oude boerderijen en molens in Doorwerth, Heelsum, Heveadorp, Oosterbeek, Renkum en Wolfheze.
home
Hans Braakhuis

laatste update: okt 2024
Als Renkum zo begint rond het jaar 1000, dan is er naast de kerk en de kapel, nog geen levensmiddelenwinkel. Of te wel een ieder is keuterboer met een eigen hof, vee, groente, fruit, e.d. Dat blijft ongeveer zo tot dat de industrialisatie arbeiders(woningen) nodig heeft en men zich dank zij de mechanisatie beter kan specialiseren. Als jij aardappelen doet, dan zal ik voor het brood zorgen.

In 1811 staan er in de Dorpsstraat zo'n 50 woningen. Deze woningen in de Dorpsstraat waren vrijwel allen boerderijen, waarbij een hooiberg, o.i.d. prijkte. Hierdoor is het ook begrijpelijk, dat Nijhoff in 1821 van een boers dorpje spreekt (Nijhoff, Isaac Anne; Wandelingen in een gedeelte van Gelderland, of Geschiedkundige en plaatsbeschrijvende Beschouwing van de Omstreken der stad Arnhem, met ene plaat; 1920)

Renkum
De bestaande woningen en schuren in 1832 volgens HisGis, zo rond de 70.
Naast boerderijen zijn er in de gemeente ook zo'n 41 (volgens de molendatabase) wind- of watermolens in de huidige gemeente. Veelal ook weer aangevuld met een vee, gewassen en erf. Elders een pagina over molens en beken.
Als v. d. Aa in 1847 Renkum beschrijft, dan heeft hij het erover: "sedert korte jaren van een armoedig boerengehucht in een welvarend, met goede huizen prijkend, dorp veranderd is."
Aa, Abraham Jacob van der ; Aardrijkskundig woordenboek; 1851


Na 1900 worden er veel minder woningen met een hof gebouwd. Bij een in 1942 gehouden woningtelling, beschikte het dorp Renkum over 970 arbeiderswoningen (incl. een 40-tal boerderijtjes), 657 middenstandswoningen, 151 winkelhuizen en 85 grotere woningen, in totaal dus 1863 woningen.

Na 1950 worden de tuinen kleiner  M'n eigen tuin is zo'n 7 bij 4 meter. De kelder en (voorraad)kasten staan tegenwoordig in de supermarkt.

Renkum kerk en kosterie
De boerderijen in de verdwenen buurtschap Harten
NB: Sommige bronnen spreken elkaar tegen betreffende jaartallen en details, het is onzeker welke bron de juiste versie weergeeft. Vandaar dat er soms meerdere versies zijn, met bronvermelding. Een reden zou kunnen zijn: Harten begint met 4 boerderijen en er komen er later meer.

Langs de Renkumse beken werd reeds ver voor het begin van onze jaartelling gewoond, hetgeen door archeologisch onderzoek is aangetoond. In het midden van de 17e eeuw werden de gronden naar het westen toe verder ontgonnen en bouwde de eigenaar Jacob van Essen op regelmatige afstand vier boerderijen in het beekdal. Op een kaart van de Gebr. van Geelkerck uit 1649 staan deze aangegeven als "Essens bou".
Uit de Gids Open Monumentendag 1988 van de gemeente Renkum

"Harten": blz. 163-167. (Buurtschap Harten, ook wel “Hijrten”, “Hirten”, “Herten” of “Harte”. Vermoedelijk prehistorische heuvel. In Merovingische en Karolingische tijd bewoond. Vermelding 838: graaf Rodger schonk goederen aan Maartenskerk te Utrecht. Vóór de 15e eeuw een hof met een kleine burcht (hypothese). Bestond in de 15e eeuw uit 9 tot 11 boerderijen, in 16e en 17e eeuw uit een vijftal boerderijen; vóór 20e eeuw “verdwenen” doordat de bebouwing steeds minder als zelfstandige gemeenschap fungeerde. Kaarten uit 19e en 20e eeuw “geven de naam Harten bijvoorbeeld aan de bouwlanden westelijk van het beekdal, of aan de plaats van de vroegere papiermolen, boven de zogeheten nieuwmolen achter de kerk. Wie vandaag de Bennekomseweg vanuit de bossen met weilanden inrijdt, ziet alleen nog de oude boerderij Everzwijnsegoed liggen”. Nu weer in gebruik op topografische kaart, voor kleine groep huizen ten noorden van het bedrijventerrein aan de Oliemolenweg. In 15e eeuw kwam Harten voor bijna twee eeuwen lang aan het Mariaklooster in Renkum. In Harten lag een kapel op of bij het erf Het Langen Broek (waar nu het conferentieoord De Keijenberg ligt; dat laatste ligt dus niet op het nabije erf De Kijen Bergh).)"
Uit: Boerderijen in de buurtschap Harten. Erkens, H.C.J., Uit de Oude Doos. Verhalen over de vijf dorpen in het groen: Doorwerth, Heelsum, Oosterbeek, Renkum, Wolfheze. Oosterbeek (Kontrast), 1997.

