De Duno bij Doorwerth en Heveadorp. home |
Hans Braakhuis nov 2024 |
Samenvatting. Van 500 tot 1500 behoorde een Eijerhegge (later de Duno) toe aan het O.L. Vrouweklooster in Renkum. In 1580 worden kerkelijke goederen geconfisqueerd en komt de Eijerhegge in het bezit van Gedeputeerde Staten van het Kwartier Veluwe. Het landgoed de Duno begint in 1790 als Mr. Blombé Vatebender de Eijerhegge verwerft. Een bijzonder verhaal waarmee hij waarschijnlijk zijn voormalige werkgever wil pesten. In 1807 worden Wijnand de Grote en Rosalie C.L. de Vignon de eigenaar samen Meinard Johan Macaré de eigenaar. Na hen komt de familie Bossevain. In 1831 wordt de Duno verkocht aan J. F. Kruse. Als J.A.P. baron van Brakell de Duno aanschaft, wordt de Duno voor het eerst een onderdeel van de goederen van de Doorwerth. De baron verhuurt het landhuis als uitspanning, kostschool en na 1860 zijn er geen pachters meer en komt het leeg te staan. Na het overlijden van de baron en diens echtgenote wordt dochter Louise Constance Jeanne van Brakell de eigenaar. Met haar overlijden worden haar kinderen (uit eerste huwelijk): Theodore Baron de Smeth en Paul Arnold Jacob Baron de Smeth de eigenaar. Zij wonen er echter niet. Dan zien we de heer van Lansbergen als bewoner genoemd en daarna komt vanaf 1894 de heer Scheffer in beeld. De aan- en verkopen van de heer Scheffer hebben iets manisch. In 1918 verwerft Van Vloten de Duno en hoe dat gegaan is, is nog een beetje met raadsel omgeven. In ieder geval niet op een veiling waar anderen het over hebben. Van Vloten laat bij zijn overlijden in 1931 het landgoed De Duno na aan de stichting Het Geldersch Landschap en tegenwoordig heet deze stichting het Gelders Landschap en Kasteelen. Zij bezitten het grootste gedeelte van de Duno. De andere stukken van de Duno zijn van de Gemeente Renkum en Staatsbosbeheer. | |
De geschiedenis. De Duno is de naam voor een landgoed bij Heveadorp, op de stuwwal aan de Nederrijn. Een onderdeel van de Duno is de ringwalburcht de Huneschans die sinds 1965 de status van archeologisch rijksmonument heeft. De Duno is bijzonder, omdat de steile hellingen van de stuwwal hier heel dicht op de uiterwaarden en de Nederrijn liggen. Dat is uniek in Nederland. De Duno is mede bijzonder omdat je er een hoog urbex gevoel kunt ervaren. Als je weet waar je op letten kunt, dan zie je dat er heel veel weg is. Je kunt dromen over de vele mogelijkheden van een schitterende locatie, waar je van alles zou kunnen doen. En dan zie je dat er slechts enkele wandelaars gebruik maken van deze plek. De Duno is uniek met de kortste beek van Nederland in het cascadedal. De stuwwal komt uit de voorlaatste ijstijd, het Saalien, zo'n 170.000 jaar geleden. De stuwwal was toen zo'n 200 tot 275 meter hoog. Deze stuwwal liep van de Noordberg bij Renkum tot achter Nijmegen. Later heeft een andere ijslob vanaf Duitsland de stuwwal doorsneden en is er een gat tussen Arnhem en Nijmegen ontstaan. Sindsdien gaat de Rijn hier ook langs. In de eeuwen daarna is door wind en erosie de stuwwal afgesleten tot rond de 60 m boven NAP. De Nederrijn is bij de Duno rond de 10 m boven NAP. Aan de noordzijde van de Duno zijn meerdere grafheuvels te vinden. Ongeveer 4000 jaar geleden woonden de mensen hier ‘hoog en droog’. De Huneschans is ook een leuke plek geweest voor de Germanen die hier de Romeinse legerkampen in de Betuwe in de gaten konden houden. De Rijn was een van de Limes van het Romeinse Rijk. De Duno brug rond 1910 (ingekleurde foto) Rond het jaar 1000 bewaakte een versterking van de Huneschans van Graaf Balderik de doorwaadbare plaats in de Nederrijn. Balderik had ook een versterking in Nijmegen en beheerste zo het hele dal van Renkum (kasteel?) tot achter Nijmegen. De doorwaadbare plaats was bij de dal van Heveadorp, zo ongeveer ter hoogte van het huidige veer naar Driel. Met paard en wagen kon je de Rijn oversteken, de stuwwal omhoog naar de grote kruising bij het toenmalige dorp Wolfheze. Daar kon je links af naar Barneveld, Utrecht. Rechtsaf naar Arnhem en Keulen. Zeg maar de huidige kruising A50 en A12. En geen wonder dat het Kerspel Wolfheze zo belangrijk was. Lees hier meer over bij de Heer Straet. De doorwaadbare plek in de Rijn is tot in de Middeleeuwen in gebruik geweest. Op de Veluwe was ijzeroer te vinden en ijzer productie op de Veluwe was kennelijk belangrijk. Er was een beveiligde plaats voor de opslag nodig. De opslag vond plaats bij de schans. Vaklieden maakten uit ijzeroer en/of klapperstenen in lemen ovens en met behulp van houtskool een legering van ijzer en koolstof. Daar konden dan weer goede zwaarden en messen van gemaakt worden. In de Middeleeuwen was er een pottenbakkerij ter hoogte van het oude huis Ter Aa, aan de voet van de rijweg naar de Duno kruising met de Fonteinallee. Dit alles blijkt uit een opgegraven verzameling negende eeuwse potten en kannen, van zgn. Saksische kogelpotten tot Jacobakannen, voor het grootste deel misbaksels. Deze verzameling werd tentoongesteld op het Kasteel Doorwerth. In 1944 is het Kasteel Doorwerth in helaas vlammen opgegaan. Vrijwel alles is verwoest. De Duno brug is een folly van de landschapsarchitect Samuel Voorhoeve, (1880-1948), een gemeentelijk monument. Een folly is in de traditie van de Engelse landschapsarchitectuur een bouwsel zonder nut. Een dwaasheid ter vermaak. Deze brug gaat nergens heen. |
De Duno brug in 2016 (Let op: de witte stenen zijn door mij geaccentueerd, in werkelijkheid zijn ze minder goed zichtbaar). Bijzonder: de N is spiegelbeeld geplaatst. Het water dat uit de bronnen bij de Duno omhoog komt, heeft een constante temperatuur. Zo ongeveer 12 graden. Meer bronnen in het Renkumse hebben een constante temperatuur. Bij de Oosterbeekse Zomp heb je 10 graden en bij de Renkumse Molenbeek heb je 7 graden Celcius. Bij de Duno bronnen kun je bron-platwormen vinden. Of te wel het water moet een hoge kwaliteit hebben, anders heb je geen platwormen. De Duno is te vinden rechts van Doorwerth en ten zuiden van Heveadorp. Het Geldersch Landschap en Kasteelen (GLK) is eigenaar van het gebied tussen de Nederrijn, de Italiaanseweg, de Oude Oosterbeekseweg en de Seelbeek. Staatsbosbeheer is eigenaar van het gebied tussen de Italiaanseweg en de Boersberg. Je hebt het dus over de gehele stuwwal te noorden van het kasteel Doorwerth en ten zuiden van Doorwerth. Het gebied van Staatsbosbeheer heeft nooit tot het landgoed de Duno behoord en er is nooit gebouwd, anders dat een enkele boer er paarden heeft. Beesten op de Duno: mandarijneend, blauwe juffer, groene kikker TV Gelderland, Buitengewoon juni 2017 |
Rond het jaar 1000. Waarschijnlijk zijn de Duno, de Heimenberg en de
Huneschans in bezit geweest van graaf Balderik en Adela
(950-1025?) (dochter van Wichman van Hamaland) en hebben deze burgen
als bescherming van de ijzerhandelsroutes gediend. Adela's vader
Wichman beschikte rond 900 reeds over de ringwalburcht op de Eltenberg
en de dubbele motte Mergelp, op de Duivelsberg ten oosten van Nijmegen. De walburcht op de Duno moet evenals de Heimenberg bij de Grebbeberg uit de periode van Adela stammen. De burcht bij het Uddelermeer, de zogenaamde huneschans, was wellicht van belang voor de toen belangrijke ijzerwinning op de Veluwe. Bij Montferland vindt men nog een walburcht, die de door Balderik en Godizo veroverde burcht Upladen zou kunnen zijn. |
Het gebied van de Duno en de ernaast gelegen bossen behoorde lange tijd aan de Heren van Doorwerth. Behalve één grondstrook van rond de 340 x 90 meter dat niet aan de Doorwerth toebehoorde. Dat was de Eijerhegge of Eierhaeg. Deze Eijerhegge is tot de latere Duno geworden. Van 500 tot 1500 behoorde de Eijerhegge toe aan het O.L. Vrouweklooster in Renkum. Dit gebied was de zusters geschonken door de graven van Gelre. In 1580 worden alle (katholiek) kerkelijke goederen staatseigendom en komt de Eijerhegge in het bezit van Gedeputeerde Staten van het Kwartier Veluwe. |
Hiernaast
een uitsnede van een kaart van Geelkercken uit 1670. Let op de kaart
staat onderste boven. Driel, "t Gat van de Aa", de Huneschans en
het Dorenweertsche Bosch staan keurig ingetekend. Van een Eijerhegge of
Duno is nog niks zichtbaar. Wilt u de kaarten groter zien, open ze in een apart venster, klik met de rechtermuisknop op de kaart. |
|
Detail van een kaart naar de opmeting van 4 januari 1643 van Nicolaes van Geelkercken nagetekend door J. Ruysch in 1721. Bron GA. Het Kasteel Doorwerth is een goed herkenningspunt. Een aan de rechterkant is het Seelbeekdal herkenbaar. De Hellekolck staat ook ingetekend, evenals de benaming Heggehold. |
|
Ben er steeds vanuit gegaan dat de Duno aanvankelijk Eijerhegge werd
genoemd en eerst in 1790 gaat Blombé Vatebender de Eijerhegge aanpassen
voor een landhuis. De naam hegge werd gebruikt voor perceel hakhout.
Volgens GLK werd de Eijerhegge, Duinhegge, Duinoog en later Duno!
Hakhout is van oudsher een gebruiksbos en stamt al uit de Romeinse
tijd. Bomen worden laag bij de grond afgezaagd en krijgen de kans om
opnieuw uit te lopen. Na enkele jaren worden de uitlopers geoogst,
waarna de cyclus opnieuw begint. Het geoogste hout wordt gebruikt als
brandhout, rijshout, paalhout en steeds vaker als biobrandstof voor
groene stroom. Ben dan ook verbaasd dat ik deze prent van Lambert Doomer in 2016 tegen kom. bron Onmiskenbaar het cascadedal. De tekening (24 x 41 cm) is in pen met bruine inkt, daarna bruin en grijs krijt is dan wel heftig vergeeld, maar met een beetje een fotobewerkingsprogramma goed zichtbaar te maken. Zie de foto hieronder. De tekening is gemaakt in 1663 tijdens een tocht van Doomer langs de Rijn, op weg naar Arnhem, waar zijn vrouw vandaan kwam. De tekening heeft hij later "opgewerkt", zo rond 1671. In 2016 werd de tekening in Parijs geveild. Er was in 1663 kennelijk ook al bermtoerisme. De tekening is niet geheel waarheidsgetrouw. Links staan een drie-tal koeien te grazen achter de vijver. Dat lukt in werkelijkheid nooit. Als je staat te tekenen, zo tussen de Fonteinvijver en de erachter gelegen vijver van het Cascadedal, dan kun je nooit een weiland met koeien zien, dat misschien boven op de heuvel gesitueerd was. foto zo ongeveer vanaf de locatie waar Doomer ook stond. |
Niet alleen Doomer maakte tekeningen, van Rembrandt kennen we tekeningen gemaakt op de Fonteinallee, van Anthonie Waterloo zijn er meerdere tekeningen waarvan je zo denkt, hé, dat ken ik. Oa een tekening van De Zalmen. Dan is er werk van Jurriaan Andriessen uit 1780 en rond dezelfde tijd is er een "gesicht van een gedeelte van het bosch bij het grotbergje van de Doornewaard in Gelderland" van Cornelis van Hardenbergh. Allemaal uit een periode dat Blombé Vatebender nog niet begonnen was. Hier een andere tekening, zelfde locatie van Doomer. Bij RKD - Nederland Instituut voor Kunstgeschiedenis wordt een andere vervaardiger genoemd. Anthonie Waterloo link Lees voor meer informatie en voorbeelden het boek van A. van der Does en J. Holwerda; Tuingeschiedenis in Nederland. Veelzijdig erfgoed in ‘t groen, Utrecht, 2009, pagina 54-64; ‘Het cascadedal van landgoed De Duno te Doorwerth’. Medio 2017 komt de tekening weer te koop (link, voor zover de link nog werkt!) Van deze site: "Cavalier et chasseur dans la forêt de Doorwerth, près de Arnhem Plume et encre brune, lavis gris et lavis brun. Annotation au verso. (Légèrement insolé, petits manques et petites déchirures en haut à gauche et sur le bord droit). 24 x 41 cm Provenance: - M. Jeronimus Tonneman, Amsterdam; par héritage à sa mère. - Vente de H. de Leth, Amsterdam, 21 octobre 1754, album S, n°43 ou 44 à Busserus. - M. Hendrick Busserus, Amsterdam, sa vente Van der Schley, Amsterdam, 21 octobre 1782, album 10, n°604 ou 605. - Jan Gidemeester, Amsterdam, sa vente Van der Schley, Amsterdam, 24 novembre 1800, Album O, n°23 à Jolles. Notre paysage est le pendant - jusqu’à aujourd’hui perdu - d’un dessin dans les collections de Frits Lugt, conservé à l’Institut Néerlandais de Paris (inv. 3535, voir P. Schatborn, Rembrandt and his Circle. Drawings in the Frits Lugt Collection, Fondation Custodia, Paris 2011, vol. I, p. 151-152; M. van Berge-Gerbaud, Rembrandt et son école, dessins de la collection Frits Lugt, Fondation Custodia, Paris 1997, n°45, p. 106, rep.). Ce dernier représente une auberge animée de personnages et cavaliers faisant partie du domaine de Doorwerth dans la province de Gueldre. Les deux dessins proviennent de la collection de Jeronimus Tonneman où ils étaient en paire. Ils furent vraisemblablement séparés après la vente de la collection de Jan Gildemeester, en 1800. La National Gallery of Scotland à Edimbourg possède une Vue d’un bois, portant – au dos – l’inscription de la main de l’artiste « Doorewaert » (Inv. D 1066), qui reprend la partie centrale supérieure de notre dessin. Lambert Doomer était élève de Rembrandt sans doute de 1640 à 1644, avant son voyage en France en 1644-1645, pendant lequel il réalisa une suite de dessins d’un très vif intérêt topographique. Il voyagea également en Allemagne et en Suisse, avant de s’installer à Alkmaar". |
Lambert Doomer leefde van 1624 tot 1700 |
|
Het grotbergje te Doorwerth door Cornelis van Hardenberg (1755-1843) |
Hermitage Doorwerth ca 1790 anoniem Bron Gelders Archief GM 14179. Toch dezelfde prent als hiernaast, ander titel !!! |
"Een
smal tamelijk steil voetpad leidt van daar bergafwaarts naar den
breeden kronkelenden weg, waarop, aan den ingang van een smaller pad,
het woord Duno te lezen staat. Dit volgende bereikt men het landhuis
Duunoog, bekend als een voormalig logement, gehouden door den niet
minder bekenden kok Meijer, den lateren straat-dichter. Daarna had hier
de heer Rijnenburg een instituut; doch thans verkeert het huis,
benevens de daarbij staande Belvedère, in een zeer bouwvalligen
toestand. Netjes onderhouden daarentegen is de uitspanning, bewoond
door den tuinbaas F. Rothuizen, waar de vermoeide en dorstige wandelaar
lafenis verkrijgen kan. Wil men echter, onder het genot van spijs en
drank, eene verrukkelijk schoone plaats kiezen, men verwijdere zich
eenige schreden van het tuinmanshuis, en zette zich op de plek neder,
die de onderstaande plaat te zien geeft. Daar geniet men in den vollen
zin des woords, en niet ligt zal het oog verzadigd worden bij het
aanschouwen van een natuurtooneel, dat aan zoo menig heerlijk gezicht
in Duitschland herinnert. Wil men den gezigtskring oost-, west- of
zuidwaarts uitbreiden, men begeve zich op het (thans vernieuwde)
koepeltje, en onvergetelijk zal de indruk zijn, die zelfs een
vreemdeling de woorden ontlokte: „Ik wist niet dat Nederland zoo
schoonwas!" Uit Album van Arnhem en omstreken; 1874; uitgever Bolle, Rotterdam; pagina 5 en 6 |
|
De Eijerhegge. (Eierhaeg) In het midden van het gebied van de heerlijkheid Doorwerth lag tussen andere heggen en akkermaalshout een hegge, door een der graven van Gelre eens geschonken aan het O.L. Vrouwe-klooster te Renkum. Het was de zgn. Eijerhegge, gelegen westelijk van het Wijntjesdal, oostelijk de Borghegge, en zuidelijk de weg onder langs de berg (Fonteinallee). Na 1580, toen de overheid zich ontfermde over alle kerk- en kloostergoederen, kwamen ook de bezittingen van het Renkumse klooster onder beheer van Ged. Staten van het Kwartier Veluwe. Zo werd ook de Eijerhegge beheerd door rentmeesters, die verantwoording verschuldigd waren aan de Rekenkamer. Als in 1698 het grootste deel van het oorspronkelijke Renkumse kloostergoed verkocht is, en het afzonderlijk rentambt door de Staten van de Veluwe wordt opgeheven en samengevoegd met dat van het klooster Monnikhuizen, behoort tot de nog slechts drie overgebleven posten de zgn. „Eijerhegge in het Koenenbos". Van het GLK begrijp ik dat in 1790 de kadastrale percelen van de Heerlijckheid Doorwerth in kaart werden gebracht en daarbij is de Eijerhegge vergeten. Dat een eigenaar (destijds Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck) van de Doorwerth het niet precies weet, OK, maar daarvoor heb je dan een rentmeester. En dat was destijds weer die A. Blombé Vatebender. Op 24 maart 1790 wordt de hegge door Gedeputeerden aan Mr. A. Blombé Vatebender te Arnhem in eeuwigdurende erfpacht gegeven voor 35 gulden. Deze laat hierop een landhuis bouwen, dat zich zal ontwikkelen tot het landgoed „Dunoog". De breedte van de Eijerhegge bedroeg ca. 90 meter, de lengte 340 meter. Die aankoop door Blombé Vatebender was een geweldige stunt, hij was net door Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck ontslagen vanwege wangedrag. De boekhouding van het kasteel deed toch meerdere frauduleuze zaken vermoeden. Na het ontslag kan Blombé Vatebender niet meer op het kasteel wonen, en koopt dus net dat ene stukje van de Heerlijkheid Doorwerth waarvan hij wist dat het door Rekenkamer, zeg maar Kadaster, niet aan Doorwerth was toegeschreven.Verder op meer over deze geschiedenis. Op deze kaart van Klinkenberg uit 1818 is de Eijerhegge goed te zien. De “Helle Colck” evenals het eerste "Huis ter Aa, zijn zichtbaar. |
Hieronder een uitsnede van een kaart uit 1756 van Klinkenberg. De Huneschans is goed zichtbaar In het boek: 5 jaren Geldersch Landschap 1931-1935, of: Historische gegevens over het landgoed "De Duno" uit 1936 staat een kaart waarop de grenzen van de Eijerhegge staan weer gegeven. Heb zelf het boek niet, maar zou het graag lezen. De Rijndijk bij Eijerhegge met de Duno, 1770-1795 (bron Gelders Archief) Demoed pagina 143: "Hierna vernemen we niets meer van de Eijerhegge, totdat ze bij resolutie van Ged. Staten van Veluwe dd. 24 Maart 1790 in eeuwigdurende erfpacht wordt uitgegeven aan mr. A. 0. F. Blombé Vatebender te Arnhem. Ze wordt dan beschreven als „de tot de goederen van 't convent van Renkum behoorende hegge hout staande op de zoogenaamde Eijerhegge in 't Coenderbosch beneden 't Drielsche veer." De jaarlijkse erfpachtscanon bedraagt dan 35 gld. Mr. Blombé Vatebender was geen onbekende op de Doorwerth. Hij was namelijk reeds in 1783 door Douair. Gravin Bentink-v. Aldenburg tot richter van de heerlijkheid benoemd, en vertoefde uit dien hoofde ook veel op het kasteel. Hem zal daarom ook de aanwezigheid van de Eijerhegge bekend geweest zijn, waarop hij toen ook het oog geslagen heeft om aldaar voor zich een landhuis te bouwen. Hij heeft daarmede niet lang gewacht, want wij zien reeds op de rivierkaart van F. W. Conrad, die vóór 1794 werd opgemeten, het landhuis Duunoog aangegeven. De naam Duunoog, Duinoog of Duno, schijnt vóór 1790 onbekend te zijn. De veronderstelling ligt voor de hand, dat Blombé Vatebender bij het zoeken naar een naam voor zijn landgoed, gedacht heeft aan de Huneschans, op sommige kaarten ook Duneschans geschreven. Deze verklaring ligt zeer voor de hand, omdat Duneschans zoveel als „hoge" schans betekent. Immers het woord dune, thans ook nog in ons woord duinen aanwezig, betekent hoog of verheven". |
Voorgeschiedenis.
In 1781 krijgt Charlotte Sophie van Aldenburg Bentinck de Doorwerth
definitief toegewezen en kan zij een richter benoemen. Bij haar bezoek
aan het Kasteel heeft ze haar secretaris Wipperman bij zich, die al
meer dan 20 jaar in haar dienst is en haar pleegzoon Karl Weissbrod,
die aan de Sorbonne heeft gestudeerd en tegelijk een begaafd graveur
is. Ze benoemt Mr. Blombé Vatebender
tot richter en laat een advertentie plaatsen voor een intendant. De
eisen die ze aan deze functionaris stelt, zijn niet bepaald laag.
