De Keijenberg | Hans Braakhuis update aug 2024 |
Uit 1818, een prékadastrale kaart, in te zien bij het Gelders Archief. Het goed de Keijenberg is inclusief de Quadenoord en alle heide velden boven Heelsum tot aan het Planken Wambuis. |
|
Uitsnede van een kaart van Jan van Call (bewerkt). Je ziet de Bennekomseweg, die de Hartensebeek kruist. De plaats waar de Hartense kapel stond en een boerderij met schuur van Jan Hxxxcht.De kaart is uit 1656. Wil je deze kaart zelf eens zoeken: Kaart van het Renkumse Veld of weide. bron Let op, de bron is van het Nationaal Archief en downloaden gaat niet zo maar. Reken op een bestand van rond de 800 Gb. M'n snelle laptop heeft er al problemen mee |
|
Huize en landgoed De Keijenberg, Renkum. BAG: oorsponkelijk bouwjaar 1876. Volgens het Gelders Archief gebouwd rond 1820 Volgens de opgave bij Rijksmonument, gebouwd in 1820. Over het eerste bouwjaar zijn de meningen verdeeld. Op de kaarten hierboven, uit 1656 en 1818, zijn de boerderijen en beken al goed te zien. De boerderijen de Beken en de Keijenberg vinden hun oorsprong in Harten. Op het landgoed De Keijenberg zijn meerdere grafheuvels te vinden. plattegrond met grafheuvels De gronden rondom de buurtschap de Harten waren medio 1600 in eigendom van het klooster. In 1639 werden de gronden verkocht aan de Staten van het kwartier Veluwe en werd Frederik van Essen tot holtrichter aangesteld. In 1650, na zijn overlijden, kwamen de gronden in handen van zijn dochter Swane Penseč, die trouwde met Willem Joseph van Ghent. Na het overlijden van Swane Pensee van Gendt - van Essen, liet zij de eigendommen na aan haar twee zoons: Willem Joseph baron van Gendt (1671-1732), oudkapitein ter zee, ongehuwd blijvende (kreeg landgoed De Keijenberg) en Frederik Hendrik (kreeg landgoed Quadenoord). Als W. J. baron van Gent sterft eind 1732, laat hij zijn bezit na aan zijn nicht Margaretha Maria van Ghent (1707-1766). Zij wordt met de Keijenberg beleend. Zij trouwde in 1726 met de grietman (burgemeester) van Dantumadeel, Michael Onuphrius baron thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (1695-1758), eigenaar van Quadenoord en zo kwamen beide landgoederen in één hand. Hun enige zoon Wilco, ook grietman en lid van Gedeputeerde Staten van Friesland, overleed in 1788. Rond 1790 worden enige stukken land van dit grote bezit afgesplitst. Het gaat hier dan om ‘kampen’ met akkermaalshout (geriefhout) en tabak, om hooi- en weiland en om stukken uiterwaard. In 1791 werd het landgoed verkocht aan Jan van Donselaar en Eva Thomas. Het was een leen van Zutphen. Zij verkochten het landgoed in 1798 voor Hfl. 6.804,= aan jonkheer C. Munter. Zij konden met de opbrengst van de verkoop, voor zich zelf het huis Bellevue bouwen, tussen de wegen naar Quadenoord en de veldweg naar Planken Wambuis. Bellevue brandde omstreeks 1840 af en werd vervangen door een boerderij. Het huis de Keijenberg werd in 1820 gebouwd door Jhr. Cornelis Munter en had een koetshuis en een theekoepel. Formeel ontstaat dan in 1820 het landgoed. Vermoedelijk werd het pand wel gebouwd op de fundering van de oude boerderij. Een van de misverstanden over het oorspronkelijk bouwjaar. Munter liet in 1820 het herenhuis bouwen en noemde het landgoed "De Beken", vanwege de drie beken die door het landgoed stromen. Ten noorden van de boerderij liet hij een "slingerbos" aanleggen uit liefde voor zijn zus Margaretha Johanna, genaamd "Het Vriendschapsbosje". In het bos werd een steen geplaatst met een plaquette met daarop een gedicht over vriendschap. De originele plaquette is verloren gegaan maar het gedicht is herplaatst. Munter liet ook een uitzichts- of theekoepel bouwen aan de westrand van het beekdal. Deze was twee verdiepingen hoog en bedekt met een rieten kap. De latere eigenaar Wurfbain liet het afbreken vanwege de slechte staat. De plaats van het voormalige theekoepel is gemarkeerd door palen. Na de dood van Munter in 1828 wordt de heer P. A. de Veer eigenaar en het landgoed is dan 196 ha. groot. P.A. de Veer verkocht het landgoed aan C.A. baron Sirtema van Grovestins (1780-1841). Op den Huize den Keijenberg onder Renkum overleed den 11den April 1841, de Hoog Wel Geboren Heer Carolus Augustus Sirtema Baron van Grofestins, in den ouderdom van ruim 60 jaren. Dit situatie in HisGis in 1832 De erven verkochten het aan de koopman G. van Santbergen uit Amsterdam die het als zomerverblijf gebruikte. 1841 |