"In dit gebied lag in de vroege middeleeuwen (rond 1000 na Chr.) een bewoningskern van boerderijen: de al in de 18e eeuw verdwenen buurtschap Harten. De buurtschap bestond uit een negental boerderijen in het beekdal, tussen de Hartenseweg en Quadenoord. De voormalige boerderijen Het Everwijnsgoed en De Beken (het gebouw van Staatsbosbeheer) staan op de plek van voormalige boerderijen". Uit Cultuurhistorie van de beken op de Zuid-Veluwe uit 2009 van Schaafsma voor het Waterschap Eem&Vallei.

De buurtschap Harten lag zo vanaf de N225, aan beide kanten van het beekdal, de Hartenseweg tot boven aan de Quadenoord en overigens alles ten westen van de Schaapsdrift en de Bosweg. Dus ook de landgoederen Keijenberg en de Quadenoord hoorden destijds tot de zelfstandige buurschap Harten, ook wel Hartten of Hatten genoemd. Iedere boer had zo'n vijftig morgen ter beschikking, dat komt overeen met veertig hectare.

Jan Neefjes heeft in juni 1992 een publicatie gemaakt voor de gemeente Renkum: HARTEN, EEN 'VERDWENEN' BUURSCHAP OP DE VELUWE BIJ RENKUM. Daarin begrenst hij Harten tussen de Hartenseweg en Quadenoord.

Harten
Op "Het Kwartier van Arnhem van 12 februari 1815, de Staat van de bevolking in de Provincie Gelderland", valt Harten nog onder Wageningen. Wageningen bestaat dan uit Wageningen, de Kortenberg, Harten en de Heerlijkheid Wolfswaard. Op Harten wonen dan 9 personen onder de 18 jaar. 5 personen zijn tussen 18 en 50 jaar en is er 1 persoon ouder dan 50 jaar. In totaal heb je het dan over 15 personen van het mannelijk gelsacht. Daarnaast zijn er ook 10 vrouwen, zodat de totale burgerbevolking op 25 personen uit komt. Er woonden 25 Gereformeerden, andere geloofsrichtingen waren er niet op Harten.

Tegenwoordig kennen we in Renkum nog de Hartenseweg en de begraafplaats Harten. De voormalige buurtschap De Harten was gelegen aan de Hartensebeek, zo tussen de Keienberg, Bennekomseweg, Hartenseweg en de Kortenburg. De beek overstroomde daar minder bij hoogwater op de Rijn. En er was door de beek een goede watervoorziening. Volgens Ruud Schaafsma was er al de Willibrordkapel in de 9e eeuw te Harten. Rond 1570 waren er op De Harten boerderijen, water- papier- en graanmolens. De huidige boerderij De Beken van Staatsbosbeheer, staat op de plek van een van de Hartense boerderijen. Ook het Everwijnsgoed hoorde tot een van de oorspronkelijke Hartense boerderijen. De graanmolen hoorde bij het Onze-Lieve-Vrouwenklooster in de uiterwaarden bij Renkum gelegen te hoogte van de huidige Dorpsstraat. Het klooster Sancta Maria wordt rond 1574 tijdens de Reformatie gesloopt.

Op een uitsnede en bewerkte kaart van het Gelders Archief uit 1731 naar de Geelkerken, J.W. Gelder en B. Elshoff is Harten te zien. Als we de boerderijen aan de Hartense beek tellen dan zijn het er zes.

Harten Renkum
rond 1573

Als in 1649 door Nic. en Arn. van Geelkercken op last van de Rekenkamer een tekening van de landschapshegge „de Mofft" gemaakt wordt, blijkt dat niet alleen de bossen reeds veel meer westelijk teruggedrongen zijn, maar ook dat een viertal boerderijen gebouwd zijn, aangeduid als „Essens bou". Aldus genoemd naar Hendrik van Essen, richter van Veluwezoom en later ook burgemeester van Arnhem, zo rond 1638.

De buurtschap Harten heeft geen bewoningskern gehad, het bestond uit vijf over
het dal verspreid staande boerderijen, (volgens Jan Neefjes). Rond 1771 zijn de boeren allen pachters van de familie van Ghendt. De boerderijen staan verspreid over het gehele dal. De enk is niet aaneengesloten, maar elke boerderij heeft zijn eigen blok bouwland, door een wal afgescheiden van de omringende heide. In Harten zijn vijf grote 'erven',:
Cornells Hendrlcx By den Gaander of Quaeyen Oort,
Harte of Breunis Erve
Jan Dibbets Erve
Het Langen Broeck Gijsbert Hendricx
Zuyder Enck Gerrit Roelofs.
Dichter bij Renkum ligt verder nog het erf 'Den Keijen Berg", bestaande uit bouwland, en in gebruik bij Gijsbert Gerritse. Hier kwam later het huis en landgoed Keijenberg.

Als in 1936 de kloostergoederen worden verkocht, komt in 1639 De Cortenbergh aan Jhr. W. van Raesvelt. Het kloostererf wordt in 1682 door Gedeputeerde Staten verkocht aan Swane P. van Essen, weduwe van W. van Ghendt. Het bezit van de familie van Ghendt wordt in 1703 door Willem Joseph van Ghendt verheven tot een Gelders Leengoed. Behalve de restanten van het klooster behoorde hiertoe ook de Keijenberg. Bij een leengoed zijn de hertogen van Gelderland de eigenaar en wordt iemand (veelal de vorige eigenaar) een pachter of leenheer.