Verlangd wordt iemand met een „caractère douce mais ferme",
hij moet Duits en Frans spreken en schrijven en goed met mensen kunnen
omgaan. Het salaris bedraagt ƒ 400,— per jaar en daar komt bij: vrij
wonen in één van de bijgebouwen, een tuin waarin door het tuinpersoneel
groenten en fruit voor hem gekweekt zullen worden, vis uit de vijvers,
brandstof en een paard. Een zekere Windt krijgt de benoeming en vervult
zijn taak tot grote tevredenheid van Charlotte Sophie. Er is ook nog
een rentmeester, Goeritz, ze kan rustig weer afreizen naar Hamburg en
zich weer wijden aan de uitgave van haar muntenverzameling. Mr A.F.O. Blombé Vatebender (xxxx-1820) was een bekende in de omgeving, in 1781 al benoemd tot richter van de Heerlijkheid Doorwerth door Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck. De toenmalige eigenaar van het kasteel. In 1790 is Blombé Vatebender door Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck ontslagen. Ze vond dat de richter tevens rentmeester en zaakwaarnemer, teveel op eigen houtje deed en persoonlijk gewin na streefde. Daarna koopt (hierboven wordt de erfpacht vermeld) Blombé Vatebender de Eijerhegge. Op dat moment dus een perceel grond als enclave binnen de Heerlijkheid Doorwerth. De enige plek die geen eigendom was van Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck. Op dat perceel laat hij een landhuis bouwen dat Duunoog genoemd wordt. Hoe lang Blombé Vatebender er gewoond heeft is niet terug te vinden. In 1801 (zie hieronder) wordt al gemeld dat het landhuis dienst doet als herberg. In 1801 wordt Blombé Vatebender benoemd tot Nationaal Procureur. In 1803 zien we een benoeming als rechtbank president in Den Haag voor de Franse bewindvoerders in ons land. In 1805 wordt bij een Staatsbesluit tot Lid in het Departementaal Gerechtshof van Gelderland, benoemd: Mr. A.F. Blombé Vatebender. In 1820 lees ik dat Jacob Nijhoff in Arnhem beneficiair de inventaris aanvaard van de boedel van de dan overleden raadsheer Blombé Vatebender. |
Rond 1789 beginnen de moeilijkheden tussen Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck en richter Mr. Blombé Vatebender.
Er waren hem enkele kamers van de Doorwerth ter beschikking gesteld,
maar hij legt beslag op het hele huis, woont er met zijn vrouw en vier
kinderen, houdt veel personeel, geeft feesten en stuurt zelden of nooit
een verantwoording naar Charlotte Sofie in Hamburg. Grootmoedig
schrijft hij Charlotte Sophie, dat wanneer zij zelf mocht willen komen,
hij natuurlijk haar appartementen zal ontruimen, mits hij tijdig
gewaarschuwd wordt. De nieuwe gevolmachtigde van de Vrouwe van de
Doorwerth is sinds 1790 Mr. Johan Schrassert, die zich op 13 aug. 1790
in gezelschap van een deurwaarder naar de Doorwerth begeeft om Mr. B.
Vatebender te gelasten, het kasteel binnen 10 dagen te ontruimen.
Blombé Vatebender deelt Charlotte Sophie mee dat hij niet wil
onderhandelen met „subalternen" en krijgt te horen dat „alleen grote
souvereinen, grote heren als hommes d'affaires hebben en dat het zeer
de vraag is of dat steeds de bekwaamsten zijn". Op 21 september 1790
laat Schrassert deuren open breken en de gewezen richter verdedigt zich
in een lijvig boekwerk, waarin Charlotte Sophie als misleid getekend
wordt. Maar zijzelf schrijft aan Schrassert: „II a fini par lui
permettre de m'y braver en la personne de mon estimable mandatair, vous
monsieur. Dieu sait que mon coeur n'a jamais desiré plus que de vivre
et de mourir en repos". De heer Windt (een door Charlotte Sofie
benoemde intendant, voelt iets meer leedvermaak. Hij beschrijft in een
brief aan Schrassert met verve hoe Mr. Vatebender aan de poort is
geweest en heeft moeten afdruipen. Windt had hem meegedeeld dat de
gewezen richter zijn bezittingen moest laten weghalen, want het regende
door in de kamer, waar ze opgeslagen waren. Tenslotte koopt Mr. Blombé
Vatebender een kleine enclave in de heerlijkheid Doorwerth en bouwt
daar een landhuis, de „Duno". Bewerkt uit : Gelre, Bijdragen en Mededelingen, Deel LXII (1965/67) pagina 247 e.v. In de 19de eeuw worden de namen Dunoog, Duno, en Duinoog door elkaar gebruikt. De naam Duinoog verwijst naar een hoge droge plek of te wel naar de Huneschans, een andere naam daarvoor was Duneschans, of te wel Hoge Schans. Lees meer over de Huneschans verderop. |
Gezicht op stuwwal en landhuis Duno bij Doorwerth. Gewassen inkttekening van Breukelmans op blauw papier met voorstelling van de stuwwal en het landhuis Duno. Het op de tekening zichtbare landhuis werd in 1794 gebouwd in opdracht van mr. A.F.O. Blombé Vatebender. Bron Huis Zypendaal en RKD. Fotografisch aangepast HB. |
|
"Op 31 Jan. 1807 transporteerde Blombé Vatebender de buitenplaats Duunoog gelegen in Dorenweerd met zijne gebouwen, houtgewassen, en tuinen op de zoogenaamde Eijerhegge in het Coenderbosch beneden het Drielse veer aan Wijnand de Groot en Rosalie C. L. de Vignon, echtelieden, wonende te Amsterdam, zulks voor de prijs van 10.500 gld. Bedoelde heer de Groot was een oud-kapitein ter zee, welke op de Duno van zijn pensioen ging genieten. De Groot was echter niet de enige bewoner van het huis, want ook zijn zwager, de heer M. J. Macaré woonde er met zijn echtgenote. Laatstgenoemde ontving op 18 Juli 1808 nog bezoek van koning Lodewijk, aan wien zij het landgoed lieten zien. De koning uitte zijn bewondering hierover, waarbij de „Cascaden" en natuurlijk de vergezichten over de Betuwe zijn bijzondere belangstelling hadden. Dit verhaal vinden wij opgetekend in het familieboek van Bossevain „Onze Voortrekkers". Uit Demoed pagina 144 | |
In 1807 worden oud-kapitein-ter-zee Wijnand de Grote en Rosalie C.L. de Vignon de eigenaar. Zij betalen 10.500 gulden. De echtelieden woonden op het landgoed tezamen met Meinard Johan Macaré (1765 -1818), voormalig boekhouder bij de kamer Zeeland van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en zijn echtgenote. Laatstgenoemde ontving op 18 juli 1808 koning Lodewijk op het landgoed, die bewonderd keek naar de "cascaden" en de vergezichten over de oostelijke Betuwe. | Na de families de Grote en Macaré is de Duno bewoond door de familie Bossevain. |
.In 1831 wordt de Duno verkocht aan Johan Frederik Kruse. (1764-1834). Informatie uit HisGis Gelderland, op basis van het gedigitaliseerde kadaster uit 1832: Doorwerth C57 de erven Johan Frederik Kruse rentenier te Doorwerth, totale oppervlakte 13140 m². Bij het Kadaster kent men in 1832 dus als eigenaar: de erven van de heer Kruse die volgens andere info eerst in 1834 overlijdt. Johan Frederik (Jan) Kruse, 12-02-1764 overleden 18-02-1834, gehuwd met Margaretha Elisabeth Reuter geb. 07-09-1783 overl. 09-12-1854 en beiden liggen onder een zerk naast de Kerk op de Heuvel in Heelsum. Ze hebben één kind: Johannes Frederikus Kruse (1817 - † 26 november, 1892 te Zeist) |
Uit HisGis De belvedère staat er dus al in 1832 en wordt door het Kadaster een terrein van vermaak, genoemd. |
In 1831 wordt de Duno (op dat moment 3 ha) verkocht aan Johan Frederik Kruse
(1765-1834) elders J.F. Kroese). Kruse gaat er ook wonen en als Isaac
Anne Nijhoff de Duno bezoekt maakt hij er een verslag van in zijn boek:
Nijhof; Wandelingen; 1824, pagina 63. De erven Kruse verkopen de Duno
in 1845 aan J.A.P. baron van Brakell, sinds 1837 de nieuwe eigenaar en
bewoner van kasteel Doorwerth. De baron wil de enclave in zijn gebied
inlijven. De baron laat ten zuidoosten van Duinoog een panoramatoren
bouwen. Deze uitkijktoren trekt veel belangstelling. De naam Duinoog
veranderde in het kortere Duno. Als je deze tekening vergelijkt met de
prent er onder (uit 1870), dan klopt er iets niet qua jaartelling of de
tekenaar heeft veel romantische vrijheid genomen. De uitkijk toren
lijkt wel op de toren in de tekening uit 1846. Dat is dus slechts een
kleine koepeltoren. De hogere uitkijktoren stond net ten zuiden van het
ANWB bord op de Dunolaan. Als je daar naar het zuiden gaat kun je links
of rechts aanhouden. Het wat hoger gelegen bos, was de locatie van de
toren. Te huur: Het landgoed Duno gelegen in de Heerlijkheid Doorwerth, in de nabijheid van het Wolfheezer-Station van den Rijn-Spoorweg, waarmede hetzelve door eenen Straatweg in onmiddelijk verband staat, verheft zich, om deszelfs uitstekend schoone liging en daarbij gevoegde doelmatige inrichting der heerenhuizinge met koetshuis en stallen, tuinmanswoning, Oranjerie, en boerderij, belvedère, paviljoens, fontein-en waterwerken en verder de schoonste landgoederen die in Arnhems omstreken worden aangetroffen. Hetzelve wordt te huur Mei aanst. of vroeger te aanvaarden, Gemeubileerd of de Zomermaanden; of voor één of meerdere jaren, Belanghebbenden adresseren aan het Kasteel Doorwerth. Uit Algemeen Handelsblad van 14-04-1845, |
Uit: Dorenweerd, van heerlijkheid tot dorp. Aleid van de Bunt; 1974. "De Duno" is enkele keren van eigenaar verwisseld en wordt tenslotte gekocht door baron van Brakell, die het huis weer als logement verhuurt. Het is niet bepaald een bloeiende aangelegenheid, de pachters komen en gaan. Een tijdlang wordt het gepromoveerd tot kostschool, schijnbaar ook zonder veel succes. En dat, terwijl er nog wel zo’n aardige belvedère bij staat, een uitzichttoren, één van de uitvindingen, waar de 19e eeuw sterk in is. Maar de geruchten willen, dat de huurprijs niet minder dan hfl 2.000 per jaar bedraagt." |
De baron van Brakell van Doorwerth,
onvermoeid om zijne domeinen tot den luister te verheffen, waarvoor de
natuur ze bestemd heeft, wil die ook tot een verlustigingsoord van het
algemeen maken. Te dien einde zal er door zijne zorgen op het fraaije,
zoo trotsch aan den Rijn gelegen landgoed Duno, (Duinoog), door den
heer J. Zomerdijk Bussink, van Deventer (thans reeds zoo gunstig in
zijn vak bekend) eene restauratie worden opgerigt, terwijl eene
Omnibusdienst van het station Wolfhees naar dit etablissement, hetzelve
in directe verbinding met den Rijnspoorweg zal stellen. Uit het Utrechtsche provinciale en stads-courant: algemeen advertentieblad 11-10-1844 |
Het schijnt thans zeker te zijn dat de eigenaar van de uitgestrekte heerlijkheid Doorwerth het aan zijn erf grenzende buitengoed de Duinoog heeft aangekocht, hetgeen den baron van Brakell de gelegenheid zal openen van zijn eigendom te verfraaijen en uit te breiden. Wanneer het vroeger geopperde plan nu ook tot stand mogt komen om een straatweg aan te leggen, onderlangs door Oosterbeek loopende, en over Rosande den openbaren weg naderende, dan voorzeker zoude weldra de Doorwerth, met deszelfs antieke Burg en eeuwen heugens geboomte, tot een der meest bezochte plekjes, uit het des zomers zoo druk bezochte Gelderland behooren, en eene gelegenheid tot morgen- en middag-toertjes aanbieden, waarvan men te vergeefsch elders in ons land de wedergade zoeken zal. Behalven het voordeel daarin op den duur voor de Doorwerth zelve gelegen, welke nu een groot gedeelte des jaars van die zijde niet toegankelijk is, zoude de Heer baron van Brakell daardoor alle bezoekers van Gelderland ten duurste aan zich verpligten. Aan deze zijde van Arnhem toch bezit het landschap eene bekoorlijkheid, die men nergens elders zoo aantreft, en die gedurig meer bezoekers naar deze streken lokt, iets dat voorzeker nog zal toenemen zoodra de ijzeren spoorweg tot Arnhem toe voltooid zal zijn. Uit het Algemeen Handelsblad 12-02-1844 |
De baron J.A.P. baron van Brakell
verhuurt het landhuis als uitspanning, maar de huur is dusdanig hoog
dat er verval intreed. Het pand doet nog een poosje dienst als
kostschool. Na 1860 zijn er geen pachters meer voor de uitspanning meer
te vinden en komt het leeg te staan. Algemeen Handelsblad 12-09-1844 Verhuring van het overschoon gelegen landgoed Duno bij Arnhem. Het Landgoed Duno, gelegen in de Heerlijkheid Doorwerth, in de nabijheid van het Wolfheezer-Station van den Rijn-Spoorweg, waarmede hetzelve door eenen Straatweg in onmiddellijk verband staat, verheft zich, om deszelfs uitstekend schoone ligging en daarbij gevoegde doelmatige ingericht HEERENHUIS, met Koetshuis en Stallen, Tuinmanswoning, Oranjerie en Broeijerij, Belvedère, Paviljoens, Fontein- en Waterwerken en verdere aanhoorigheden, boven de Schoonste Landgoederen, die in Arnhems omstreken worden aangetroffen. Hetzelve wordt te Huur aangeboden, tegen Mei aanst. of vroeger te aanvaarden, Gemeubileerd of Ongemeubil., voor de Zomermaanden; of voor één of meerdere jaren, volgens nadere overeenkomst. Belanghebbenden adresseren hunne brieven franco ter Secretarie van het Kasteel Doorwerth. Uit het Algemeen Handelsblad van 08-04-1845 Uit de Arnhemse courant van 20-06-1847 Ook de erven blijven verhuren en verbreken een bestaand contract: Het Hotel Duno, doelmatig van Meubelen voorzien, is alsnog Te Huur, opengesteld, vermits de Huur-overeenkomst met den Heer ten CATE is verbroken. Ook is men niet ongenegen hetzelve voor dit Zomer -seizoen aan eene of meerdere Familiën te verhuren. Belanghebbenden vervoegen zich ter Secretarie van het Kasteel Doorwerth. 29-05-1854 in de Opregte Haarlemsche Courant. |
Wageningse Courant 13-08-1857 Te huur tegen Mei 1859 of vroeger, het om deszelfs overschoone ligging bekende Verblijf Duno, bestaande uit Heerenhuis, Koetshuis, Stalling, Moestuin, Tuinmanswoning, Oranjerie, Belvedère en Wandelingen. Alles gelegen te Doorwerth, 1 uur afstands van Arnhem, half uur van het station Wolfheeze. Door vertrek van den tegenwoordigen huurder buiten 's lands, bestaat de gelegenheid tot overneming van het ameublement. Brieven franco, ter secretarie van het kasteel Doorwerth. 25-10-1858 in de Opregte Haarlemsche Courant
Het
Landhuis - logement op de Duno (rond 1870), met in het midden de
uitkijktoren. Een aquarel van Alexander Ver Huell (1822-1897) Gem.
Museum Arnhem.
Uit het blad Nieuwe Bijdragen ter Bevordering van het Onderwijs en Opvoeding, pagina 988, van september 1863: De twee bijzondere scholen zijn opgeheven door verplaatsing naar elders, die van L. Rijnenberg (kostschool voor jonge heren) naar het landgoed Duno, die van l. Rijnenberg (kostschool voor jonge juffrouwen) naar Bemmel. Uit het adresboek van 1962- en 63: Het huis op den Duno staat ledig. F. Rothuizen, tuinman en kastelein op den Duno. Uit het boek: Nieuwe bijdragen ter bevordering van het onderwijs en de opvoeding, voornamelijk met betrekking tot de lagere scholen in het Koninkrijk der Nederlanden voor het jaar 1865: DOORWERTH. De onderwijzer L. RIJNENBERG, die in 1863 op den huize Duno eene niet gesubsidieerde Bijzondere kostschool voor jonge heeren had geopend, heeft deze gemeente verlaten. Dien ten gevolge moet zijne school als gesloten worden geacht. Niet de Duno, maar de ernaast gelegen Oorsprong, wordt ook door de erven van Baron van Brakell verhuurt: VERHURING VAN DE OORSPRONG. Met 1 Mei e. k. is TE HUUR , het om deszelfs schoone ligging bekende BUITENVERBLIJF, DE OORSPRONG, gelegen te Oosterbeek, bestaande in HEERENHUIS met KOETSHUIS en STAL, ruimen TUIN en BOOMGAARD ; benevens Terrein van Vermaak. Te bevragen bij den Heer J. STROEVE- Bz., te Amsterdam, en ter Secretarie van het Kasteel DOORWERTH. Uit Algemeen Handelsblad 11-04-1855 |
Eigenaren van de Duno 1837-1889: De baron J.A.P. baron van Brakell overlijdt in 1853 en zijn weduwe in 1878. Kennelijk is er onenigheid over de verdeling van de erfenis: het gehele grondgebied van de voormalige Heerlijkheid Doorwerth. Zo van Westerbouwing tot Noordberg. Evenals de Oorsprong, Hoog-Oorsprong en Wolfheze. Ook een strook grond aan de overkant van den Rijn behoorde er toe. De boedelscheiding heeft eerst plaats in 1880. In een krantenartikel uit 1936 in de Arnhemse courant: Brieven uit Oosterbeek; Doorwerth in het laatst van de vorige eeuw, worden achtereen volgens als eigenaar van de Duno genoemd: - Louise Constance Jeanne van Brakell (1831-1884), dochter van de heer van Brakell van Wadenoyen en Doorwerth en gehuwd (in 1854) met Henri de Smeth (1821-1870) (eerste huwelijk), eigenaar van 1880 tot 1884. - De kinderen uit haar eerste huwelijk: Theodore Baron de Smeth (1855-1924) en Paul Arnold Jacob Baron de Smeth (1857-1941). Eigenaren van 1884 tot 1898; - De heer van Lansbergen (huurder); - De heer Scheffer. |
Uit de Arnhemsche courant van 25-01-1936 |
Een bewerkt werk van M. Vos uit Oosterbeek. Het Gelders Archief geeft aan dat dit werk gemaakt is tussen 1861 en 1867 |
|
Omdat het huis op de Duno leeg komt te staan is er op een gegeven moment Louise Constance Jeanne van Brakell (1831-1884), dochter van J.A.P. baron van Brakell er gaan wonen. Louise is in 1854 met Henri de Smeth (1821-1870) gehuwd. Henri was oa. kamerheer van Koning Willem III. Na de dood van Henri in 1870 hertrouwde Louise in 1879 met Jan Werner van Pallandt,
heer van Oud-Beijerland (1835-1907). Het echtpaar blijft na de
uiteindelijke verdeling van de erfenis in 1880 op de Duno wonen. Van
Pallandt breekt het oude logement af en bouwt in 1883 een trots
landhuis. Na het overlijden van Louise op 26 juli 1884 op de Duno,
verkoopt haar man, Jan Werner van Pallandt, het hele bezit. Niet echt duidelijk is wanneer nu De Duno verkocht wordt. Er worden meerdere jaartallen voor de verkoop van de Duno genoemd. Veel andere auteurs gaan er vanuit dat de heer Scheffer dan de koper is. Zelf zie ik vaak de kinderen van Louise als eigenaar van de Duno (of een gedeelte ervan) in meerdere advertenties (zie hieronder). |
|
De
kinderen van Louise van Brakell uit haar eerste huwelijk worden in 1884
samen eigenaar van de Duno: Theodore Baron de Smeth (1855-1924) en Paul
Arnold Jacob Baron de Smeth (1857-1941). Of ze zelf op de Duno gaan wonen? P.A.J. De Smeth van Alphen koopt in 1887 een pand in Den Haag aan de Prinsessegracht 29. Handig, Paul was kamerheer in bijzondere dienst van Koningin Wilhelmina. Op het moment van verwerving in 1884 door de broers, woont Theodore in Parijs en woont Paul in Londen, Engeland. Bij Bouwer is te lezen dat de eigenaren veel in het buitenland verbleven. Het landhuis stond veel leeg en de bossen werden verwaarloosd. (pagina 336). Neem nu aan dat de Duno door Jan Werner van Pallandt de Duno niet verkoopt, doch zijn beide zonen de Duno erven in 1886 van hun moeder, Louise Constance Jeanne van Brakell. Hieronder een uitsnede van de Kadaster registratie. In deze advertentie uit 1884 worden de broers De Smeth genoemd als eigenaren van twee percelen, waaronder "om den Duno". In latere advertenties zie ik alleen P.A.J. De Smeth van Alphen. Arnhemsche courant 13-10-1884 |
Arnhemsche courant 8-2-1884 "ARNHEM, 7 Febr. Het schijnt thans zeker te zijn dat de eigenaar van de uitgestrekte heerlijkheid Doorwerth het aan zijn grenzende buitengoed de Duinoog heeft aangekocht, hetgeen den baron van Brakell de gelegenheid zal openen van zijn eigendom te verfraaijen en uit te breiden. Wanneer het vroeger geopperde plan nu ook tot stand mogt komen om een straatweg aan te leggen, onderlangs door Oosterbeek loopende, en over Rosande den openbaren weg naderende, dan voorzeker zoude weldra de Doorwerth , met deszelfs antieke Burg en eeuwen heugens geboomte , tot een der meest bezochte plekjes, uit het des zomers zoo druk bezochte Gelderland behooren, en eene gelegenheid tot morgen- en middag-toertjes aanbieden, waarvan men te vergeefsch elders in ons land de wedergade zoeken zal. Behalven het voordeel daarin op den duur voor de Doorwerth zelve gelegen, welke nu een groot gedeelte des jaars van die zijde niet toegankelijk is , zoude de Heer baron van Brakell daardoor alle bezoekers van Gelderland ten duurste aan zich verpligten. Aan deze zijde van Arnhem toch bezit het landschap eene bekoorlijkheid, die men nergens elders zoo aantreft, en die gedurig meer bezoekers naar deze streken lokt, iets dat voorzeker nog zal toenemen zoodra de ijzeren spoorweg tot Arnhem toe voltooid zal zijn". Uit het Algemeen Handelsblad van 12-02-1844 |
Alle eigenaren op één stuk van het Kadaster. Achtereen volgens; de dochter van de baron van Brakell, haar eerste echtgenoot De Smeth, haar tweede echtgenoot Van Pallandt en daarna de twee kinderen uit het eerste huwelijk: Paul en Theodore. |
|
Advertenties
uit 1891, 1893 en 1895. P.A.J. De Smeth van Alphen wordt door de
notaris als eigenaar genoemd voor wat betreft meerdere percelen bomen
onder de Duno, bij de aanlegplaats op de Nederrijn. Nergens wordt de
Duno zelf genoemd. Arnhemsche courant 23-01-1893 Arnhemsche courant 28-01-1895 |
Uit: De Graafschap-bode : nieuws- en advertentieblad voor stad- en ambt-Doetinchem, Hummelo en Keppel, Wehl, Zeddam, 's Heerenberg, Ulft, Gendringen, Sillevolde, Terborg, Varsseveld, Dinxperlo, Aalten, Breedevoorde, Lichtenvoorde, Groenlo, Neede, Eibergen, Borculo 10-10-1891 Voor Paul de Smeth van Alphen wordt het gras in de uiterwaarden bij de Duno verkocht. Advertentie in de Arnhemsche courant van 09-06-1890 |
Een ansichtkaart van de Duno. Er zijn op de Duno, bij kasteel Doorwerth meerdere afgravingen geweest. Die zijn nu nog goed te zien. Deze ansicht zal uit een periode zijn dat men net klaar was met de afgraving en grondwater heeft een kuil gevuld. |
|
