1800 is de Nieuwe Molen achter de oude kerk buiten bedrijf gesteld.
Deze molen lag aan de Molenweg die tegenwoordig Onder de Bomen heet. Het was een papiermolen die vanaf 1715 nog twee keer van eigenaar wisselde tot deze in 1800 werd gesloopt. 1715 Reynder van Marle - eigenaar.
1718 Reynder Oosterhof - eigenaar en papiermaker.
1735 (circa) Jan Dibbets - eigenaar en papiermaker.
1740 Neuy Hersmen Houtdorp - eigenaar en papiermaker.
1754 Baronesse van Gendt - eigenaresse.
1767 Cornelis Schut - pachter en papiermaker.
1800 molen gesloopt.

In HisGis uit 1832 staat vermeld: Eigenaar Renkum D152 Abraham; r.v.o. Kaas, Wed. Hermanus Pannekoek arbeidster te Renkum 200 m² huis en erf, of te wel, geen molen meer!

Finale veiling der Stoom en Water Oliemolen te Renkum, Harten, met gebouwen, landerijen en regten van water, en grond, 2 H., 74 A. op 10 Julij e. k. 's md. 1 uur precies , in "de Wereld" te Wageningen, door notaris Hondius.
  Arnhemsche courant van 28-06-1879
Papiermolen achter De Bock aan de Molenbeek
Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09065
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
HGR: Echo's van zes dorpen 14-01-2010

Aan de Renkumse beken hebben ooit 7 papiermolens gestaan. De oudste papiermolen lag bij de herberg 'De Bock' op een voormalig kloosterterrein, dat bekend staat als de Kloosterweide. Het is mogelijk dat deze molen reeds in 1598 bestond. Of deze molen in die jaren reeds papier maakte valt niet meer vast te stellen. Zeker is wel dat Peter van de Poel papier heeft gemaakt in „deze pampiermolen aent dorp", zoals de molen in oude
stukken soms wordt genoemd. In 1653, als Van de Poel in Amsterdam als koopman woont, verklaart hij molenmeester op een grauwpapiermolen te zijn geweest. Op een kaart van Van Geelkercken van 1639 staan twee watermolens aangegeven: de Hartense korenmolen en de hier beschreven molen. Wie laag aan de beek zijn molen heeft gebouwd, kan op een onaangename wijze merken, dat hij over zijn watertoevoer niet het alleenzeggenschap heeft. Zo ook hier. Het was in de laatste jaren van de 17e eeuw, dat een conflict ontstond over het waterrecht van de molen met Anton van Lynden, bewoner van Grunsfoort. De heer van Grunsfoort had in de bovenloop van de beek veranderingen aangebracht, waardoor
het peil daalde en de molen niet goed kon werken. De zaak is in 1697 door het Hof van Gelre behandeld, uitgesteld en er zal daarna wel een minnelijke schikking getroffen zijn.
In 1812 werd de molen al niet meer als papiermolen gebruikt en werd omstreeks 1865 gesloopt.
1865 Molen gesloopt.

Verdwenen papiermolen De Bock, Kloosterweide te Renkum. Al in 1598 is er in Renkum een papiermolen “De Bock” op de toenmalige Kloosterweide. Aangedreven door een beek uit het beekdal. Papier + Renkum c.q. Heelsum zijn vanaf die tijd sterk verbonden. Namen zoals Parenco, Norske Skog en Schut  zijn landelijk begrippen geworden. Veel geschiedenis wordt bewaard en verzameld door de Stichting Papiergeschiedenis Renkum en Heelsum. Meer informatie is te vinden hun website: www.papiergeschiedenis.nl .
Deze papiermolen lag achter het voormalige klooster van Renkum. In 1649 werd ze als eerst genoemd. In 1808 was de molen buiten gebruik maar werd ingericht als grutterij (kruidenierswinkel). In 1852 werd er door Aart Berends een poging ondernomen om er weer een oliemolen van te maken. Er was veel tegenwerking vanuit de nabijgelegen Katholieke Kerk en Bierbrouwerij. De kerk zou last van het lawaai krijgen en verder stroomafwaarts gelegen bierbrouwerij zou het vervuilde water van de oliemolen op de werktuigen krijgen. Het is niet helemaal bekend wat er daarna nog is voorgevallen, maar zeker is dat de molen in 1855 werd gesloopt. Tegenwoordig staat het industrieterrein van Smurfit Kappa Parenco op deze locatie en is er niets zichtbaars meer dat herinnerd aan deze oude molen.

Onder aan de Molenbeek werd al voor 1649 de eerste Renkumse papiermolen, de Papiermolen achter De Bock, gebouwd.
 
In 1791 is J. F. Krepel, papiermaker op de molen bij de herberg den Bock. Hij koopt  in
Renkum de overgebleven „bouwinge", nog bestaande uit huis, hof, berg en aanliggende
weilanden met de oude boomgaard, allen restanten van het klooster. (Gelre Bijdragen en mededelingen 1974-75; LXVIII)

De molen „de Bok" mocht als laatste molen het water niet opstuwen of in zijn loop op enige wijze verhinderen, boven het Peil, aangewezen in de beek door een nieuwe peilpaal.

1598 (circa) Willem van Santen - eigenaar.
1606 Jacob den Engelsman - eigenaar en papiermaker.
1621 Laurens Sluyter - eigenaar en papiermaker.
1628 (circa) Peter van de Poel - pachter en papiermaker.
1639 (circa) Hendrik van essen - eigenaar.
na 1647 Aelbert - papiermaker.
  ??   Gosen Hendriks - papiermaker.
1719 Reinder van Marle - pachter en papiermaker.
         Hendrik Gosens - meesterknecht.
1735 Berent Hendriks - eigenaar opstal, pachter en papiermaker.
1754 Baronesse van Gendt - eigenaresse opstal.
tot 1781 Lubbertus Schut - pachter en papiermaker.
1781 Peter Epping - eigenaar opstal en papiermaker.
1812 stilstand van de molen.
1819 Abraham Pannekoek - eigenaar. (molen wordt niet meer als papiermolen gebruikt)
1865 molen gesloopt.
molen op Harten

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma

Aanvankelijk een watermolen, later omgezet naar stoommolen om olie uit zaad te halen. Harten
Kadaster hulpkaart B 237 gemaakt en goedgekeurd 15 juni 1840. Er verschijnt één woning.

Harten
Kadaster veldwerk 442 uit dj 1862. 3 panden
Met Harten wordt het gebied bedoeld dat we kennen uit 1500 - 1600 rond de Hartenseweg tot aan het Everwijnsgoed.

In 1713 was de papiermaker Daniel Warners Boekelman de eigenaar. Verdere eigenaren en papiermakers staan op onderstaande website. Toen rond 1810 Abraham Pannekoek de eigenaar was, werd de molen verbouwd tot oliemolen.

Opregte Haarlemsche courant, 5 mei 1814: Uit de hand te Koop: Een OLIJ-MOLEN, gaande door het Water, en staande door behulp van twee Knechts, 's weeks bij de twee lasten Koolzaad; te bevragen bij ANTHONIJ BAKKER, Opziender op de Beeken, in de nabijheid van het Dorp Renkum, alwaar denzelven Olijmolen gelegen is, en bij T. MARTENS e G. REYNDERS.
In 1852 verviel de oliemolen aan zijn dochter Woutertje Adriana Pannekoek, getrouwd met de fabrikant Dirk Stevense van Schuppen. De toenmalige pachter Aart Berends vertrok naar de molen Achter de Bock (dbnr. 9065). In 1854 werd de molen eigendom van de Arnhemse advocaat Mr. Reinhard Crommelin van Oosterwijk.

In 1867 werd een stoommachine toegevoegd. In 1879 kocht Gulian Cornelis Spengler de oliemolen, voor 1871 werd het tevens een korenmolen. In september 1882 ging het inmiddels zeer uitgebreide bedrijf voor ƒ 25.000 over in handen van Mathijs Sanders uit Arnhem, en werd in 1897 Stoomfabriek De Harten genoemd. In 1898 ging het bedrijf failliet en werd afgebroken.
Bronnen:
- Papiermolens op de Veluwe.
- "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.

Harten
Kadaster Renkum hulpkaart B 442, woning 441 wordt later 548. Dienstjaar 1862

Harten
Kadaster Hulpkaart Renkum B 549 dj 1872 551 wordt later 900, de woning, later 899 staat er nog niet

Matthijs Sanders, geb. Amsterdam 24 Mei 1859, directeur van beroep, overleden: 28 december 1926 te Oosterbeek (Renkum) Ouders: Theodorus Sanders en Maria Westendorp. Zij bewoonden rond 1871 Hartenstein in Oosterbeek. Partner: Maria Agnita Mijnlieff (27-06-1864 - 24-11-1937 Renkum).

Matthijs Sanders was rond 1892 ook eigenaar van de steenfabriek in de Rosandepolder. Sanders pakte dezaken energiek aan en breidde het steenovencomplex uit. Hij stopte in 1923.
Huize Overzicht kwam in 1899 in bezit van Matthijs Sanders (1859-1926), die het huis renoveerde en van daaruit sinds 1908 een particulier waterbedrijf exploiteerde.

Uit Demoed pagina 21: Die „waterrechten- waren sinds de vorige eeuw eigendom van de eigenaren der Hartense papier- en korenmolen. Als dan ook de fam. Pannekoek in 1852 deze molens aan W. Sanders verkoopt, dan behoren tot die koop behalve genoemd recht, ook de Hartense- en de Afgebrande beek. Daarbij werd bepaald, dat indien mocht blijken, dat „ander of meerder deel der beken, op welke de molen „de Harten" staat, tot des verkopers eigendom behoorde", dit ook in de koop begrepen zou zijn. De molen „de Bok" mocht het water niet opstuwen of in zijn loop op enige wijze verhinderen, boven het Peil, aangewezen in de beek door een nieuwe peilpaal.

Sanders
Wageningsche-Courant 22-07-1891.

Harten
Kadaster veldwerk dj 1884. B 900 = molen

Finale veiling der Stoom en Water Oliemolen te Renkum, Harten, met gebouwen, landerijen en regten van water, en grond, 2 H., 74 A. op 10 Julij e. k. 's md. 1 uur precies , in "de Wereld" te Wageningen, door notaris Hondius.  Arnhemsche courant van 28-06-1879

Harten
Uit de Arnhemsche courant 1 sept 1882

Harten
Kadaster Veldwerk 1884 B 900 a Matthijs Sanders verkoopt aan Gulian Cornelis Spengler
Harten
Kadaster Hulpkaart dj 1884 Renkum B 900

Harten
uitsnede van de kaart hierboven

eninsche courant dat de huidige Molenbeek, dan de Oliemolenbeek wordt genoemd.

Kennelijk was er op de beek een molen: Oliemolens werd gebruikt om oliehoudende zaden (raapzaad, koolzaad, aardnoten en lijnzaad) olie te persen.

Boven de olieslagerij van Sanders komt een nieuwe stoomwasscherij:
Sanders
Wageningsche Courant, Krant 2/4/1890

Helaas, leuke plannen, maar:
Harten
Arnhemsche courant 7 mei 1890Harten
Nederlandsche Staatscourant 1896

Molenstenen in Renkum gevonden "Bij graafwerkzaamheden op het industrieterrein Beukenlaan te Renkum zijn twee (halve) molenstenen gevonden. Op grond van het vierkante gat mag worden geconstateerd dat het kantstenen betreft. Ze hadden een diameter van circa 1,30 m bij een dikte van 38 cm. In de omgeving van de vindplaats hebben meerdere papiermolens gedraaid, maar waterpapiermolens hadden als regel geen kantstenen (uitzondering: De Middelste Molen in Apeldoorn-Loenen; die heeft wel een stel kantstenen, zij het aangedreven door een stoommachine). Nu werd een der drie papiermolens op het landgoed Kwadenoord, welke waarschijnlijk kort na 1700 was gesticht, omstreeks 1810 verbouwd tot oliemolen. Zo’n molen kreeg uiteraard kantstenen en daarom zullen de gevonden stenen wel van deze molen afkomstig zijn. De molen werd aangedreven door de Oliemolenbeek. In 1867 is er evenwel al sprake van stoom als drijfkracht. De molen groeit zo uit tot een stoomoliefabriek; (vanaf 1891 N.V. Stoomolieslagerij ‘Harten’). Deze fabriek werd na een faillissement afgebroken waarna het terrein bij de papierfabriek van Van Gelder werd getrokken.
Uit: Molen Wereld augustus 1999
Uitzoeken
Papiermolen op Harten, later oliemolen
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Molen Renkum
Uit: Het Nieuws van den dag; kleine courant 29 januari 1874.
De Renkumse molen, Graanmolen de Hoop, gebroeders Roosenboom, Molenweg 53 te Renkum. Of te wel de molen zonder naam, een verhaal van de molenbeheerders.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
Ten Bruggecate nummer 00262
De Hollandse Molen
Rijksmonument
Molendatabase
Molendatabase ander nummer
Facebook
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma

De bekende Renkumse molen. Gebouwd in 1858, door Hendrik Hulshuizen. Na 1890 verhuurd aan Reier Roosenboom die de molen later kocht.

Toen in 1897 de eigenaar van de windmolen aan de Molenweg het niet meer kon
bolwerken, werd mevr. Le Maître-Buse (weduwe van Thomas Marcus Le Maître) zelf eigenaresse van deze korenmolen, waarbij de eigenaar zetbaas werd op de molen. (Zie Schoutambt en Heerlijkheid, december 4; 2004)

molen de Hoop Renkum
Oude opname, na 1885 als anischtkaarten worden gemaakt, voor 1914 als de bedrijfswoning gebouwd wordt.

Molen de Hoop Renkum
Een oude anischtkaart, de belt waar de molen opstaat is goed te zien. De woning rechts is uit 1897 (Kerkstraat 46)

In 1910 was er een windhoos in Renkum. Het gevolg:

Renkum Molen
Er is er veel vernield.

Renkum molen
Uit Wageningsche Courant, 02/11/1910 Molen Renkum
Uit: Wageningsche Courant, 19/01/1921

Na de storm werd de molen direct weer gerepareerd.

Daarna in 1924 is de molen aan de bovenzijde verhoogd, om minder last te hebben van de toenemende bebouwing in Renkum. En is de molen van belt- naar stellingmolen verbouwd.

Molen de Hoop Renkum
Opname na 1914, de woning Molenweg 53 is in dat jaar volgens de BAG voor het eerst bewoond. De molen is weer hersteld en de belt is na 1924 afgegraven. Tot aan 1944 heeft de molen er zo uitgezien.

Molen Renkum
Tot 1937 is er met de wieken gemaald, daarna werd dat middels een motor gedaan.
molen de Hoop Renkum
Een oude anischtkaart, de belt waar de molen opstaat is goed te zien. De woning rechts is uit 1897 (Kerkstraat 46). Inkleuren van ansichtkaarten kwam rond 1910 helemaal in.