Eén van de boerderijen in Harten behoorde aan Gerrit Verwen, welke aldaar ook een stuk bouwland had.

Publicatie Jan Neefjes 1992

Hier onder worden 11 boerderijen op Harten genoemd.
Boerderij de Beken, Nieuwe Keijenbergseweg 172, Renkum
oud adres Keijenberg 4

Volgens de BAG is de huidige boerderij gebouwd in 1851. Het woonhuis is volgens de BAG uit 1984 !! (zal wel niet kloppen).

De Beken, "vanouds een boerderij, was in 1712 al bekend onder de naam Langenbroek. Het is een van de vijf boerderijen waarvan bekend is dat zij al in het begin van de zeventiende eeuw deel uitmaakten van de buurschap 'Harten'. Deze vijf erven waren ongeveer even groot. Dat is eeuwen zo gebleven, vijftig morgen land had iedere boer ter beschikking, dat komt met veertig hectare overeen". link

De Beken was ooit een onderdeel van de Keijenberg. In 1798 werd de Keijenberg verkocht aan Jhr. Cornelis Munter. De verkopers Jan van Donselaar en Eva Thomas, lieten voor zich zelf een woning bouwen tussen de wegen naar Quadenoord en de veldweg naar Planken Wambuis. Deze woning noemden ze 'Bellevue'. Bellevue I brandde omstreeks 1840 af en werd vervangen door de huidige boerderij langs de Nieuwe Keijenbergseweg, dat tegenwoordig de naam "De Beken" heeft. Munter gaf zijn landgoed de naam "De Beken" vanwege de drie beken die door het landgoed stromen. Deze beken waren: de Oliemolenbeek, de Afgebrande beek en de (Papier)Molenbeek. Ten noorden van de boerderij liet hij een "slingerbos" aanleggen uit liefde voor zijn zus Margaretha Johanna. In het bos werd een steen geplaatst met een plaquette met daarop een gedicht over vriendschap. De originele plaquette is verloren gegaan maar het gedicht is herplaatst. Tot 2014 was in de schuur van de boerderij een informatiecentrum van Staatsbosbeheer. Het Natuurinformatiecentrum De Beken is nu gehuisvest in de schuur naast de boerderij. Van 2014 tot 2016 werd De Beken totaal gerenoveerd voor zorg en een restaurant. link.

Vanaf het het informatiecentrum is een wandelroute uitgezet naar lokaties waar kabouters wonen.

Tot 1920 was Wouter van de Born 1867-1920 boer te Renkum op de Keijenberg als pachter van Schimmelpenninck. Hij was gehuwd met Antje van Ginkel.

A v Ginkel Keijenberg

vd Bron Keijenberg
Later was Evert Teunissen van den Born (1810-1860) pachter van "De Keijenberg" van Jonker Schimmelpennick.

Naast de Keijenberg waren er 2 boerderijen met een schuur. Een boerderij was aan de noordzijde van de Hartenseweg gelegen, ongeveer tegenover de laan van O.N.O. Waar we nu het kerkhof kennen.

De Beken  was in 1712 al bekend onder de naam Langenbroek. En daarvoor was het Langen Broek. Op de kadastrale kaart van 1832 had het grondoppervlak van de boerderij en schuur dezelfde vorm als nu het geval is. Ook toen zou men onder hoog geboomte het pad gevolgd hebben, terwijl het gazon aan onze linker hand de moestuin was. Tussen deze tuin en de beek lag de boomgaard.

Jhr. C. Munter, de eigenaar van het landgoed de Keijenberg, laat ook omstreeks 1820 het herenhuis bouwen, en zijn landgoed doopt hij "de Beken", naar de 3 erdoor stromende beken. Deze beken waren: de Oliemolenbeek, de Afgebrande beek en de (Papier)Molenbeek.

Na Jhr. Munter's dood in 1828 wordt het gehele bezit „de Beken" aangekocht door de rentenier, dhr. P. A. de Veer, welke zich op het landgoed gaat vestigen ; het landgoed is dan 196 ha groot. Dit uitgestrekt bezit wisselt in de eerste helft van de 18de eeuw viermaal van eigenaar. Want nadat in 1836 de eigendom door koop is overgegaan aan C. A. Baron van Grovestein te Renkum, komt het reeds in 1843 aan dhr. G. van Santbergen te Amsterdam.

Rijke Amsterdamse kooplieden zien in dit landgoed een mooi buiten om 's zomers te verblijven.

Notaris Fischer, J.Ch. uit Ede, maakt op 13/6/1825 een akte voor Verkoop onroerend goed, waarbij Cornelis Munter, wonende te Hemmen, aan Pieter Arend de Veer, van een huis en erf, verkoopt genaamd de Beeken, met bijbehorende landerijen, staande en gelegen op de Keijenberg in de gemeente Renkum.

Zo gaat het in een tiental jaren nog weer een paar maal over in handen van andere Amsterdamse kooplieden. Eerst, in 1848 aan Ch. D. Schriller, en in 1855 aan G. L. Wurfbain.