De Duno afgesloten. De Duno is op meerdere tijden (rond 1883 en 1924 - 1932) afgesloten geweest voor het publiek. Een kleine vast niet complete inventarisatie: DUNO. De ondergeteekende heeft in last het publiek bekend te maken, dat van af heden het geheele Landgoed Duno met inbegrip van de Hunneschans voor WANDELAARS is gesloten. Hoe ongaarne ook, moet dit besluit worden genomen wegens verregaande baldadigheid, het bederven van Plantsoen, Opschriften enz., waaraan zich sommige bezoekers schuldig maken. De boschbrand op Zondag 11, door moedwil of laakbare onachtzaamheid ontstaan, een gedeelte bosch bij de Hunneschans aangetast hebbende, is met krachtinspanning door de bewoners van het Landgoed gebluscht ten aanschouwen van een gezelschap, waaronder rookende heeren, die op eenigen afstand van den brand zich bevonden. Nu het Landgoed Duno voor het publiek is gesloten, zij men wel indachtig, dat door verdubbeld toezicht van zijn recht zal worden gebruik gemaakt om wandelaars te verwijderen. (de tekst in de krant staat hiernaast) Doorwerth , J. G. H. van der Dussen, 4 Julij 1883. Rentmeester. De Oosterbeekse V.V.V. vraagt de heer Scheffer in april 1895 om vrije wandeling op de Duno; deze verwijst hen naar de eigenaar Baron de Smeth van Aphen. Scheffer laat in 1898, als nieuwe eigenaar, een rij- en wandelweg aanleggen vanaf 'Boersberg' langs de 'Kapelleboom' naar het landgoed de Duno. De Duno zelf blijft gesloten. In juli 1915 wordt de Duno voor wandelaars weer beperkt opengesteld: Arnhemse Courant Scheffer verbiedt tot zijn leedwezen op 18 augustus 1916 weer de wandelingen op de Duno. De afgegeven wandelkaarten worden ongeldig. Arnhemse Courant 06-09-1916: Gisteren eischte het openbaar ministerie bij de Rechtbank alhier een gevangenisstraf van 8 dagen tegen J. H. N. en K. de H., beiden te Oosterbeek, wegens vernieling. De zaak betrof een quaestie, oorspronkelijk ontstaan tusschen den heer Sch. van de „Duno" en den kooper van het Huis ter Aa, den heer W. De heer Sch. had nl. een weg bij de Duno doen afsluiten en de heer W. beweerde dat deze afsluiting onrechtmatig was. Ook andere personen, die belang hebben bij het verkeer over dien weg kozen partij in dezen strijd. Op 11 Juni j.l. heeft nu bovengenoemden K. de H., in hoedanigheid van chef der op het Huis ter Aa, gevestigde rijwielbandenfabriek, aan den opzichter J. H. N. last gegeven, het op den weg geplaatste hek met geweld te openen, hetgeen is geschied. Des middags, van dienzelfden dag heeft vervolgens den chef zelf het slot van het hek vernield, nadat het namens den heer Sch. weder was hersteld. De eerste beklaagde zegt voor de Rechtbank dat hij slechts als ondergeschikte op last van zijn superieur heeft gehandeld en laatstgenoemde erkent dit, doch beweert dat hij het recht van verkeer heeft over den onderwerpelijken weg en zegt dat hij zal voortgaan met de afsluiting te verbreken zoo vaak hij den weg afgesloten vindt. De Rechtbank zal 12 September a,s. in deze zaak uitspraak doen. Eerst na de Scheffer periode is de Duno (soms) weer te bezoeken, zie hieronder. |
Arnhemsche courant van 06-07-1883 Gedeelte van een wandelkaart uit 1878 van K, vd Zande voor Stenfert Kroese Arnhem, bron G.A. Eerst vanaf 1 mei 1932, als het Geldersch Landschap formeel eigenaar is, zijn er tegen een gering bedrag toegangskaarten aan te schaffen en kan het publiek het landgoed de Duno weer bezoeken. „De Duno" is thans opengesteld voor de leden van de stichting „Het Geldersche Landschap" en voor hen, die in het bezit zijn van een wandelkaart. Om deze kaart voor het geheele jaar te verkrijgen, heeft men zich mondeling of schriftelijk te vervoegen bij het bureau der Vereeniging O. V. V., Annastraat, Oosterbeek, het Verkeershuis te Arnhem, het hotel „De Duno", en andere belangrijke hotels, het kasteel Doorwerth en den boekhandel Romjjn te Oosterbeek. Het spreekt van zelf, dat de stichting „Het Geldersche Landschap", die ook de landgoederen „de Warnsborn" bij Arnhem en „de Delle" bij Heerde" bezit en toegankelijk stelt gaarne de bezoekers van de Duno onder haar leden zou tellen. Om lid te worden kan men zich ook tot bovengenoemde bureau's wenden, alsmede tot den heer F. F. van der Ven, burgemeester van Geldermalsen te Rijswijk (Betuwe), Secretaris der stichting. Wij wekken een ieder op den prachtigen Duno te bezoeken: Uit de Arnhemsche courant van 11-04-1933. |
In
1888 organiseert notaris A. Moll te Arnhem bij inzet (26 juni) en
daarna bij toeslag (10 juli) een veiling om de Duno te verkopen. De
verkopers in de notariële acte zijn: Theodore Baron de Smeth van Deurne
en Paul Arnold Jaques Baron de Smeth van Alphen. Zij verschijnen niet
in persoon, doch worden vertegenwoordigd door Jacob Gerard Hendrik van
de Dussen, wonende te Heelsum. Uit de veilingbrochure van de Duno in 1888 Het theehuis op de voorgrond wordt later door Scheffer, Voorhoeve, de Rijnkoepel genoemd |
|
Het huis op de Duno, van ??, wanneer ?? |
Een tekening van F. Weissenbruch uit de periode 1800 - 1899. Wanneer ?? Uitzicht vanaf de Duno Een tekening van Alexander Ver Huell uit 1857. De eerste uitkijktoren staat er al op, Geheel links kasteel Doorwerth. Op de voorgrond het veer naar Driel. |
In 1888 bestaat het landgoed Duno
uit het Huis de Duno (genoemd als zomer- en winterverblijf), met
koetshuis en paardenstallen, een tuinmanswoning, een tuin, een
belvedère en een terrein van vermaak. Voorts zijn er opbrengsten uit de
bossen voor wat betreft hout en wild. Daarnaast horen de uiterwaarden
met klei voor de steenfabrieken en de rijswaarden of grienden: Langs de
benedenrivieren gelegen buitendijksche grond met griend of
rijswaardenhout begroeit. Alles ter samen een oppervlakte van bijna 129
ha. Iets verder op in deze brochure wordt de "métairie Ter Aa" beschreven, deze zou enige jaren voor 1888 gebouwd zijn, en bestaan uit woonhuis met erf, veestallen, bergschuur, hooiberg, tuin, boomgaard, weiland en losplaats en benevens de grintweg bekend als Fonteinallee of Weg Onderlangs. Een métairie is een in bedrijf zijnde boerderij. De boerderij Ter Aa, staat op de kaart aangegeven als zijnde Huis ter Aa, onder in het Seelbeekdal bij de Fonteinallee. Later bouwt Scheffer een "Huis ter Aa" genoemd naar deze boerderij. Zie de kaart uit de brochure hier onder. De naam Ter Aa, of Gat van ter Aa, komt al op oude kaarten voor oa die van Nicolaas Geelkercken rond 1650. De boerderij Ter Aa wordt in 1888-89 gehuurd door Steven Kleinpaste voor een bedrag van hfl 800,- per jaar. De huurprijs is inclusief het recht tot tolheffing op de Fonteinallee. Het huurcontract loopt volgens de veiling brochure minstens tot 1 februari 1891. Het latere tolhuis staat in 1888 nog niet op de kaart. Steven Kleinpaste is tevens opzichter op de Duno. In verkoop advertenties voor mijnhout, masthout, e.d. zie je de jaartallen 1894 en 1895, waarin Kleinpaste genoemd wordt. De koper van de Duno verkrijgt het geheel of perceel eerst nadat de huur of pacht is afgelopen. Dat verschilt per perceel. Veelal is de ingangsdatum 1 januari 1989 tot 1 mei 1889. |
Uit de veilingbrochure van de Duno in 1888 |
Uit de veilingbrochure van de Duno in 1888 De kavel van de Duno, lijkt nog vrij aardig op de oorspronkelijk kavel van de Eijerhegge. |
|
Volgens de Arnhemsche courant van 25-01-1936 (hierboven), is de heer
van Lansbergen na de broers De Smeth, eigenaar geweest. Kennelijk een
typo bij de krant. Waarschijnlijk is van Lansbergen alleen huurder
geweest. Johan Wilhelm van Lansberge (1830-1903) oa Gouverneur-generaal van Nederlands Indië, heeft na zijn pensionering de Duno gekocht. Hij was in 1871-1875 gezant in Brussel en werd toen tot landvoogd benoemd: Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië, van 26 maart 1875 tot 12 april 1881. In 1891 verhuist hij van de Duno naar Brummen, De Rees. Hij komt te overlijden in Menton, Frankrijk op 17 december 1905. Hij was gehuwd met mw. Rafaéla Romoalda Ricarda del Villar y Battle, het huwelijk bleef kinderloos. Link Uit andere berichten komen andere data naar voren. Elders lees ik: Op 12 April 1881 trad hij als gouverneur generaal af en vertrok hij naar Nederland, waar hij 21 Mei 1881 aankwam. Hij vestigde zich metterwoon op de Havezathe de Rees nabij Brummen; later woonde hij afwisselend te Mentone en op de Duno bij Oosterbeek, om zich ten slotte in 's Gravenhage te vestigen. Ook hier te lezen: Van 1880 tot 1891 is van Landsbergen bewoner van de Havezathe Rees bij Brummen. Vermoedelijk dus woonachtig op de Duno vanaf 1889 tot en met ongeveer 1895. Uit Haagsche courant 25-09-1889 Uit Arnhemsche courant 24-08-1891 |
In de krant: De
prachtige collectie orchideeën van den heer van Landsbergen, op den
huize „de Duno", onder Doorwerth, is verkocht aan den heer Rambonnet te
Apeldoorn voor f30.000. Uit de Haagsche courant van 17-07-1895. foto van Wikipedia Of de heer van Lansbergen er gewoond heeft? Kennelijk wel, zie de advertentie hier naast, maar of hij ook de eigenaar was? De bewoning door van Lansbergen vult wel een gat tussen 1889 en 1898 als Scheffer echt in beeld komt. Neem nu aan dat Scheffer en van Lansbergen elkaar gekend hebben. |
Wanneer koopt nu Scheffer de Duno? Uit de krant: Scheffer verhuisd naar de Duno in 1894. In 1895 huwt Scheffer op de Duno met zijn tweede vrouw. Het "Huis ter Aa" is ontstaan nadat de heer Scheffer in 1888 het landgoed "de Duno" had aangekocht. Uit Demoed; De Westelijke Veluwezoom in oude ansichten, pagina 128, 1968 Het laat-18de-eeuwse Huis te Duno werd in 1888 gekocht door cacaohandelaar J.W.F. Scheffer. Uit Monumenten in Nederland. Gelderland. Door Ronald Stenvert, Chris Kolman, Sabine Broekhoven, Ben Olde Meierink en Marc Tenten. Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist / Waanders Uitgevers, Zwolle 2000. In Van de Bunt; Dorenweerd. Van heerlijkheid tot dorp uit 1974. op pagina 50, staat dat van Pallandt in 1888 het hele bezit aan de heer Joseph Willem Frederik Scheffer verkoopt. In Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed; 1953, pagina 145-146 staat dat Scheffer in 1888 koopt op een veiling. In 1898 kocht de heer J.W.F. Scheffer De Duno. Hij stichtte ‘Modelboerderij Het Huis ter Aa’ langs de Seelbeek. Volgens Amber Luttmer die in 2006 een beschijving van de Duno maakte voor de eigenaar het GLK Willem de Bruin heeft het in zijn boek: Je moet hier zijn geweest: Oosterbeek; 2014; over de aankoop van de Duno in 1898 Bouwer: pagina 336; In 1898 is het landgoed op een publieke veiling voor 193.000 gulden gekocht door Joseph Willem Frederik Scheffer. |
Jan van der Wal; Langs het tuinpad van mijn voorvaders; pagina 13: Scheffer koopt voor Hfl. 195.000,= op 10 juli 1888. En een ander een bericht dat Dhr. J.W. Scheffer eerst rond 23-07-1898 eigenaar van de Duno wordt. Tussen 1898 – 1917 was de Duno eigendom van Scheffer. In 1898 kocht de heer J.W.F. Scheffer De Duno. Zelf ga ik uit van 1898 voor wat betreft de aankoop door Scheffer. Scheffer heeft net als van Lansbergen het huis eerder gehuurd. Uit de Telegraaf van 30-09-1894 |
Joseph Willem Frederik Scheffer
(Willem) (elders Jozef) (geboren te Portugaal op 28 december 1846 -
overleden op 17 juli 1917 in Huize Jacoher te Doorwerth), huwt in 1876
met Geertruida Catharina van Houten te Weesp (1851-1893). Hij was toen
29 jaar oud. Geertruida was de dochter van de chocoladefabrikant van
Houten te Weesp. Uit dit eerste huwelijk kennen we een aangenomen zoon:
Franz Scheffer. Scheffer wordt in 1876 procuratiehouder en vanaf 1883
medefirmant bij van Houten. Hij deed daar onder andere de reclame. Na
het overlijden in 1893 van Geertruida verslechtert de verhouding met
zijn schoonfamilie dusdanig dat hij in 1907 door de familie van Houten
uitgekocht werd. In 1895 huwt Scheffer met Jacoba Cornelia Hermina
Scheffer (1871-1911) te Doorwerth. Willem Scheffer was toen 48 jaar oud. Scheffer laat meerdere woningen bouwen: de Viersprong (later Jacoher), Pretty Home (later Beukenhof?), Forest Hill (of Eikenhof), Zorgvlied (of Zorgvliet) (andere naam De Vijverberg en de latere Christelijke (Nationale) Lagere School Heveadorp), de Vrede, de Vreugd, de Zaaier (naam sinds 1937) Post en Enk, de Pauw, de Bloem en de Vrucht. Huize Zorgvlied heet later De Vijverberg, ze hebben hetzelfde kadastrale nummer 687. En de Vijverberg wordt later een Christelijke Lagere School. Verwoest tijdens de Slag bij Arnhem in 1944, afgebroken in 1953. In 1908 richt Scheffer de NV Modelboerderij Huis ter Aa op. Het begin is er al eerder. Huis ter Aa wordt al genoemd in 1903 en 1904. Scheffer begint rond 1901 met een complex beneden bij de Nederrijn, maar al snel besloot hij het hoger gelegen deel van het dal te egaliseren. Het gehele gebouwencomplex wordt omsloten door een kunstig gesmeed hekwerk. In 1908 wordt het echt groots aangepast, er is een aanbesteding in café de Westerbouwing waarbij 30.000 kilo roggestroo voor de Modelboerderij gekocht wordt. |
Arnhemsche courant 09-05-1895 Leuke bijverdienste voor Scheffer? Arnhemsche courant 30-12-1899 Huize de Viersprong of Jacoher wordt in 1908 (1909 volgens van der Straaten) aan de Oude Oosterbeekseweg gebouwd. Vaak zie ik als bewoner de pleegzoon van Scheffer: Franz Scheffer. Later zie je in advertenties dat Scheffer er zelf ook woont. De naam komt kennelijk van de samenvoeging van de voornamen van Jacoba Cornelia Hermina Scheffer, een nichtje waar Scheffer in 1896 mee huwt. J.W.F Scheffer heeft ook een villa Jacoher, aan de 1e Rusthoekstraat 13 in Scheveningen. Het adres uit 1914 en in 1915 heeft hij daar telefoonnr. S 250. De naam villa is wat overdreven, het pand bestaat nog steeds. In november 1911 overleed Jacoba Cornelia Hermina Scheffer, de tweede echtgenote van Scheffer. |
De Modelboerderij Huis ter Aa. Advertentie uit Nieuwsblad van Friesland: Hepkema's courant 21-12-1907 In 1908 richten enkele medici en directeuren van keuringsdiensten het Genootschap voor Melkkunde op. Vooral om voorlichting te verstrekken aan overheid en burgers aangaande het belang van schone en goede melk. Particuliere ondernemers zoals Scheffer gingen modelboerderijen oprichten waar de melk onder extreem hygiënische omstandigheden werd gewonnen en verwerkt, waarna het na koeling onverhit werd vervoerd naar de afnemers. Scheffer richt in 1908 de modelboerderij en melkfabriek Huis ter Aa op. Het werd een schitterend gebouwencomplex, omsloten door kunstig gesmede hekken. De advertentie hierboven laat zien dat Scheffer hier al langer mee bezig was. In 1908 blijkt dat Scheffer ook serieus bezig is: De Melk, Boter en Karnemelk der Model-Boerderij ,,Het Huis ter Aa" te Doorwerth staan onder voortdurend toezicht van de Bacterioloog C. J. Koning te Bussum. Voor de modelboerderij liet Scheffer in 1909 een brochure maken. Daarin werd nog eens herinnerd aan de treurige situatie in de praktijk: ‘Op weinig gunstige uitzonderingen na, zal men verbaasd staan over de verregaand vervuilde melkgevende dieren, over de zeer onzindelijke kleeding van het melkpersoneel, over de vuile wijze van melken, over de zeer afkeuringswaardige wijze van velen om in de handen te spuwen, voordat zij met het melken beginnen.’ Nee, dan ging men op het Huis ter Aa heel anders te werk. De fraaie brochure met veel foto’s – die ook als prentbriefkaarten werden uitgegeven – meldde: ‘Elken ochtend worden de koeien geroskamd, geborsteld en wascht men ook de staarten af.’ Aan de melkwinning werd bijzondere aandacht besteed, dat sprak haast voor zichzelf. Uit Friesland had men twintig melkknechten aangetrokken. Op de melkknechts wordt bijzonder toegezien. Ter wille van de afdoende controle worden geen getrouwden als melkknechts aangenomen en stelt de directie de eisch, dat de melkknechts op de boerderij zullen inwonen. Zij zijn verplicht eenmaal per week een bad te nemen. In een viertal stallen – tot manshoogte betegeld – werden zo’n tweehonderd melkkoeien gehouden. Wanneer de koeien ’s zomers in de wei liepen waren rond de Rijn hekken geplaatst, de koeien mochten alleen het gezuiverde water drinken. Ook werd de melk dan direct gekoeld in een wagen, ‘waarvan de kap bedekt wordt met natte doeken, om de temperatuur in den wagen laag te houden’. Na behandeling werd de melk gekoeld vervoerd naar de afnemers in grote steden als Arnhem (Spijkerstraat 6) (Steenstraat 46) (Sonsbeek paviljoen), Nijmegen (Stijn Buijsstraat 38) (Van Broeckhuijzenstraat 11) (Bergendalscheweg 22 a), Utrecht (Domsteeg 3), Heelsum, Renkum (Dorpsstraat) en Amsterdam. Maar al snel bleek een rendabele bedrijfsvoering vrijwel niet uitvoerbaar. Scheffer vond er het volgende op: hij maakte afspraken met zes hotelrestaurants in de buurt va Arnhem, waar alleen melk uit de modelboerderij verkocht mocht worden. Het Sonsbeek Paviljoen / Theeschenkerij / Theepit werd van 1910 tot 1914 geëxploiteerd door J.W.F. Scheffer. In het bijzonder om de verkoop van de melk in flessen te stimuleren. Toen in 1914 het Huis ter Aa liquideerde, nam de beheerder, de heer Stijnman de pacht over. Daarna maakte Stijnman de Theeschenkerij tot een grote attractie op Sonsbeek. Tegenwoordig kun je er voor een goede Chinese maaltijd terecht. |
Mogelijk, zo is in een boekje over Heveadorp te lezen zou de
vindingrijkheid en de daadkracht van Scheffer zelf de onderneming
gered, maar was het stiefzoon Frans die het geheel de das om deed. Hij
bezocht met enige regelmaat Parijs, en ‘niet zozeer om zijn bedrijf te
propageren’. Dit is natuurlijk een beetje kort door de bocht. Eigenlijk
heeft de modelboerderij zo goed als nooit winst gemaakt. De vooruitgang
op het gebied van de melk-hygiëne was groot. Er waren meer
modelboerderijen, er waren vooruitstrevende boeren die goede en
hygiënische producten tegen een lagere prijs konden leveren. Het
introduceren van gesteriliseerde melk vond plaats vanaf 1890 en
gepasteuriseerde melk vanaf 1902. De pasteurisatie zal bij Scheffer
niet bekend zijn geweest. Dat proces was al bekend vanaf 1886. In 1915 kwam er een wettelijke plicht tot pasteurisatie, toen was het Huis ter Aa al failliet. Arnhemse Courant: 22-10-1914 Aan de koeien werden hoge eisen gesteld. Koeien die ook maar enige temperatuurverhoging of ziekteverschijnselen lieten zien, gingen naar de ziekenstal, waar de uit Texel afkomstige en in Bern gepromoveerde dierenarts Cornelis Jan Rab de scepter zwaaide. Hij beschikte er ook over een eigen laboratorium. Rab vestigt zich in Oosterbeek in 1907 en gaat dan wonen in de woning van de vroegere gemeente-ontvanger Carbasius aan de Pietersbergschenweg. Ook de gemeente Doorwerth benoemt in 1907 Rab tot gemeente-veearts-keurmeester. In zijn leerboek ‘Nederlandsche rundveeteelt’ voert de Limburgse veeteeltconsulent Jacques Timmermans de Oosterbeekse dierenarts ten tonele. Bij honderd koeien van Huize ter Aa onderzocht die namelijk het verband tussen de fijnheid van de horens en de melkproductie van de koeien. Hij onderzocht of koeien met dunne horens minder melk gaven dan koeien met dikke horens. Er bleek géén verband tussen de kwaliteit van de horens en de melkopbrengst, zo luidde de uitslag van de proeven op Huis ter Aa. Als de modelboerderij in 1914 sluit moet ook de Oosterbeekse dierenarts Cornelis Jan Rab afscheid nemen van de modelboerderij. Scheffer beloont hem (of misschien was het achterstallig salaris) met een schitterende kast. Rab gaat met pensioen in 1940 en wordt dan benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Hij heeft dan meerdere functies van rijks- en gemeenteveearts, hoofd van den vleeschkeuringsdienst en directeur van het openbaar slachthuis in de gemeente Renkum gehad. Ook werd dr. Rab gehuldigd in verband met zijn vele bemoeiingen voor de oprichting van verschillende plaatselijke, provinciale en landelijke verenigingen ten algemeenen nutte. uit de Arnhemse courant van 28-07-1915 In september 1915 – twee jaar voor zijn dood – nam Joseph Scheffer een dramatische beslissing. Hij mocht dan nog zo vaak vertellen dat de melk uit zijn modelboerderij de voorkeur verdiende boven gepasteuriseerde melk, het bedrijf werd nooit renderend. Hij verkocht de modelboerderij en het hotel “Huis ter Aa” aan Dirk Frans Wilhelmi uit Hoogezand. Veel onduidelijkheden wanneer de modelboerderij Huis ter Aa, nu echt stopt! Wiki noemt 1914. Hier staat ook beschreven dat Odo van Vloten de hele Duno koopt van Scheffer in 1914 en dat Van Vloten de verkoop aan Wilhelmi regelt. Dat klopt niet. In 1914 koopt van Vloten alleen het zuidwestelijke gedeelte van de Duno. Ook Stijnman van het Sonsbeek paviljoen vermeldt 1914. Het is Scheffer die zijn Huis ter Aa verkoopt aan Wilhelmi in september 1915. |
Omdat
Scheffer de productie van de zuivere melk niet rendabel kreeg probeert
Scheffer in 1914 de hele Duno te verkopen. Dat lukt niet, met name door
het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In september 1915 verkoopt
Scheffer het gedeelte van de Modelboerderij (21 hectare) aan de heer
Wilhelmi die de oude stallen inricht als de rubberfabriek Hevea. De
rubberfabrikant Dirk Frans Wilhelmi (1877-1936) had sinds 1909 een
zadelmakerij in het Groningse Hoogezand en was uitgegroeid tot een
rubberfabriek. Uitbreiden in Hoogezand kon niet. Wilhelmi wilde meer
grond, zodat hij zijn fabriek kon uitbreiden. Daarnaast was hij de
klachten van de buurtbewoners over stankoverlast meer dan zat. Het
Seelbeekdal aan de Rijn leek hem een geschikte plek om zijn nieuwe
fabriek te bouwen. Er was meer dan genoeg ruimte voor zijn ambitieuze