Bij het HGR is deze foto te zien, in het onderschrift van Burgsteyn is te lezen dat dit de situatie in 1920 zou zijn. De verhoging uit 1924 is al duidelijk te zien!

Renkum Molen
foto bij een artikel in de de Gelderlander.

In september 1944 werd de molen door oorlogshandelingen behoorlijk beschadigd. Na 1945  was er voor herstel geen geld en daarom werd de molen onttakeld tot een kale romp en ingericht als silo.

Renkum Molen
Renkumse molen na 1890 Tekening Mirre van Grieken, HGR, Collectie Fien Bos

Eind september, begin oktober 1944 verdere oorlogsschade.. Alle hoge gebouwen van waaruit de Duitsers een zicht zouden kunnen hebben op het niemandsland de Betuwe na september 1944, zijn door de geallieerden onder schot genomen. In 1945 is de molen onttakeld. In 2002 heeft Willem Roosenboom, telg van de molenaarsfamilie, een aanvraag gedaan, voor een sloopvergunning bij de gemeente Renkum. De oude molenbouwval was allang niet meer waterdicht en met een beetje wind vielen de stukken hout naar beneden. Sloop was wel niet direct de bedoeling, maar meer bedoeld om van de bouwval een monument, waardig tot herstel, te maken.  De actie had succes. Staatsecretaris Medi van der Laan verschafte de molen de status van Rijksmonument in 2004. De gemeente Renkum gaf 4000 euro om met een houten kap de boel weer dicht te krijgen. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg leverde in 2007 een bestek om het herstel op te kunnen pakken. Bij de gemeente Renkum ging dat bestek "in de diepvries", want de kans dat het 600.000 euro kostende herstelplan uitgevoerd kon worden achte de dienstdoende ambtenaar nihil. Het was Steven Buddingh uit Heelsum (oud-burgemeester van Steenderen) die op zoek ging naar het benodigde geld middels inzamelingsacties en sponsoren. Een eerste aanvraag voor Provinciale- en Rijkssubsidie werd in 2011 gedaan. Eerst in 2013 zijn de wieken weer terug gerestaureerd. De molen De Hoop is een Rijksmonument.
Molen De Hoop Renkum 2012
De verhoging van de molen is goed te zien. Een net wat andere kleur van de stenen. Net als bij de dichtgemaakte luiken en ramen. De oude molen loopt naar boven toe taps, het nieuwe deel wordt daar boven opgezet en is recht.

Een verhaal bij de Stichting Heemkunde Renkum
Uit het boek van Henk Voorn, deze plattegrond. De Molenbeek stroomt tegenwoordig naar links en komt bij de Afgebrande beek daarna in de Kortenburgsebeek.
Renkumse molens H.Voorn
Aan de Heelsumse beek te Heelsum, van bron naar monding in de Nederrijn. Info over de Heelsumse beek bij Sprengen en Beken

Ook de Papiermolenbeek, de Rondeel beek, Wolfhezer beek. De Papiermolenbeek wordt ook wel Middelste- of Nieuwebeek genoemd.
Heelsum papierfabricage
De fabricage in Heelsum volgens het Tijdschrift-uitgegeven-door-de-Nederlandsche-Maatschappij-ter-Bevordering-van-Nijverheid, in1870
Molen te Wolfheze (Laag)

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014

Mogelijk was deze molen de opvolger van een korenmolen bij het Wildforstergoed.

De molen is gebouwd voor 1699 en is verdwenen in 1718 of eerder. De watermolen werd aangedreven door de beek en was een papiermolen.
Wolfheze heeft een windmolen gehad waarvan de plaats echter niet meer bekend is. Uit: Roorda van Eysinga De veluwezoom, p. 113.

De huidige locatie is ongeveer daar waar Google Maps de term Wolfhezerheide heeft staan

1553 eerste verwijzing naar de korenmolen
1584 vlucht bewoners Wolfheze en verbranding van alle bezittingen inclusief de watermolen
1699 Valenus Swaen - eigenaar.
1699 Hartger Cornelissen Ligt - papiermaker.
1699 in dit jaar is er sprake van een papiermolen ? ombouw van papiermolen naar korenmolen (datum onbekend)
1718 Anthonie Curtius - eigenaar.
         (molen verdwenen)
Voormalige molens op de Kabeljauw, Kabeljauw 6 te Heelsum. Aan de Papiermolenbeek.

Demoed, Van een groene zoom aan een vaal kleed pagina 23 - 25.
Ruud Schaafsma; Renkumse en Heelsumse beken, Matrijs 2012. pagina 163.

De Kabeljauw is het gebied tussen de Wolfhezerbeek en de Utrechtseweg, ten noorden van Doorwerth, tussen de Drieskamp en iets westelijker dan Kievitsdel. Later is daar de Kamp vanaf gegaan.

De middelste beek, de Nieuwe of Papiermolenbeek, is aangelegd in opdracht van
Anton II Rijksgraaf von Aldenburg (1681-1738), de enige zoon van Anton HR von Aldenburg en Charlotte Amélie de la Trémouille.
Anton II van Aldenburg laat in 1728 en het volgende jaar beide Kabeljauwmolens bouwen.  Ook de twee molens op de Drieskamp, werden bij het bouwplan betrokken.

Bij de boerderij ‘de Kabeljauw’ lagen eens de twee Papiermolens op de Kabeljauw tegenover elkaar. De beide Kabeljauwmolens (de naam komt van een lompenhandelaar uit Dordrecht die de bouw van beide molens financierde om zo z’n lompen te kunnen verwerken)

Door Piet Burgsteyn wordt de Kabeljauw al genoemd in 1625, als Tanneken van Kemel, de weduwe van Jan Kabbeljauw uit Dordrecht, verklaart verkocht te hebben aan Dirck Otten molenaar en papiermaker in Heelsum. Door het artikel van Burgsteyn begint de geschiedenis van de Kabeljauw ruim 100 jaar eerder dan bij anderen.
In de literatuur heeft men het steeds over twee molens op de Kabeljauw. Een molen ten noorden van de middelste beek, de Papiermolenbeek en een ten zuiden ervan. Zie zijn artikel in: Schoutambt en Heerlijkheid van de Stichting Heekunde Renkum; 2004 nr 1, het artikel van P. Burgsteyn over de Kabeljauw.
In 1903 verkoopt J.G.W. Baron van Brakell zijn goederen in de Kabeljauw, aan zijn
zuster, mevr. v. Heutz-Baronesse van Brakell.

De beide molens op de Kabeljauw zijn dus kennelijk gebouwd vanaf 1625, met verbouw of nieuwbouw in 1639, 1728 en verder. Van Anton van Aldenburg is bekend dat hij door aankopen de heerlijkheid Doorwerth na 1678 heeft vergroot. Of dat ook voor de Kabeljauw op gaat blijft nu onduidelijk. Waarschijnlijk wel, want anders kan Tanneken van Kemel, niets verkopen in 1625. Zijn zoon, Anton II is dan dus de eigenaar en kan pacht innen in de vorm van wind- of waterrecht. Wanneer hij het verkoopt blijft onduidelijk, er worden meerdere data genoemd. Wie de pachters zijn? De molendatabase geeft een aanzet.
Er is in de literatuur geen overeenstemming over de naam van de beek. Met Schaafsma ben ik het eens als hij het heeft over de middelste van de drie beken, de papiermolenbeek. Elders wordt ook de Nieuwe- en de Wolfhezerbeek genoemd.

Uitzoeken:
Hendrick Maurits en Egbert Jacobs waren in 1749 de twee papiermakersknechts op de papierfabriek de Kabeljauw die werkten voor de gebroeders Willem en Neuy Pannekoeck.
In 1832 (HisGis) heeft de Wed. Nicolaas Pannekoek en cons., papiermaker te Renkum, 12550 m² bouwland met als kadasterkavelnummer Doorwerth D193. Met nummer D194 is beschreven het huis en erf met 280 m². Met Doorwerth  D200 is de andere papiermolen beschreven: Wed. Nicolaas Pannekoek en cons., papiermaker te Renkum,
480 m² huis, erf en / molen. Helaas, de ernaast gelegen tuin (D198) is van Charles Grave van Aldenburg Bentinck (heer van Doorwerth), rentenier te Londen, 2060 m² tuin. De Pannekoeks hadden in 1832 vrijwel het gehele dal tot aan Veentjesbrug in hun bezit.
De noordelijke molen bij de Kabeljauw aan de Papiermolenbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papier molens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09050
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014

Bij Nikkels is te lezen dat van Aldenburg in 1728 begint met de bouw van de twee papiermolens. Het gaat dan om Anton II Rijksgraaf von Aldenburg, de zoon van van Aldenburg. In 1801, verkoopt Graaf William Bentinck, heer van Doorwerth, aan de gebr. Pannekoek onderscheidene bezittingen, waaronder vrijwel de gehele Kabeljauw, vanaf de Drieskamp tot aan de molen „de Kabeljauw".

Pannekoek breekt een houten papiermolen af in 1879.

Pannekoek Heelsum
De molen ten noorden van de beek, in 1728 door graaf Aldenburg, heer van Doorwerth aldaar gebouwd, bestaat thans - voorzover het molenhuis betreft - nog als de boerderij Kabeljauw 9. De gevelankers vertellen het u duidelijk. Op deze molen werkte de papiermaker Jan Dibbets, welke de opstallen bij pachtovereenkomst van 30 Mei 1728 in eigendom verkregen had. Na zijn dood wordt op 28 Mei 1743 door de erven, zijn vrouw Gerritje Braakman de molen, e.a. toebedeeld. Zij is vóór 1749 hertrouwd met Jacobus Westenenk, want op de lijst van 1749 is sprake van Peter Wilbrink, papiermakersknecht bij Westenenk. Deze wordt zelf niet genoemd, zodat hij dus niet in de gemeente woonachtig was. Dit echtpaar nu, verkoopt op 16 Juni 1766 alle opstallen voor 1100 gld. aan Johannes Veenhuyzen en Hendrika Schut, echtel.
De molen blijft nu in deze familie, tot na hun dood hun zoon Daniel, gehuwd met Geertruida Schut, het bedrijf voor 2050 gld. aan Gerrit Jochemszn. van Ommen verkoopt. Deze is in 1811 nog eigenaar, en heeft dan 3 knechts aan het werk, terwijl hij eenzelfde jaarproductie heeft als het bedrijf der fam. Schut.
Het bedrijf zal niet lang hierna meer bestaan hebben, temeer door de hypothecaire lasten welke in 1805 en 1808 op de goederen gebracht werden. Nijhoff rept in 1821 niet meer over deze molen, zodat hij toen al wel buiten bedrijf geweest zal zijn. Vermoedelijk is de molen eigendom van graaf Bentink geworden, die ook tevens grondeigenaar was. Wanneer de molen precies gesloopt werd, is niet bekend. Tot 1914 bleef alles in eigendom bij de fam. van Brakell Doorwerth, waarna het in andere handen is overgegaan. De boerderij is rond de jaren 1950 in eigendom van boer J. Gerritsen. Uit Demoed pagina 102

Noorderlijke Kabeljauwse molen:
1728 Graaf van Aldenburg - molen gelegd.
1728 Jan Dibbets - eigenaar opstal, pachter en papiermaker.
1739 Jacobus Pannekoek - papiermaker.
1743 Gerritje Braakman en Jacobus Westenenk - eigenaren opstal.
1743 Peter Wilbrink - meesterknecht.
1763 Johannes Veenhuijsen - eigenaar opstal en papiermaker.
1788 Daniel Veenhuijsen - eigenaar opstal.
1788 Gerrit Jochems van Ommen - pachter en papiermaker. (1804 eigenaar)
1817 Aart Capel - eigenaar en papiermaker.
1859 Bartholdus Asueres Capel - eigenaar en papiermaker.
na 1881 molen verdwenen.

De molen op de noordelijke oever is voor 1821 verdwenen; het molenhuis werd in 1988 afgebroken. (bron: Sprengen en Beken).
De zuidelijke molen bij de Kabeljauw aan de Papiermolenbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 0951
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014


Schaafsma: De zuidelijke molen komt in 1854 stil te liggen als de molenaar overlijdt. Het molenhuis is in 1865 door brand verwoest. Het huidige huis de Kabeljauw is  gebouwd op de fundamenten van de zuidelijke Kabeljauw molen.

Kabeljauw Heelsum
De molen aan de zuidzijde van de beek was in hetzelfde jaar als de molen er tegenover, gebouwd, nl. in 1728. De opstal van de molen, het molenhuis, enz. behoorde aan Claas Pannekoek en diens vrouw Maria Noyen. De grond waarop een en ander stond, hadden zij uiteraard van de heer van Doorwerth in erfpacht.
Deze erfpacht, d.w.z. het recht van water en grond, is ingegaan op 30 Mei 1728. De pacht bedroeg 25 gld. voor elke bak van 5 hamers, en 1 riem best papier. Er mochten echter niet meer dan 5 bakken komen. Tot de verplichtingen van de pachter behcorde o.a. het schoonhouden van de beken, de sprengen en moerbeek, alsinede de grachten van het huis Wolfheze. Dit onderhoud was echter voor gezamenlijke rekening van de 4 molenaars op deze
beek, t.w. de 2 op de Drieskamp en de 2 op de Kabellauwsdam. De last tot ruiming van de onderbeek bleef tot de competentie van de beneden-liggende molenaars.
Kinderen, kindskinderen en erfgenamen van wijlen Claas Pannekoek. tevens ook als erfgenamen van hun broer en oom Willem Pannekoek, verkopen op 16 Mei 1755 de opstal van het molenhuis, c.a. aan Teunis Hendriks en Hendrika Hermsen. Niet lang hebben deze de molen in eigendom, want reeds op 8 Juli 1762 verkopen zij hun eigendom aan mr. E. van Eck, richter van Doorwerth. Op zijn beurt doet deze alles op 20 Juni 1767 weer over aan Aart
of Arnoldus Schut en diens vrouw Beeltje Schut. De molen blijft nu in het bezit van deze familie, totdat na het overlijden van de beide echtelieden op 9 Aug. 1795 een magescheid plaats vindt. Daarbij wordt de molen toebedeeld aan Gerrit van Ommeren, weduwnaar van Elisabeth Schut.
Het schijnt dat deze molen om een of andere reden niet belangrijk is geweest, of althans als gevolg van de tijdsomstandigheden niet meer in het productie-apparaat noodzakelijk was. Althans in 1811 wordt deze molen ook al niet meer genoemd. Wel bleef het molenhuis als zodanig bestaan, hetwelk in Juli 1865 is afgebrand. Hierop werd ter plaatse een boerderij gebouwd, waarvan het achterhuis rond 1950 nog aanwezig is. Het huidige voorhuis daarvan
dateert van 1876. In de vorige eeuw waren molen en boerderij, eigendom van de fam. van Brakell en bleven dit tot 1914, waarna ze na verkoop in verschillende handen zijn overgegaan.
Uit Demoed pagina 102

Zuidelijke Kabeljauwse molen
1728 Graaf van Aldenburg - molen gelegd.
  ??    Kinderen Claas Pannekoek - eigenaren opstal.
tot 1740 Jacobus Pannekoek - beheerder en papiermaker.
1749 Hendrick Maurits - papiermakersknecht.
         Egbert Jacobs - papiermakersknecht.
1752 Teunis Hendriks - beheerder en papiermaker. (1755 eigenaar)
1762 Engelbert van Eck - eigenaar opstal.
1766 Arnoldus Schut - eigenaar opstal en papiermaker.
1795 Gerrit Jochems van Ommen (Ommeren) - eigenaar opstal en papiermaker.
1812 Hendrik Hendriks - papiermakersknecht.
         Derk Nijland - papiermakersknecht.
1813 Lubbert Ekkenhuis - papiermakersknecht.
1817 Johannes (Jannes) Cornelis de Beer - eigenaar en papiermaker.
1837 Aaltje Berends Middelburg - eigenaresse en papiermaakster.
1849 Lubbert de Beer - eigenaar en papiermaker.
1865 molenhuis afgebrand.