 Het is in deze tijd, dat v. d. Aa (Aa, Abraham Jacob van der ; Aardrijkskundig woordenboek; 1851) van de Keijenberg, zoals het landgoed inmiddels reeds genoemd wordt, schrijft : „Dit landgoed, bestaande behalve uit het herenhuis met park, koepel, boomgaard, tuinen en wandelingen, ook uit 3 hofsteden, 2 uiterwaarden, bossen, heide, en weiland. De totale oppervlakte van dit alles bedraagt plm. 234 ha."

Als in 1875 alle bezittingen van de heer Wurfbain verkocht worden, komt de Quadenoord en de Beken in handen van de heer Koker uit Wageningen.

Rond 1940 is J. van Maanen de landbouwer, die op de Beken woont.

Barend Ferwerda
Barend Ferwerda maakt ergens na 1905 dit schilderij. Kijk naar de foto uit 2024 hieronder. Enige dichterlijke vrijheid door een van de vele beken op de voorgrond te zetten. Neem aan dat dit werk nog een vroeg werk is. De herkenbaarheid is nog vrij groot.

de beken

  Film over de Tribune infocentrum Renkums Beekdal.

Een gemeentelijk monument
Bergerhof:

In de 18e eeuw was de Bergerhof onderdeel van landgoed De Keijenberg en bestond het uit onder andere een boerderij en hooiberg. Toen het landgoed rond 1791 werd opgesplitst werd ook de Bergerhof verkocht.

" Afgespleten van 10c. 10c § 4. RENKUM. Een bouwing, den Bergerhoff genaamt, tot Harten, bestaande in huys, twee bergen en hoff en weyland, grensende aan Cortenberg en Grunsfoort, behalven de lange streep, voorts het weydje tusschen den hoff van Suurenck en het akkermaalshout van Cortenberg, voorts bouwland scheydende aan de Bergerhofsche weg en ter andere zijde langs de schaapstreek, wijders een gedeelte van het groot akkermaalsbosch daaraan grensende, mitsgaders het regt van bepotinge van de allee na de kerk lopende tot aan het erf van de koornmolen, soo verre het bepoot is geweest, en eyndelijk een stuk driestland boven tegen het akkermaalshout van Otto Janssen en W. Emmink scheidende, samen groot ongeveer dartig morgen, vijf hond, in het schoutampt van Rencum gelegen, uytgesonderd alleen het weydtje tusschen den hof van Suurenk en het akkermaalshout; sijnde thans een bijsonder leen en afgespleten van den Quaden oort cum pertinentiis, opgedragen door Wilco Holdinga Tialling Camstra thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg aan Cornelis Munter, die daar weder mede beleend is, 20 May 1791."
Uit: Register op de leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen, 4, 1917
De bouwing de Bergerhof, wordt op 20 Mei 1791 gekocht door Cornelis Munter te Wageningen. Deze bouwing, met alle toebehoren, was bijna 31 morgen groot. Zij bestond bij de verkoop uit „huys, twee bergen en hoff en weyland, grenzende aan Cortenberg en Grunsfoort, behalven de lange streep, voorts het weydjen tusschen den hoff van Suurenk en het akkermaalshout van Cortenberg, voorts bouwland scheydende aan de Bergerhofscheweg en ten andere zijde langs de schaapstreek, wijders een gedeelte van het groot akkermaalsbosch daaraan grenzende, mitsgaders het regt van bepotinge van de allee na de kerk, lopende tot aan het erf van de koornmolen, soo verre het bepoot is gewest, en eindelijk een stuk driestland boven tegen het akkermaalshout van Otto Jansen, samen groot ongeveer 30 morgen, 500 roeden. Uitgezonderd het weidje tussen de hof van Suurenk en het akkermaalshout, behoorde dit bezit geheel tot Renkums grondgebied.
Harten
wie heeft welke boerderij op Harten. Goed te zien op het origineel bij het Rijksarchief. De kaart hierboven is door mij "gerestaureerd".
Het Everwijnsgoed, Renkum

Everwijsgoed
Uitsnede van een kaart van Jan van Cal., 1656: Het Renkumse Veld, A.R.A. Den Haag V.T.H.R. 4108. Het noorden is links. Aan de linkerkant de huidige Bennekomseweg, geheel rechts het dorp Renkum met kerk en herberg. op de lokatie van het latere Everwijnsgoed, staat al een boerderij.
Everwijnsgoed Everwijnsgoed
Het Everwijnsgoed aan de Bennekomseweg 160 te Renkum.

Onze overheid laat in de BAG weten dat het bouwjaar van het huidige pand 1805 is.

Everwijnsgoed
Uit de Gelderlander van 20 aug 1980


Uit de kaart van Van Call (zie hierboven) blijkt dat hier al in 1656 een boerderij stond. Uit de rentmeestersrekening blijkt dat in 1627 ene Philips Joachimssoon pachter was.
Of dit dezelfde Joachim Joachimssoon is, die op 1 november 1582 de "erve sijnes vaders" overneemt, geen idee. Op te zoeken in de Gelderse leenakten boeken van het Vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen.