plannen en de rubbergeur kon over de Rijn verwaaien. Wilhelmi bouwde de stallen van Huis ter Aa om tot fabrieksruimte en liet de Groningse gezinnen overkomen als arbeiders. De ‘Verenigde Nederlandsche Rubberfabrieken Hevea' worden opgericht in 1916. Na een jaar werkten er 250 personen waarvan 50 kinderen. Wilhelmi liet aan de zuidzijde van de heuvelrug (nu de Dunolaan) woningen bouwen in Engelse landhuisstijl, met namen als Celebes, Borneo, Java en Sumatra. Zo ontstond Heveadorp. Andere woningen aan de Dunolaan zijn kennelijk ook door Wilhelmi of zijn personeelsleden gebouwd: Dollard en Hunzingo. Over Heveadorp is veel te vinden op het www. |
Naar een ansichtkaart |
Waar woont Scheffer? | 1894: Scheffer verhuisd van Weesp naar de Duno. 1900 - 1903: Genève, Zwitserland. Daarna weer de Duno. 1912 - 1915 Villa Jacoher, of Scheveningen bij Den Haag en verhuisd dan in 1915 naar Jacoher of Jagerhuis in Doorwerth. |
De heer Scheffer koopt en verkoopt: chronologisch: Hoogst Belangrijke VERKOOPING van een buitengewone goed onderh. EQUIPAGE van den nieuweren tijd, op den Huize „DUNO". De Notaris N. Th. LADENIUS, te Arnhem, zal op Donderdag den 11 October 1900, des voormiddags te Elf uur, wegens vertrek naar het buitenland, aan het Koetshuis op den Huize „Duno", te Doorwerth bg Oosterbeek, publiek a contant VERKOOPEN: De geheele, bijzonder fraaie Equipage, bestaande in: Groote Jacht-Breack (Fransch fabrikaat) ingericht voor 2 en 4 Paarden, enz. enz ... Koude- en warme-kasplanten op den Huize Duno, te Doorwerth, bij Oosterbeek. De Notaris N. Th. LADENIUS, te Arnhem, zal op Vrijdag 12 October 1900, des voormiddags te 11 uur, wegens vertrek naar het Buitenland, aan de Oranjerie op den Huize „Duno", te Doorwerth, bij Oosterbeek, publiek d contant VERKOOPEN: de geheele collectie Koude- en Warme-Kasplanten, bestaande in: Anthuriums, Brumelia's, Varens, enz. enz .. Uit: Het nieuws van den dag : kleine courant, 05-10-1900. De Valkeniersbossen van de heer van Heutz komen in 1903 in bezit van J.W.F. Scheffer. (link) Bij Heemkunde lees je dat Scheffer de bossen in 1908 verwerft van mej. C.C. Fangman. In 1904 wordt de aanbesteding gedaan van een paardenstal, het verbouwen van een bestaande paardenstal en de bouw van een tuinmanswoning, allen op de Duno en ontworpen door de architect E. Verschuijl. In 1907 begon J.W.F. Scheffer met de modelboerderij 'het Huis ter Aa'. De eerste gebouwen van de modelboerderij stonden beneden aan de Dunolaan, op de locatie van de vroegere Boerderij ter Aa. Daarna werd al vlot het hoger gelegen deel van het dal geëgaliseerd. Op het plateau kwam een tweede complex, compleet met elektriciteitsvoorzieningen. Doorwerth, 22 April 1908. Door den heer J. W. F. Scheffer, eigenaar van „de Duno", is van den heer mr. J. G. ridder van Rappard, gekocht het kasteel „Doorwerth" met daarbij behoorend hotel „de Zalmen" en verschillende landerijen, ook de uiterwaarden aan de overzijde van den Rijn. Arnhemsche courant, 23-04-1908. Dhr. Scheffer koopt van mr J. G. ridder van Rappard, te Laren, per 1 juli 1908 het kasteel Doorwerth, de uitspanning de Zalmen en landerijen en uiterwaarden voor zijn stamboekkoeien. Ook de er bij behorende uiterwaarden aan de overzijde van de Rijn. Met het kasteel doet hij niets. De daar aanwezige schimmels en kevers kunnen er rustig hun bestaan blijven voortzetten. Op 8 augustus 1908 richt Scheffer, samen met zijn stiefzoon Frans Scheffer de N.V. Modelboerderij Huis ter Aa, op. In 1908 koopt Scheffer de Steenfabriek Zeldenrust / J. en J. A. van Holst in Driel, die bestond van 1861 tot 1908. Scheffer laat de ovens en de opstallen afbreken en brengt het bedrijfsterrein weer in de oorspronkelijke staat van weiland terug. (link) Voor het uitzicht? Voor de koeien! In 1908 koopt Scheffer het huis (Sternfeld) aan de Dorpsstraat te Renkum voor de verkoop van melkproducten van het "Huis ter Aa". Even later het logement Schoonoord in Heelsum. In 1908 koopt Scheffer een winkel aan de Steenstraat 46 te Arnhem voor de verkoop van melkproducten van het "Huis ter Aa". In 1809 koopt Scheffer de Westerbouwing en ernaast gelegen Valckeniersbossen. Een oude koepel wordt afgebroken en vervangen door een houten restaurant, ook komt er een muziekkoepel. In 1909 wordt het kasteel Doorwerth verkocht aan F.A. Hoefer voor zijn militaria verzameling. Op 1 februari 1910 koopt de heer F. A. Hoefer het kasteel Doorwerth van Scheffer, maar dan alleen het kasteel zelf, zonder de grachten en de singels er omheen. De aankoopprijs was Hfl 10,000. Op 1 april 1910 werd het kasteel overgedragen aan de Vereeniging „Doorwerth", welke zich voorgenomen had om het kasteel te redden voor de ondergang en er een Geldersch Museum in te vestigen. De landerijen en uiterwaarden van het kasteel blijven in het bezit van Scheffer. Het Sonsbeek Paviljoen / Theeschenkerij / Theepit werd van 1910 tot 1914 geëxploiteerd door J.W.F. Scheffer. In het bijzonder om de verkoop van de melk in flessen te stimuleren. Toen in 1914 het Huis ter Aa liquideerde, nam de beheerder, de heer Stijnman de pacht over. Daarna maakte Stijnman de Theeschenkerij tot een grote attractie op Sonsbeek. Belangrijke Verkooping eener EQUIPAGE. Wegens aanschaffing van Automobielen. De candidaat Notaris J. BAX, plaatsvervanger van den te Arnhem standplaats hebbenden Notaris N. Th. LADENIUS, zal op Dinsdag den 4 October 1910, des Voormiddags te 11 ure, op den Huize „de Duno", te Doorwertlh nabij Arnhem, publiek a contant Verkoopen: Een bijzonder Nette Equipage, bestaande o.a. uit: Paarden, Rijtuigen, Tuigen en vele Stalbenoodigdtheden, als: Een bijzonder fraai Span Engelsche Paarden en Negen diverse jonge Paarden; Landauer, Omnibusbreack met Zomer- en Winterkap, Twee Victoria's, Coupé, Phaeton, Dos a Dos, e-Cab op vier Wielen, fraaie Mail-Coach (geheel nieuw opgemaakt). De Rijtuigen zijn allen met Caoutchouc-banden, de meesten van electrische lantaarns voorzien en bijzonder goed onderhouden. Voorts fraaie Tuigen (waaronder een bijzonder degelijk gala-Spantuig), Rijzadel met toebehooren, Stal- en andere Dekken, benevens allerlei Stalbenoodigdheden, Livrei- en andere Jassen, enz. enz. Uitvoerige Notitiën verkrijgbaar op den Huize „de Duno" en ten Kantore van den Notaris N. Th. LADENIUS, Marktstraat 24, te Arnhem. Bezichtiging daags vóór den Verkoop van 's morgens 9 uur tot des namiddags 3 uur en op den dag van Verkoop van 's morgens 9 tot 10.30 uur. Uit de Arnhemsche Courant van 01-10-1910. De Tijd: godsdienstig-staatkundig dagblad, 16-12-1911. In 1912 wordt de Westerbouwing door Scheffer verkocht aan de gemeente Renkum. Ansichtkaart uit 1911 -1 915, bron Gelders Archief Belangrijke Openbare Verkooping op Donderdag 14 mei 1912, des voormiddags I I uur, ten overstaan van Notaris De Meester te Heteren, op het landgoed „De Duno" te Doorwerth bij Oosterbeek, van «ene groote partij bijzonder goed gekweekte en onderhouden Kuipplanten, koude en warme kasplanten, bloemen, tuingereedschap enz. Uit: de Nieuwe Rotterdamsche Courant, 10-05-1912. Eenzelfde veiling ook op 30 mei 1912, maar dan vooraf gegaan door twee kijkdagen waarbij op het terein van de Duno ook consumpties verkrijgbaar zijn. 1912 Frederik Muller & Co., Amsterdam brengen in veiling meerdere hoogstbelangrijke schilderijen en antikiteiten van o.a. het buitengoed de Duno, etc. Uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 27-10-1912. Kunstveiling. 1912 Nog komen van 26—29 November bij Frederik Muller in veiling zeer bijzondere andere schilderijen, kunstvoorwerpen, faience enz., uit de collecties van wijlen Z. E. Von Weckherlin, C. M. C. Obreen, »De Breul«, »De Duno« e. a. — Kijkdagen: 22, 23, 24 en 25 November a.s. uit De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad van 15-11-1912. Kunst en Letteren. Kunstveilingen. 1912 Bij Frederik Muller en Co. te Amsterdam, zullen op 20 tot 29 November, belangrijke verzamelingen oudheden en kunstvoorwerpen geveild worden, afkomstig uit de nalatenschap van C. M. C. Obreen te Rotterdam, de collectie jhr. dr. H. G. F. Mock, de huizen De Breul te Zeist en De Duno, de Fransche kerk op de N.Z. Voorburgwal te Amsterdam. Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 16-11-1912. De Duno. De Nieuwe Arnhemsche Courant verneemt, dat de eigenaar van 't bekende landgoed „De Duno", te Doorwerth, in onderhandeling is getreden met een Amerikaansch industrieel over den verkoop van gemeld landgoed. Uit Algemeen Handelsblad van 24-10-1913, idem Telegraaf 23-10-1913 In 1914 is er het einde van de Modelboerderij. Scheffer probeert de hele Duno te verkopen. In die tijd bestaat een veiling van een goed uit twee gedeelten. Bij de eerste veiling mag men tegen elkaar opbieden (inzet) en bij de tweede veiling wordt er geboden bij afslag. De veiling meester noemt een bedrag dat hoger is dat de inzet, en noemt dan steeds lagere bedragen in de hoop dat iemand "mijn" roept bij een bedrag dat dan toch nog weer hoger is dan bij de inzet. 6 en 20 Maart 1914 Openbare verkooping van de heerlijkheid „Doorwerth", tusschen Arnhem en Wageningen, in de gemeente Doorwerth, met de daarbij behoorende bosschen, hakhout, bouwlanden, boerderijen, woonhuizen, boomgaard, weilanden, wegen en tuinen, — het recht van tolheffing, vischrecht, vischwater en wildrijke jacht; — alles aaneengelegen aan den weg van Doorwerth naar Oosterbeek, met de van ouds bekende uitspanning en hotel „de Zalmen", een en ander ter grootte van 116 hectaren, 52 aren, 70 centiaren, op 6. en 20. Maart 1914, ten overstaan van den Notaris E. D. de Meester te Heteren. In „Ons Huis, Oud en Nieuw", schrijft de heer H. M. Werner: „Menschen met piëteit hebben er zich hartelijk over verheugd, dat het in puin vallende, met ondergang bedreigde kasteel de Doorwerth door tijdige maatregelen is gered. Doch velen hunner zullen vragen, wat er nu van het landgoed wordt. Het kasteel was belangwekkend; — als bouwwerk, als een van onze schaarsche groote kasteelen, onze burchten, was het een merkwaardigheid en voorts is er veel geschiedkundig belang aan verbonden. Doch de in ons land onovertroffen schoonheid van Doorwerth ligt in het natuurmonument, de bosschen. Na het geheel van, nu wijlen, ridder van Rappard te hebben gekocht, heeft de doortastende industrieel Scheffer nieuw leven in de streek gebracht. Op de naburige Duno tronend, heeft hij er een groote model-boerderij gebouwd en ook de weiden van de Doorwerth, hadden profijt bij de maatregelen, voor die werkelijke modelinrichting genomen. De weg onderlangs den dichtbegroeiden heuvelrug zag er keuriger uit dan ooit — alle wegen kwamen prachtig in orde en in de bosschen werden enkele aardige houtvesters- of andere woningen gezet. Wat zal er nu van de Doorwerth worden? Met inbegrip van de, afzonderlijk geveilde, boomen is het landgoed verleden week bij den inzet in bod gebracht op ruim ƒ 170.000; een prijs, die zoodanig schijnt te zijn, dat de eigenaar, als er 'bij den toeslag" nog iets bijkomt, wel tot gunning zal besluiten. Wie is het of.... wie zijn het, die dit belang stellen in het schoone bezit? Van Heemschut, van de Vereniging voor Natuurmonumenten heeft men niets gehoord. In een ingezonden stuk heeft een bekend man uit de streek, de heer van Lonkhuizen, een nuttige, trouwens niet nieuwe, gedachte uitgesproken: annexatie van de gemeente Doorwerth bij Renkum, in welker groote uitgestrektheid het een infaam vormt. Heeft deze gedachte aanhang gevonden? Wij hebben er niet meer van vernomen.Trouwens, het ook uit een politiek oogpunt wellicht aanbevelenswaardige plan, is alleen uitvoerbaar.. met een wet. Het gevaar voor het landgoed is zijn rijkdom. De 'kostelijke bosschen vertegenwoordigen een niet geringe waarde in hout. En... . juist daar, waar de mooiste boomen staan, westwaarts langs den Italiaanschen weg — dat beroemde „natuurmonument" — op het mooie stuk bij den „ijskelder", heelt de grond voor de industrie waarde, daar het krachtige leemaarde is. Men denke zich den dichtbeboschten heuvel overgeleverd aan de steenfabrikatie.... Het is om Theophile de Bock, den schilder van 'Doorwerth, uit het graf te halen. Doch — behalve hij en andere schilders, hoevele duizenden en duizenden groote en kleine menschen hebben uit deze bosschen, van deze vergezichten-biedende hoogten de schoonste indrukken van Gelder's natuurschoon!. H.M. Werner schrijft tussen 1886 en 1913 meerdere boeken en publicaties over Doorwerth, het Kasteel, het Museum en dergelijke. Werner werd geciteerd in de Arnhemsche courant op 12-03-1914. |
De
Doorwerth. Men bericht ons uit Arnhem dd. 20 Maart, Hedenmiddag had
alhier de publieke verkoop (bij toeslag plaats van de heerlijkheid
Doorwerth, thans eigendom van den heer Scheffer, huize „de Duno",
aldaar. Bij Inzet was de generale massa in opdracht van den
tegenwoordige eigenaar met f 1000 hooger gebracht op f 143.000. De
ondermassa der perceel 1, 2. en 3 dit is het gedeelte ten westen van de
zoogenaamde Hollen weg, uitgezonderd de uitspanning „de Zalmen", is
door den heer J. J. A. A. baron van Pallandt, huize „den Brink" alhier,
in bod gebracht op f 47.400. Terwijl perceel 8, het gedeelte in den
omtrek van den ijskelder, waarin zich de zoogenaamde leemkuil bevindt,
werd afgemijnd door den heer A. P. Heijnis, te Arnhem, steenfabrikant,
op f 2000 en alzoo in bod gebracht op f 39,400. De generale massa liep
bij de toeslag opslag. De gunning is in beraad gehouden tot Maandag 28
Maart a.s. worden de twee gedeelten (1, 2 en 3) (perceel 8)
gegund, dan zal de Doorwerth grootendeels. althans voorloopig, behouden
blijven, doch van het door den beer Heijnis gekochte deel zullen, naar
men vermoedt, de boomen worden geveld, wat op zich zelf reeds een groot
verlies zou zijn, daar dit perceel een van de grootste is met prachtige
boomen en opgaand hout. Uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 21-03-1914 Op 17 juli 1914: Veiling, J.W.F. Scheffer, woonachtig te Scheveningen, bij notaris E.D. de Meester, notaris te Arnhem, standplaats Heteren. Aangeboden wordt de Duno met herenhuis, koetshuis, autogarage, belvedère, tuinmans- en koetsierswoningen, stallen, tuin met warme en koude kassen, druiven- en perzikkassen, rosarium, lanen, wegen, waterpartij, en wandelbosch. Voorts de daarbij gelegen villa's de Viersprong, Pretty Home, Forest Hill, het Huis Zorgvliet, het huis de Pauw, het huis de Bloem, het huis de Vrucht., benevens het Jagershuis. Samen 71,23 hectare. Uitgesloten van de verkoop is de Modelboerderij Huis ter Aa. De heer Joan Christoffel Reinders Folmer, administrateur, makelaar wonende te Amsterdam doet een inzet op vrijwel alle percelen. Alleen op perceel 9 wordt Folmer overtroefd door Arie Gerritsen uit Arnhem. Uit: Het nieuws van den dag : kleine courant 21-03-1914 In 1914 valt het bezit van Scheffer uiteen en wordt het landgoed „Duno" afzonderlijk in veiling gebracht. Het besloeg toen 72 ha. Thans is het nog 65 ha groot. Enige stukken, o.a. het Jagershuis en de villa „Jacoher", zijn verkocht, terwijl het landgoed werd uitgebreid door aankoop van uiterwaarden langs den Rijn met het doel om bebouwing daar ter plaatse te voorkomen. (Algemeen Handelsblad 20-03-1914) De Tijd 28 3 1914 Het landgoed „de Duno". Hedenmiddag had in het Notarishuis alhier de publieke verkooping plaats van het landgoed „de Duno" nabij Oosterbeek, met daarbij behoorende bosschen, tuinen, de alom bekende „Huneschans", lanen, wegen, waterpartij, wandelbosch; de daarbij gelegen villa's „de Viersprong", „Pretty Home", „Forest Hill", „Het Huis Zorgvlied", „Het Huis de Pauw", „Het Huis de Bloem" en het „Huis de Vrucht", met de daarbij behoorende tuinen en bosch, wegen en lanen; alles aaneen gelegen, ter grootte van 72 Hectaren. De perceelen werden allen ingezet door den heer Folmer, makelaar te Amsterdam, als volgt: perc. 1, een woonhuis enz., f 2200; perc. 2, als voren, ƒ 2200; perc. 3, hakhout, ƒ 2500; perc. 4, een woonhuis, ƒ 2000; perc. 5, hakhout, ƒ1500; perc. 6, hakhout, ƒ 800; perc. 7, de villa „het Huis Zorgvlied", ƒ 6500; perc. 8, de villa „het Huis de Pauw", ƒ 6000; perc. 9, de villa „het Huis de Vrucht", ƒ 13000; perc. 10, de villa „Forest Hill", ƒ 7000; perc. 11, de villa „Pretty Home", ƒ5000; perc. 12, de villa „de Viersprong", ƒ33000; perc. 13, „het Jagershuis", ƒ 32000; perc. 14, een zeer fraai wandelbosch en hakhout, met vijvers, waterval enz., ƒ25000; pérc. 15, de villa „het Huis de Bloem", ƒ6000; perc. 16, het landgoed „de Duno", bestaande uit het heerenhuis, modern ingericht, met centrale verwarming, electrisch licht, watervoorziening enz., met moestuinen, bloemenkassen, rozenkas, koetshuis, autogarage en de bekende „Huneschans' ' enz., ter gezamenlijke grootte van bijna 14 H.A., ƒ 119000. De ondermassa's werden ingezet als volgt: perc. 2, 4, 5 én 6, door den heer Folmer voornoemd, op ƒ 6900; perc. 7, 8 en 9, door denzelfde, op ƒ 27500; perc. 7 en 14, door denzelfde, op ƒ33500; perc. 2 en 4 tot en met 9, door denzelfde, op ƒ36400; perc. 3, 11 en 12, door denzelfde, op ƒ42500; perc. 2 tot en met 9, 11 en 12, door denzelfde, op ƒ79700; perc. 14 en' 16, door denzelfde, op ƒ 149000; perc. 10, 13, 14, 15 en 16; waaronder dus het voornaamste gedeelte van het landgoed begrepen is, ter gezamenlijke grootte van ruim 46 H.A., door den heer J. S. H. Vrijland, te Overveen,- op ƒ 194000; perc. 2 en 4 tot en met 10, 13, 14, 15, 16, door den heer Folmer voornoemd, op ƒ 226000, en de massa van de perceelen 2 tot en met 16, door den heer Folmer voornoemd, op ƒ 276500. De toeslag zal plaats hebben op 31 Juli 1914, terwijl op 4 Augustus, des middags 12 uur, over den toeslag zal worden beslist. Uit de Arnhemse Courant van 17-07-1914. Wel verkocht zijn dan een gebied rond de Boersberg aan Heijnis en de Zalmen aan J.J.A.A. baron van Pallandt van den Brink (Oosterb. Courant 28-03-1914) Op 28 juni 1914 breekt de Eerste Wereld Oorlog uit, reden voor de volgende advertentie: De uitgestelde veiling van het landgoed de Duno nabij Oosterbeek, zal wegens de tijdsomstandigheden geen verderen voortgang hebben. Notaris De Meester te Heteren. De Telegraaf van 03-09-1914 Scheffer heeft enige periode in Scheveningen (1912-15) gewoond, maar komt weer terug naar Doorwerth en gaat op Jacoher wonen, bij zijn aangenomen zoon. Bij Bouwer is te lezen dat Scheffer in het Jagershuis woont van 1915 tot aan zijn overlijden in 1917 ?? Scheffer verkoopt in september 1915, een deel van het landgoed (de modelboerderij Huis ter Aa) aan Dirk Frans Wilhelmi en Co die er vanaf 15 oktober 1916 een rubberfabriek begint. De oude stallen worden ingericht voor de rubberfabriek N.V. Nederlandse Rubberfabrieken Hevea. Naar wij vernemen is de modelboerderij „de Duno" overgegaan in handen van de fabriek van staaldraad en banden voor rijwielen en auto's „Hevea" te Hoogezand. Het is de bedoeling er een fabriek als genoemd in te richten, waarop dan werk te vinden zal zijn voor c.a. 1000 man personeel. De Maasbode 11-09-1915 In de krant van 29 april 1915 verschijnt deze advertentie. Behalve de Duno en de modelboerderij ter Aa, is alles te huur. Omdat de Modelboerderij een eigen elektriciteits- voorziening had, tegen meerprijs leverbaar. In 1915 verkoopt Scheffer 2 arbeiderswoningen met erf en land aan de Doornekampseweg te Heelsum. Verhuurd aan K. ten Bohmer en H. Gerritsen. Arnhemsche courant. 02-07-1917 "Met dit nummer worden verzonden afdrukken van de akten betreffende de Naamlooze Vennootschappen: Maatschappij tot Exploitatie van roerende en onroerende goederen Duno, te 's Gravenhage". Uit de Nederlandse Staatscourant 07-08-1916 Begin 1917 verkoopt Scheffer de groentetuin van de Duno en huis aan de tuinbaas, dhr Wernsen. Begin 1917 worden de Valckeniersbossen te koop aangeboden. De gemeente Renkum besluit op 25-04-1917 voor hfl40.000,= de bossen te kopen. Uit de NRC van 28-02-1917 Na het overlijden van Scheffer, op 17 juli 1917, wordt alles in delen verkocht. De Westerbouwing en de Valkeniersbossen worden eigendom van de gemeente Renkum. De uiterwaarden langs de Nederrijn en Noordberg en enige grote boerderijen komen in het bezit van het Mijnwerkersfonds te Heerlen. De Duno met meerdere woningen en de Huneschans gaat over naar Odo van Vloten, een oud-Indisch theeplanter. Van Vloten betaald Hfl. 235.000,=. Bij het Kadaster zie je de verkoop terug onder Dienstjaar 1918. Het dienstjaar is het jaar waarin voor het eerst belasting betaald moet worden. Dat is dus één jaar later dan de werkelijke verkoop. De "Duno" te Oosterbeek is dezer dagen het eigendom geworden van den heer Odo van Vloten te Batavia, en vormt nu met den Vijverberg, die reeds het eigendom van genoemden heer is, een geheel van ca. 50 H. A. (HB: Vijverberg, niet het Arnhemse landgoed, maar de latere Christelijke Lagere School in Doorwerth - Heveadorp, ook wel Zorgvliet genoemd) Uit: De Volksstem 08-08-1917 Soms is te lezen dat de Duno op een veiling aan van Vloten is verkocht. Er is in 1917 geen veiling geweest. Er was alleen een veiling bij opbod in 1914. De veiling bij afslag in 1914 is niet doorgegaan. |
Een uitgebreidde kadaster hulp kaart uit 1907. Het stikt van de gebouwen. Met een loupe zou je de uitzichttoren kunnen terug vinden. Fonteinallee en de Dunolaan zijn goed te zien. De Oude Oosterbeekseweg ?? Vermoedelijk de rozenkas. |
|
Hieronder enkele uitsnedes van een kadaster veldwerk kaart, ook uit 1907, waarbij de geschreven teksten verduidelijkt zijn. | |
TIP: Meer lezen over Scheffer: WILLEM SCHEFFER en modelboerderij "Het Huis ter Aa". Uit 2016. Het boek bevat 147 pagina's en is geschreven door Geert van der Straaten. |
|
NRC: 7 januari 1917 |
NRC: 15 februari 1917 |
In de NRC staan regelmatig meerdere advertenties met de aanhef: DUNO.