De zuidelijke molen was waarschijnlijk in 1811 buiten gebruik. (bron: Sprengen en Beken). De zuidelijke molen is gesloopt in 1821 (bron)
Papiermolen De Kamp aan de Wolfhezerbeek

De molen is begonnen in 1693, 1864 stilstand van de molen.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 04920 I
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014

In 1693 werd een molen getimmerd nabij het Heide-huis, op de Kamp, en wel door Klaas Janssen.

Uit HisGis blijkt dat de kavel Doorwerth B46 van Charles Grave van Aldenburg is en dat de pachter in 1832 Jansen, Wed. Izack Bentinck is. Het gaat volgens het Kadaster dan om
1670 m² huis en erf / molen

De Kamp
De molen „de Kamp", in 1693 getimmerd door Klaas Janssen op de grond van de heer van Doorwerth, stond aan de noordzijde van de Wolfhezerbeek, nabij het Heide-huis. Evenals de molen „de Veentjes", verkoopt Karst Janssens) in 1710 ook deze molen aan Jan Danielszn. Schut. Hij blijkt zelf echter nog voor 1/3 eigenaar te zijn. Het 2/3 part van Jan Schut wordt
door diens zoon Daniel en zijn dochter Gijsbertie in 1728 verkocht aan Maas Sanderszn. Trijll.
Door hem wordt dit 2/3 part op 6 Mei 1734 verkocht aan mr. E. van Eck, richter van Doorwerth. Gelijktijdig koopt deze ook het 1/3 part van Jan Wegenaar, zodat hij daarmede nu geheel eigenaar is. Dit is een zoon van Klaas Janssen, de molenbouwer.

Bij de opgaven van 1749 wordt nog een Cornelis van Beeck als papiermaker genoemd, welke met 4 knechts werkte. Ik veronderstel dat deze papiermaker in die tijd op de molen van mr. van Eck werkte. In diens bezit blijft de molen, tot deze bij magescheid in 1790 wordt toebedeeld aan Cornelis van Eck. Deze verkoopt de molen gelijktijdig weer aan Gijsbert. Berends en Woutertje Jansen, echtel. (17 Mei 1790). Nadat Berends in 1795 is overleden, zet zijn weduwe het bedrijf voort. Behalve de papiermolen werd door Berends in 1790 ook de korenmolen ten oosten daarvan, gekocht, tezamen voor 1600 gld. Als in 1811 gegevens over de papiermolens verzameld worden, dan heeft de wed. Berends 6 knechts in dienst, terwijl de molen een jaarproductie heeft van 900 á 1000 riem. In 1831 is haar zoon B. Berends eigenaar, terwijl hij 21 ha grond van de Doorwerth in erfpacht heeft. De molen is in 1883, gelijk met het daarbij staande molenhuis afgebroken, nadat de molen reeds sinds jaren geen dienst meer deed. Op deze molen werd alleen het gemene zgn. schrens-papier gemaakt. Een paar jaar voordat de sloping plaats vond, werd al een nieuwe boerderij gebouwd juist naast de oude molen. Deze boerderij bestaat thans nog (Kabeljauw 13).

1693 Klaas Janssen - molen gelegd.
1695 (circa) Karst Jansen (van de Kamp) - eigenaar en papiermaker.
1710 Jan Daniels Schut - eigenaar.
1710 Jan Wegenaar - beheerder en papiermaker.
1728 Maas Sanders Trijl - eigenaar en papiermaker.
1734 Lambert van Eck - eigenaar.
1734 Peter Wilbrink - pachter en papiermaker.
1737 Cornelis Hendriks van Beek - pachter en papiermaker.
1749 Harmyn Gerrits Meyrink - pachtster en papiermaakster.
1756 Claes Pannekoek - pachter en papiermaker.
1772 Johannis Brouwer - pachter en papiermaker.
1781 Gijsbert Barents - pachter en papiermaker. (1790 eigenaar)
1795 Paul Schut - eigenaar en papiermaker.
1809 Isaac Jansen - eigenaar en papiermaker.
1820 Berend Berends - papiermakersknecht.
1823 Berend Berends - pachter en papiermaker.
1854 jaar dat de molen vermoedelijk stopte
voor 1864 stilstand van de molen.
1883 sloop van de molen
Papiermolen De Veentjes (Schutsmolen), een watermolen aan de Heelsumsebeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 01786 bis
E.J. Demoed
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe

water koren molen Heelsum
Ansicht van schilderij van de waterkorenmolen van Heelsum, de voorganger van de maalderij. Het inwendige en het rad werden al voor 1933 weggebroken. Schilderij rond 1900

Stroomopwaarts van deze molen lag een enorme wijer (stuwvijver) over de volle breedte van het beekdal. Deze wijer voorzag deze en de Schutmolen van water. De molen stond tegen het talud van de A50. Tot 1920 draaide de molen op waterkracht, daarna werd de molen mechanisch aangedreven onder de naam 'Graanmaalderij Roosenboom'. In 2011 werd door de verbreding van de A50 (de fundamenten van) deze oudste watermolen in de gemeente Renkum afgebroken.

Watermolen de Veentjes, Heelsum, sinds twee eeuwen bezit van de familie Schut, welke thans nog ter plaatse hun bedrijf uitoefenen. Deze molen is de laatste papiermolen in Heelsum geweest en heeft het beekdal als zodanig gesierd tot 6 Mei 1895, op welke datum de oude molen afgebrand is.

molenrad van de veentje Heelsum
bron: https://www.papiergeschiedenis.nl/de-veentjes/
maalderij van Roosenboom, Heelsum
De in 2010 gesloopte maalderij in Heelsum. Achter de maalderij de snelweg A50. De uitlaat van de dieselmotor zit nog tegen de achtergevel

De fam. Schut heeft de molen echter niet steeds in bezit gehad, zoals we zien zullen. Wie in de 17e eeuw de molen bevolkt hebben, is ons niet bekend. Vermoedelijk is aan het einde van die eeuw Klaas Janssen bezitter, die in 1693 naar de door hem gebouwde molen „de Kamp" vertrekt. Hij zal dan in de molen opgevolgd zijn door Jan Danielszn. Schut. Althans op 7 Juni 1710 koopt laatstgenoemde met Claas Wegenaar het molenhuis met annex van Karst Janssen. Door huwelijk komt de molen in het geslacht Wegenaar, en, pas in 1772 geraakt alles weer in het bezit van de fam. Schut. Jan Claaszn. Wegenaar huwde met Jenne Jansd. Schut, en was in 1731 voor 5/6 eigenaar. Voor het resterende 1/6 portie waren Gijsbertie Jansd. Schut, gehuwd met Cornelis Meyerink, eigenaren. De erfgenamen van deze laatsten verkochten op 21 Juni 1757 hun portie echter aan de erfgenamen van Jan Wegenaar en Jenne Schut, waardoor deze geheel eigenaren van de opstal werden. Jan Wegenaar heeft er blijkbaar nogal „warmpjes- bijgezeten, want op de lijst van de haardstede-gelden uit 1749 komt hij als „kapitalist- voor. blij is dan eigenaar van 3 haardsteden, en heeft 2 knechts in dienst. Zoals reeds gezegd, waren in 1757 de erfgenamen van Jan Wegenaar eigenaar, doch in datzelfde jaar verkopen zij de molen aan mr. E. van Eck, richter van de heerlijkheid. Doorwerth. Deze verkoopt op 30 Sept.1772 de molen aan Reynder Paulszn. Schut, en diens echtgenote Hendrikje Alberts. Hiermede nu komt de molen voorgoed in het bezit van de fam. Schut. Reynder verkoopt op 24 Mei 1792 zijn molen voor 3900 gld. weer aan zijn neef Paul Schut Mzn. Deze werkt in 1811 met 6 knechts, en heeft dan een jaarproductie van 900 riem papier.
Via Paul Schut gaat de molen in rechte afstammingslijn naar de bekende Gerrit Schut, grondlegger van het huidige bedrijf. Juist in het jaar vóór dat de oude molen afbrandde, was Gerrit Schut behalve eigenaar van de molen, ook eigenaar van hun 2 ha grond geworden, hetwelk voordien steeds in erfpacht bezeten werd. In deze oude molen werden allerlei soorten papier vervaardigd, o.a. schrijf-, druk- en patroonpapier. Dit laatste papier diende voor het aanbrengen van een lading in een ouderwets geweer. Na de herbouw in 1895 werd een geheel nieuw bedrijf opgezet en een woonhuis er apart bijgebouwd, zoals we dat thans nog kennen. Ook werd nu stoomkracht aangewend in de fabriek.
In de 20ste eeuw zijn nog verschillende uitbreidingen aangebracht, en na de oorlog is de fabriek weer opnieuw vergroot. Dit bedrijf heeft zich dus staande kunnen houden, ja heeft zich zelfs weten uit te breiden. Het is in de jaren 1950 de enige papierfabriek in Heelsum, waarin plm. 100 mensen hun werk vinden. Per dag kan in continu 2500 kg papier vervaardigd worden. Deze fabriek produceert slechts specialiteiten als Oud-Hollands, papier voor waardestukken,
enz., en bezigt daartoe lompen als grondstof.

1618 bouw van de molen
1693 Karst Janssen - molen gebouwd.
1731 Jan Claassen Wegenaar - 4/6 eigenaar,
         Daniel Schut - 1/6 eigenaar,
         Gijsbertje Schut - 1/6 eigenaar.
1757 Engelbert van Eck - eigenaar.
1757 Reynder Schut - pachter en papiermaker. (1772 eigenaar)
1792 Paul Schut - eigenaar en papiermaker.
1825 Marten Schut - papiermaker. (1835 eigenaar)
kort na 1859 Gerrit Schut - eigenaar en papiermaker.
1894 mechanisatie met stoommachine
1895 molen afgebrand, fabriek wordt herbouwd aangedreven door stoom.
ca 1910 Marten Schut - firma G. Schut & Zonen opgericht.
1908 vervanging van de stoommachine door een toen hypermoderne gasmotor
ca 1941 Gerrit Jan Schut en Ben Schut - directeuren.
1948 firma omgezet in N.V. Papierfabriek v/h G. Schut en Zn.
1952 - 1954 waterrad stilgezet, de beek valt droog door pompstation La Cabine
1982 gefuseerd met van Gelder Papier Bedrijven.
Tot heden functioneert de papierfabriek Schut.

Schut, papier geschiedenis.
Heelsumse Korenmolen aan de Wolfhezerbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09049
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014
"Mogelijk was de in 1440 genoemde Henrich den Molner te Heel-sum hier reeds de molenaar, op een kaart uit 1553 staat hij voor het eerst afgebeeld. In 1624 werd de molen verpacht aan Derck Otten, in 1636 werd hij door Anna Sophia van Boetbergh, vrijvrouwe tot den Dorenweerth, opnieuw verpacht. De pachter kreeg toen hout om het vergane waterrad te vernieuwen. Latere molenaars waren Aert Hendriks in 1745 en Aart van den Ham in 1749. Volgens het kadaster 1811-1832 was de molen toen eigendom van Charles Albertus, Grave van Bentinck, rentenier te Londen. Sinds 1894 was de molen in bezit van de familie Rozenboom. Vanaf voor 1933 werd de maalderij al niet meer door het waterrad aangedreven. Tegenwoordig is de beek door de snelweg A50 afgesneden, het maalderijgebouw bestaat nog wel". Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.

Opvallend oud is de eerst ‘getimmerde’ watermolen, de Heelsumse korenmolen uit 1440. De molen was in eigendom van de heerlijkheid Doorwerth.

1440 vermelding van een molen(aar) in Heelsum
1553 de molen staat op een kaart
1920 er wordt geen waterkracht meer gebruikt, de beek viel droog door pompstation La Cabine. Een zuiggasmotor vervangt uiteindelijk de waterkracht, later kwam er een dieselmotor.
2011 afbraak van het gebouw!
Papiermolens op De Drieskamp aan de Papiermolenbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe

Uitzoeken

Op Wamels Enk, De Pannekoek Heelsum, Gelegen ten noorden van de Kerkweg, richting de Kastanjelaan.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 06504 m
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma

het het bouwland ten noorden van de beek, waar nu de Kastanjelaan is, stond een molen met windaandrijving. Deze blijkt in 1669 aldaar gebouwd te zijn. Nog in 1821 vertelt Nijhof (Is. Nijhoff, Wandelingen, blz. 67, Arnhem 1821), dat deze windpapiermolen de enigste uit de gehele omgeving is. Deze molen stond op gebied van het Richterambt Veluwenzoom. Deze molen stond ongeveer, waar nu het perceel Kerkweg 31 staat. Het was een waterpapiermolen en werd dus door water aangedreven.
Deze molen is waarschijnlijk in 1709 gebouwd. Uit de Protocollen van Bezwaar van Renkum, blijkt dat op 4 Juli 1713 Claas Pannekoek en zijn echtgenote Maria Noyen verklaren, aan de Graaf van Aldenburg, heer van Doorwerth, schuldig te zijn 6000 gld. aan obligaties en 2000 gld. voor berekende pachten van de molens. Zij geven daar toe hun „respective wint- en watermolens neffens de huysingen en getimmerten, met den eygendom van den gront daarbij gelegen", in onderpand. Uit deze schuldbekentenis blijkt tevens, dat de obligaties op 20 Dec. 1709 waren uitgegeven, hetwelk zeker wel ter gelegenheid van de exploitatie van een nieuwe molen geweest zal zijn. Dat Claas Pannekoek ook 2000 gld. aan pachten schuldig was, wettigt de veronderstelling, dat aan de heer van Doorwerth pacht betaald moest worden aan z.g. waterrechten. De Heelsumse beek was namelijk eigendom van deze heer.

De wind- en watermolen, molen aan de beek stond, was gebouwd in 1709. Ook deze is steeds in het bezit van de fam. Pannekoek geweest. Deze molen kon sinds plm. 1835, zowel op wind- als waterkracht werken. Ze droeg de aardige spreuk: Superos si flectere nequeo, Acheronta movebo, hetwelk betekent.: Zo ik de hemel niet bewegen kan, zal ik de afgrond beroeren. Deze molen is in 1878 afgebrand en hierop niet meer herbouwd.
Bij HisGis vinden we in 1832: Renkum C14, eigenaar erven Nicolaas Pannekoek en cons.
te Renkum; 880 m² huis en erf / papiermolen.