De huidige boerderij staat op de plaats waar in 1627 ook al een boerderij stond.
 Everwijnsgoed heeft vanouds behoord tot de bezittingen onder het landgoed Quadenoord, dat sinds het midden van de 17de eeuw in bezit was van het geslacht Van Gendt en van 1703 af als Gelders leen werd vermeld.

In 1628 vermeld Jan Neefjes de rentmeestersrekeningen van dat jaar:  "3. Philips Joachimssoon, 9 molder geseys, wtslach voor syne schapen, het gebruik van die Elsgaet tot op die beek, 1 morgen hoylants in den Rietkamp, pacht: F 50,-per jaar, vier vrachten".

De naam Everwijnsgoed wordt in 1602 voor het eerst gebruikt. De vermoedelijke pachter is dan Johannes Veldhuizen. (Slichtenhorst: Boeken Van de Gelderse Geschiedenissen)

Everwijnsgoed
Uit de leenakten Arnhem gepubliceerd door de Vereniging Gelre in 1919

Everwijnsgoed

Wilco Holding Tialling ... was de zoon Margaretha Maria Van Gendt die in 1726 huwde met   Michael Onufrius Baron Thoe Schwartzenberg en Hohenlansberg (1695-1758). Eigenaren van oa Quadenoord. Het Everwijnsgoed wordt aldus verpacht aan Egbert Jansen en Fijntje de Haart.

"Bij de omschrijving van het Everwijnsgoed (het vroegere Jan Dibbets Erve) is gesproken van de heg van scheydinge tusschen deese bouwinge en de plaats genaamt ten Broek of Breunis Reynders, waarmee het akkermaalshout wordt bedoeld dat ook op de kaart van 1712 is te herkennen. De splitsing in 1791 verloopt niet conform de erfgrenzen in 1712. Daarom is de omschrijving van de erven niet duidelijk genoeg om een exacte lokalisering te maken van het deel van Ten Broek dat niet tot het Gelderse leen behoort".
Bron: Jan Neefjes

Waar lag de hoeve Ten Broek? Bij de Beken en de Keijenberg?

"Ten Broek was kennelijk een gedeelte van de Keijenberg: De archieven leveren over dit boerenerf een aantal interessante gegevens op. De Hartense kapel heeft er gestaan en een deel van het goed viel onder de tiendblokken op de Renkumse enk. De naam ten Broecke, Brocke of anders komen we vaak tegen. Het goed wordt genoemd als: -Het Langen Broeck Engbert Hendricx op de kaart uit 1712. -Ten Broek in de achttiende-eeuwse leenregisters van de Staten van Gelre en Zutphen. - het goet en erve Ten Broeck, gelegen bij der Capelle tot Harten, in de rekening van rentmeester Gijsbert van Brienen, over het jaar 1627/1628. -van Berndes von Duuen guide ten Brocke, dat Albert van Doorweert laest hadde, in erfpacht gegeven door Abt Johan van de Abdinghof te Paderborn in 1430. -dominus Bernhardus de Dorenwerd debonis tem Broke,in de lijst van tijnsgoederen van de Abdinghof uit omstreeks 1357. -Bona dequibus in Redichem datur décima: Bona tem Brocke pro maiori parte, een tiend uit dezelfde lijst. -dat guetten Broeck, gelegen in den kerspel van Redinchem, dat door het Huis Doorwerth vanaf 1420 aan het Mariaklooster in leen werd gegeven, en waarvan de belening tot in de achttiende eeuw (aan de familie van Gent) is te vervolgen. Uit de tijnslijst van de Abdinghof, en het cartularium van het Mariaklooster (§2.4), blijkt dat eerst de Doorwerth, later Berndes von Duuen en daarna het klooster (vanaf 1430) het goed Ten Broeck in pacht en in tijns hadden. Het klooster had het goed echter ook rechtstreeks in leen van de Doorwerth, zo blijkt uit de leenakteboeken van Doorwerth. Het goed was dus in tweeën gedeeld. Een deel was van de Abdinghof. Het andere van de heren en vrouwen van Doorwerth. In de veertiende eeuw hadden de heren van Doorwerth de beschikking over het hele goed, omdat ze de helft van de Abdinghof in tijns hadden. In de vijftiende eeuw verloren ze de belangstelling. Het tijnsgoed ging over naar Berndes von Duuen en de andere helft gaven ze in leen aan het klooster. Conclusies:  Deze tweedeling wijst erop dat, naast de kloosters uit Elten en Paderborn, ook het Huis Doorwerth een deel van het vroegere bezit van Wichman in handen heeft gekregen.
Bron: Jan Neefjes

Op zoek naar Jan Dibbets: "1735: Jan Dibbets  wordt eigenaar. Jan Dibbets was getrouwd met Aaltje Jansen en beschikte in die tijd ook over de Hartens papiermolen en de Noordelijke kabeljauwse molen. Jan en Aaltje krijgen 4 kinderen; Johanna, Arendje, Hendrikje en Aaltje. Jan trouwt in 1723 met Gerritje Braakma, uit dit huwelijk komen geen kinderen meer voort. Als Jan Dibbets komt te overlijden in 1742 gaat de papiermolen naar de dochters uit zijn eerste huwelijk Hendrikje en Aaltje. Neuy Hermsen Houwdorp (ook wel Houtdorp genoemd) is getrouwd met Hendrikje Dibbets en samen runnen ze de molen." Bron de St Papiergeschiedenis Renkum

Dat Dibbets de eigenaar was van de Hartense molen, wordt bevestigd in de molendatabase. Deze Hartensemolen stond op de hoek van de huidige Waterweg en de Hartenseweg. De voormalige lokatie van de Van Gelder fijnpapierfabriek, Renkum I.