Is dit bedoeld voor de eigenaar van de Duno? Waarschijnlijk niet. De
advertenties beginnen in 1916, en gaan door tot 24-12-1919, terwijl Odo
van Vloten al in 1917 koopt. Uit de NRC 06-09-1916 |
Uit de NRC van 02-02-1917 Uit de NRC van 31-05-1919 Waar ging dit over ?? |
Odo van Vloten
(1860-1931), hiernaast op de foto met Betsy Witsen, de zus van de
schilder, tekenaar, fotograaf Willem Witsen. Vloten was zwager van de
dichter Albert Verweij. De schatrijke en kinderloze Odo van Vloten
heeft het grootste deel van zijn leven in Indië doorgebracht. Als
theeplanter te Weltevreden op Java, heeft hij zijn fortuin verzameld.
Van Vloten was gehuwd met mw. F. van Vloten - van der Wijck. Van Vloten koopt de Duno in augustus 1917 voor een bedrag van 235.000 gulden. Enkele jaren later verkoopt hij het Jagershuis voor 125.000 gulden. Volgens Bouwer is dat al in 1918. Een koopman dus. In 1918 koopt Van Vloten van het Algemeen Mijnwerkersfonds enkele percelen bos. Odo van Vloten, die als planter in Nederlands-Indië de betekenis van mw. Westerdijk's werk voor de cultures had leren inzien. Hij schonk de gelden, nodig voor de bouw van een grote practicumzaal en later nog eens voorde aanbouw van een paar werkkamers, en liet ten slotte een aanzienlijk vermogen na, waarvan de opbrengst ten goede moet komen aan het werk van het Centraal Bureau voor Schimmelcultures. (link) De Nederlandsche regeering zond een aantal gewassen uit Buitenzorg, welke deels in de kassen van Huize Duno te Doorwerth, deels in die van de Landbouwhoogeschool te Wageningen, werden gekweekt. Wij kunnen hier de bekendste tropische planten bewonderen: agave, kina, koffie, thee, tabak, suikerriet en rijst. Daarnevens nog een aantal bloeiende sierplanten, waarvan als bijzonderheid vermeld zij, dat enkele hiervan door mevrouw van Vloten van de „Huize Duno" uit zaad zijn gekweekt. Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad, 12-06-1928. Meer over Westerdijk en Odo van Vloten: Een beetje opstandigheid van Patricia Faasse; Uitgever: Atlas Contact, Uitgeverij, 2012. 9789025439446. Geni.com |
foto uit https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Odo_van_Vloten.jpg |
Bij het kadaster wordt het dienstjaar 1919 aangehouden voor de verkoop door van Vloten aan de NV Verenigde Nederlandsche Rubberfabieken. Het dienstjaar is het jaar waarin voor het eerst belasting betaald moet worden. De verkoop was dus in 1918. Alleen het gedeelte van de Modelboerderij boven op de Dunoheuvel wordt dan verkocht. | |
Haagsche courant 11-06-1928 |
Oosterbeek,
9 Mei. Door de Commissie voor Vrijzinnig-godsdienstige
openlucht-samenkomsten, zal op Hemelvaartsdag op de Huneschans op de
Duno bij het Huis ter Aa, daartoe welwillend door den heer Van Vloten
afgestaan, een openlucht-samenkomst worden gehouden. De Hunenschans op Duno bij Oosterbeek. Men schrijft ons in verband met de openluchtsamenkomst van vrijz.-godsdienstigen in Gelderland op Hemelvaartsdag: De Hunenschans bij Oosterbeek! Voor hoe talrijk velen, zelfs uit de naaste omgeving van Oosterbeek en Arnhem, is dit woord thans niet meer dan een klank, welke geen enkele gedachte opwekt. En geen wonder! Sedert jaren én jaren hebben de elkaar opvolgende eigenaars van de Duno hun landgoed voor het publiek gesloten en door streng toezicht aan het verbod de hand gehouden. Maar zeer weinige ouden van dagen herinneren zich, dat de „Theeschenkerij" van Rothuizen op Duno, de bezoekers dezer streek tot zich trok, waar de omgeving tot de schitterendste van ons land behoort. ... Doch die tijden zijn vèr heen! Niemand werd sedert meer toegelaten! Een enkele beminnaar van natuurschoon mocht zich al eens niet storen aan de hatelijke bordjes en zich nog eens verlustigen in al het schoons, dat de natuur hier zoo kwistig ten toon spreidt... Wij — schooljongens, een veertig jaar geleden wier fantasie geprikkeld werd door de boeiende geschiedenisverhalen van onzen ouden meester, mochten de steile berghelling al eens beklimmen, de dikke aarden wal beschouwen, de droge gracht nasnuffelen en ons de eeuwenoude boomen omtooveren in een heilig woud der Batavieren, waar eens Claudius Civillis de gelofte aflegde haar, noch baard te laten knippen voor de laatste Romein uit deze landouwen verdreven was. Voor het groote publiek was en bleef Duno en de Hunenschans gesloten, werd onbezocht, onbekend maar gelukkig ook ongerept gelaten. Wel heeft de vorige bezitter van Duno en een groot deel van Doorwerth, wijlen de heer J. F. Scheffer, groote veranderingen in zijn landgoed laten aanbrengen; wel heeft hij door den bouw van de modelboerderij „Het Huis ter Aa" in het mooie dal van het beekje, daar het natuurschoon zeer geschaad, maar de bergrand en daarmede de Hunenschans is geheel in den ouden toestand gebleven, maar tevens nog altijd verboden terrein. Thans heeft, evenals het vorige jaar, de tegenwoordige eigenaar, de heer van Vloten, aan de Vrijzinnig-Hervormden toestemming verleend hun jaarlijksche openlucht-samenkomst te houden op de Hunenschans en daarmede dien dag den toegang voor ieder opengesteld, tot dit „ongekend kleinood". En als nu straks op Hemelvaartsdag duizenden en duizenden de steden zullen verlaten, om bij mooi weer zich te verlustigen in Neerlands lustwarande, den onvolprezen Veluwezoom, dan zal zeker een groot aantal hunner na een tochtje per boot of tram met ons den weg inslaan naar de Hunenschans. Den hellenden weg langs de rubberfabrieken van Heveadorp zult ge beklimmen en tegenover het hotel-restaurant „Het Huis ter Aa" zult ge fietsen en auto's en motoren en gejoel en stof achter u laten en het smalle, schaduwrijke, intieme laantje inslaan, dat u in enkele minuten door de droge gracht en de opening in den wal voert naar het halfronde, door eeuwenoude boomen belommerde terrein. Ge zult u het eerst begeven naar den u lokkenden bergrand en daar ontrolt zich voor uw oogen een panorama zoo wijd en zoo schitterend, dat ge geen ander woord zult kunnen prevelen, dan... prachtig! Beneden aan de steile helling, waar de Rijn de heuvels zoo dicht nadert, dat er ternauwernood ruimte bleef om den weg onderlangs naar Doorwerth te leggen, stuwt de nu gezwollen stroom zijn wateren westwaarts. Aan uw linkerhand gaat uw blik over Oosterbeek, Arnhem, het Montferland, Hoog-Elten en den Zwanentoren van Cleve. Naar het Zuiden ontwaart ge Elst, Nijmegen en de bloeiende Betuwe, terwijl naar het Westen de heuvels van Doorwerth, Wageningen en de Grebbe in de verte weg blauwen. En als ge, na uw oog vergast te hebben, plaats neemt op de aangebrachte zitplaatsen, of liever u neervlijt tegen de helling, van den wal onder de eeuwenoude woudreuzen, waar misschien eens offers werden gebracht aan Wodan, of hoe hun goden verder mochten heeten, en ge voelt u na het gesmaakte natuurgenot in dit heerlijke oord meer ontvankelijk voor de woorden van lof en dank den Allerhoogste door de sprekers gebracht, dan zal in uw hart dankbaar opjubelen: Op bergen en in dalen, Ja, overal is God!... Uit de Arnhemsche courant van 26-05-1924. |
In en om Arnhem. In Neerland's lustwarande: van Arnhem tot Dieren; pagina 214 e.v. uit 1923
De
meest gebruikelijke manier om de Westerbouwing te bezoeken is er heen
te varen met een pleizierbootje, de 150 gemakkelijke treden van de
bergtrap te bestijgen, er wat te gebruiken onder het luisteren naar de
bedjes en muziekstukjes van een populair trio, voor een paar dubbeltjes
prentbriefkaarten te verzenden, wat 2½ cent stukken te werpen in
verschillende automaten, door de roodgeel-groen-blauwe glazen te gluren
over bet landschap, misschien er wat te schommelen en te wippen om dan
na een wandelingetje gemaakt te hebben door het plateaubosch weer langs
de trappen af te dalen en per bootje haar Arnhem terug te gaan.Zoo deed ik, zoo zult gij doen, zoo deden en doen Amsterdammers, Rotterdammers, Hagenaars en provincialen, grootstedelingen en dorpers van den heien zeekant, zoo doen hooge en lage, rijke en arme, oude en jonge menschen, Franschen, Duitschers, Engelschen en Amerikanen; hier op de Westerbouwing concentreert zich in een normaal vreemdelingenseizoen het internationale verkeer van Arnhem en omstreken. In de laatste jaren echter heeft de Westerbouwing in het Huis ter Aa een concurrent gekregen, die een iets voornamer allure aanneemt en zijn terrassen vooral des Zondagsmiddags eveneens ziet bezet mei vele rustende wandelaars. Dank zij den aankoop der Valkeniersbosschen door de gemeente Renkum is het mogelijk binnendoor langs allerlei eikenhakhoutberceau's van de Westerbouwing te komen aan het Huis ter Aa, dat thans het centrum vormt van een tusschen heuvelen en bosschen verrezen nederzetting — Heveadorp — genoemd naar de rubberplant, die hier in haar producten verwerkt wordt tot fietsbanden, schoenzolen en heele schoenen. Wij echter dalen weer af langs de Westerbouwing trap om onze wandeling voort te zetten „onder langs den Duno". Nergens in ons land ken ik zulk een idyllische rivierweg en rijker oord voor den botanicus is ondenkbaar. In het heel vroege voorjaar strooit de witte Sleedoorn zijn bruidsbloesems door de nog kale twijgen, iets later is het er aan den voet van stuivende hazelaars al een weelde van alle boschplanten, die onze inheemsche flora kent. Dan zont in elkaar gedoken op een warm plaatsje de ringslang of adder zich, fladdert een rouwmantel rond, spelemeien groote en kleine vos in de zoelte van de beschuttende heuvelflanken, kruipen vliegende herten uit hun verborgen winterverblijfplaatsen, kortom, dan ontwaakt er het voorjaarsleven twee, enige weken eerder dan overal elders aan den Veluwezoom. Entomologen, zooiogen, ornithologen en mycologen beschouwen met botanici die zuidhelling van den Duno als een ware natuurschatkamer, een weeldeoord van natuurleven, evenals de helling van den St Jansberg bij den Plasmolen, al wint de laatste het ook in soortenrijkdom. Onbereikbaar voor de plukkers heeft hier een klimplant vaste groeiplaatsen veroverd, die als Clematis vitalba een vrij zeldzame verschijning in het Hollandsche bosch is, al rankt zij ook overal langs de Zuid-Limburgsche mergelrotsen. Tot hoog in het hakhout van de Dunohelling, heeft zij zich weten op te werken, waar in den herfst de zilverzijige zaadpluisbouquetten in combinatie met violet-zwarte vliertrossen, oranje-roode lijsterbesruikers en fijn geteekende kardinaalshoed-vruchtjes een verrukkelijk schoon effect maken, zoo schoon en zoo kleurig, dat we er het zomerverscheiden bijna om vergeten. Ook moeten tusschen het dichte struweel wilde kersen, appels, peren en rotsmispels voorkomen. De oude heer Van Eeden vond er naast hulst exemplaren van den haagbeuk (Carpinus betulus), terwijl hij tusschen de overtalrijke vertegenwoordigers van de bodemflora de helderblauwe cichorei (Cichorium intybus) opmerkte, welke door de Romeinen als moesgewas in deze streken geïmporteerd werd, zoodat men haar als een zwerfster langs onze groote rivieren mag beschouwen. Sommige plekken van de Doorwerthsche weilanden zijn in haar bloeitijd als met een lichtblauw bloemenkleed overtogen, wat ons te meer treft, daar wij in Holland de blauwe bloemenkleur maar zelden overheerschend zien optreden in de vrije natuur. Er is nog een andere factor dan de zeer rijke vegetatie, welke deze weg zoo bijzonder aantrekkelijk maakt. En deze ligt in het feit,» dat de Fonteinallée aangelegd is juist op den zelfkant der Vale-Ouwe, dat ze als 't ware de verbindingsschakel legt tusschen de vette uiterwaard landen en de heuvelrij met bosch en struik begroeid. Het contrast tusschen de klei en het zand, de onmiddellijke nabijheid van den Rijn, de plotselinge overgang van hoog naar laag, dit alles maakt den weg „Onder langs den Duno" tot een unicum in den lande. De Fonteinallée, zooals deze weg op kaarten staat aangeduid, dankt haar poétischschen naam aan den schilderachtigen plas, dien ge bijna verscholen onder struikgewas en overhellende boomen vindt bij den voet van den Duno. Hier is het goed te luisteren naar de stemmen uit een verleden, dat zelfs geen geschreven documenten meer kent, maar waarvan de volkssagen in zich een vage herinnering omdragen. Hier ter plaatse toch moeten de reuzen, die zich aan den horizont burchten bouwden van louter verdichte najaarsnevelen en als gigantische helden zwijgend ten strijde reden in het bleeke licht der maan, eens een paar hunner broeders achtergelaten hebben, die er tijden lang werkten aan hun vrijwillig aanvaarde taak, de bedding van den Rijn te graven. In alle Germaansche landen hebben reuzen een belangrijke rol gespeeld in de landschapsvorming. In grootte en kracht overtroffen zij den mensen en hun brute lichaamsterke komt in tallooze volksverhalen tot haar volle recht. Zij gebruikten pijnboomen als knotsen, kaatsten met heuvels en bergen, stapten met één pas over rivieren en meren, schudden uit hun klompen heuvelrijen en berggroepen, in 't kort overal traden zij op als grondbewerkers en zandkruiers. Kent men in andere landen vele benamingen voor allerlei soorten Enakskinderen, wij kennen er slechts twee, te weten „reus" en „huun", „huin" of „hun". In mijn werk: „Neerland's Volksleven" behandel ik de reuzensagen uitvoeriger en geef ik als mijn meening aan, dat de Hunen, die gewoond moeten hebben op de bergen van Doorwerth en Nijmegen eigenlijk slechts verpersoonlijkte natuurkrachten zijn en dat we in deze reuzen-figuraties antropomorfische sagenfiguren hebben te zien. Daarnaast treden dan de Hunen op met hun hunebedden en prehistorische burchten, met tallooze naamsherinneringen in vele plaatsen, welke het vermoeden wekken, dat onder Hunen een uitgestorven Europeesch oervolk verstaan moet worden, waarvan men nog steeds geen juiste historische voorstelling heeft kunnen verkrijgen. Hoe het ook zij de naam Hunenschans herinnert er ons aan, dat ook op de Doorwerthsche heuvelen een reus gewoond heeft die brood bakte. En de sage vertelt, dat hij met zijn confrère — den reus van den Hunerberg — overeen kwam dit samen te doen -in een oven, dien de Doorwerthsche reus zou aanleggen. Den volgenden morgen hoorde de reus van Nijmegen over Waal en Rijn zijn kameraad eenig gerucht maken. In de veronderstelling, dat hij zijn brood kneedde en den oven in het Doorwerthsche bosch in gereedheid bracht, stapte hij met zijn deeg over de rivieren heen naar den Hunenschans. Doch hij vond er den Doorwerthschen reus in den diepsten slaap, die een reus slapen kan. Toen hij hem wakker had gemaakt, meende deze zich te herinneren, dat hij juist op het tijdstip, waarop de Nijmeegsche reus leven had gehoor zijn linkerbeen had gekrabd. Naast de Hunenschans ligt ook de prachtige vijver, dien Bilders als „Zomerfontein te Doorwerth" schilderde in het teeken der geheimzinnigheid. In de zestiende eeuw moet de duivel in hoogsteigen persoon te Driel de torenklok door de galmgaten hebben weggehaald en verborgen aan den voet van het Dunogebergte, waar bijgeloovige zielen nog dikwijls een gedempt klokluiden meenen te hooren. Men ziet het, ook dit wandelingetje langs de rivier geeft heel wat te zien en te denken, dat het recapituleeren in de van ouds bekende herberg: „De Salmen" wel waard is. Meteen rust ge daarbij uit en kunt ge u versterken voor uw verdere dolage door de heerlijkheid Doorwerth, die in waarheid ook nog om andere dan middeleeuwsche rechten een „heerlijkheid" is. Uit: Ons mooie Nederland. Gelderland. [Dl. I]: In en om Arnhem. In Neerland's lustwarande: van Arnhem tot Dieren; Ven, J.D. van der; 1923. |
|
Een ontwerp tekening van Samuel Voorhoeve uit 1917. Gelukkig nooit uitgevoerd. De gehele Duno staat volgeplempt met te bouwen villa's. In het ontwerp zijn de nieuwe villa's genummerd. Nummer 62 is volgens mij het hoogste nummer. De originele kaart bekijken: Bron: Gelders Archief. |
|
Naar een prent in bewaring bij de Wageningse Landbouw Universiteit. Getekend door S. Voorhoeve op 19 maart 1929, in opdracht van Van Vloten. |
|
Bijgewerkt door Voorhoeve op 20 november 1936, bron Gelders Archief, tekst in het rood na 1945 ?? |
|
"HET LANDGOED „DUNO” NATUURMONUMENT. Onder beheer van de Stichting „Het Geldersch Landschap.” Naar
wij vernemen, zal binnenkort blijken, dat de heer Odo van Vloten, die
dezer dagen op den huize „Duno" te Renkum overleed, zgn bezitting*
heeft gelegateerd aan de stichting „Het Geldersch Landschap", mot
bestemming tot natuurmonument. Het landgoed behoort tot de oude, wijd
vermaarde landgoederen op de gronden, behoorende tot de oude
heerlijkheid Doorwerth. De heer J. W. F. Scheffer vereenigde destgds
een groot gedeelte van deze gronden in zijn bezit en stichtte de
modelboerderij Het Huis ter Aa. Zelf ging hij op den huize „Duno"
wonen. In 1914 viel het bezit weder uiteen en werd het landgoed „Duno"
afzonderlijk in veiling gebracht. Het besloeg toen 72 ha. Thans is het
nog 65 ha groot. Er zijn eenige stukken, o.a. het Jagershuis en de
villa „Jacoher", verkocht, terwijl het landgoed werd uitgebreid door
aankoop van uiterwaarden langs den Rijn met het doel om bebouwing daar
ter plaatse te voorkomen. De heer Scheffer heeft moderne wegen laten
aanleggen ten dienste van zgn onderneming en verschillende fraaie
landhuizen gesticht. Het
gerucht ging, dat het mogelijk zou zgn, dat het aantal legaten, door
den heer Van Vloten verleend, zoo aanzienlijk zal zijn, dat een
gedeelte van „Duno". zou moeten worden verkocht, voordat het in het
bezit van „Het Geldersch Landschap" zal geraken. Naar wij vernemen is
dit gerucht ten eene male onjuist. „Het Geldersch Landschap" is niet de
eenige erfgenaam in de nalatenschap van den heer Van Vloten. Er ls
zooals later zal blijken nog een rechtspersoon tot erfgenaam
aangewezen, wien eveneens een belangrijk bezit ten deel valt. Door de
beschikkingen van wijlen den heer Van Vloten zal het oude landgoed met
het prachtige heerenhuis op den hoogen heuvel aan den Rijn voorgoed
behouden blijven". Uit het Algemeen Handelsblad van 20-03-1931 |
"LEGATEERING VAN „DE DUNO”. "Oud-cultuurman legateert fraai natuurmonument. Het testament van wijlen Odo van Vloten. Naar
de Nieuwe Arnhemsche Courant verneemt, heeft wijlen de heer Odo van
Vloten, die dezer dagen overleden is, zijn bezitting „De Duno”, ter
grootte van 65 H. A. met de villa aan de Uiterwaarden onder Doorwerth,
gelegateerd aan de Stichting „Het Geldersch Landschap”, onder,
verplichting dat het prachtige landgoed als natuurmonument in stand zal
worden gehouden. De legateering geschiedt onder eenig voorbehoud, omdat
een aantal andere legaten in deze nalatenschap preferent is. De
mogelijkheid zou kunnen bestaan, dat deze legaten zooveel vorderen, dat
een deel van de „Duno” verkocht zou moeten worden. De verwachting is
echter, dat deze legateering volledig kan worden uitgevoerd. Het
landgoed „Duno” heeft aanvankelijk toebehoord aan de heerlijkheid van
de familie Van Brakel; in 1870 is deze heerlijkheid in drie deelen
gesplitst. De „Duno” kwam in handen van de familie De Smeth, die het
tegenwoordige huis liet bouwen. Later werd de bezitting verkocht aan de
familie Scheffer. In 1917 werd de heer Van Vloten kooper. Eventueel kan
het huis „Duno” dienen als zetel voor het „Geldersch Landschap”. De
uiterwaarden kunnen verpacht worden. Aan het karakter van
natuurmonument zal echter geen schade mogen worden aangericht." Uit De locomotief van 17-04-1931 |
"LABORATORIUM WILLIE COMMELIN SCHOLTEN Erfgenaam van den heer Odo van Vloten Arnhem,
23 Maart. — Naar wij vernemen heeft wijlen de heer Odo van Vloten, de
bewoner van het landgoed „De Duuo" als zijn erfgenaam aangewezen het
phytopathologisch laboratorium „Willie Commelin Scholten" te Baarn.