In 1709-1711 werd bij de Heelsumse water-papiermolen op Wamels Enk (dbnr. 9058) een wind-papiermolen voor wit papier gebouwd door Claas Jansen Pannekoek. De molen was een "wind-wrijf-papiermolen met maalbakken. Volgens een plattegrond uit 1756 (in Hagens) was de molen een wipstellingmolen op een schuur. In 1830 zou de molen opnieuw zijn opgetrokken, ons is niet bekend wat voor type het toen werd.

Nicolaas Pannekoek overleed in 1829, tot 1855 zetten de zoons het bedrijf onverdeeld voort ten behoeve van de weduwe Johanna Prins. Op 11 oktober 1858 kocht zoon Neuy Pannekoek de windmolen voor ƒ 16.500 uit de boedel van zijn ouders.

In 1862 liet Pannekoek een stoommachine inclusief ontsierende hoge schoorsteen installeren. Omstreeks 1865 kwam de molen buiten bedrijf omdat hij niet meer rendabel was. In 1868 verkocht Pannekoek hem aan Simon Maas te Schiedam, die hem tot 1872 onder de naam N. Pannekoek en Maas exploiteerde. De molen had toen vier wrijfbakken, drie kuipen en zeven persen, en in een bijgebouw stonden twee grote koperen ketels en een gemetselde filtreerbak.

In 1872 werd de windmolen gesloopt. Het bedrijf is daarna nooit weer echt goed op gang gekomen, één der stoomketels werd in 1878/1879 overgebracht naar De Fortuyn (dbnr. 9056).

Het gebouw werd in 1888 afgebroken.

In 1880 of 1898 kochten Gradus Johannes Besseling en de klederbleker G.E. Veenendaal het terrein als bouwterrein. In 1973 resteerde nog een droogschuur, in gebruik als woonhuis Kerkweg 16.

Het appartementen complex “Hoog Doorwerth” aan de Utrechtseweg 80, 6866 CN Heelsum is ge­bouwd op de plaats waar tot na de oorlog de papierfabriek van Pannekoek heeft gestaan.

Het Italiaanse restaurant La Porta was voorheen een poortgebouw van de papierfabriek.

Geschiedenis
In 1709-1711 werd bij de Heelsumse water-papiermolen op Wamels Enk (dbnr. 9058) een wind-papiermolen voor wit papier gebouwd door Claas Jansen Pannekoek. De molen was een "wind-wrijf-papiermolen met maalbakken. Volgens een plattegrond uit 1756 (in Hagens) was de molen een wipstellingmolen op een schuur. In 1830 zou de molen opnieuw zijn opgetrokken, ons is niet bekend wat voor type het toen werd.
Nicolaas Pannekoek overleed in 1829, tot 1855 zetten de zoons het bedrijf onverdeeld voort ten behoeve van de weduwe Johanna Prins. Op 11 oktober 1858 kocht zoon Neuy Pannekoek de windmolen voor ƒ 16.500 uit de boedel van zijn ouders.
In 1862 liet Pannekoek een stoommachine inclusief ontsierende hoge schoorsteen installeren. Omstreeks 1865 kwam de molen buiten bedrijf omdat hij niet meer rendabel was. In 1868 verkocht Pannekoek hem aan Simon Maas te Schiedam, die hem tot 1872 onder de naam N. Pannekoek en Maas exploiteerde. De molen had toen vier wrijfbakken, drie kuipen en zeven persen, en in een bijgebouw stonden twee grote koperen ketels en een gemetselde filtreerbak.
In 1872 werd de windmolen gesloopt. Het bedrijf is daarna nooit weer echt goed op gang gekomen, één der stoomketels werd in 1878/1879 overgebracht naar De Fortuyn (dbnr. 9056).
Het gebouw werd in 1888 afgebroken.
In 1880 of 1898 kochten Gradus Johannes Besseling en de klederbleker G.E. Veenendaal het terrein als bouwterrein. In 1973 resteerde nog een droogschuur, in gebruik als woonhuis Kerkweg 16.

Bronnen:
- Papiermolens op de Veluwe.
- "Twee eeuwen Brandt en Proost, 1942.
- Papiermolens, Voorn.
- "De Geschiedenis van de dorpen Oosterbeek, Wolfheze, Doorwerth, Heelsum en Renkum door E.J. Demoed 1973 (heruitgave).
- "Op kracht van stromend water", Hagens 1998. Alle verzameling H. van der Kaay.

NB Sommige bronnen spreken elkaar tegen betreffende jaartallen en details, het is onzeker welke exact de juiste versie weergeven.
De noordelijke molen op de Drieskamp, nu Utrechtseweg 30 Heelsum.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe.
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014


De BAG geeft voor de Utrechtseweg 30 Heelsum het jaar 1870 aan

Ooit waren er twee molens schuin tegenover elkaar aan de Papiermolenbeek, c.q. Heelsumsebeek. De Noordelijke en de zuidelijke molen op de Drieskamp zijn beide in 1728 gebouwd. De noordelijke molen is omstreeks 1820 afgebroken. De zuidelijke molen heeft dienst gedaan tot 1872 en omstreeks 1874 afgebroken, daarna werd hier een wasserij gebouwd ‘De Drieskamp’. Het is nu een woonhuis.
De molen aan de noordzijde van de beek, was in 1729 gebouwd door Elias Boekelman, welke daartoe op 30 Mei 1728 met de heer van Doorwerth als grondeigenaar een pachtovereenkomst aanging. Na het overlijden van Boekelman's vrouw, wordt hij bij magescheid van 27 Jan. 1731 geheel eigenaar. Als zodanig komt hij dan ook op de cedule van de haardstede-gelden van Doorwerth voor (1749) ; hij is dan eigenaar van 3 haardsteden, en werkte met 2 knechts. Deze molen blijft eigendom van de fam. Boekelman, tot op 11 Aug. 1791, wanneer Warner Boekelman Ezn. het molenhuis, c.a. voor 1286 gld. verkoopt aan Marten Schut en diens vrouw. Een tiental jaren later verkopen deze echter alles weer aan de gebr. Pannekoek te Heelsum (4 Nov. 1802).
De noordelijke schijnt omstreeks 1820 gesloopt te zijn.

1728 Graaf van Aldenburg - molen gelegd.
1729 Elias Boekelman - eigenaar, pachter en papiermaker.
1784 Warnet Boekelman - eigenaar opstal.
1791 Marten Schut - eigenaar opstal.
1802 Nicolaas en Stephanus Johannis Pannekoek - eigenaren.
1820 molen gesloopt.
De zuidelijke molen op de Drieskamp.
Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Molendatebase nr 7578
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe.
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014


Volgens de molendatabase is de molen gebouwd in 1728, weer verdwenen in 1872 en toen verbouwd naar wasserij. Het ging om een watermolen met bovenslagrad geschikt voor Papier en later wasserij.

voormalige molen Drieskamp Heelsum
Op deze foto is de molen al verbouwd naar wasserij C. Bierens, Heelsum
Graaf van Aldenburg legde in 1728 de Noordelijke en de Zuidelijke molen.
De voormalige zuidelijke molen “op De Drieskamp”, werd ca. 1875 met de functies wasserij en blekerij gebouwd als opvolger van wat ooit de zuidelijke molen was van een op de Heelsumse beek gelegen dubbele papiermolen: staand onder Heelsum-Doorwerth.
Geert L. Nienhuis, 17 dec. 2016. (molendatabase)

De zuidelijke molen van de Drieskamp lag officieel in de gemeente Doorwerth. Het waren gronden van de heerlijkheid Doorwerth die in erfpacht werden uitgegeven.
De molen op de Drieskamp ten zuiden van de beek, was in 1728 getimmerd door Lubbert Schut. Deze is in 1749 eigenaar van 3 haardsteden, en werkt dan met 1 knecht. Deze molen wordt op 23 Febr. 1771 door zijn weduwe, Anna Veenhuyzen, voor 1300 gld. verkocht aan Marten Schut en diens vrouw Cath. Bree. Hun zoon Johannes erft deze molen, en verkoopt die
later, evenals dit met de noordelijke molen het geval was, aan de gebr. Pannekoek. In 1811 is hij echter nog eigenaar van deze molen. Dat dit bedrijf niet zo belangrijk was als de molens van de gebr. Pannekoek, blijkt wel hieruit, dat er maar 3 knechts werkten, en de jaarproductie slechts 8 á 900 riem bedroeg. Ook in 1831 behoorde de molen nog aan Joh. Schut, die de grond overigens in erfpacht had van de heer van Doorwerth. Deze grond besloeg het gedeelte tussen de twee beekarmen ten westen van de Veentjesbruggen, ter grootte van 2 ha.
De zuidelijke molen is gesloopt omstreeks 1875. Na de sloping is ter plaatse een wasserij en blekerij gebouwd, waarin George Ernst Veenendaal (05-11-1903 - 23-01-1978) zijn bedrijf had. Zo rond 1953 werd het een boerderij.

Drieskamp Heelsum

1728 Graaf van Aldenburg - molen gelegd.
1729 Lubbert Pauwel Schut - eigenaar opstal, papiermaker.
1764 Anna Veenhuysen - eigenaresse opstal, papiermaakster.
1770 Marten Pouwels Schut - eigenaar opstal en papiermaker.
1812 Gerrit Schut - eigenaar opstal en papiermaker.
1848 Baron van Brakell - eigenaar.
1869 Jan van Delden - pachter en papiermaker.
1872 (circa) molen gesloopt.
Eerste Heelsumse Papiermolen (oude Heelsums papiermolen) aan de Heelsumsebeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe.
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014
Deze molen is bekend in 1602 maar komt op een kaart van 1639 niet meer voor. De plaats was ongeveer achter de boerderij Koninginnelaan 43. Deze informatie klopt niet met de info bij Alle molens kaart

1602 vermelding van de 'pappier moellen' op de kaart van Kempinck (één van de eerste papiermolens op de Veluwe)
1611 mogelijk heeft Jellis van Zandvliedt hier gewerkt als papiermaker.
1616 molen wordt nog genoemd.
1639 molen wordt niet meer genoemd.
Tweede Heelsumse Papiermolen (nieuwe Heelsumse papiermolen) aan een verdwenen zijtak van de Heelsumsebeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe.
Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014
Deze is gesticht in 1669. In 1879 brandde de molen af en is niet herbouwd. De plaats was in de nabijheid van het huidige pand Kerkweg 31.

1669 molen gelegd
1693 Claas Jansen Pannekoek - eigenaar, pachter en papiermaker.
         (bouwt in 1709 een windpapiermolen bij de watermolen)
1719 Maria Noyen en Willem Pannekoek - eigenaren, pachters en papiermakers.
1749 Willem en Nuey Pannekoek - eigenaren water en windmolen.
  ??   Gerrit Janse Wakker - papiermakersknecht.
1749 Arnoldus Francken - papiermakersknecht.
1750 Nuey Pannekoek - eigenaar.
1770 Anna Sophia Worm - eigenaresse en papiermaakster.
1800 Nicolaas en Stephanus Johannis Pannekoek - eigenaren en papiermakers.
1806 Nicolaas Pannekoek - eigenaar.
1829 Johanna Prins - eigenaresse.
1858 Nicolaas Pannekoek - eigenaar.
1878 molen afgebrand.
Derde Heelsumse molen

Molendatabase
Zoeken alle Molens
Ten Bruggecate nummer 14725

Bij Alle molens kaart is te zien dat de eerste, tweede, en derde Heelsumse molen allen op één lokatie zijn geweest. Net te zuiden van de Kerkweg in Heelsum
Aan de Wolfhezerbeek (volgens moelndatabase) moet zijn Heelsumsebeek
gebouwd circa 1836 in 1878 verbrand
type Watervluchtmolen
aandrijving Wind- en watermolen
functie Papiermolen
lokatie net ten zuiden van de Kerkweg
Papiermolen Het Fortuin of de Fortuyn
Gelegen in Heelsum op de Eikelenkamp

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma   . De familie Pannekoek kocht de windmolen De Fortuyn uit de Zaan en bouwt deze op in Heelsum.

De Fortuin Heelsum
bron: https://www.papiergeschiedenis.nl/de-firma-pannekoek/
De windpapiermolen de Fortuyn
De zoons van Nicolaas Pannekoek hebben hun bedrijf in 1837 uitgebreid met de aankoop van een Zaanse windmolen genaamd ‘De Fortuyn’. Het is echter niet bekend welke windmolen dit geweest is in de Zaanstreek. De Fortuyn kwam te staan op de Eikelenkamp ten zuiden van de windmolen op de Wamelse Enk. De molen werd ingericht voor de fabricage van tabaks en Kardoes papier. Ten zuiden van de molen kwamen acht arbeiders woningen te staan.
Het was voor de papierfabrikanten een moeilijke tijd, met name voor de fabrikanten van de witpapiersoorten. De reden hiervoor was een gebrek aan grondstof die in die tijd met name uit lompen bestond. Het werd nog schrijnender doordat de lompen naar het buitenland vervoerd werden waar ze meer geld op leverden. Om dit gegeven aan de kaak te stellen hebben de gezamenlijke papierfabrikanten een brief geschreven naar te tweede kamer met een verzoek om hulp
Pannekoek molen Heelsum
Op de schuur staat Pannekoek & Comp. papier fabriek

Papiermolen Pannekoek aan de Kerkweg ca 1872 afgebroken (HGR)
de windmolen aan de Eikelenkamp.
misschien dezelfde als: Papiermolen Het Fortuin of de Fortuyn

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma

Na de bouw omstreeks 1840, werden reeds spoedig een 8-tal arbeiderswoningen ten zuiden daarvan bijgebouwd. Deze zijn in 1899 afgebrand en toen vervangen door het huidige blok van 6 woningen (Elleboog 1-6). De windmolen is slachtoffer van de mechanisatie geworden, en daarom in 1881 gesloopt, waarbij van toen af stoom de krachtbron zou worden. Juist echter op een der Septemberdagen van dat jaar, toen de gehele nieuwe installatie in gebruik genomen zou worden, brandde het bedrijf uit.
Demoed (p. 99)
papierfabriek Pannekoek Heelsum
Aan de rechterkant zichtbaar de 6 woningen (Elleboog 1-6).

molen Heelsum

Heelsum molen
Vondst oude molen:
Begint 1016 of 1165, afgebroken onbekend.
"Eind 2018 is in een oud geschrift een bijzondere ontdekking gedaan. In de Vita Meinwerci, de biografie van bisschop Meinwerk van Paderborn (geboren in 975 in Renkum als zoon van gravin Adela van Hamaland, overleden in 1036 in Paderborn) wordt geschreven over een molenvijver bij Heelsum. Het boek is geschreven door meerdere monniken en uiteindelijk uitgegeven tussen 1155 en 1165. De vermelding van de molenvijver kan voorlopig worden gedateerd tussen 1016 en 1165. Tot deze vondst was de Heelsumse korenmolen de oudst genoemde. De molen staat vermeld in een goederenlijst uit 1440 van kasteel Doorwerth. De Vita Meinwerci levert een herschrijving van de geschiedenis op".