Als eigenaar wordt C. A. Baron van Grovestein gevolgd door een aantal Amsterdammers. De eerste eigenaar afkomstig uit Amsterdam is de heer G. van Santbergen, die het goed koopt in 1843. In 1845 spreekt Van der Aa over “een herenhuis, een park, koepel, boomgaard, tuinen en wandelingen; [naast] drie hofsteden, twee uiterwaarden, bosschen, heide , bouw- en weiland, 233 bunder”. De volgende eigenaar was rond 1845-48 de heer C. D. Schüller. Schüller biedt het landgoed aan de heer Willem Hendrik Suringar, die actief was met het realiseren van een gezinstehuis (woningen) voor moeilijk opvoedbare jeugd. De Keijenberg leek hier minder geschikt voor en Schüller geeft dan in plaats van de Keijenberg, een gelijke hoeveelheid aan geld, waardoor Suringa het landgoed Rijsselt bij Zutphen kan kopen. En daar begint dan in 1851 het Nederlands Mettray. 1849: Woonachtig vrouwe Maria Cornelia Costerman, weduwe den heer Francois van Vollenhoven, particuliere, woonachtig op den huize de Keijenberg onder Renkum. De Amsterdamse kooplieden D. Schuller (1848) en G.L. Wurfbain (1855) waren ook tijdelijk eigenaar. In 1855 is de heer G. L. Wurfbain de eigenaar van de Keijenberg, die alle gronden in 1875 verkoopt. In 1875 kwam het landgoed in bezit van Jonkheer Mr. Frederik Johan Constantijn Schimmelpenninck (geb 15-7-1829), gehuwd met Johanna Wilhelmina Hodshon, uit Amsterdam. Schimmelpenninck woont er als huurder al langer. Na zijn dood in 1906 valt De Keijenberg toe aan zijn dochter Jkvr. G.J.Ph. Schimmelpenninck (1864-1939), en zij is gehuwd met Mr. C. H. Beels en woonde in Arnhem. Het staat leeg. Een onbezoldigd rijksveldwachter betrapte wederom een tweetal studenten, die zich op de „Keijenberg" te Renkum ophielden en waarvan een 'n geladen geweer in jagende houding bij zich droeg. Het geweer werd in beslag genomen, en tegen de overtreders procesverbaal opgemaakt. Uit: Arnhemsche courant, 28-12-1912. 1903, vermoedelijk een tijdelijke logé. In 1915 verkoopt de Jkvr. G.J.Ph. Schimmelpenninck de Keijenberg aan haar broer Jhr Mr A.G. Schimmelpenninck uit Zuilen (1868-1956). Hij heeft veel verbeterd en verfraaid aan het landgoed en de opstallen. Het huis wordt in 1930 met een vleugel vergroot. Schimmelpenninck knapte ook de boerderij Bellevue/De Beken op. Het is bekend dat de bekende landschapsarchitect Samuel Voorhoeve uit Oosterbeek voor Schimmelpenninck werkte tussen 1921 en 1934 en van 1940 tot 1944. Onduidelijk is wat hij precies heeft gedaan. Waarschijnlijk was hij in dienst als rentmeester en heeft hij geadviseerd en plannen gemaakt omtrent aankopen, ontginning, inrichting en beplanting van de gronden. In die tijd werd in ieder geval het terrein aanmerkelijk uitgebreid en gereorganiseerd. Schimmelpenninck woonde in de jaren 20, niet zelf in het herenhuis, maar verhuurde het aan de Meester Slotemaker de Bruďne stichting als rusthuis voor huismoeders. In 1930 werd er een nieuwe vleugel aan het Iandhuis gebouwd. Sinds 1920 dus geen particuliere woning meer maar verhuurd aan de Meester Slotemaker de Bruďne stichting als rusthuis voor huismoeders. "Huize „de Keijenberg". Na eenige jaren leeg te hebben gestaan is huize „de Keijenberg" dezer dagen wederom door den eigenaar, den heer jhr. mr. A. G. Schimmelpenninck, Groot-Officier van H. M. de Koningin, betrokken". Arnhemsche courant, 21-06-1939. De Slotemaker de Bruďne stichting gebruikte de Keijenberg als rusthuis voor huismoeders, daarna in 1964 werd de Keijenberg een vakantie- en conferentieoord van de Nederlands Hervormde Kerk, in 1966 werd het een vormingscentrum. In 1968 was de heer W. van Dam, leider van het