Gelders Archief nr 2003_449 - 79:
"Jan Willem Mol en Elisabeth Visser e.l., te kennen gevende, dat zij, comparanten, van Egbert Janssen, wonende te Renkum hebben aangekocht het erve en goed Everwijnsgoed, gedeeltelijk onder Wageningen en gedeeltelijk onder Renkum gelegen, voor de somme van 2100 gl. op conditie dat zij, comparanten, die volle kooppenningen zouden behouden op lijfrenten ten lijve van de verkoper vnd. tegen 10 percent, jaarlijks te betalen in handen van hem, Egbert Janssen, franco aan zijn woonplaats met 210 gl., [enz.] en zulks tot het overlijden van dezelve Egbert Janssen toe [enz.] [enz.] [---] en alzo dezelve Egbert Janssen aan comparanten het gelibelleerde goed, Everwijns goed genaamd, vrij zal transporteren zonder dat hetzelve voor de voorzegde lijfrenten enigszins geaffecteerd en verbonden zal blijven, mits dat comparanten andere genoegzame securiteit, bestaande in verband van vrij en onbezwaard ongereed goed, ter genoegzame waarde daarvoor geven, [---] zo verklaren comparanten tot securiteit van de gelibelleerde lijfrenten en prompte en accurate betaling van dezelve te verbinden hun personen, erfgenamen, gerede en ongerede goederen en daarvoor bovendien tot speciaal hypotheek en onderpand te stellen hunlieder huis en erve, staande en gelegen binnen deze stad Arnhem in de Rijnstraat op de hoek van den grooten Oort, door de koopman Waalwijk thans bewoond wordende, met het daarachter staande huis, mitsgaders een tuin en tuinhuisje, gelegen in het schependom dezer stad buitende Rijnpoort tussen de oude- en nieuwe Utrechtseweg; [enz.]; Datering: 14-10-1801"

Renkum Everwijnsgoed

De situatie in HisGis in 1832, een boerderij aan de straat met daar achter een grote en wat kleine schuren. De schaapskooi is aan de linker kant te vinden. P.A. de Veer is in 1832 eigenaar van de gebouwen en omliggende bouwlanden, boomgaard en bos (licht groen).

Renkum Everwijnsgoed
Uitsnede van kadasterkaart B 448, te zien is dat in 1862 een boerderij met een aangebouwde schuur en nog een schuur gebouwd worden. Een klein gebouw kan een bakhuis zijn oid.

In de 15e eeuw moet op deze plaats al een boerderij hebben gestaan, die in het bezit was van het Renkumse Onze Lieve Vrouwe Klooster. Het huidige, driedelige pand, dateert uit 1805. De bouwheer was jonkheer Corn. Munter. Het heeft de vorm van een Betuwse T-boerderij, met het woongedeelte van de weg afgekeerd. Westelijk hiervan aanpalend de later overkapte en ommuurde mestvaalt en daar weer aan de grote schuur. Het erf van de boerderij wordt
oostelijk en zuidelijk begrensd door de Oliemolenbeek. Na de hervormingen worden de kloosterbezittingen verkocht.

Het oude Everwijnsgoed is rond 1800 door Munter gesloopt en in 1805 herbouwd.

Everwijnsgoed Renkum
Een kaart uit 1818, Harten = Everwijnsgoed. Het noorden is rechts.

"Notaris Hondius te Wageningen is voornemens in de Wereld aldaar op Dingsdag 24 dezer 's m. half twaalf uur precies, openbaar te verhuren voor 6 jaren, aanvangende 22 Februarij e. k., DE BOERENHOFSTEDE Everwijnsgoed, op den Keyenberg te Renkum, woonhuis met achterhuis, bakhuis, schuur, overdekte mestvaalt, 2 bergen, 2 schapenhokken, tuin, weide- en bouwland; ca. 23 Hectaren". Uit de Apeldoornse courant van 14-10-1882.

"Jan Willem Mol en Elisabeth Visser e.l., te kennen gevende, dat zij, comparanten, van Egbert Janssen, wonende te Renkum hebben aangekocht het erve en goed Everwijnsgoed, gedeeltelijk onder Wageningen en gedeeltelijk onder Renkum gelegen, voor de somme van 2100 gl. op conditie dat zij, comparanten, die volle kooppenningen zouden behouden op lijfrenten ten lijve van de verkoper vnd. tegen 10 percent, jaarlijks te betalen in handen van hem, Egbert Janssen, franco aan zijn woonplaats met 210 gl., [enz.]" Bron Gelders Archief.