Ruud Schaafsma + Hubert Mettivier Meijer: De tien molens in het Heelsums beekdal 2014
Een spannende watermolen te Heelsum.

Een leuke schoolplaat met veel artistieke vrijheid, Het beekwater stroomt naar Heelsum in plaats van naar de Nederrijn. Ga op het pad "Aan de Beek" staan, en je ziet het zo weer voor je.

Alhoewel: Voor de nieuwe Heelsumse papiermolen werd een nieuwe beekbedding gegraven. Deze opgeleide beek lag in een rechte lijn langs “Aan de Beek”. Van 1669 tot 1836 functioneerde de molen als een papierwatermolen, toen werd er een windmolen bij gebouwd. Uit Ruud Schaafsma; Cultuurhistorie beken Zuid-Veluwe.
Molen Heelsum
Uitzoeken:

Sinds omstreeks 1600 wordt de eerste papiermolen in Heelsum gebouwd. Een goed voorbeeld doet volgen. zodat in het begin van de 18e eeuw in de directe omgeving van Heelsum reeds 4 papiermolens draaiden.
Wanneer precies de eerste papiermolen in Heelsum gebouwd is, is niet met zekerheid te zeggen. Zeker is het dat op de kaart van de heerlijkheid Doorwerth (Arch. Geld. Rekenkamer, kaart no. 259) uit 1602, reeds een „Pappier-muellen" voorkomt. Deze stond aan de zuidoost-zijde van de beek, in de weide ongeveer achter de boerderij Koninginnelaan 43. Hij stond dus op het terrein van de heerlijkheid Doorwerth, en de heer van Doorwerth zal mogelijk de eigenaar geweest zijn. Maar hieruit blijkt tevens, dat reeds vóór 1602 de papiermolen gebouwd moet zijn, en dus een der eerste papiermolens van de
Veluwe was. Wie als papiermakers de molen bewoond hebben, is niet bekend. Later is hij blijkbaar in bezit of in erfpacht bij de gebr. Pannekoek. Indien het archief van kasteel Doorwerth nog volledig ware (Veel verloren gegaan in de Franse en later de Duitse tijd.), zou vermoedelijk veel opgehelderd kunnen worden, wat thans nog duister is.
Zo verkoopt Graaf Bentinck op 9 Mei 1801 voor 11072 gld. aan de gebr. Joh. Stephanus en Nicolaas Pannekoek de grond, waarop hun papiermolens c.a. staan, in totaal 14 morgen. Het betreft hier dan het gedeelte tussen de Eikelenkamp en de Drieskamp, noordelijk van de
beek.

Volgens mededelingen van de heer H. Schut uit Heelsum , stonden in de oude papiermolen, welke in 1895 is afgebrand, de ankers 1618. Deze oude papiermolen stond eveneens aan de beek, ter plaatse waar nu nog een verval in de beek is, juist ten zuiden van de huidige fabriek van de fa. Schut. Van deze molen is dus het juiste stichtingsjaar bekend

Tenslotte werd op 5 Nov. 1711 de substituut-momber, mr. Jacob Coets, door de Rekenkamer gemachtigd om het proces van 1646 weer op te nemen. Het schijnt dat het bouwen van een papiermolen te Heelsum daartoe aanleiding was. Deze molen is de watermolen van de fam. Pannekoek, die in 1710 gebouwd werd, en nabij de Kerkweg stond. Dit proces is dan het sluitstuk van het 100-jarige verschil van mening, waarop kort hierna ook een overeenkomst
plaats vond, welke aan alle moeilijkheden voorgoed een einde maakte. Deze overeenkomst is opgenomen in het Placaatboekl) en regelt definitief de grenzen van de heerlijkheid met het richterambt van Arnhem en Veluwenzoom, en tevens de grondruil van de op wederzijds gebied gelegen bossen
Uitzoeken:

 Suiker- en stroopfabriek Heelsum
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
molens Heelsum
Uitzoeken:

Molen de Snep Heelsum
Molendatabase
In de eerste helft van de 19de eeuw was één van de vier molens die in Heelsum stonden De Snep. Bron: "Twee eeuwen Brandt en Proost", 1942. Verzameling H. van der Kaay.
In de Doorwerthse uiterwaarden
Doorwerthse Watermolen, eigenlijk een windmolen.

De windmolen stond zo'n 200 meter ten westen van de brug van de A50, daar waar nu natuurgebied de Kleiputten is en maalde het water uit de uiterwaard



Sprengen Beken
Papier geschiedenis
molendatabase nr 13877
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 13877
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
De Doorwerthse molen werd tussen 1741 en 1756 gebouwd in opdracht van graaf Willem Bentinck, eigenaar van het kasteel Doorwerth. Hij bemaalde enkele decennia lang de Doorwerthsche Waarden op de Rijn, en staat duidelijk getekend op de kaart van Dirk Klinkenberg uit 1756. De reden voor bemaling van het water in de uiterwaard was de aanleg van het Pannerdensch Kanaal, gegraven vanaf 1701 en in 1706 kregen de IJssel en de Nederrijn veel meer water dan verwacht. Of te wel  te vaak hoog water in de Doorwerthsche Waarden.

Een windmolen met polderfunctie, of te wel om de te natte uiterwaarden in de zomerperiode droog te krijgen zodat de boeren er gebruik van konden maken

Bij HisGis in 1832 is de molen  niet neer te zien. Ook op de pré-kadasterkaart uit 1818 staat de molen er niet op.

Bron: De Oosterbeekse en Doorwerthse Beken door Ruud Schaafsma.
Bron: de kaart van Klinkenberg uit 1756.

Windmolen in de Kleiputten. Waar nu de Kleiputten liggen stond een windmolen die het water naar de Leigraaf voerde. De Leigraaf mondde iets ten oosten van de Heelsumse beek in de Nederrijn uit. De windmolen werd rond 1742 in opdracht van graaf Bentinck gebouwd, staat ingetekend op de prachtige kaart van Dirk Klinkenberg van 1756. De molen komt op de kadasterkaart van 1832 al niet meer voor. Voordat hier vanuit steenoven Jufferswaard de klei werd afgeticheld was deze molen al afgebroken. Uit: Pilo, feiten en verhalen. HGR 2017
In Oosterbeek
De molen de Hoop, op de Molenweg, ook wel Oosterbeekse korenmolen genoemd.
Achtkantige stelling korenmolen. Gelegen aan de Molenweg (oud adres Molenweg 31) bij de kruising met de huidige Irenelaan.in Oosterbeek.
Gebouwd in 1858, sloop in 1921 (volgens alle molens)

Papier geschiedenis
molendatabase nr 01785 BIS A
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels geeft helaas geen info
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 01785 BIS A
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe

Molenweg Oosterbeek

Oosterbeekse molen
watertoren en molen Molenweg Oosterbeek

De molen was eigendom van de familie Kreeftenberg.

Oosterbeek molen de Hoop

De molen is in 1944 door oorlogsgeweld vernield.
Korenmolen De Hesch II

Heeft volgens de Molendatbase hier gestaan. Tussen de Toulon van der Koogweg en de Molenberg in Oosterbeek.

Verdwenen voor 1925

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
alle molens
Ten Bruggecate nummer 01785 BIS B,
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
staat niet vermeld op zoeken alle molens kaart

Molen de Hes Oosterbeek
korenmolen was molen De Hes in het buurtschap Clingelbeek, Oosterbeek (Schaafsma)

In het verleden waren er in Oosterbeek twee “Molenbergen”, die beide hun naam ontleenden aan daar gevestigde molens. De eerste molenberg kreeg de naam Molenberg. De tweede Molenberg kreeg later de naam Molenweg (z.a.). Op de tegenwoordige Molenberg stond omstreeks 1860 de molen van Jan Gerritsen,  “de Nieuwe Hesch”, voordien molenaar van “De Hes” op Klingelbeek.
Na Gerritsen (1860-1865) worden nog als molenaars genoemd Uit den Bogaard (1865-1869) en J.N. van Lingen. Van Lingen was in 1916 nog molenaar. Omstreeks de eeuwwisseling werd de (wind)molen in een stoommaalderij omgezet. De windmolen is in 1927 gesloopt.
We zien hier de korenmolen "De nieuwe Hes" deze windmolen stond ooit op de eerste Molenberg dat is in het gebied waar nu o.a. het verpleeghuis voor mensen met dementie of met een psychische aandoening wonen (Vilente lokatie De Molenberg) Bij Maarten Langelaar is te lezen dat de molen in 1907 gesloopt is.
Laatste eigenaar was J. van Lingen uit Oosterbeek.

Een verhaal over deze molen van de Stichting Heemkunde Renkum.

Molen de Hes Oosterbeek

Oosterbeek de Molenberg tekening Ger Mulder Uitg 5 Dorpen in 't Groen ca 1980
Bovenste Papiermolen op De Oorsprong op de Oosprongbeek, ook wel de Cruytmolen, Kruitmolen genoemd.

Sprengen Beken, geeft geen info
Papier geschiedenis
molendatabase
Molendatabase andere info
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09066
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
De Oorsprong is een gebied met gegraven sprengbeken, de Gielenbeek en de Oorsprongbeek. Die beken werden gebruikt voor de bouw van kruit- en papiermolens.

Rond 1700 werd Peter Cornelissen Licht (Ligt) genoemd als eigenaar van de molen.

Voor 1780 werd de molen gesloopt.

"Op de kaart van 1702 door G. Passavant staan bij de "Oor-spronck" twee molens vlak boven elkaar, aangegeven met één aanduiding: "cruytmolens". Later stond hier een papiermolen". Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.

Lokatie, net ten noorden van het zwembad op de Oorsprong.

1700 (circa) Peter Cornelissen Licht (Ligt) - eigenaar opstal.
1706 Hendrik Teunissen - pachter en papiermaker.
1708 Kornelis Lubberts - pachter en papiermaker.
1722 Jan Christoffel Tulleken - eigenaar.
1733 (circa) Harmannus Ligt - pachter en papiermaker.
1739 Lubbertus Braakman - pachter en papiermaker.
1743 Jan Wolven - pachter en papiermaker.
1759 Gijsbert Tulleken - eigenaar.
voor 1780 gesloopt.
Benedenste Papiermolen op De Oorsprong op de Oorsprongbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09047
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
1695 Jan Gerrits Wacker (Munster) - molen gelegd.
  ??   Karst Jansen (van de Kamp) - pachter en papiermaker.
1706 Hendrik Teunissen - pachter en papiermaker.
1735 Johan Christoffel Tulleken - eigenaar.
1735 Derck Kempers - pachter en papiermaker.
1748 Hendrik Berentsen - pachter en papiermaker.
1755 Christina Wilhelmina Coets - eigenaresse.
1756 Lubbert Braakman - eigenaar opstal.
1758 Derk Mos - eigenaar opstal.
         (verbouwd de molen tot snuifmolen)
1768 Hartger Daniels Ligt - eigenaar opstal en papiermaker.
         (richt de molen weer als papiermolen in)
1774 Gijsbert Tulleken - eigenaar opstal.
1779 Gerrit Gerritsen - pachter en papiermaker.
1789 Jan Everwijn Tulleken - eigenaar.
1794 Egbert Takken - pachter en papiermaker.
1811 Spakler en Backer - eigenaren.
         (molen wordt gesloopt)
Suiker- en stroopfabriek op de Oorsprong

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09067
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma

Oosterbeek Oorsprong suikerfabriek
"Op de plaats van de gesloopte papiermolen bouwden H.J. Backer en J.C. Spakler in 1811 een beetwortelsuikerfabriek. De molen had "tien koperen Pannen, een Watermolen en een Paardemolen" en profiteerde van Napoleons Continentaal Stelsel totdat dat in 1813 verviel. De molen beschikte naast het bovenslagrad van 7 el diameter over twee stoommachines. Later fabriceerde de fabriek alleen nog stroop uit aardappelen, voor likeurfabriekanten, nog steeds met ondermeer water- en rosaandrijving. Bronwater werd mede voor de productie gebruikt. In 1833 brandde de fabriek af, werd groter herbouwd en tevens ingericht voor de bereiding van aardappelmeel. Dagelijks werd 400 Nederlandse mud aardappels verwerkt, wel tot 60.00 mud per jaar, waarvoor 's winters 50 à 60 arbeiders werden ingezet. Na het overlijden van J. Backer in 1851 werd de fabriek in 1852 afgebroken, tot het einde toe was er waterkracht gebruikt. De waterval is nog steeds aanwezig". Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.

In de jaren 2012-13 is er op de plek van de oude suikerfabriek een robuuste goot aangelegd om deze watermolen te symboliseren. Zichtbaar vanf de Benedendorpseweg in Oosterbeek.
Papiermolen op de Hemelse Berg

Gebouwd in 1696. Rond 1810 is de papierproductie stilgelegd en omstreeks 1815 is de molen afgebroken.

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09046
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe

De Papiermolen op de Hemelse Berg stond aan de beek op de plaats van de grote vijver die ‘de Nieuwe vijver’ of ‘de Zwanenvijver’ wordt genoemd.

molen van Hooijer Oosterbeek

1695 Cornelis Hendriks (Licht) - molen gelegd, water in pacht.
   ??   Vincent Schoonman - pachter en papiermaker.
1698 Peter van der Wall - eigenaar.
1704 Jan Bartels - pachter en papiermaker.
  ??   Harmina van der Wall - eigenaresse.
1715 Pieter van der Wall Perné - eigenaar.
1718 Hartger Cornelissen (Ligt) - pachter en papiermaker.
1720 - 1728 Daniel Hartgers (Ligt) - pachter en papiermaker.
1723 Pauwel Schut - eigenaar opstal en papiermaker.
1742 Gerrit Schut - eigenaar opstal en papiermaker.
1752 Carel Verdonk - eigenaar opstal.
1766 Hester Schut - eigenaresse opstal.
1766 Gerhardus Brouwer - papiermaker.
  ??   Paul Brouwer - eigenaar opstal, papiermaker.
1807 stilstand van de molen (later gesloopt)
Maria Vos heeft een tekening gemaakt met de titel: Een van de vier watermolens op de Hemelse Berg, bron Gelders Archief

2074 Watermolen bij Oosterbeek, 1880-1900
Beschrijving:

Waterrad (papier) molen met een bovenslagrad. Een van de vier watermolens bij de Hemelse berg.
Vervaardiger:

Vos, M.
Datering:

1880-1900
watermolen Hemelse berg
Oosterbeekse korenmolen, watermolen van Hooijer, een watermolen heeft gestaan aan de Gielenbeek ter hoogte van het Kerkpad. Er zijn nu twee vijvers met een hoogte verschil voor een onderrad-molen.
Gebouwd voor 1500 in 1557 verwoest, 1646 herbouwd en gesloopt in 1863

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09045
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
heeft hier gestaan volgens Molendatabase.