Deze stichting werd in 1895 te Amsterdam in het leven geroepen,
tengevolge van een schenking van den heer en mevrouw Commelin-Scholten.
Op aandrang van prof. Hugo de Vries werd de stichting uitgebreid tot
een phytopathologisch laboratorium. Oorspronkelijk was dit laboratorium
te Amsterdam gevestigd, later in 1920 werd het overgeplaatst naar
Baarn. De eerste directeur, van 1895-1905 was wijlen professor Ritzema
Bos; bij diens vertrek naar Wageningen werd hij opgevolgd door
professor Johanna Westerdijk. Omtrent
de aanvaarding van de erfenis staat nog niets vast. Daarom zullen in de
komende dagen besprekingen plaats vinden tusschen de beheerders van het
laboratorium. Als legaat heeft wijlen de heer Van Vloten zijn geheele
bezitting „De Duno" nagelaten aan de stichting „Het Geldersch
Landschap." Men moet deze legateering met eenig voorbehoud beschouwen:
of zij geheel en al effect zal sorteeren, daaromtrent bestaat nog geen
zekerheid. Wel zou deze legateering voorgaan bij de nalatenschap aan
het phyto-pathologisch laboratorium. De uitvoering van het testament,
dat zeer omvangrijk is, zal geruimen tijd vorderen; de zekerheid
omtrent zijn legaat zal door het Geldersch Landschap voorloopig nog
niet verkregen kunnen worden". Uit De Sumatra post van 21-04-1931 |
"De Duno". Door het „Geldersch landschap" aanvaard. Zooals bekend, heeft wijlen de heer Uuo van Vloten, zijn bezitting „De Duno” met de villa en de uiterwaarden onder Doorwerth, ter gezamenlijke grootte van ruim 65 H.A. gelegateerd aan de stichting „Het Geldersch Landschap”, onder verplichting dat het landgoed als natuurmonument in stand zal worden gehouden. Aanvankelijk bestond er twjjfel of deze legateering volledig zou kunnen worden uitgevöerd, omdat een aantal andere legaten in deze nalatenschap, welke een groot andeel van de nalatenschap vorderen, preferent zijn. Thans heeft „Het Geldersch Landschap” besloten, in overleg met de executeurs, „De Duno” in beheer over te nemen. Er is een commissie van beheer benoemd, bestaande uit de heeren Mr. S. baron van Heemstra, J. van der Molen Tzn. en Th. H. Driessen". Uit De standaard van 0-12-1931 |
"BRIEVEN UIT OOSTERBEEK De Duno Nu
wij vorige malen in de omgeving van Oosprong, Westerbouwing en Huis ter
Aa hebben rondgedwaald, kan dezen keer een bezoek aan 't landgoed de
„Duno" moeilijk achterwege blijven. Ofschoon dit landgoed aan den Rijn
eerst enkele jaren geleden publiek wandelterrein is geworden, is het
voor velen geen onbekend gebied meer. Behalve
van de prachtige natuur kan men aan den Zuidkant van dit jongste onder
de wandeloorden van Oosterbeek's omgeving, genieten van een fraai
gezicht op den Rijn. Jaren geleden, nog vóór 1870, was ook op de Duno
een theeschenken). Uit deze dagen dateert de thans nog bestaande
uitkijktoren. Het landgoed is langen tijd bezit geweest van de familie
Van Brakel, die het kasteel Doorwerth bewoonde. Het verhaal gaat, dat
in dien tijd een onderaardsche gang het kasteel Doorwerth met huize „De
Duno" verbond. Een gedeelte van een dergelijke gang is in ieder geval
in de nabijheid van het kasteel nog aanwezig. In het laatst van de
vorige eeuw werd de Duno bewoond door leden van de familie Van Pallandt
en vervolgens door oud-gouveneurgeneraal Van Lansbergen, welke laatste
een prachtige orchideeën-verzameling bezat. Omstreeks 1900 werd het
landgoed door erfgenamen van mevr. Van Pallandt verkocht aan den heer
Scheffer, die in de omgeving een modelboerderij ging stichten en-zelf
zijn intrek nam in huize „De Duno". Het was in dezen tgd, dat op de
Duno een grootsch leven werd gevoerd. Zooals wij reeds eerder schreven,
heeft de heer Scheffer later echter zijn modelboerderij opgegeven. De
Duno werd toen gekocht dooiden heer O. van Vloten, iemand die in Indië
fortuin had gemaakt. Ofschoon deze eigenaar van het landgoed nagenoeg
blind was, had hij veel belangstelling voor park- en tuinarchitectuur.
Onder leiding van den heer Voorhoeve is dan ook in dezen tijd, de
verfraaiing van verschillende gedeelten van het landgoed hoog
opgevoerd. Tal van lanen en paden, die door hun omzooming van zeldzame
mooie bloemen en planten, vooral in voorjaar en zomer, doch ook in den
herfst de aandacht trekken, zijn in dien tijd aangelegd. Toen eenige
jaren geleden de heer Van Vloten overleed, bleek het landgoed de Duno
bij testament aan „Het Geldersch Landschap" te zijn vermaakt. Het huis
werd ingericht als hotel. In
de nabijheid van de Duno bevindt zich nog het paviljoen „De
Hunneschans". Dit paviljoen ontleent zijn naam aan de eigenlijke
hunneschans, die bestaat uit een aantal wallen aan. den voet van een
meer naar het Westen aan den Rijn gelegen heuvel. Deze hunneschans in
een omgeving van oude boomen is in den loop der jaren vrijwel
onveranderd gebleven. Verteld wordt, dat de schans werd opgeworpen door
de oudste bewoners van de omgeving, met het doel zich te kunnen
verdedigen tegen een volk, dat over den Rijn zou komen". Uit de Arnhemsche courant van 29-12-1934 |
Op de Duno. Er
volgde na de officieele opening een wandeling naar het landgoed Duno,
eigendom van de Stichting „Het Geldersch Landschap". Bij de Huneschans
werd korten tijd halt gehouden. Daar heeft de heer J. Wesselink,
voorzitter van de Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer te Oosterbeek,
het gezelschap over de beteekenis van deze plek ingelicht, een
vooruitgeschoven post van de Romeinen; onderzoekingen naar hetgeen de
bodem verborgen houdt zijn gestaakt, om het fraaie hout te kunnen
sparen. Maar de Rijn heeft herinneringen aan den Romeinschen tijd terug
gegeven. In 1892 werd aan den Linker Rijnoever tegenover de Huneschans
een belangrijke vondst gedaan. Gouden Romeinsche paardenschilden met
inscriptie, gouden munten en een Romeinsch zwaard zijn toen uit de
rivier opgehaald en later in het museum te Leiden geplaatst. De Duno
was daarna spoedig bereikt. Hier
ontving de commissaris van de Koningin, mr. S. baron van Heemstra,
voorzitter van de Stichting „Het Geldersch Landschap". Mede was
aanwezig de heer Cremers, secretaris van die stichting. De heer Van
Heemstra sprak zijn vreugde uit over de komst van dit gezelschap,
bestaande uit personen, die allen de Heemkunde beoefenen. De
Heemkunde-week zal gelegenheid brengen van gedachten te wisselen en
opgedane ervaringen onderling te toetsen. . Met deze Heemkunde-week
doen wij een stap voorwaarts. De Heemschut-gedachte heeft bij het
Nederlandsche volk weerklank gevonden". Uit het Algemeen Handelsblad van 24-03-1940 |
Hier een tekening van Bouwen en Wonen dd 13 februari 1939: De gemeente Renkum heeft op13 februari 1939 een bouwplan van Geldersch Landschap goed gekeurd. |
1939 GLK heeft flinke verbeter plannen Op deze plattegrond is ongeveer de helft te zien. De Entree (Hall) staat er nog wel op. Alles ten westen daarvan staat niet op de tekening. |
Van Vloten laat bij zijn overlijden in 1931 het landgoed De Duno na aan de stichting Het Geldersch Landschap.
Het landgoed is dan 65 of 77 ha groot. De notariële overdracht is op 19
juni 1932. Het Geldersch Landschap maakt een hotel van het landhuis dat
in januari 1933 klaar is. Een van de hotelgasten is de directrice van Huize Rosorum, Amsterdamseweg 233, Arnhem. (20-3-1943). Het pand in Arnhem was destijds van de stichting Pro Senectute, die er een rusthuis voor oudere dames uit de middenstand in had. Kamer van Koophandel; Bedrijfsnaam: Hotel de Duno café restaurant, Vestigingsplaats: Doorwerth; Inschrijfjaar: 1933, Uitschrijfjaar: 1946. Het hotel wordt in 1944 door oorlogshandelingen verwoest. Van het hotel zelf is tot 2018 niet veel meer terug te vinden. Bij het verwijderen van bijgegroeid groen in 2016-17 kwam het onderste terras van het hotel weer te voorschijn. In het park zijn nog fundamenten van theekoepels, cascade watervallen, folie brug, meerdere muurtjes van tuinen, een bank e.d. terug te vinden. Het geheel heeft een hoog urbex gehalte. Het Geldersch Landschap gaat in 2004 samen met de Geldersche Kasteelen en wordt dan Het Geldersch Landschap en Kasteelen. Een KLM luchtfoto van het hotel. |
Het terras, aan de Hogeweg, zo ongeveer in het midden van de kaart hierboven, is er in 2017 nog steeds. Alleen het schitterende uitzicht, daar waar het om begonnen is, dat is weg. |
Reisverslag uit 1807 gepubliceerd in 1933 De Duno behoort tot de oudste diluviale gronden der Veluwe. Uit een historisch oogpunt is het interessant te weten, dat evenals in het Montferland hier een Saksische gravenburcht gevonden werd, waarvan de schansen met eeuwenoude eiken begroeid, nog aanwezig zijn en als een aarden bastion uit den heuvelrug naar voren komen. Een strategische punt is deze heuvelrug steeds geweest en in den strijd van de Batavieren tegen de Romeinen speelde hij reeds een rol. In 1892 vond men bij het grint baggeren in den Rijn goudbeslag van Romeinsch paardentuig. In den riddertijd waren het de kasteelen, die hier het land beheerschten en in den Spaanschen en Franschen tijd werden vijandelijke legioenen over den Rijn geworpen. Thans domineert de Duno door zijn natuurschoon, dat reeds langer dan een eeuw voor toeristen een groote attractie was. Wij citeeren uit een reisverhaal in 1807 geschreven het volgende: „Van de pont, waarmede wij overvaarden, hadden wij een schoon gezigt over den Rijn en wij reeden vervolgens den Duunoog op, en arriveerden ten 10 uuren, alwaar wij door onze vrienden de heeren Wm. de Groot en Meinard Macaré en hunne dames zeer vriendelijk gerecipeerd werden en op een déjeuné onthaald wierden. Het grootsch en ruim uitzicht aldaar gaat alle beschrijving te boven. Wij wandelden door de nieuw aangeleegene plantsoenen en moestuinen langs den berg naar de Hunneschans en vandaar langs een nieuw gemaakten theatralen weg naar beneden, als wanneer zich een vrij groote slang of adder voor ons vertoonde. Nadat wij den Doornwaard doorgewandeld en het aloude kasteel bezichtigd hadden, retourden wij over de Bergen en de groote Cascade (welke echter gedeeltelijk ingestort was en niet werkte) weder naar het verrukkelijk Duunoog, langs en over een groote menigte trappen." Het is wel een bijzonderheid, dat de beschrijving van een wandeling een eeuw geleden gemaakt, ook thans nog als juist kan gelden. Het uitzicht, is er nog altijd even «grootsch en ruim" en „de groote menigte trappen" en „de cascaden" en „de bergen" zijn er ook nog. Het verwondert ons niet, dat de Amsterdamsche patriciërs als de Boissevains, Macaré's, de Clercq's en de van Eeghens een eeuw geleden er in verrukking kwamen. Nog altijd ligt de Duno daar ongerept in al den luister van lichte verschieten, met het statige van enorm geboomte, in de romantiek van beschaduwde dalen en rijzende heuvels. Zooals eens J. W. Bilders de schoonheid ervan in zijn vermaarde houtskoolteekeningen weergaf en later Simon Moulijn ze in een twaalftal litho's uitbeeldde. „De Duno" is thans opengesteld voor de leden van de stichting „Het Geldersche Landschap" en voor hen, die in het bezit zijn van een wandelkaart. Een geromantiseerde tekst uit de Arnhemsche courant van 11-04-1933. Zie ook: Reisverslag van 22 augustus 1793 door Otto van Eck (1780-1798) in het boek: De natuur in de achttiende eeuw van Freek Schmidt, Hanco Jürgens. Pagina 151. 1938 |
Ansichtkaart van het verdwenen hotel op de Duno Otto van Eck, destijds slechts 13 jaar, was vooral onder de indruk van het landgoed Eijerhaag, gelegen langs de Rijn bij Arnhem, waarvan nu alleen nog het uitzichtpunt Duno rest. "Voorts hebben wij nog zeer verre en schoone gezichten gezien, onder anderen het gezicht van Eijerhaag, zijnde een schoon huis op een hoge berg gelegen aan den Rijn, hebbende het gezicht over Kleef, Nijmwegen, Driel, enzovoort. Beneden af liep een lief murmelend beekje. Men liep den berg af met 232 trappen en kwam dan aan een schoon stukje weiland alwaar verscheiden beesten graasden, 't welk een allerverukkends gezicht opleverde". |
Een opname uit 1909 |
Een geromantiseerde schoolplaat uit 1883, standpunt van de tekenaar is in Driel. Aan de overzijde van het Drielse veer is de Duno te zien. |
Een luchtfoto van het hotel, voor de oorlog 1940-1945. |
|
Foto Technische Dienst Luchtvaartafdeling tussen 1930 / 1940 Luchtfoto van landgoed Duno. Identificatie 2155_004758 RDK |
Defensie opname tussen 1930 en 1940 |
Simon Moulijn. Litho van Simon Moulijn in bezit van Museum Veluwezoom Scheffer gaf Simon Moulijn de opdracht om zijn landgoed in 10 litho's uit te beelden. Op de voorgrond de Rijnkoepel Bij het Gelders Archief worden meerdere productiedata genoemd: 1 Gezicht vanaf het Drielse Veer (1904); 2 De oprijlaan 91904); 3 In het park (1905); 4 Het woonhuis (1904); 5 Uitzicht vanaf het terras (1905); 6 De Hunnneschans (1904); 7 Uitzicht in de richting Doorwerth (105); 8 Bij de vijver; 9 De waterval (104); 10 De Dunolaan (1904) |
Simon Moulijn (1886 - 1948) was een Rotterdamse schilder, die ook
tekende, etste en vooral lithograaf van landschappen. Het Museum de
Veluwezoom heeft een set van 10 verschillende etsen. Volgens de
Veluwezoom gemaakt in 1901 - 1902. Artnet laat weten dat de map met 10 litho's in de jaren 1904 - 05 is gemaakt. Ook het veilinghuis Bubb Kuyper (veiling 2008) heeft het over 10 litho's gemaakt in 1904 - 05. In 1905 verschijnt de map "Omstreken van Laren bestaande uit 6 litho's uitgegeven bij S.L. van Looy te Amsterdam en de map "De Duno" 10 litho's in opdracht van de heer Scheffer eigenaar van dit landgoed bij Doorwerth. link |
In het dagboek van Jan Jansen is deze foto uit de nadagen van Market Garden te vinden, gemaakt vanuit Driel ter hoogte van wat nu het midden-eiland is van de stuw. Daar stond hun boerderij Zeldenrust. In het gebied van Oosterbeek staat tot achter de Westerbouwing vrijwel geen boom meer overeind. |
Het koetshuis van de Duno aan de Dunolaan. Na de WWII, niet meer terug gebouwd. Barend Vlasveld was de boswachter van het Gelders landschap gedurende de oorlog en Duno was zijn verantwoordelijkheid. |
Nederlandse dwangarbeiders, veelal opgesloten in Kamp Lagerhorst (Mooi-land) moesten het nieuw ontstane front verdedigingsklaar maken, door middel van oa loopgraven. Dat nieuwe front ontstaat als na de nacht van 25 op 26 september de overgebleven Market Garden Engelsen vanuit Oosterbeek de Rijn zijn overgestoken. Het gebied tussen Waal en Rijn wordt een soort niemandsgebied. Er patrouilleren Duitsers, Engelsen (Hamshire division) en Amerikanen (101). Vanaf de Duno kun je goed zien wat er in de Betuwe uitgespookt wordt. Amerikaanse verkenners nemen 's nachts wel eens een kijkje op de Duno, willen wel eens weten wat er nu precies gebeurd. En laten wel eens een flesje cola voor de dwangarbeiders achter. |
|
1941: In
eigendom van het Staatsboschbeheer zijn voorts overgegaan de tegenover
het Kasteel Doorwerth, op de zuidelijke helling van de Veluwe gelegen
Doorwerthsche bosschen, met een oppervlakte van pl.m. 110 ha. Zij
vormen een onderdeel van de fraaie bosch helling tusschen de
Hunnenschans (Duno) en Doorwerth en bestaan bijna geheel uit
loofhoutbosch van beuk en eik dat vroeger als hakhout werd
geëxploiteerd. De uitspanning "de Zalmen" ligt in dit boschterrein. Uit Wagenings UR e-depot. |
De scheiding tussen het gebied van Staats Bosbeheer (SBB) en het GL+K ligt op de Italiaanseweg. Ten Westen is van SBB, ten oosten van de weg is van GL+K. |
De uitkijktorens op de Duno. Er stonden twee verschillende uitkijktorens op de Duno. Uitkijktoren 1: Als Kruse in 1831 eigenaar wordt is de de uitkijktoren al aanwezig, de theekoepel (Rijnkoepel) niet: De uitzichtoren is de rode punt, omgeven door een ronde crikel. Bron HisGis 1932. Als rond 1843 de Duno wordt gekocht door de Baron van Brakell van de Doorwerth dan zijn de uitkijktoren en de uitkijkkoepel (theekoepel - Rijntoren) al aanwezig. Nu kan een tekening veel artist impression bevatten, dus weet je het nooit zeker. We zien een puntdak met daaronder galmgaten of gotische vensters en een duidelijke trap aan de buitenkant. Uitkijktoren 2 DIt is dan een variatie op de toren van hierboven. De gotische vensters zijn verdwenen en nu is goed te zien dat de trap om de toren heen cirkeld. Dat is op de prent hierboven niet goed te zien. Daar zou de trap er ook recht voor kunnen staan. Er is een kleurenprent met een datering van 1874 (vS) Op kaarten is deze toren wel eens aangemerkt met de term belvedère. bron Gelders Archief: Justine C. Evers - van Meurs, 1846 bron Gelders Archief: Justine C. Evers - van Meurs, 1846 bron Gelders Archief: J.D. Oostendorp ca 1870. Toren en details zijn in de achtergrond te zien. |