In 1886 wordt de Everwijnsgoed bewoond door Veldhuizen (bron: Wageningsche Courant, Krant 4/1/1866)

Het Everwijnsgoed is een zogenaamde Betuwse T-boerderij. Het woongedeelte is van de weg afgekeerd. De rechter schuur werd in 1854 gebouwd, terwijl de middenschuur een in 1900 overdekte mestvaalt is.

"Het erve en goed Everwijnsgoed, bestaande in huys, hoff, berg, twee schaapschotten en terrein, de weyde agter den hoff zuydelijk over de derde beek en het weytje daarnaast westelijk de derde beek, voorts den krommen akker, bouwland, een akkermaalsbosje daarbij, het bouwland en driestland, het heyveld met eenige strnyken akkermaal, de buytenallee met de scheidwal tegens voorn, heyveld en het regt van bépoting van de eene zijde van de allee, mitsgaders de eene helfte van de heg van scheydinge tusschen deese bouwinge en de plaats genaamt ten Broek of Breunis Reynders, voorts een aandeel in het Wageningsche groot akkermaalsbosch, te samen gelegen in het schependom van Wageningen, groot ongeveer vijf en veertigh morgen, vijf hond en een en vijftigh roeden; de plaatse, daar de afgebrande molen heeft gestaan, mitsgaders de heg tusschen de eerste en tweede beek daar tegen aan en eyndelijk een klaverkampje leggende tusschen de tweede en derde beek in het schoutampt van Rencum, samen groot een morgen, een hond, negen en sestigh en een halve roede; sijnde thans een bijsonder leen en afgespleten van den Quaden oort cum pertinentiis, opgedragen door Wilco Holdinga Tialling Camstra thoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg aan Egbert Janssen en Fijtje de Haart , ehelieden, die daar weder mede heleend sijn, 11 May 1791." Uit Register op de Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen; Gelre 1917.

De naam, gebeiteld in de gevelsteen boven de voordeur, duikt voor het eerst op in de papieren uit 1790. In 1791 wordt het Everwijnsgoed genoemd bestaande uit: een huis, hof, twee schaapskotten, een akker over de Oliemolenbeek en het weitje daarnaast. Behorende bij de boerderij wordt ook genoemd “de afgebrande molen” wat impliceert dat een watermolen in werking was aan de Halveradsbeek die direct langs de boerderij stroomt. De afgebrande molen stond destijds achter “De Beken”. Uit de annalen is in ieder geval bekend dat in 1805 jonkheer C. de Munter, destijds eigenaar van landgoed Keijenberg, de boerderij herbouwde. In 1832 is Pieter Arend de Veer, een rentenier, eigenaar van de boerderij en omliggende landerijen.

Het "Everwijnsgoed" - rond 1800 gesloopt en in 1805 herbouwd in de staat waarin we het nu nog kennen:  Cees Burgsteyn Bomen over Renkum, pagina 23. De sloop en herbouw werd gedaan door de heer Munter.

Everwijnsgoed

Gerrit Jacob Peelen (1840-1891), was landbouwer op “De Beken” in Renkum van 1873 tot 1880. In 1880 is hij met het gezin verhuisd naar Barneveld op de hoeve "Horsselaar". Waar hij woonde tot 1889 waarna hij wederom naar Renkum is teruggegaan naar "Het Everwijnsgoed". Daar bleef hij tot aan zijn overlijden in 1911. Hij wordt dan opgevolgd door zijn zoon Gerrit Peelen (1882-1940) die het Everwijnsgoed nog tot 1922 heeft.

Everwijnsgoed Renkum
advertentie 1882
"In 1882 neemt Johannes Karsch (1830-1890) uit Oosterbeek de pacht voor zes jaar van (1882 1888) de boerenhofstede het Everwijnsgoed van Jonkheer Mr. F.J.C. Schimmelpenninck. Dit is een bedrijf met 22 hectare bouwland en weiland. Hij moet f500,- pacht per jaar betalen. Voorts moet de huurder onder meer: alle gebouwen en bruggen onderhouden voor eigen rekening, heggen snoeien, beken schoonhouden (biezen en pollen wegsnijden). Hij moet het bouwland behoorlijk bemesten en schoonhouden en molshopen verwijderen. Hij moet vijf vrachten voor de verhuurder per jaar doen. Hij moet minstens twee paarden hebben en honderd schapen en tien stuks jarig hoomvee. Nooit minder!" Uit: Schoutamb en Heerlijkheid, december 1996. Een uitgebreid verhaal over de fam. Karsch geschreven door Henny Karsch en Annelies Hoogmoed.

Everwijnsgoed Renkum
advertentie 1926 en 1927  Everwijnsgoed Renkum
advertentie 1939 Everwijnsgoed

De tussenschuur was er aanvankelijk niet, het was de locatie van de mesthoop. Hier is de tussen schuur te zien op een jaren 1950 foto.

Everwijnsgoed Renkum

De schuur die rechts staat is in 1965 afgebrand. De staat van onderhoud is beroerd, kijk eens naar het dak van de rechter schuur.