Oosterbeek korenmolen
De korenmolen wordt in de Doorwerthse leenboeken vermeld vanaf de 15e eeuw. In 1557 werd hij verwoest, pas in 1646 herbouwd. In 1707 verkocht Gerrit Janse van Sonnenberg de molen aan Brant Stevense, waarop nog enkele eigenaarswisselingen volgden. In 1768 kocht de famile v.d. Hoop (van de Hemelse Berg) de molen, om hem in 1807 door te verkopen aan de gebr. E. en H. Hakfoort, terwijl in 1857 B. Hooier "aan de koornwatermolen" werd vermeld. In 1863 werd de molen gesloopt om plaats te maken voor de "Villa Nova", thans "Dennenoord". Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.

"Bij de voormalige molenplaats van de Oosterbeekse Korenmolen, te bereiken via het kerkpaadje, staat bij de vijver een informatiebord. De Oosterbeekse korenmolen wordt naar een latere eigenaar ook wel de watermolen van Hooijer genoemd. De molen stond op de plaats van de huidige villa Dennenoord. De wijerd van de molen werd vijver". Bron: Sprengen Beken.

Op het terrein van Denneoord stond voor die tijd een Korenmolen van Hooijer (vrouw Gerritsen) die door de waterkracht van de beek van de Hemelse Berg werd aangedreven.
De molen werd door de Amsterdamse bankier Fock afgebroken bij de bouw van de villa “Villa Nova”, het latere Dennenoord.

molen van Hooijer
Bovenste molens op Mariëndaal op de Slijpbeek of te wel de Bovenste Papiermolen. Watermolen met bovenslagrad. Locatie waar tegenwoordig de waterval is aan de Mariendaal te Oosterbeek-Arnhem, schuin tegenover Mariendaal 2 te Oosterbeek.
  Gebouwd voor 1634, verdwenen na 1905, volgens Alle Molens. Opgevolgd door de Pompmolen van Van Eckmolen.
Volgens Molendatabase afgebroken in 1838 of 1840.  

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09036
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe
Langs de (spreng)beken hebben zich reeds vanaf de middeleeuwen molens bevonden. Aan de niervormige vijverkom, gelegen aan de oostzijde van de oprijlaan die aansluit op de Utrechtseweg, heeft tot in de 19de eeuw een papiermolen gestaan. Later is daar een pompinstallatie op aangesloten die het water naar een reservoir op de heuvel bracht van waaruit de lager gelegen fonteinen werden bediend. Na het in onbruik geraken van de molens werden op deze plaatsen vanuit een romantische gedachte met veldkeien een kleine waterval nagebouwd. Met grote zwerfkeien is het pad dat leidt naar het watervalletje aangegeven. bron

De papiermaker Roeloff Cornelissen (Ligt) kreeg in 1694 toestemming om de papiermolenmolen te leggen. In 1838 werd de molen geveild en (in 1840?) afgebroken. En kwam hier de pompmolen van van Eck.

1694 Roeloff Cornelissen (Ligt) - toestemming om molen te leggen, papiermaker.
1700 (circa) Hendrik Teunissen - papiermakersknecht.
1726 Cornelis Roelofsen - eigenaar molenopstal en papiermaker.
1742 Nicolaas Vorster - eigenaar.
1748 Mordechai Teunissen Goetink - pachter en papiermaker.
1752 W. van Wanray - papiermaker.
1767 Nicolaas Vorster - eigenaar.
1772 Gerardus Aalberse - pachter en papiermaker.
1774 Derk Willem Abraham Brantsen - eigenaar.
1775 Peter Joosten - pachter en papiermaker.
1775 Willem Engelen - eigenaar.
1791 Jacob Nicolaas van Eck - eigenaar.
1798 Sander Schut - pachter en papiermaker.
1838 molen geveild en afgebroken.
verdwenen na 1905, volgens Alle Molens.
Slijpmolen van Mariëndaal

Een watermolen met bovenslagrad met als functie slijpmolen. Locatie waar tegenwoordig de waterval is aan de Mariendaal te Oosterbeek-Arnhem, schuin tegenover Mariendaal 2 te Oosterbeek. Naast de Bovenste papiermolen dus.
    Gebouwd voor 1634. Verdwenen voor 1742

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase (13159)
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09042
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe

"Mariëndaal was oorspronkelijk een klooster en daarbij lagen in de 15e eeuw een korenmolen, een oliemolen, een slijpmolen en een volmolen. De bovenste hiervan was de slijpmolen, mogelijk begonnen Solingse "klingmaeckers" hun bedrijf in Arnhem (dbnr. 7028). Deze werd in 1634 en 1666 verpacht aan H. en P. Verstege en in 1676 aan J. Tulleken, Arnhemse notabelen. Eind 17e eeuw werd bij de slijpmolen een papiermolen gelegd. Deze verkocht de weduwe van Roelof Cornelissen samen met het slijpmolentje in 1725 aan Cornelis Roelofsen. Bij de verkoop van de papiermolen in 1742 bleek het slijpmolentje al verdwenen te zijn. De papiermolen bleef tot 1840 bestaan". Bron Hagens 1998
Pompmolen van Van Eck, Oosterbeek
Een watermolen met bovenslagrad met als functie pompmolen.
Locatie waar tegenwoordig de waterval is aan de Mariendaal te Oosterbeek-Arnhem, schuin tegenover Mariendaal 2 te Oosterbeek.

Molendatabase
Ten Bruggecate nummer 13159
Alle Molens


Pompmolen van Van Eck Oosterbeek Arnhem
bron van deze foto: Molendatabase

Het waterrad voor een pompmolen op het landgoed Mariendaal was de opvolger van een papiermolen die hier tot 1840 stond.

Negentien jaar later benutte de nieuwe eigenaar F.W.L. van Eck, het beekverval voor het rad, 'om het water door middel van ene perspomp te brengen in het reservoir, die beide springfonteinen in beweging brengt'.
In 1791 vererfde het landgoed aan de Arnhemse burgemeester mr. Jacob Nicolaas van Eck, waarna het tot 1936 in handen van zijn familie bleef.

Een grote waterval van gestapelde veldkeien siert thans deze plek.
Fontein op MariëndaalMariendaal Oosterbeek
Zo ziet de lokatie er in 2016 uit.
De fontein in deze vijver werd aldus aangedreven door waterkracht.
Volmolen van klooster Mariëndaal

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09070
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
"In de 15e eeuw was de volmolen een van de vier watermolens van het klooster Mariëndaal aan de Klingelbeek. De broeders hielden drie schaapkudden, de volmolen diende voor het behandelen van de wol. Gezien de bij het volproces optredende watervervuiling moet de volmolen ergens beneden aan de beek gestaan hebben, wellicht naast De Hesch". Bron ondermeer:" Op kracht van stromend water", Hagens 1998.
Oliemolen van klooster Mariëndaal, Oosterbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 09071
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
"In de 15e eeuw was de oliemolen een van de vier watermolens van het klooster Mariëndaal aan de Klingelbeek. De exacte locatie ervan is onbekend". Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.
Molens op de Hes, Oosterbeek
molens op de Hes in 1818
Oosterbeek sectie D blad 1, vanaf juli 1892, bijgewerkt 1915-1920.
Nabij de Klingelbeekseweg zien we een graanmolen (de Hesch) en hogerop de beek een papiermolen. Boven is de weg van Arnhem naar Utrecht te zien.
In het begin van de 19e eeuw behoorde het waterrecht en de grond van Mariëndaal aan de familie Van Eck. Molenaar op 'de Hes' was Jan Gerritsen. In 1816 vermaakte hij bij testament aan zijn zoon Egbert Jan de 'opstand van een waterkoornmolen en woning onder Oosterbeek en den opstand van schuur en berg onder Arnhem ten noorden van de Oosterbeeksche weg bij de beek (...), de molen met deszelfs buiten- en binnenwerk en vaste gereedschappen'. In 1832 was er op Mariëndaal nog maar één watermolen (de Hes) in bedrijf, die eigendom was van Egbert Jan Gerritsen met recht van opstal op gronden van Jacob Nicolaas van Eck. De molen kwam nadien in handen van Egbert Jan Gerritsen junior (* 1831), die de molen tot aan zijn overlijden in 1874 exploiteerde. In 1861 blijk de grond waarop de watermolen staat in handen te zijn van mr. Johan Brantsen. Ze ging over op zijn schoonzoon mr. Willem Engelen en verder op diens schoonzoon mr. J.N. van Eck, burgemeester van Arnhem. Bron: Hoogstede.
Klingelbeekse Papiermolen op de Slijpbeek, oftewel onderste, benedenste papiermolen op Mariëndaal. Destijds gelegen aan de oostkant van de huidige Hesweg in Arnhem

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase (13159)
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer 02480 b
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma
Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe

bj. 1859 (verdwenen)
1694 Hartger Cornelissen Ligt - toestemming om een molen te leggen.
         (eigenaar opstal, pachter van water en grond, papiermaker)
1699 - 1706 Derck Janssen - eigenaar opstal, papiermaker.
1701 Jan Jacobs van Til - eigenaar.
  ??   Gerrit Jansen - eigenaar.
1722 Jan Pauwels Schut - eigenaar en papiermaker.
1753 Abraham Schut - eigenaar en papiermaker.
1802 Johan Hendrik Engelen - eigenaar.
1803 Abraham en Jan Pannekoek - eigenaar opstal, pachter en papiermakers.
1807 Hester Henriette Engelen en Jacob Nicolaas van Eck - eigenaresse.
1809 Jan Pannekoek - pachter en papiermaker.
1818 - 1846 Jan van Delden - pachter en papiermaker.
1819 Daniel Veenhuizen - eigenaar opstal.
1852 - 1854 molen gesloopt.
Korenmolen De Hesch I aan de Slijpbeek of Sliepbeek

Sprengen Beken
Papier geschiedenis
Molendatabase
Papiermolens op de Veluwe
De molen site van J. Nikkels
Zoeken alle molens
Ten Bruggecate nummer
E.J. Demoed
Ruud Schaafsma

Molen De Hes Oosterbeek

De waterkorenmolen annex herberg de Hes, is genoemd naar de vele langs trekkende Hessenkarren. Het huis de Hes was in de 17e eeuw bekend als "het huys van  Hesaen Clingenbeek". De watermolen werd aangedreven door de zogenaamde Slijpbeek, welke van Mariendaal (tot welk landgoed het huis jarenlang behoorde), langs de Hesweg naar de Klingelbeek stroomde. De beek vormt de  grens tussen de gemeenten Renkum en Arnhem. In de negentiende eeuw heeft de familie Egbert Jan Gerritsen op de Hes het molenaarsbedrijf uitgeoefend. Zij werd opgevolgd door A . en H . Aalbers (1875-1890), W. en H. Hendriks (1890-  1894), E.H. van Kraaykamp (1895-1902) en G .J. Brinkman (1903-1917) . De laatste periode waren waterrad en -bedding al in verval en werd het molenwerk door een petroleummotor aangedreven. Na 1917 kwam in het molenhuis de stomerij en weverij van Aug. Cramer uit Arnhem. Ook dit bedrijf profiteerde van het snelstromende en heldere beekwater.
molen Den Hesch Oosterbeek
Uitzoeken
molen Oosterbeek
De grond, waarop Hendrik Paul Schut zijn papiermolen had, wordt met hof, de weide en veengronden en de Klaverhoek, samen groot plm. 6 morgen, 318 roeden en gelegen gedeeltelijk in het schependom Wageningen en gedeeltelijk in het schoutambt Renkum, op 6 Mei 1791 verkocht aan Neeltje en Hendrik Schut Anton Mauve 1838 – 1888
Een schilderij van Anton Mauve (1838 - 1888). Misschien gemaakt in Oosterbeek. Waarschijnlijk geschilderd vanuit een uiterwaard. Maar om welke molen gaat het dan. In Oosterbeek stonden aan de uiterwaarden alleen watermolens. Nu zie je dat de schilder een laag standpunt heeft, bij een windmolen in de bebouwing zal de bebouwing waarschijnlijk niet zichtbaar zijn. Wie kan de eigenaar van dit schilderij verder helpen met de naam, locatie van deze windmolen. Graag een mail  naar  mailadres2
fabrikanten, molenaars, eigenaars
Heerlijkheid Doorwerth.

De Heerlijkheid Doorwerth ontstaat in 1401 als Derck van Wisch (1345-1425) zijn kasteel aan de hertog van Gelderland geeft en zelf dan weer leenheer wordt van Doorwerth. Hij betaald de hertog belasting, doch krijgt weer terug bescherming en heerlijke rechten.  Derk wordt opgevolgd door een schoonzoon.

Hendrik van Homoet (1285-1430) was gehuwd met een dochter van Van Wisch, en aldus de volgende eigenaar van de heerlijkheid.

Zijn zoon Reinald van Homoet (1410-1458) volgt zijn vader weer op. Na zijn vroege overlijden, neemt zijn tweeling broer Johan van Homoet (1410-1467) het stokje weer over.

Daarna zien we Johan van Rechteren van Voorst (1433-1485) gehuwd met een dochter van Reinald van Homoet. Johan wordt weer opgevolgde door:

Frederik van Rechteren van Voorst (1480-1535), ook weer opgevolde door zoon:

Johan van Rechteren van Voorst (1510-1548). Bij zijn overlijden zijn z'n 2 kinderen ook al overleden, de heerlijkheid wordt geerft door verdere familie:

Daem Willem Schellart van Obbendorf (1530-1603). later opgevolgd door zijn zoon:

Johan Schellart van Obbendorf (1560-1614), later opgevolgd door zijn zoon:

Daem Willem Schellart van Obbendorf (1594-1627). later opgevolgd door zijn zoon:

Johan Albrecht Schellart van Obbendorf (1619-1676). Johan gaat failliet en dan komt Doorwerth in 1667 in handen van de hypotheekgever:

Anton I rijksgraaf von Aldenburg (1633-1680), Eerst na de Vrede van Nijmegen in 1778, kan Von Aldenburg ook de Doorwerth zelf bezoeken. Von Aldenburg koopt meerdere niet van hem zijnde landerijen en gronden, en breidt daarmee het gebied van de Heerlijkheid uit.

Zijn zoon, Anton II Rijksgraaf von Aldenburg (1681-1738), geboren na het overlijden van z'n vader, neemt later het beheer over. Hij is het die in 1728 de middelste beek, de Nieuwe of Papiermolenbeek, laat aanleggen, om daarmee een viertal molens  kunnen laten bouwen. de 2 molens op de Kabeljauw en de 2 molens Drieskamp.