protestants-christelljke vormingscentrum „De Keijenberg" te Renkum. In die tijd werden er ook cursusdagen voor verzorgenden in het vormingscentrum De Keyenberg te Renkum gehouden. De Hervormde Stichting Kerk en Wereld heeft een archief met een foto- en diaverzameling, gemerkt A-I, 1945-1999. Hier staan er enkele, even scrollen. In 1974 werd het landgoed aangekocht door Staatsbosbeheer. Rond 1992 -1995 werden er door verschillende instellingen congressen georganiseerd. De Keijenberg gebruikte de naam: Conferentiecentrum de Horst. Enkele congressen: Diabetesvereniging Nederland, Nijmeegse Colloquia en DVN van de Nijmeegse Universiteit. In 2004 werd het een opvangcentrum voor asielzoekers. En vanaf 2004 is het in gebruik bij Woonzorgnet. Het landgoed (bos) is vrij toegankelijk. Het terrein rond het huis zelf is privé. (foto's) Bij Wikipedia is een andere ontstaansgeschiedenis te lezen! Oudjes uit tehuizen met vacantie. In Drachten zal deze zomer de bevolking van een rusthuis met vakantie gaan. Het betreft hier de bejaarden uit de Wiersma-Reltsmastichting („Herbranda") te Buitenpost. Naar we menen te weten is vakantie voor bejaarden in deze vorm voor Friesland iets nieuws. In het westen werd het al eerder gedaan. De veertien bewoonsters van „Herbranda" te Buitenpost gaan met enkele verzorgsters van 27 juni tot en met 4 juli naar het hervormd vakantieoord „De Keijenberg" te Renkum. Zij zullen daar met auto's worden heengebracht en ook weer naar huis gereden. Zoals de directrice van „Herbranda" het tegenover ons uitdrukte: „ze leven er echt naar toe". Uit: Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland, 13-04-1959. |
1820 |
|
rond 1910 |
|
Verpleegsters en millitairen op de Keijenberg in 1915 |
Het zandgat aan de Bennekomseweg rond 1916 |
1930 |
|
rond 1900 1910 1915 |
1915 1920 1930 1932, na de aanbouw. |
|
|
Gemeentelijke plannen in 1940. De lanen in het bos zijn goed te zien. |
|
1954 |
|
rond 1970 |
Hoe hard groeit een boom? De boom rechts is groter dan dezelfde boom op de foto erboven. De boom aan de achterkant op de bovenste foto, is bij deze foto omgehakt. |
1966 1968 |
1966 1968 Vormingscentrum |
Bron Rijksmonumenten | |
Onderduikers In 1919 kocht Jhr. A.G. Schimmelpenninck, het Iandgoed dat eens van zijn oom was. Dhr Schimmelpennink stelde in 1919 een boswachter aan, de heer Veldman. In de WW2 woonde de Jonkheer Schimmelpenninck niet in de villa, maar verbleef in het woonhuis dat aan de boerderij de Beken was gebouwd. Van deze gelegenheid maakte de heer Veldman dankbaar gebruik, om gedurende de bezetting op het Iandgoed een aantal Joodse onderduikers te verbergen. Ruim veertien kinderen en twee ouderen werden door hem verborgen voor de Duitse bezetters. En allen bleven op deze wijze in leven. |
Bij de evacuatie van Renkum gingen de inwoners op weg naar Bennekom, en
dan voor Nol in't Bosch sloeg men rechts-af het bos in: Het laantje van
Veldman, langs de boswachterswoning: Nooit Gedacht Bij Nol in't Bosch hadden de Duitsers een verblijf. Ging je daar langs dan was je veel van je spullen kwijt. Het laantje van Veldman is er nog steeds, tussen de begraafplaats Harten en Campman, richting Bennekomseweg. Helaas heeft de heer Veldman er nooit een onderscheiding voor ontvangen. |
Er wordt rond 1973 bijgebouwd |
|
eigenaren volgens buitenplaatsen in Nederland: 1791 - 1798 Jan van Donselaar en Eve Thomas 1798 - 1828 jkh. C. Munter 1828 - 1836 P.A. de Veer 1836 - 1841 C.A. baron van Sirtema van Grovestins 1841 - erven Groevestins - G. van Santbergen |
- D. Schuller - G.L. Wurfbain 1875 - 1906 jkh mr F.J.C. Schimmelpennick 1906 - 1915 jkvr G.J.Ph Schimmelpennick x mr. C.H. Beels 1915 - 1956 jhr. mr. dr. A.G. Schimmelpennick 1956 - 1974 familie Schimmelpennick 1974 - Staatsbosbeheer |
De Keijenberg is een Rijksmonument bronnen: Demoed: Van een groene zoom aan een vaal kleed, 1953 |
Wikipedia: De
Keijenberg
E-depot WUR Keijenberg Buitenplaatsen in Nederland, met foto's van Albert Speelman |
Op- en of aanmerkingen, verbeteringen: |