Uitkijktoren 3: Zo rond 1874 (volgens de prent hieronder, is de grote uitkijktoren (belvedère) vervangen een aangepast aan de nieuwe tijd. Uit Souvenir d'Arnhem, 1850-1874 van het Gelders Archief. "Pas na 1880 wordt de basis voor de toekomstige ontwikkeling van, de Duno gelegd. Want nadat na de dood van de douairière van Brakell de bezittingen verdeeld zijn, wordt in 1880 de Duno door Louise C. J. Baronesse van Brakell (tot wier portie ook de Duno behoorde) verkocht aan Werner Baron v. Pallandt, met wie zij in dat jaar huwde. Volgens Sipman (M, A, Sipman, Arnhem en omstreken, blz. 95.) bouwde de nieuwe eigenaar daar, ter vervanging van het vroegere logement, dat later een kostschool was, een trots landhuis, in overeenstemming met de trotse ligging ervan. Tevens merkte hij op, dat „rechts van het plateau de sierlijke, hoge „Koepel van de Duno" geplaatst is, vanwaar 't panorama zeer ruim is." Nabij het herenhuis zag men tot toen, een oude vervallen toren, een belvedère, - die de gelegenheid aanbood in de richting van Doorwerth en Wageningen de omgeving te bewonderen. Deze belvedère is enkele jaren later door een nieuwe vervangen". Uit Demoed pagina 145 De toren is veranderd, misschien zelfs een geheel andere. Het dak is puntiger en hoger, er is een naar beneden vallende rand, en er zijn dikkere spijlen om het dak te dragen. Uit Demoed p. 144: Als Budding omstreeks 1860 de Duno bezoekt merkt hij op: „Het behoort thans aan mevr. de douair. van Brakell. Het staat nu ledig daar de huurders schijnen afgeschrikt te worden door den hoogen huurprijs (men zegt Fl. 2000.-). Niet lang geleden was het een logement en restauratie, maar de telkens afwisselende ondernemers moesten dit spoedig laten varen, daar zij hun onkosten niet goed konden maken, door het geringe bezoek dat hun ten deel viel. Van den toren, meer bij het begin van dit landgoed, en van den koepel aan de uiterste kant van den berg gelegen, heeft men een heerlijk uitzicht.” "Plotseling veranderden dan in het begin van de 19de eeuw de ideeën volkomen. De romantische landschapstijl doet zijn intrede. De strakke plannen van de barok vinden geen genade meer in de ogen der nieuwe generatie en worden vervangen door meer „bevallige" en „natuurlijke" lijnen. .... Ook de Duno is herhaaldelijk uitgebreid in landschapstijl. Zo dateren uit deze tijd de romantische belvedère en de kunstige rotsen van kippengaas en cement". (Uit Demoed p. 118) Uitkijktoren 4 Fotografie begint zo rond 1900 breed zijn intrede te doen. Een datum van deze foto, is voor mij onbekend. Met een geheel ander dak. Oud en nieuw door elkaar: hier stond dus de uitkijktoren! Opname 2017 De toren aan het begin van het landgoed stond op de hoogte achter de ANWB paal. De ANWB paal staat op de Dunolaan op de kruising met de grote oprijlaan, de laan zonder naam, die op de Oude Oosterbeekseweg begint. De theekoepel: Rijntoren. En ten zuid-oosten van het hotel, tegen de stuwwal aan, stond een theekoepel, waar beneden thee en versnaperingen te koop waren en men naar boven kon om van het uitzicht te genieten. Uit de veilingbrochure van de Duno in 1888, bron archief van de notaris bij het Gelders Archief. Litho van Simon Moulijn tusen 1901 en 1905: De theekoepel ten zuidoosten van huize Dunoo. Opname J.P. Scheepmaker, Arnhem rond 1919. |
Het Indische theehuis Rond 1910 is dit huisje is door Scheffer neergezet in combinatie met een rozentuin. Bekend is een ansicht, die gelopen is in 1939. Oudere ansichten vanaf 1933.. |
|
De zitbank op de Duno. Op de Duno zijn nog meerdere restanten van een rijk verleden zichtbaar. Ga eens op zoek naar de oude entree dorpel van het voormalige hotel. Gemakkelijker te vinden, de oude zitbank. Hoog aan de westkant van het gazon, net in de bosrand. De oude zitbank op de Duno, herkenbaar aan de krul. Hoe komt het dat de zitbank gebarsten is: In januari 1942 liep het echtpaar Jules en Feiga Kahn over de Duno. 'Dit is het einde', zuchtte Jules. Hij gaf een schop tegen een stenen sierbank en ging zitten op de koude stenen. 'Ik voel me zo machteloos.' Zij legde een hand op zijn rug. 'Rustig, lieverd. We zijn er altijd gekomen, we komen er nu ook.' 'We hadden weg moeten gaan. Naar de Verenigde Staten, naar Palestina. Er was tijd...'. zei hij. Meijer had hem ontslagen. Uit Peter van Leeuwen; De dood van rubber; 2009 Het is me niet bekend wanneer de zitbank gebarsten is. Dat Kahn er de oorzaak van zou zijn lijkt me stug. Hij had wel alle reden om er een ferme trap tegen aan te geven. Het ontslag bij de Vredestein fabrieken was voor de familie Kahn een volgende stap van de SHOAH. |
opname uit 2016 Een foto uit 2008 |
Foto uit 2012, restant van een zitbank |
opname 2023 |
De Dunobank. De Dunobank stond op de Italiaanseweg en gaf vanwege de hoogte een leuk uitzicht op de Duno en de Rijn. Er zijn meerdere ansichtkaarten van bekend. Er is een In 1906 uitgegeven exemplaar door Trenkler & Co te Leipzig Drw. 5. Dezelfde opname is in 1912 uitgegeven door Weenenk & Snel te Den Haag. Onder vermelding van 12 37115. |
|
Huneschans Naast het landgoed Duno ligt een restant van een walburg: opvallende aarden wal met een diepe gracht eromheen: de Huneschans. De schans is een aarden wal of ringwalburcht in de vorm van een ovaal, die waarschijnlijk uit het jaar 1000 (Karolingisch). De walburcht was voorzien met houten palen op de wal een vluchtplaats voor de burgers bij invallen van de Noormannen en een verblijf van soldaten. Zij bewaakten de doorwaadbare plaats in de Nederrijn bij Heveadorp. Binnenin heb je een weids uitzicht over de Neder-Rijn en de Betuwe. De Huneschans is een oude ringwalburcht. Rond het jaar 1000. Waarschijnlijk zijn de Duno, de Heimenberg en de Huneschans op de Duno in bezit geweest van graaf Balderik en Adela (950-1025?) (dochter van Wichman van Hamaland) en hebben deze burgen als bescherming van de ijzerhandelsroutes gediend. Adela's vader Wichman van Hameland beschikte rond 900 reeds over de ringwalburcht op de Eltenberg en de dubbele motte Mergelp, op de Duivelsberg ten oosten van Nijmegen. Ook de Huneschans bij Uddel is vermoedelijk in de tiende eeuw gesticht door de graven van Hamaland als bewaking van de handelsroute vanaf de Veluwe naar de Noordzee. Een ringwalburcht gaf bescherming tegen invallen de Noormannen - Vikingen. De Noormannen waren tot last in België en Zeeland. Van de 7de tot de 9de eeuw woonden de Friezen zo van Zeeland, Zuid- en Noord Holland, Friesland, Groningen zo tot Bremen Dorestad, in de buurt van Wijk bij Duurstede, heeft veel last van de Noormannen gehad. Ook Zutphen is meerdere keren geplundert. Met de komst van de Franken, verdwijnt de overlast. Wil je nog eens een andere ringwalburcht bezoeken: De Heimenberg, naast de Grebbeberg bij Rhenen. Er zijn er meer, deze bij Uddel. De burcht bij het Uddelermeer, de zogenaamde hunenschans, was wellicht van belang voor de toen belangrijke ijzerwinning op de Veluwe. Bij Montferland vindt men nog een walburcht, die de door Balderik en Godizo veroverde burcht Upladen zou kunnen zijn. Middelburg, Domburg, Souburg, Oldenzaal, Zutphen, allemaal (voormalige) ringwallen. "Boven op de hoge en steile helling ligt daar nog de zware ringwal van de Huneschans, door Holwerda beschreven als een Saksenburcht van rond 1000 n. Chr. In navolging van Holwerda zoekt men hier op de Huneschans — waarschijnlijk te vergeefs (Gosses) — de burcht van het graafschap Redichem, waar het beruchte grafelijke echtpaar Balderik en Adela zelfs God durfde tarten. Ook heeft men de Huneschans wel beschouwd als het restant van een Romeinse wachtpost". Uit: De Veluwezoom: ontwikkeling, bewoning, vegetatie en hun onderlinge invloed vooral in het gebied van Renkum; Nicolaas P.H.J. Roorda van Eysinga; 1949. Over de Huneschans schreef Jan L. de Boer in zijn boek „Geschiedenissen en legenden van de Zuid-Veluwerand” het volgende: „Bij de Huneschans hebben meermalen legerbenden vertoefd. Germanen, Romeinen, Saksers en Franken zijn ongetwijfeld verschenen. Het kan geweest zijn een offerplaats, een heiligdom, vergaderplaats, plek van rech spraak of voor lijkplechtigheden. Later schijnt hier het Evangelie te zijn verkondigd door de oude geloofshelden. De wallen en droge grachten, oud geboomte op de hoogtedie iets bijzonders vertellen. En een aant eening vonden wij, meldende, dat er het kasteel heeft gestaan van het beruchte echtpaar Balderik en Adèle” |
Uit de veilingbrochure van de Duno in 1888 Andere namen: Duneschans, Hoge Schans, Hunenschans, Hunenschantz, Hunnerschans, Huneschans, Hunneschans. Hunnenschans. GL+K, de huidige eigenaar, gebruikt Huneschans. Uit de veilingbrochure uit 1888 van notaris A. Moll te Arnhem. In de onderste alinea beschrijft hij de Hunenschans. "De hunen moeten een volk geweest zijn dat een diep gevoel had voor het romantische van de eenzaamheid te midden eener schone natuur". Daarbij de Gids voor Arnhem en omstreken, pagina 39 citerend. Of de Hunnen een romantisch gevoel hadden, geen idee, vast wel. Zelf heb ik van de Hunnen onthouden dat ze in de vijfde eeuw door Europa trokken. Citaat van Klaas Bouwer uit zijn boek: Voor profijt en genoegen, pagina 37: In het midden van de zeventiende eeuw wordt deze imposante versterking voor het eerst vermeld op een kaart van Nicolaes van Geelkercken onder de naam "Huneschans". De Huneschans heeft sinds 1965 de status van archeologisch rijksmonument. Video's over de Huneschans: Spannende Geschiedenis NL Huneschans op de Duno in Heveadorp: Dennis Kwint AANRADER Doorwerth - Huneschans: Albert Speelman 2015 opname uit 1955 door Jansen. |
Huneschans | De wal om de schans is goed te zien. Opname in 2023 |
Een hotel op de Duno Als van Brakell de Duno koopt, wil hij het als landhuis gaan verhuren. Dat lukt niet echt goed. En al vanaf 1847 zie je advertenties voor Hotel Duno. Uit: Gids door de heerlijkheid Doorwerth, Dussen, Johan Gerard Hendrik van de, 1847 Uit de Arnhemse Courant van 20-06-1847 Hotel ten Duno. De ondergeteekende acht het doelmatig, bekend te maken, dat het Bestelhuis van Duno, te Arnhem is, bij den Heer Z. ROELOFSEN, Kruidenier in de Ketelstraat , hetwelk zich belast, alle bestellingen voor Diners enz. aan te nemen. Er zijn nog eenige Apartementen beschikbaar. Table d'Hôtel ten 3 ure. J. D. Oostendorp. Arnhemsche courant 15-08-1848 Arnhemsche courant 10-06-1848: Naar men verneemt zal op den tweeden Pinksterdag, des namiddags , de Arnhemsche Liedertafel op het Hotel Duno eene vereeniging houden, die waarschijnlijk ook door leden van andere Liedertafels zal worden bijgewoond. Men zal dus het dubbel genoegen kunnen smaken van het schoone uitzigt op de heerlijke omstreek en het gezang van do zoo gunstig bekende Arnhemsche Vereeniging. Arnhemse courant 22-08-1848 Oostendorp is nog pachter tot 1854 als hij bericht dat: J. D. Oostendorp, Houder van het Hotel Duno, te Doorweerth, heeft de eer bekend te maken, dat hij zich op 15 Maart e. k., gaat vestigen te Rotterdam, in de sinds vele jaren bestaande Zaak , De Groote Romijn. De geschikte gelegenheid van het Gebouw, gepaard bij deszelfs gunstige ligging, in de onmiddelijke nabijheid van den Spoorweg , hebben hem doen besluiten, tevens Logement en Restauratie hierbij op te rigten; NRC 22-05-1854. Er is dan even geen pachter op de Duno totdat op 1 juni 1854 dhr J.W. ten Kate er zich gaat vestigen. Hij was daarvoor de uitbater van Lion d'Or in Leiden. Het Hotel Duno, doelmatig van Meubelen voorzien, is alsnog Te Huur, opengesteld, vermits de Huur-overeenkomst met den Heer ten CATE is verbroken. Ook is men niet ongenegen hetzelve voor dit Zomer -seizoen aan eene of meerdere Familiën te verhuren. Belanghebbenden vervoegen zich ter Secretarie van het Kasteel Doorwerth. 29-05-1854 in de Opregte Haarlemsche Courant Helaas voor Ten Cate, kennelijk zijn de afspraken niet na gekomen. Op 17-6-1854 zien we weer een nieuwe naam: C. Meyer, Hotel Garni-houder. Al in 1854 ? stopt het hotelbedrijf. Althans er verschijnen geen advertenties meer. In de periode tot 1860 zie je nog advertenties dat de gehele Duno, inclusief het Herenhuis, te huur is en op een gegeven moment (rond 1860) gaat Louise Constance Jeanne van Brakell (1831-1884), dochter van J.A.P. baron van Brakell er wonen. Louise is in 1854 met Henri de Smeth (1821-1870) gehuwd. Ons mooie Nederland. Gelderland. [Dl. I]: In en om Arnhem. In Neerland's lustwarande: van Arnhem tot Dieren. Ven, D.J. van der; 1923: Daarna wordt in autobussen een rondrit gemaakt door de omgeving; deze rondrit wordt onderbroken aan Hotel de Duno te Heelsum tot het gebruiken van de thee. Veel onduidelijkheden over het einde van dit hotel. Scheffer wordt eigenaar in 1889. Scheffer stopt zo rond 1917. En daarna in 1918 zien we Odo van Vloten als eigenaar tot 1931. Het bericht hierboven is uit 1923 en dan wordt de woning van Van Vloten als hotel beschreven. In 1931 overlijdt van Vloten en geeft de Duno aan het Gelders Landschap. De notariële overdracht is op 19 juni 1932. Het Geldersch Landschap maakt een hotel van het landhuis dat in januari 1933 klaar is. Op 1 januari 1933 gaat de heer de Hendrik de Graaff voor het toenmalige Geldersch Landschap het Hotel exploiteren. Telegraaf 12 mei 1933 De familie de Graaff was ook eigenaar van het Badhotel te Baarn, het hotel van Hof van Holland te Hilversum, huize Zomerdijk-Bussink en het Paviljoen in het Vondelpark te Amsterdam. Daarnaast had men vanaf 1929 ook de leiding van Grand Hotel Verseput te Middelburg. Het is de oudste zoon Hendrik de Graaff die De Duno gaat leiden. Meer over de hotels van de fam. de Graaff. |
Het gaat kennelijk goed met het hotel in 1933. In mei trekt een nieuwe Amsterdamse kelner in op de Duno. In juni zoekt men een huisknecht, een keukenwerkmeisje en een juffrouw voor de toiletten. Ook hotel de Bilderberg wordt uitgebreid en de Westerbouwing wordt in 1933 geheel opgeknapt. Maar in september 1934 verschijnen er advertenties voor lunch en diner op het Rijnterras (matige prijzen). En maakt het hotel een weekend tarief á hfl 12,50 voor een kamer. Uit Oosterbeek meldt men ons dat Prinses Juliana gisternamiddag, tijdens Haar bezoek aan de „Duno", in het hotel „De Duno" aan een Gelderschen koffiemaaltijd heeft aangezeten en daarna ongeveer twee uren op het landgoed heeft gewandeld. Algemeen Handelsblad 27-04-1935 Op het landgoed „De Duno" (65 H.A.) werd voortgegaan met het regelmatige onderhoud van het park. Houtopbrengsten zijn zeer gering; de belangrijkste inkomsten komen van huishuren en van de opbrengsten der Uiterwaarden. De exploitatie van het hotel de Duno werd sterk belemmerd door het minder gunstige weer en door andere factoren. De verhuring van de verschillende woningen, die in het jaar 1935 zeer slecht was, verbeterde in het afgeloopen jaar in belangrijke mate. Wel waren de huren die bedongen konden worden, veel lager dan vroeger, doch op het oogenblik kan geconstateerd worden, dat alle huizen weer bewoond zyn. Uit het Jaarverslag 1936 van het Gelders Landschap. Ter verlevendiging van de omgeving van hotel „de Duno" werd in het voorjaar 1937 op de helling voor het hotel een ooievaarsnest opgericht. Dit werk geschiedde met de belangelooze medewerking van den heer Ch. J. d'Ancona te Velp. De ooievaars toonden zich nog niet voldoende dankbaar voor deze tegemoetkoming, daar het nest alleen door een vrijgezel werd bewoond. Uit De Tijd 08-05-1938 In Hotel „de Duno" zijn belangrijke verbeteringen aangebracht o.a, Lift, mooie ruime Eetzaal, nieuwe Conversatiezaal, Privé badkamer, enz. Nieuw aangelegd Park en Autoweg. Doorwerth, Tel. (Oosterbeek) 5596. Algemeen Handelsblad 13-04-1939. Boom ontploft. Een merkwaardig voorval heeft zich voorgedaan op het landgoed „de Duno" te Oosterbeek. In de nabijheid van het hotel daar ter plaatse stond een dikke holle eik. Ter vernietiging van de wespen, werd petroleum door een gat in den boom gegoten en aangestoken. Daar de rook nog geruimen tijd uit de holte bleef opstijgen, werd de opening ten slotte dichtgestopt. De hotelbewoners werden echter te middernacht door een hevigen knal opgeschrikt. Men begréép niet, wat er aan de hand was, tot den vólgenden morgen een uit elkaar gesprongen boom werd gevonden. In den boom blijken zich gassen ontwikkeld te hebben, die tot een ontploffing hadden geleid. De Noord-Ooster 24-08-1939 Het Terras van Hotel de Duno Doorwerth wordt weer geopend op Zaterdag 15 Juni. Arnhemsche courant 14-06-1940 Hotel „DE DUNO". Heropening Hotel „DE DUNO" Doorwerth op Woensdag 9 april L A S. Arnhemse courant 21-03-1941 Hotel „DE DUNO' Doorwerth. De Rijnterrassen en het Café zijn weer geopend. Gemakkelijk te bereiken met den T. O. L. tram. Arnhemsche courant 02-04-1942 Hotel „DE DUNO' Doorwerth. De Rijnterrassen en het Café zijn weer geopend. Gemakkelijk te bereiken met den T. O. L. tram. Arnhemsche courant 19-05-1943 Hotel „de Duno" vraagt p. 15 Maart Flinke Werkmeisjes. Per 1 Mei Flinke Kamermeisjes en Keukenwerkmeisjes. Hoog loon, kost en inwoning. Twentsch nieuwsblad 22-02-1944, De laatste advertentie in oorlogstijd. Vanaf 17 september 1944 wordt de gehele zuidflank van de Duno, Renkum, Oosterbeek en Arnhem onder vuur genomen door geallieerde vliegtuigen en beschietingen. Al vanaf de nog niet veroverde Waalbrug bij Nijmegen kunnen de Amerikaanse 35ponders deze omgeving beschieten. Eerst wordt alleen op Duitse stellingen geschoten, na 25 september worden alle mogelijke Duitse uitkijkposten op de stuwwal onder vuur genomen. Tot Driel is de zuidkant van de Rijn dan bevrijd. +- 19 september 1944: Daar was bij den Hotelier (De Graaff) in zijn woonhuis een radiotoestel ontdekt; de hotelier had een Engelse vrouw en die had natuurlijk seinen uitgezonden. Gelukkig, zei de man van de tank, hadden hij en zijn vrouw kunnen vluchten, maar de huisraad was kort en kleingeslagen en het huis in brand gestoken. De 800 flessen wijn (wij wisten dat er veel wijn uit het hotel in veiligheid was gebracht) hadden zich de jongens best doen smaken. Inderdaad hadden zij reeds dronken soldaten aangetroffen. (uit het dagboek van Theo Driessen) Op 28 september 1944 meldt Driessen dat het hotel geheel is uitgebrand. bron: Gelders Archief Het hotel wordt in 1944 door oorlogshandelingen verwoest. Van het hotel zelf is niets (op de dorpel van de entree na) terug te vinden. |
"Hendrik
(Henri) de Graaff werd geboren op 19 januari 1874 in Amsterdam als zoon
van Frederik Willem de Graaff en Amalia Theresia Molenaar. Henri kwam
uit een familie waar men al generaties lang schilder was, maar Henri
zag dat niet zitten. Hij wilde meer. Het lukte hem om eigenaar van
verschillende hotels te worden, en niet de minste hotels! In 1903 werd
hij eigenaar van Huize Zomerdijk-Bussing in Amsterdam, en gérant van
het Paviljoen Vondelpark in Amsterdam. Ook Hotel Hof van Holland in
Hilversum was in familiebezit. Dat hij eigenaar was van het Badhotel in
Baarn schreef ik al. Hij volgde daarin N.G. van Doorne op. In 1929
kocht hij het door brand verwoeste Grand Hotel Verseput in Middelburg.