Zijn dochter, Charlotte Sophie gravin van Aldenburg (1715-1800), huwt in 1733 met Willem graaf Bentinck (1704-1774). Na een scheiding van tafel en bed in 1740 blijft Doorwerth betwist tot een proces tegen haar oudste kleinzoon, Willem Gustaaf Frederik, waarbij het bezit van Huis Doorwerth de inzet was. In 1795 werd zij door de rechter in het gelijk gesteld. Na haar overlijden in 1800 vervalt Doorwerth aan een andere kleinzoon:
William graaf van Aldenburg Bentinck (1764-1813) gehuwd met Lady Francis Pierrepont.
Na zijn overlijden vervalt de heerlijkheid Doorwerth aan zoon:

George William Pierrepont graaf van Aldenburg Bentinck ( 1803- 1886)  Deze was toen slechts 10 jaar oud!. George W.P. Aldenburg Bentinck, gaf het bezit over aan zijn jongere broer:

Charles graaf van Aldenburg Bentinck (1810-1891),

Charles verkoopt het kasteel in 1837 aan Jacob Adriaan Prosper van Brakell, waarvan gezinsleden er dan tot 1880 blijven wonen.

Willem graaf Bentinck (1704-1774) was een aanhager van de stadhouder Willem V en vluchtte met de prins op zondag 18 januari 1795 naar Engeland. De meeste Bentincks zijn in Engeland blijven wonen.

Heerlijke rechten. De Heerlijke rechten onstaan in 1401 als Doorwerth onder de Hertog van Gelre valt. De Heerlijke rechten horen bij een leen van Gelre. Enkele rechten zijn tiendgeld, windrecht, jachtrecht, visrecht, tol. Windrecht en maaldwang zijn van belang bij watermolens. Dit wordt vastgelegt in een leenbrief. Onder windrecht verstaat men het recht om een windmolen op te richten, en onder maaldwang of molendwang het recht van de eigenaar van een molen om de ingezetenen van het gebied waarover de maaldwang geldt te verplichten om uitsluitend op zijn molen granen te laten malen. Maaldwang kan voor de eigenaar van de molen lucratief zijn, omdat hij voor het malen het dwangrecht of maalloon kan eisen. Daar staat wel tegenover dat de exploitatiekosten van de molen voor zijn rekening komen.

De Heerlijke Rechten vervallen in 1795 met de komst van de Fransen vanwege liberté, égalité, fraternité. Alle Nederlanders worden dus gelijk. Geen windrecht meer, de molenaars hoeven daar niet meer voor te betalen. De Bentincks blijven wel eigenaar van vrijwel de gehele gemeente Doorwerth, en verdienen wel aan de pacht van molen en boerderij en opbrengsten van houtverkoop en dergelijke.
De familie Pannekoek. Reeds zeer vroeg wordt dit geslacht zowel in Renkum als in Heelsum, genoemd. Het is dan ook aan deze familie te danken, dat het rond Heelsums kerkje vol Pannekoeken ligt.

P.F. Scheidius, rentmeester van graaf Willem Bentinck, heer van de Doorwerth, verkocht op 9 mei 1801 verschillende bezittingen aan de gebroeders Pannekoek voor een totaalbedrag van €5032,72. Toen Nicolaas in 1829 stierf liet hij zijn kinderen behalve een groot kapitaal ook nog 29 hectare grond na waarop vier papiermolens stonden.

Claas c.q. Nicolaas Pannekoek was grondlegger vanaf 1815 van het
bedrijf. Uit zijn huwelijk met Maria Noyen of Nuyen of Johanna Prins, zijn 6 zoons en 2 dochters geboren, t.w. Jacobus, Willem, Abraham, Neuy, Jan en Anthonie, en de dochters Neleken en Maria. Neuy, Stephanus Johannes, en Nicolaas gaan verder in de papiermolens rond Renkum en Heelsum.
Nicolaas Pannekoek is blijkbaar verongelukt, want in de zomer van 1726 verdronk hij, en werd op 26 Juli begraven. Na het overlijden van zijn vader zet Nicolaas samen met zijn broer Stephanus Johannes en zijn moeder het bedrijf op de Heelsumse molen voort. Nicolaas zette op den duur het bedrijf alleen voort. Nadat in 1748 ook zijn vrouw overleden was, vond op 22 Maart 1749 magescheid plaats. De toen nog ongehuwde broers Willem en Neuy, kopen dan uit de nalatenschap al de ongerede goederen, en betalen aan hun broers en zusters diens porties uit. Dat hun bezit niet gering was, moge wel blijken uit het feit, dat zij voor die 6 porties gezamenlijk 22226 gld. uitbetaalden.
Het bezit van de Pannekoeken bestond toen uit :
le. de papiermolen genaamd de Kabeljauw ;
2e. huis en hof in Heelsum, omringd door grond van Doorwerth ;
3e. een schaar weide in het Heelsumse broek;
4e. een windmolen en een watermolen, beiden met deszelfs getimmerte,
staande op de grond van de heer van Doorwerth.
De broers Willem en Neuy hebben het blijkbaar nogal met elkaar kunnen vinden, want nog datzelfde jaar - 7 Juli - maken zij zich elkaars universele erfgenaam. Volgens de lijsten of cedulen van de huizen en personen, enz. opgemaakt in 1749, was de situatie van hen zo, dat zij op Renkums gebied 2 morgen grond in bezit hadden, waarop 3 haardsteden, terwijl 3 knechts op de aldaar staande windmolen hun werk vonden. Onder Doorwerth hadden zij
de molen „de Kabeljauw" in eigendom.
Blijkbaar reeds spoedig is Neuy Pannekoek (1702-1778) getrouwd, en wel met Anna Sophia Worm (1722-1800), uit welk huwelijk hun zonen Nicolaas (1759-1829) en Johannes Stephanus geboren werden. Het zijn vooral deze Pannekoeken, die een bloei-periode in de papiermakerij beleefden, zodat het bezit steeds uitbreidde. Want als Nicolaas in 1829 sterft, laat hij aan zijn kinderen behalve een groot kapitaal, nog 27 ha grond (22 ha op Renkums en
5 ha op Doorwerths gebied) na, waarop 4 papiermolens. Deze Nicolaas was gehuwd met Johanna Prins (1774-1853), uit welk huwelijk de broers Neuy (1803-'77) en Nicolaas (1813-'75) geboren werden. Het zijn deze broers, die tenslotte de aftakeling van bedrijf en bezit medemaken. Bij hun dood is er van de oude glorie der Pannekoeken vrijwel niets meer over dan een paar oude, aftandse molens.
Het bezit van de Pannekoeken bestond toen uit :
le. de papiermolen genaamd de Kabeljauw ;
2e. huis en hof in Heelsum, omringd door grond van Doorwerth ;
3e. een schaar weide in het Heelsumse broek;
4e. een windmolen en een watermolen, beiden met deszelfs getimmerte,
staande op de grond van de heer van Doorwerth.
De broers Willem en Neuy hebben het blijkbaar nogal met elkaar kunnen vinden, want nog datzelfde jaar - 7 Juli - maken zij zich elkaars universele erfgenaam. Volgens de lijsten of cedulen van de huizen en personen, enz. opgemaakt in 1749, was de situatie van hen zo, dat zij op Renkums gebied 2 morgen grond in bezit hadden, waarop 3 haardsteden, terwijl 3 knechts op de aldaar staande windmolen hun werk vonden. Onder Doorwerth hadden zij
de molen „de Kabeljauw" in eigendom.
Blijkbaar reeds spoedig is Neuy Pannekoek (1702-1778) getrouwd, en wel met Anna Sophia Worm (1722-1800), uit welk huwelijk hun zonen Nicolaas (1759-1829) en Johannes Stephanus geboren werden. Het zijn vooral deze Pannekoeken, die een bloei-periode in de papiermakerij beleefden, zodat het bezit steeds uitbreidde. Want als Nicolaas in 1829 sterft, laat hij aan zijn kinderen behalve een groot kapitaal, nog 27 ha grond (22 ha op Renkums en
5 ha op Doorwerths gebied) na, waarop 4 papiermolens. Deze Nicolaas was gehuwd met Johanna Prins (1774-1853), uit welk huwelijk de broers Neuy (1803-'77) en Nicolaas (1813-'75) geboren werden. Het zijn deze broers, die tenslotte de aftakeling van bedrijf en bezit medemaken. Bij hun dood is er van de oude glorie der Pannekoeken vrijwel niets meer over dan een paar oude, aftandse molens.

Op zijn wandelingen over de Veluwe (1839-1845) heeft ds. Ottho Heldring ook Heelsum bezocht en vertelt daarbij ook wat over de papiermolens. Heelsum binnenkomende zegt hij : „ik zag hier meer dan 30 nette woningen van arbeiders, die allen hun brood winnen met de arbeid op de papierfabriek van de gebr. Pannekoek, welke voor een groot gedeelte door dezelfde beken gedreven wordt, die Wolfhees een zoo lachend aanzien geven. Het fijnste soort schrijf-, post- en drukpapier wordt hier door de zelfde beek, die ginds de eiken voedt, uit ruwe lompen bewerkt. Wij vertoefden met lust in die werkplaatsen der nijverheid, en verheugden ons over de grote volmaaktheid, welke deze kunst van Nederlandse bodem, ook hier bezit. Wij gaven gaarne een geschenk aan de arbeiders die ons het werk hadden laten zien, toen een hunner ons zeide, dat al het geld, hetwelk zij langs deze weg ontvingen, niet bestemd was om zwelgende verkwist te worden in sterke dranken, maar besteed werd om een fonds te stijven, waartoe alle arbeiders der fabriek een wekelijkse bijdrage leverden, van 3 tot 5% van hunne inkomsten, om daaruit in alle onkosten van ziekte te kunnen voorzien, en aan elken arbeider een bijdrage te geven tot de begrafeniskosten der zijnen. Wel degenen, die zó zorgen, dat hunne onderhorigen nimmer tot armoede kunnen vallen-. Het bovenstaande is mede interessant voor de kennis van de sociale toestanden onder de arbeiders
Sanders molen Sanders
De familie Schut.
De eerst bekende Schut is Jan Daniels Schut, die op 7 Juni 1710 de papiermolen „de Veentjes" koopt. Verder kan genoemd worden Gerrit Aart, welke op 22 Maart 1721 in de kerk van Renkum huwde met Gerritje Vosselman uit Rosendaal. Op 23 Nov. 1730 werd in het Heelsumse lidmatenboek ingeschreven Anna Veenhuizen uit Vaassen, welke op 6 Febr. van dat jaar gehuwd was met Lubbert Schut, papiermaker te Heelsum. Een jaar later wordt Jannetje Schut uit Beekbergen ingeschreven. Het is omstreeks deze jaren, dat trouwens vele namen ingeschreven worden van mensen, welke meest uit Vaassen blijken te komen, en allen papiermakers zijn. Lubbert Schut was niet zo'n groot papiermaker als de gebr. Pannekoek. Blijkens de een lijst van 1749 had hij slechts 1 knecht, en bezat hij ruim 1 schepel grond, waarop 3 haardsteden stonden. Hij was eigenaar van een der molens op de Drieskamp. Uit het huwelijk van zijn neef Maarten met Geertruy van den Wiltenburg, wordt op 23 Maart 1760 een zoon Paul geboren. Nadat aan het huwelijk van deze met Annigje van Romselen in 1795 een einde kwam door haar dood, hertrouwde hij twee jaar later met Willemina Labots, uit welk huwelijk een zoon Maarten geboren werd. Na de dood van Paul Schut (pl.m. 1825), zette diens weduwe het bedrijf voort, en werd als zodanig als eigenaresse in 1831 genoemd. Enkele jaren later neemt na haar overlijden haar zoon Maarten het bedrijf over en wordt in 1855 nog als zodanig genoemd.
In de tweede helft van de vorige eeuw beheert Maarten's zoon Gerrits) het bedrijf, totdat hij in 1894 behalve van de molen, ook eigenaar wordt van de grond en het water.

Papier Heelsum
Schut Heelsumpersoneel papierfabriek Schut rond 1916, bron Historisch-Genootschap-Redichem
Enkele (gemeente) Renkumse beken, alfabetisch
Op oude ansichten is te zien dat de Renkumsebeken veel water bevatten. Daarom kwamen er ook al die watermolens. Niet alleen veel water, maar ook schoonwater.

Veel water wordt al snel minder water als na 1920 de ENKA fabriek in Ede op grote diepte 12.000 kubieke meter water per dag (toen voldoende voor een middelgrote stad)  ging oppompen. De grondwaterstand daalde sterk,
Het pompstation La Cabine werd in 1908 aan de Amsterdamseweg opgeleverd voor de Arnhemsche Waterleiding-Maatschappij. Rond 1955 werd er een tweede pompstation toegevoegd. In 1980 was er een verdere uitbreiding. In 2018 was er een verdere uitbreiding.
In 2012 wordt er 10 miljoen m3 grondwater gewonnen. Daardoor is er aanzienlijk minder grondwater in het stroomgebied van de beken in de gemeente Renkum.
De Bram Streeflandweg (Fluitersmaatsche) beek in het Fluitersdal in Renkum
Als je er fietst of loopt, zo vanaf de van de Utrechtseweg, van Ingenweg, de Bram Streeflandweg en dan naar huize Laura kijkt, dan heb je wel in de gaten dat het hier om een oude beekbedding gaat. Je gaat duidelijk door een beekdal. En in het kader van de afkoppeling van het regenwater op het riool, is dat bij een leuke regenbui goed te zien.

Bram Streeflandweg Renkum

Er zijn geen historische kaarten waarop in het Fluitersdal een beek te zien is. Toch zal het een beekuitloop zijn van de sandr van Wolfheze.
waterglijbaan, zeephelling Bram Streeflandweg Renkum
Het Renkumse bedrijf Willemsen Stage Management organiseert op het eind van de grote schoolvakantie een gratis downhill. Of te wel je kunt in je opblaasboot de Bram Streeflandweg-beek waterval naar beneden suizen tot in de water-opvang.

"Door de Renkumers werd deze plaats in die jaren het "Plaggenveld" genoemd. Dit Plaggenveld was het restant van een drassig gebied, aan het begin van het stroomdal van de Fluitersmaat. Ook nu nog kunt u in de tuin van villa Laura een laag gedeelte waarnemen, waar in vroeger jaren het water nog lang bleef staan". (bron HGR Echo van 6 dorpen 6-3-1999.
Dreyenoordbeek, Oosterbeek In de tuin van voormalig hotel Dreyeroord aan de Graaf van Rechterenweg in Oosterbeek bevindt zich een vijver. Daaruit ontspringt de Dreijeroord ‘beek’.Dit is de enige beek in de gemeente die in noordelijke richting stroomt. De beek ligt grotendeels ondergronds in buizen en wordt bij de Nico Bovenweg langs de spoorlijn Arnhem-Utrecht weer zichtbaar. Tussen het spoor en de weg infiltreert het water in de ondergrond en stopt de beek
De Dunobeek in Doorwerth

De Dunobeek ligt in een klein erosiedal in de stuwwal van de Duno, goed zichtbaar vanaf de Fonteinallee, tussen het kasteel en Heveadorp. De Dunobeek is slechts een honderdtal meters lang en heeft een verval van zo’n tien meter. Er is een hooggelegen kwel met water. Waarschijnlijk werd deze put gemaakt als drukkvat voor een fontein in de bovenste vijver in het dal. En in de onderste vijver in het dal zouden nog eens drie fonteinen hebben gestaan.

 Veelal wordt alleen het stukje in het Cascadedal bovenstrooms van de Helkolk als de
Dunobeek beschouwd. Soms wordt ook de gehele sloot aan de noordkant van de Fonteinallee, van Heveadorp tot het kasteel, als Dunobeek beschouwd. Deze grotere Dunobeek ontvangt water uit diverse bronnen op diverse plaatsen langs de
stuwwal, de meeste dicht boven de Fonteinallee. In de meeste gevallen gaat het om
kleine waterstroompjes, die soms amper zichtbaar zijn.

De belangrijkste en hoogste bron van de Dunobeek bevindt zich in het Cascadedal. Deze bron is vanaf 2018 weer bekleed met kunstmatige kippengaasbeton rotsen. Of het hier om een sprengenbeek gaat is twijfelachtig; vermoedelijk is het een natuurlijke bron, die
wellicht wat uitgegraven en bekleed is. Het stroompje komt via nog meer "rotsen'* uit in de eerste van drie vijvers, en stroomt via duikers en betonnen constructies naar lagere de vijvers, waarvan de Helkolk de derde is. Vanuit de Helkolk stroomt het water naar het westen, en zou dan bij de oostenlijke dijk om het kasteel, de gracht van het kasteel moeten instromen.
Cacadedal Doorwerth
buite Doorewaert, Anthonie Waterloo of Lambert Doomer ca. 1650. Bron: National Gallery of Scotland, Edinburgh, D 1066.
De Gielenbeek in Oosterbeek (ook Beek op de Hemelse Berg genoemd), is een sprengenbeek met onderweg veel kwel in de beekbodem vooral op het Kerkepaadje. Dit is een heel oud kerkpaadje van het Drielse veer naar de kerk aan de Benedendorpsweg. De beek ontspringt bij de Hemelse Berg, loopt door vijf vijvers en stroomt in de uiterwaard in de Leigraaf. Langs de vijvers liggen fraaie elzenbroekbosjes.

info Sprengen en beken
De Gielenbeek begint met een spreng. e Gielenbeek was geschikt voor het aandrijven van
molens. Al vanaf de 15e eeuw stond er een korenmolen, genaamd de molen van Hooijer. Vanaf 1695 stond er een papiermolen op de Hemelse Berg.
De Halveradsbeek, in Renkum. Een andere naam is de Afgebrande beek. De naam komt van de molen die op deze beek functioneerde (de molen van Boekelman). Deze had een middenslagrad, ook wel halfslagrad genoemd.

Info Bekenstichting
Wikipedia
Over de Renkumse of de Hartense beek zelf, is verder weinig bekend.Het enige wat wij van het beloop van deze beek uit de vorige eeuw weten, is, dat in de vergadering van 16 Juni 1853 van de markmeesters te Renkum medegedeeld wordt, dat door de eigenaar van de Kortenburg (dhr. Koopmans uit Amsterdam) ten behoeve van de molen van A. Berends, het water van de Kortenburgse of Verbrande beek op de Renkumse beek is gebracht, en dat er daardoor nu zoveel water in is, dat als de sluis in de Mijntsteeg (Veerweg) om het hoge buitenwater moet worden gesloten, dan de bij de molen bestaande kistdam of overlaat te klein is, en dat dan daardoor de wal van de beek stukloopt. Uit Demoed pagina 211.

Halveradsbeek Renkum 2018
De Hartensebeek, te Renkum, werd oa gebruikt door de bierbrouwerij de Bok, toen er nog schoon water in zat. De latere benaming van deze beek, de chloorbeek, maakt wel duidelijk dat er geen bier meer van gemaakt kan worden.
De Heelsumsebeek in Heelsum

Info Sprengen en beken
Heelsumsebeek Heelsum
Het Heelsums beekdal, een PDF van Sprengen en beken. De beken in het Heelsumse dal hebben een bijzondere geschiedenis. De oude beek, met een vrij natuurlijk verloop, voedde de grachten van een sterkte, het Hof Wolfheze. Deze beek is ook reeds vroeg gebruikt voor het drijven van een bij het Hof behorende korenmolen, terwijl later op de benedenloop nog een tweetal papiermolens zijn gebouwd. Deze twee latere molens profiteerden daarbij tevens van het sprengenstelsel dat voor de papiermolen „De Kabeljouw" was gebouwd, en op de oude beek aansloot. Een tweede beek, de Kruisbeek geheten, kruiste de oude beek enkele malen, en werd aangelegd ten behoeve van de Heelsumse korenmolen, de papiermolen „De Kamp" en een papiermolen bij Heelsum, terwijl op deze beek ook de Schutsmolen met een eigen sprengenstelsel aansloot.
De Kortenburgsebeek in Wageningen (Renkums beekdal)
Info Sprengen en beken

De Molenbeek, ook wel Keyenbergsebeek genoemd, ter hoogte van het landgoed de Keyenberg.
De naam Molenbeek in Renkum (Renkums beekdal) geeft al aan dat langs de beek diverse molens hebben gestaan. De enige nu aanwezige molen is het restant van de Quadenoordse molen. Deze dateert van 1703 eerst als papiermolen later als korenmolen. Verder benedenstrooms stonden de afgebrande molen, Hartense papiermolen, Hartense korenmolen en  papiermolen 'de Nieuwe Molen'. Het water werd gebruikt door de papierfabriek van Van Gelder. Later werd het water nog gebruikt als suppletiewater voor de bluswateropslag voor de Parenco papierfabriek. Helaas staat de beek veel te vaak droog. De voeding door kwelwater is verloren gegaan door de daling van de grondwaterstand. Dit komt door de ontrekking van water door het pompstation La Cabine aan de Amsterdamseweg, ter hoogte van het restaurant de Leeren Doedel te Arnhem. La Cabine is gebouwd in 1908. In 1952 werd er een tweede pomstation aan toegevoegd.
De verste sprengenkoppen van de Molenbeek liggen vlak ten zuiden van de A12. Ten noorden van de A12 is het beekdal te volgen tot aan de Amsterdamsestraatweg. Wat verder naar het noorden loopt een beekje, door twee bosvijvers, over landbouwgebied de Hindekamp naar de Kreelse Plas. Eens hoorde dit hele traject bij de Molenbeek. De Molenbeek is, na verval, helemaal opgeknapt in 2003.

Molenbeek bij Quadenoord

Keyenbergse beek
Molenbeek opname Arnhemse Courant 2-6-1928
De molenbeek staat regelmatig droog. En als het droog is kunnen mollen de leembodem beschadigen. Het Waterschap voert herstelwerkzaamheden uit als een leembodem moet worden aangepakt. En er is een vrijwillige Werkgroep Beken en Sprengen.

Info over de Molenbeek van de Sprengen en Beken.
Wikipedia
De Oorsprongbeek in Oosterbeek

info Sprengen beken
De Oosprongbeek begint met een spreng. Aan de Oorsprongbeek stonden rond 1700 twee kruitmolens, waar buskruit vervaardigd werd. De vijvers fungeerden als opslagplaats voor beekwater, om waterdruk voor de molen te genereren. Benedenstrooms stond sinds 1695 de ‘Benedenste papiermolen op De Oorsprong’. De waterval die er nog ligt, wijst op deze molen. Tussen 1811 en 1852 stond er ook een suiker- en stroopfabriek van Backer die gebruikt maakte van waterkracht.
De Oliemolenbeek in Wageningen

info Sprengen en Beken
Oliemolenbeek Wageningen Zwembad
In het midden is het zwembad meer dan 2 meter diep. In gebruik bij de bewoners van de Keyenberg, doch ene Hendrik heeft er ook gezwommen. De duikplank stond in de zuid-oost-hoek, net links naast de plek waar deze foto is gemaakt.
De Oosterbeekse beken.

Trivia:
"In Oosterbeek was sprake van kleine beken. Zij zijn niet gebruikt voor de bouw van watermolens met molenvijvers (zie Renes et al, 2002)". Uit: Renkumse landgoederen en Buitenplaatsen
Idem: "De vraag kan hier opgeworpen worden of er op de beek van Mariëndaal ooit een watermolen heeft gestaan. Zie ook Schaafsma en Pfeiffer (2011), en Schaafsma (2010)".
Oosterbeekse beken zijn  veelal dienstbaar gemaakt aan de verfraaing van het landschap van de buitenplaatsen met waterpartijen. Toch hebben ook deze beken aanvankelijk een zuiver materiële functie gehad. De beek van de Hemelse Berg dreef de oude Oosterbeekse korenmolen aan. Waarschijnlijk ontleent Oosterbeek aan deze Ostbac beek zijn naam. Op de beek van Mariëndaal stonden twee papiermolens en de korenmolen „De Hesch". En de beek van de Oorsprong tenslotte heeft de eerste Nederlandse beetwortelsuikerfabriek van drijfkracht voorzien.
De Papiermolenbeek in Heelsum

info Sprengen en beken

De Paradijsbeek in Renkum

Info Sprengen en beken

Het Renkums beekdal

Renkumse papiermolen

website
Renkumsbeekdal
info Wikipedia
De Renkumse beken hebben bronnen op de Ginkelsehei bij Ede. "Na het einde van de langdurige winter in 1947, was de bodem was diep bevroren en bedekt met een dikke laag sneeuw, die door de plotselinge sterke dooi zeer veel water leverde. De Ginkelse Heide, die normaal een gewone droge heide is, was veranderd in een geweldig waterlandschap. Er waren meren gevormd van meerdere hectaren grootte. De wateraanvoer in de omgeving van het in aanbouw zijnde Hazenpad (de huidige A12)  was zó sterk, dat de duiker die onder deze weg door loopt al dit water niet meer verwerken kon, en er een groot meer bij deze Rijksweg werd opgestuwd. Vanaf de duiker stroomde een forse beek met grote snelheid naar de bovenste sprengenkop der Renkumse beken en stortte daar met een brede waterval in neer". Uit de Veluwezoom; Roorda van Eysinga.
Renkumsebeek
Een beek die onder de spoorweg Wolfheze Ede door gaat.
In het Renkumse dal zijn dus achtereenvolgens verschillende beken naast elkaar gelegd. In de oude leenaktenboeken werden deze onderscheiden als eerste (C), tweede (A) en derde beek (B), waarvan dus de tweede de oudste is.
De Seelbeek in Heveadorp

info Sprengen en beken

De Seelbeek is ongeveer 1 km lang. En een verval van niet minder dan 30 meter. De Seelbeek heeft in zoverre historische waarde, dat zij sinds 1712 de grens heeft gevormd tussen de heerlijkheid Doorwerth, en het richterambt van Veluwezoom.. Volgens Demoed (p.25) bestond deze beek reeds in de 9e eeuw. In 1907 zijn in de bovenloop aanmerkelijke wijzigingen gebracht, door dhr. Scheffer, eigenaar van de Duno, de er de drie vijvers liet aanleggen, nog steeds zichtbaar vanaf de Seelbeeckweg tussen Doorwerth en Heveadorp. Scheffer liet zich inspireren door Jhr. Dr. W. A. Beelaerts van Blokland, welke zich wilde vergewissen van de juiste locatie van het Hof te Seelbeek. Deze locatie heeft een naam: "het elzenpasje".
De Seelbeek heeft zijn bronnen ten noorden van Heveadorp en stroomt door het
erosiedal (Dal van Ter Aa) naar de Rijn. De Seelbeek ontspringt in een Elzenbroekbos (op ca. 35 m+NAP). Dit bos maakt deel uit van het Landgoed Duno, dat eigendom is van St. Het Geldersch Landschap/Geldersche Kasteelen. In het bos zijn sporen van middeleeuwse
bewoning gevonden. Vermoedelijk is dit de plaats waar de 15de eeuwse "Hof te Seelbeek" heeft gestaan. Dit behoorde destijds tot het domein van de Hertogen van Gelre. In het bos zijn drie vijvers uitgegraven en vanuit kwelrijke plaatsen zijn stroompjes gegraven voor de watertoevoer. Lange tijd stroomde de benedenloop van de beek door de Heveafabriek (een rubberfabriek) in het beekdal.
De Slijpbeek of Sliepbeek Klingelbeek of Mariëndaalse Beek) in Oosterbeek - Arnhem

info Sprengen en beken
In het dal bij het klooster werd een spreng gegraven. Deze beek kreeg de naam Slijpbeek of Klingelbeek. Er stonden drie watermolens langs de beek die in het bezit waren van het klooster. Stroomafwaarts bezien waren dit een slijpmolen, een papiermolen en een korenmolen. De korenmolen was molen De Hes in het buurtschap Clingelbeek. De zuidelijke vijver op het landgoed is een restant van de molenvijver van de slijpmolen. Alleen deze molen heeft gestaan binnen het terrein van het huidige Mariëndaal op de plaats waar nu de waterval is. Later is deze molen verbouwd tot papiermolen en in 1840 is de molen gesloopt.
De Wolfhezerbeek in Heelsum

info Sprengen en beken

De Zuiderbeek in Oosterbeek
info Sprengen en beken

BAG: https://bagviewer.kadaster.nl

HisGis

IVN 10 molens in het Heelsumsbeekdal pdf

Papiergeschiedenis: De papiermolens in de omgeving van Renkum en Heelsum

Molendatabase

Ten Bruggecate nummer

Nikkels (klik op de naam van het dorp)

alle molens kaart

Renkumse beken van Sprengen en Beken

Heelsumse beken van Sprengen en Beken

Oosterbeekse beken van Sprengen en Beken

Alle molens kaart

De Hollandse Molen
Burgsteijn, Piet, Schoutambt en Heerlijkheid, 2004, nr 1. Stichting Heemkunde Renkum.

Burgsteyn, P. en Mintjes-Beumer, M., Bomen over Renkum, Renkum 2008

Erkens, H.C.J., Uit de Oude Doos. Verhalen over de vijf dorpen in het groen: Doorwerth, Heelsum, Oosterbeek, Renkum, Wolfheze. Oosterbeek (Kontrast), 1997.

-Demoed, E.J., Van een groene zoom aan een vaal kleed. Zijnde de geschiedenis van de westelijke Veluwezoom (gemeente Renkum). Oosterbeek (Adremo), 1953.

Hagens, Herman, Op kracht van stromend water: negen eeuwen watermolens op de Veluwe, 1998. Hengelo, Uitgeverij Smit N, p.p. 478‐493.

   Meesters, Ton; Molens zo waren ze, 1990

Schaafsma, Ruud; Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe, Waterschap Vallei en Eem, februari 2003, p.21.

Schaafsma, Ruud; De Renkumse en Heelsumse beekdalen. Een cultuurhistorische wandelgids. Matrijs 2012

Schaafsma, Ruud: De Oosterbeekse en Doorwerthse beken. Een cultuurhistorische wandelgids, Matrijs 2010

Voorn, H.; Papiermolens in Gelderland, Overijssel en Limburg.1985
slechts een poging, verbeteringen en aanvullingen, graag naar m'n mailadres: mailadres2