Dat hotel herbouwde hij en maakte het weer tot een succesvol luxe
hotel. In Doorwerth exploiteerde hij vanaf 1933 het huis De Duno. De
dagelijkse leiding daarvan legde hij in handen van zijn zoon Hendrik
jr. De Duno werd in 1944 door oorlogshandelingen verwoest. Als
u naar de foto's van deze hotels kijkt, zal het u opvallen dat er geen
derderangs hotels tussen zitten. De Graaff was succesvol en wist
(puissant rijke) klanten te trekken. Hij deed dat onder andere door
prima restaurants met fantastische keukens in zijn hotels te hebben." Uit Groene Graf |
|
Landschapsarchitecten op de Duno 1780 Charlotte Sofie van Aldenburg Bentinck - Johann Georg Michael (1738-1800) ? 1843 J.A.P. baron van Brakell - ? 1880 van Pallandt - Henri Copijn (1842-1923) Er wordt een nieuw landhuis gebouwd in 1883 en de oude uitzichtkoepel wordt tussen 1881 en 1888 vervangen door een nieuwe. Er komt een koetshuis. Er wordt een cascadedal bij de Fonteinallee aangelegd. Daar komen drie vijvers en de middelste vijver krijgt een fontein met wateraanvoer middels een drukvat dat hoger op helling ligt. Deze waterplas heeft weer een natuurlijke bron en staat ook tegenwoordig nog vol met water. Rond 1900 maakt Copijn meerdere trappen, kunstrotsen (cementrustiek), en uitkijkpunten. Het cementrustiek werd uitgevoerd door het bedrijf Moerkoert. Totaal 7 cementrustiek trappen, waarvan 3 bij landhuis, 1 bij moestuin, 2 bij het cascadedal en 1 bij jagershuis. Het cementrustiek had een recreatieve functie. Ook de theekoepel/uitkijkpunt bij het Jagershuis is van Copijn. 1903 Scheffer - L.A. Springer. Van Springer is de rozentuin op de Duno. 1915 Scheffer laat Samuel Voorhoeve (1880-1948) de Valckeniersbossen opknappen. Voorhoeve was in 1906 en of 1912 in Oosterbeek gaan wonen. Hij huwt met Dina Maasen en gaat wonen aan de Beukenlaan in Oosterbeek. Hij maakt oa een plan voor de herinrichting van Bato's Wijk in Oosterbeek. Voorhoeve maakt voor Scheffer ook een kaart van de Duno met de eventueel los te verkopen terreinen in diverse oppervlakten. 1917 Odo van Vloten - Samuel Voorhoeve. Van Vloten was vaak afwezig en hij benoemt Voorhoeve als landschapsarchitect en parttime rentmeester. Van Voorhoeve zijn de makkelijke wandellanen op Duno en een gelukkig niet uitgevoerd plan om heel veel leuke villa's op de Duno te bouwen. Onder de brug liep vermoedelijk een pad van de Nederrijn bij Heveadorp, richting Wolfheze waar een kruising was met de Heer Straet. Ook de Duno-brug is van Voorhoeve. Voorhoeve realiseert ook de nieuwe "etagewegen", deze volgen de natuurlijke glooiingen van het terrein, zonder al te veel te hellen. Gemakkelijk te bewandelen en te berijden en bieden de meeste verscheidenheid aan doorzichten. |
1933 Geldersch Landschap, later Gelders Landschap en Kasteelen. In 1937 vraagt men aan Samuel Voorhoeve een plan te maken voor verschillende wijzigingen en verfraaiingen op het landgoed de Duno, zoals wijzigingen aan plantsoenen en wegen, afbraak van ontsierende woningen etc. rond 1948 -1950 Geldersch Landschap: J.H.R. van Koolwijk. 2015-2018 Het Geldersch Landschap & Kasteelen heeft iets van die vroegere grandeur van de Duno terug gebracht. Tijdens de Slag om Arnhem is het landhuis verwoest en raakte het park zwaar beschadigd. In de jaren daarna is het door GLK slechts in de basis hersteld. In deze jaren zijn gedeelten van de Cascadewaterval, een aantal uitzichten en enkele zwaar beschadigde karakteristieke elementen gerestaureerd. Ook is de Dunobrug in oude staat teruggebracht, je kunt er niet meer overheen lopen, het is slechts een folie. Wandelroutes zijn verlegd en een mountainbikeroute is gerealiseerd. In de azalealaan zijn rond de 200 nieuwe azalea's aangeplant. |
Forest Hill - Eikenhof. Aan de westzijde van de Duno. Oorspronkelijke naam van dit pand: Forest Hill. Gebouwd in 1890 volgens de BAG (of dit klopt?). Straatman (p.132) geeft aan dat Scheffer deze woning in 1901 heeft gebouwd. Scheffer heeft meerdere dienstwoningen laten bouwen voor het hogere kader van zijn modelboerderij. Forest Hill was destijds een van de mooiste dienstwoningen. De woning ligt aan de westelijke toegang van de Duno aan de Italiaanse weg. Aan de andere kant van de toegangsweg naar de Duno stond een kleiner evenbeeld Woudlust genaamd. De oorspronkelijke naam daarvan was Pretty Home. Weet nog niet wanneer de naam Forest Hill is ingeruild voor Eikenhof. Het huidige gebouw heeft een gevelsteen met een eik er op afgebeeld. Die gevelsteen was er niet voor de WWII. In 1914 gaat de heer Scheffer, op dat moment woonachtig in Scheveningen, naar de notaris E.D. de Meester, notaris te Arnhem, standplaats Heteren. In de acte staat dat de gehele Duno, inclusief Forest Hill te koop komt. Forest Hill wordt op dat moment bewoond door de heer Witte. In 1917 verkocht J.W.F. Scheffer de villa aan de Verenigde Rubberfabrieken. Jan van der Wal noemt zijn boek "Langs het tuinpad ...." op pagina 14, oktober 1918 als verkoopdatum. In 1922 werd Odo van Vloten de eigenaar. Van Vloten liet de Eikenhof en het landgoed de Duno in 1932 na aan de stichting Het Geldersch Landschap. Vermoedelijk heeft Scheffer de woning verhuurd aan de r de laatste Burgemeester van Doorwerth, jhr. mr. Hendrik Richard Adriaan Laman Trip (1882-1962) enige en laatste burger burgervader van de gemeente Doorwerth. In WWII werd de Eikenhof bewoond door Dr. Med. Friedrich Moritz Levisohn (1905-1955). Hij is in 1939 vanwege zijn Joodse herkomst naar Nederland gevlucht en heeft hier de oorlog doorgebracht. Hij was bekend en hielp mee bij het lokale verzet. Hij schreef voor de illegale bladen De Zwarte Omroep en De Kleefse Koerier. Na de oorlog (1946) wordt Levisohn voorzitter van de bekende voetbalclub Schalke 04. De Eikenhof is afgebrand in september 1944. In een andere vorm terug gebouwd. Veel meer info over Levisohn op dit gedeelte. De Eikenhof is na de oorlog herbouwd, hier nog de situatie voor de WWII Ansichtkaart gelopen in 1910 |
De Eikenhof in 2015 Jan van der Wal heeft meerdelig verhaal geschreven over de oorlogsgeschiedenis van de omgeving van de Oude Oosterbeekseweg. Daarin wordt ook de Eikenhof en Levisohn genoemd. Deel 1, 2, 3 en 4 zijn intussen verschenen in 2016 en 2017. Lees dus het hele verhaal met meer details in het blad: Schoutambt en Heerlijkheid, van de Stichting voor Heemkunde in de gemeente Renkum. In 2017 komt er een nieuwe gevelsteen. |
Op de Fonteinallee op de zuidzijde van de Duno zijn meerdere vijvers te zien. Waaronder de tegenwoordige Fonteinvijver,
genoemd naar de Fontein die er rond 1794 tot aan september 1944 gewerkt
heeft. Op een oude kaart van Doorwerth door Bernhard Kempinck uit 1602
komt deze vijver al voor en wordt dan de “Helle Colck” genoemd. Ook de
naam Duivelskolk komt voor. Vroeger dacht men dat plekken waar water
spontaan uit de grond opborrelde doorgangen waren naar de onderwereld.
De Fonteinallee als naam bestond al voordat er een spuitende fontein
werd aangelegd (eind 19e begin 20e eeuw). De Fonteinallee is naar de
bron genoemd, niet naar een fontein. Onduidelijk is me nog waar de
fontein was. Logisch zou zijn: in de middelste vijver in het
cascadedal, vlak bij de spreng aangelegd als voorraadvat. Deze bevindt
zich bijna boven op de helling, rechts achter de Fonteinvijver, als je
er voor staat. Het ronde voorraadvat met een doorsnede van 5 meter
staat nog steeds vol. Elders (Schaafsma o.a) is te lezen: De
onderste van de vijvers staat bekend als de Helkolk; hierin stonden
drie fonteinen, waarvan op diverse plekken langs de beekloop resten van
metalen buizen zijn terug te vinden. link.
Helkolk of Fonteinvijver. Opname uit 2016 |
Neem nu maar aan dat in de huidige middelste vijver (vroeger waren dat er twee) een fontein, en in de onderste grote vijver fonteinen zijn geweest. Het GLK, eigenaar van de gronden, noemt de Fonteinvijver vanaf 2016 ook weer Helkolk. |
Al voor 1870, was er op de Duno (Huneschans) een theeschenkerij. Ook in 1934 staat er nog in de krant: In de nabijheid van de Duno bevindt zich nog het paviljoen „De Hunneschans". Dit paviljoen ontleent zijn naam aan de eigenlijke hunneschans, die bestaat uit een aantal wallen aan den voet van een meer naar het Westen aan den Rijn gelegen heuvel. Arnhemse courant 29-12-1934. |
|
Het Cascadedal. Het Cascadedal is eigenlijk rond 1900 ontworpen in opdracht van Scheffer door Copijn. Dan komen er o.a. de cementen trappen. Maar al ver daarvoor waren er sprengen en beekjes. Chronologisch enkele citaten: Rond 1633 en daarvoor waren schilders zoals Rembrandt en meerdere van zijn leerlingen al rond het Cascadedal en de directe omgeving aan het werk. Hierboven, bij het begin van dit artikel, staat al info over Doomer, een leerling van Rembrandt. Uittreksels uit twee reisjournalen gehouden in 1787 en 1789, door J. F. Graaf van Hogendorp. Medegedeeld door Jhr. Mr. W. A. Beelaerts van Blokland. Zaterdag den I5den vertrokken wij met veel regret van Biljoen, ten uitersten voldaan van de obligeante receptie van de Heer en Mevrouw van Spaen, na de stad van Arnhem en van daar zijn wij verder gereden na den Hunner Schans, alwaar men zeer schone uytgestrekte gezichten vindt en die men in deze kwartieren komende niet moet overslaan. Wij zonden ons rijtuig vooraf na den Doorewaard, zijnde een stuk goed toebehoorende aan Mevrouw de Gravinne douairière van Bentink. Men had ons onderricht, dat wij van de Hunnerschans met faciliteit en langs een voetpad daar in weinig tijds na toe konden gaan, maar off wij het zelve niet konden vinden, off dat men ons kwalijk geinformeert had, wij waren genoodzaakt onse weg door het bosch te zoeken, hetgeen ons een groot half uur zeer onaangenaam deed passeren, te meer daar het zeer zwaar weder begon te worden, totdat wij eindelijk aan een herberg aankwamen. Het onweder bedaart en den regen over zijnde, gingen wij de cascades van den Doorewaerdt bezigtigen, die ons zeer voldeeden en zeer mooy zijn, dog niet zo natuurlijk als die van Biljoen, die buyten een enkelden altoos nagt en dag doorlopen, daar dezen door kunst aan de gang moeten geholpen worden en expres voor de vreemdelingen opengezet worden. Zij is in drie partijen; de bovenste loopt over 5 trappen, de 2de over drie en de laatste is een groot vlies. Deeze cascades zijn zeer aangenaam, omdat zij in een mooye parthij van superbe hooge boomen legt. Na dit gezien te hebben gingen wij na de herberg, ontbeten daar wat en reden verder door Wageningen na de Grep, daar wij ten 5 uuren arriveerden en nog een heel goed diné vonden." Uit 1915 Gelre deel XVIII. Wij citeeren uit een reisverhaal in 1807 geschreven het volgende: „Van de pont, waarmede wij overvaarden, hadden wij een schoon gezigt over den Rijn en wij reeden vervolgens den Duunoog op, en arriveerden ten 10 uuren, alwaar wij door onze vrienden de heeren Wm. de Groot en Meinard Macaré en hunne dames zeer vriendelijk gerecipeerd werden en op een déjeuné onthaald wierden. Het grootsch en ruym uitzicht aldaar gaat alle beschijving te boven. Wij wandelden door de nieuw aangeleegene plantsoenen en moestüynen langs den berg naar de Hunneschans en vandaar langs een nieuw gemaakten theatralen weg naar beneden, als wanneer zich een vrij groote slang of adder voor ons vertoonde. Nadat wij den Doornwaard doorgewandeld en het aloude kasteel bezichtigd hadden, retourden wij over de Bergen en de groote Cascade (welke echter gedeeltelijk ingestort was en niet werkte) weder naar het verrukkelijk Duunoog, langs en over een groote menigte trappen." Het is wel een bijzonderheid, dat de beschrijving van een wandeling een eeuw geleden gemaakt, ook thans nog als juist kan gelden. Het uitzicht, is er nog altijd even «grootsch en ruym" en „de groote menigte trappen" en „de cascaden" en „de bergen" zijn er ook nog. Het verwondert ons niet, dat de Amsterdamsche patriciërs als de Boissevains, Macaré's, de Clercq's en de van Eeghens een eeuw geleden er in verrukking kwamen. Nog altijd ligt de Duno daar ongerept in al den luister van lichte verschieten, met het statige van enorm geboomte, in de romantiek van beschaduwde dalen en rijzende heuvels. Zooals eens J. W. Bilders de schoonheid ervan in zijn vermaarde houtskoolteekeningen weergaf en later Simon Moulyn ze in een twaalftal litho's uitbeeldde". Uit de Arnhemsche courant 11-04-1933. |
Meinard Johan Macaré ontving op 18 juli 1808 koning Lodewijk op het
landgoed, die bewonderd keek naar de "cascaden" en de vergezichten over
de oostelijke Betuwe. In 1880 laat van Pallandt de landschapsarchitect Henri Copijn veranderingen doorvoeren op de Duno. Naast een nieuw landhuis (1883) wordt de oude uitzichtkoepel tussen 1881 en 1888 vervangen door een nieuwe. Er komt een koetshuis. Ook het cascadedal aan de Fonteinallee wordt verbeterd. Daar komen drie vijvers en de middelste vijver krijgt een fontein met wateraanvoer middels een drukvat dat hoger op helling ligt. Deze waterplas heeft weer een natuurlijke bron en staat ook tegenwoordig nog vol met water. Rond 1900 maakt Copijn meerdere trappen, kunstrotsen (cementrustiek), en uitkijkpunten. Het cementrustiek werd uitgevoerd door het bedrijf Moerkoert. Totaal 7 cementrustiek trappen, waarvan 3 bij landhuis, 1 bij moestuin, 2 bij het cascadedal en 1 bij jagershuis. Het cementrustiek had een recreatieve functie. opname uit 2016 Herstel landgoed Duno: Geldersch Landschap Kasteelen 2015 Boek: Tuingeschiedenis in Nederland, deel 1, met een hoofdstuk: Het Cascadedal van Landgoed de Duno); Does, Arinda van der + Holwerda, Jan (eindred.); 2009; Uitgeverij Tuinhistorisch Genootschap CASCADE, Ulvenhout Artikel: Jan Holwerda, De Dunobeek te Doorwerth al eeuwen verbeeld, De Wijerd [Stichting tot Behoud van de Veluwse Sprengen en Beken] 37 (2016) nr. 3, pp. 18-24. Jan Holwerda, Het cascadedal van landgoed De Duno te Doorwerth, Schoutambt en Heerlijkheid 27 (2013) nr. 3, pp. 22-36. |
naar een ansichtkaart rond 1900. In het voorjaar van 2018 zijn de restauraties aan de Duno afgerond. Zichtlijnen zijn soms weer teruggebracht door het kappen van meerdere bomen. Het grondplan van het hotel dat verdween in 1944 is zichtbaar gemaakt, het cementrustiek in het Cascadedal is gedeeltelijk weer hersteld. |
|
In 2018 gaat de eigenaar van de Duno, het Gelders Landschap en Kasteelen, de contouren van het oude landhuis, hotel weer zichtbaar maken |
. Het grondplan is van oudere versie van het hotel. Als het hotel vernietigd wordt in de Tweede Wereldoorlog is er een buffet, leeszaal en eetzaal gerealiseerd. Die zijn hier niet zichtbaar. |
Als
je op de Duno wilt wandelen, er is een kleine parkeerplaats aan de
linkerkant op het eind van de Dunolaan (45) in Heveadorp. Daar is ook
de bekende azalealaan (eigenlijk rododendron). Er is nog een
parkeermogelijkheid bij de oprit aan de Oude Oosterbeekseweg in
Heveadorp (je kunt links en rechts voor het hek parkeren). Er is geen
parkeerplaats bij de derde ingang aan de Italiaanseweg te Doorwerth. Je kunt ook parkeren bij de stuw bij Driel in de Nederrijn, loop dan via Fonteinallee naar de Hellekolk (links) of het Cascadedal (rechts). Opname uit 2016. Een foto van een paal, te vinden op de parkeerplaats aan de Dunolaan. Eigenlijk wel een bijzondere en mooie paal, maar heb moeite met de titel: "de Duno in vogelvlucht", want de Duno staat er eigenlijk niet op. Je ziet links de Huneschans en rechts daarvan het Seelbeekdal. Tegenwoordig is hier Heveadorp te vinden. De rest van de Duno, met de uitzichten, tot aan de Italiaanseweg, staat er niet op. |
De Duno is gemakkelijk te vinden vanuit Oosterbeek, de Benedendorpsweg,
via de Veerweg naar Heveadorp te rijden. In Heveadorp rechts de
Dunolaan op en bij de eerste kruising de Dunolaan naar links volgen. Na
150 meter is er aan de linkerkant een parkeerplaats met informatiebord.
Ten zuiden hiervan is de Huneschans. Loop je pad af, dan kom je via de
azalealaan op de Duno. Vanaf Doorwerth, op de rotonde op de van der Molenallee, naar beneden, de Seelbeeckweg in. Halverwege aan de rechterkant, een beek met een eilandje, een restant van het Hof te Seelbeeck. Eerste weg naar rechts, de Oude Oosterbeekseweg in. De tweede (on-bestraatte) weg naar links in, een brede allee, met aan beide zijden bomen en parkeerplaatsen. Loop verder, met aan de rechterkant "de Pauw", de gereconstrueerde ANWB wegwijzer. Steek de Dunolaan over. Je kunt dan het pad links of rechts vervolgen, de oprijlaan van het hotel. In het midden is het hoger, de locatie van de verdwenen uitkijktoren. Het pad maakt een rondje (let op de dorpel-entree van het verdwenen Hotel) en je bent op de Duno. Wandelen op de Duno: In 2016 zal het klompenpad rond Kasteel Doorwerth en de Duno klaar komen. Kijk bij Klompenpaden. In 2020 verschijnt bij de website Heveadorp.nl een historische wandeling. Middels deze link zijn nog meer wandelingen te zien. |
De azalealaan op de Duno, opname 2016 |
Fonteinallee ter hoogte van de parkeerplaats van de stuw. opname 2016 |
Jagers op de Duno:
1901: Op het landgoed „de Duno" te Doorwerth, is door den jager J. van de Spreng, een prachtige valk geschoten; de vleugels van dit zoo zeldzaam fraaie dier had een lengte van meer dan een meter. 1901: Grof wild. — Door den jachtopziener van het landgoed Duno onder Doorwerth is een wild zwijn geschoten. 1901: Te Doorwerth is woensdag op het landgoed „de Duno" door den jachtopziener Branderhout een prachtig wild zwijn geschoten. |
1902:
Valken. Door den jachtopziener v. d. S. op het landgoed de „Duno" (bij
Oosterbeek) werden in een tijd van 4 dagen 3 valken geschoten. De
kleinste van dit drietal had nog een vlucht van 1,20 M. 1905: Door den jager en jachtopziener J. v. d. Spreng, is op het landgoed „Duno" een zeldzaam prachtige das, van buitengewone grootte geschoten geworden. 1909: De jachtopziener J. van der Spreng van den huize „de Duno", te Doorwerth, heeft dezer dagen een rekeldas geschoten, die een gewicht had van 15 KG. en een Kraanvogel met een vlucht van ongeveer 2 meter. Dit is nu reeds de elfde das door hem bemachtigd. |
"Van der Aa vermeldt in 1843, dat er in het Doorwerthsche bosch een hoogen heuvel was, waarop door twee beken, die daar ontsprongen, een natuurlijke waterval werd gevormd, toen misschien eenig in Nederland. Van dit unieke natuurmonumentje heb ik echter ondanks navraag en onderzoek niets meer kunnen ontdekken. Prof. J. van Baren gaf mij als zijn meening te kennen, dat het uitgedroogd en verdwenen is". | Uit: In de Neder - Veluwe en de Geldersche Vallei door Dokkum, J.D.C. van; uit 1924. Pagina 51. |
Video's over de Duno: Wandeling Landgoed Duno: Marcel Pol Voor zolang de link nog werkt: www.omroepgelderland.nl/tv over de Duno, 24 juni 2017. literatuur: De Oorsprong cultuurhistorische analyse en beleidsaanbevelingen door Gelders Genootschap ‘Het cascadedal van landgoed De Duno’ in Tuingeschiedenis in Nederland. Veelzijdig erfgoed in ’t groen. Tuingeschiedenis in Nederland I, Arinda van der Does en Jan Holwerda (eindredactie) Henk Rampen, Niek Ravensbergen, Gabrielle Bartelse en Leo den Dulk (redactie), Uitgeverij Matrijs Utrecht 2009. ISBN 978-90-5345-396-4 236 p. Tuingeschiedenis in Nederland II; Arinda van der Does en Jan Holwerda (eindredactie) Uitgeverij Tuinhistorisch Genootschap CASCADE Ulvenhout 2016; ISBN 978-90-9029358-5 258 p. Tuingeschiedenis in Nederland III; Uitgeverij Tuinhistorisch Genootschap Cascade; Arnhem 2019; ISBN 978-90-9032151-6 259 p. Jan Holwerda, Het cascadedal van landgoed De Duno te Doorwerth in Arinda van der Does en Jan Holwerda (eindredactie), Tuingeschiedenis in Nederland. Veelzijdig erfgoed in ’t groen, Utrecht 2009, pp. 54-64. |
Gebruikte literatuur: Klaas Bouwer; De geschiedenis van bos en landschap van de Zuidwest-Veluwe; 2008 Willem de Bruin: Je moet hier zijn geweest: Oosterbeek; 2014 Van de Bunt; Dorenweerd. Van heerlijkheid tot dorp, 1974. Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed; 1953. Gelders Landschap: Cremers, H.A.G.M. Historische gegevens over het landgoed "De Duno". Met afb. Verschenen in: Vijf jaar Geldersch Landschap 1936. Gelre: de Verening Gelre laat elk jaar een boek "Bijdragen en Mededelingen" verschijnen. Vanaf 1898 tot heden. Jeroen Kapelle e.a.; Vernieuwing op de Veluwezoom; uit Magie op de Veluwezoom; 2006 Ruud Schaafsma; De Renkumse en Heelsumse beekdalen; 2012 Geert van der Straaten: Willem Scheffer en de modelboerderij "Het Huis ter Aa". 2016 Jan van der Wal: Langs het tuinpad van mijn voorvaders. 2000. Andere bronnen: GA = Gelders Archief website van de BAG Alle advertenties en krantenteksten gevonden met Delpher van de Koninklijke Bibliotheek. Adresboeken uit 1862 en 1863 link. Ook in de tekst zelf zijn ook bronnen genoemd, gelinkt. Een een bron van het GLK, de eigenaar van de Duno. |
opname 2015 |
opname 2023 |
opname 2014 |
opname 2019 |
Jan Holwerda de Duno |
|
In de teksten zijn onduidelijkheden te vinden, veelal met een citaat van wie wat zegt. Met dank aan J.W.J. Opmerkingen, verbeteringen en aanvullingen, graag naar m'n mailadres: |