Everwijnsgoed Renkum
brand in 1965

Schaapskooi Renkum
Schaapskooi behorende bij het Everwijnsgoed. Deze Bennekomseweg op de ansichtkaart is nu de parallelweg - fietspad langs de huidige Bennekomseweg. De huidige Bennekomseweg is rond 1950 aangepast en vergroot.

In 1972-73 is Staatsbosbeheer de eigenaar en onderneemt „Vijf dorpen in het Groen" een actie richting de Monumenten commissie van de provincie Gelderland, om van de niet-beschermde, landschappelijk zeer fraai gelegen boerderij een monument te maken. Er was een gevaar dat de boerderij gesloopt zou worden wegens het verloren gaan van de bedrijfsfunctie.

Everwijnsgoed
Opname van Harry Smit, gemaakt op 3-7-1973. Het jaartal 1805 is goed leesbaar

Monumentenstatus in 1974: Everwijnsgoed heeft vanouds behoord tot de bezittingen onder het landgoed Kwadenoord, dat sinds het midden van de 16de eeuw in bezit was van het geslacht Van Gendt en van 1703 af als Gelders leen werd vermeld. De tegenwoordige boerderij dateert uit 1805, toen zij vermoedelijk als rechtstreekse opvolgster van een mogelijk nog 17de-eeuwse hoeve werd gebouwd. In de loop van de 19de eeuw is de stalruimte van de op T-vormige grondslag opgetrokken boerderij verbouwd en uitgebreid. De noordelijke gevelwand van het complex bestaat sindsdien uit drie, door zadeldaken gedekte bouwdelen. Onze commissie is van oordeel dat deze, in beheer van Staatsbosbeheer zijnde boerderij voldoende bouwkundige en historische betekenis bezit om in aanmerking te komen voor behoud. Wij adviseerden de Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk in overweging te geven Everwijnsgoed op de lijst van beschermde monumenten te plaatsen, welk advies door Uw college werd overgenomen. Burgemeester en Wethouders van Renkum hadden zich reeds eerder tot de Minister gewend met een verzoek van dezelfde strekking. (Inmiddels is bij ministeriële beschikking van 27 februari 1974 de boerderij geplaatst op een aanvullende ontwerp-lijst van beschermde monumenten).

Monumenten commissie 1974: "In het vorig jaarverslag werd reeds uitvoerig aandacht besteed aan het Everwijnsgoed te Renkum. Gelukkig is thans een bevredigende oplossing in het zicht doordat het Staatsbosbeheer — eigenaar van het goed - een gegadigde zoekt om deze boerderij te restaureren en te bewonen".

Everwijnsgoed

In 1980 is de boerderij in gebruik genomen als leerboerderij en werden er cursussen gegeven. Zoals weven, spinnen, broodbakken en tuinieren. Het geloei van koeien maakte plaats voor het gemekker van geiten, gefokt door studenten en afgestudeerden van de Landbouwuniversiteit, die in de jaren tachtig welgemoed de al enkele jaren leegstaande bouwval betrokken. Hun 'leerboerderij' hield echter geen stand, ondanks alle goede bedoelingen.

Het pand  werd gekraakt door Liset van Dorp en Roel Weber. Het was o.a een geitenboerderij. In 1991 zijn ze daarmee gestopt en vertrokken naar Friesland.

In 1984 begint er de Renkumse leerboerderij Everwijnsgoed. Deze stichting ondervond veel tegenwerking en heeft de boerderij in 1989 te koop gezet, vraagprijs  Hfl. 975.000,= (in andere advertentie Hfl. 795.000,=) exclusief een erfpacht voor de 12.000 m2 grond.

In 1990 is er een start-up ebn een Leerboerderij van Aak Lengkeek. Een gedeelte wordt gebruikt door binnenhuisarchitecte Carol Ollier. De leerboederij is een particulier studiecentrum. Het idee valt letterlijk en figuurlijk in het water. Geen geld om het dak te repareren.

"RENKUM - Boswachterij Oostereng. Wonen in een monument? Unieke woonboerderij "Het Everwijnsgoed" gelegen aan de Renkumse Beek o.a. 3 woonk., 4 slaapk., 12000 m2 grond, boomgaard, weiland etc. Koopsom ƒ 975.000,k.k. Info: TTM Makelaars 08373-19114" uit de NRC van 27-6-1992

Vanaf 1993 zijn Gino en Karin Zondag de eigenaar. Ze zijn eigenaar van het gebouw, en moeten veel investeren om het gebouw overeind te houden. Ze stoppen omdat SBB de pacht van de gronden, waar het gebouw op staat, verhoogt.

In 2018 staat het Everwijnsgoed te koop. De opstal wordt in 2019 verkocht en de nieuwe eigenaar gaat het in 2020 verbouwen.

Everwijnsgoed

Everwijnsgoed

Geschiedenis Everwijnsgoed.

Everwijnsgoed op Wikipedia.

Foto's Rijksmonumenten.

In augustus 2021 gaat het Everwijnsgoed weer langzaam open en een volgende eigenaar heeft een nieuwe naam bedacht. Zelf blijf ik gewoon Everwijnsgoed aanhouden, ben daar al 300 jaar aan gewend.

Er zitten nog grote gaten in de geschiedenis. Er is een parallel met de geschiedenis van de Keijenberg en het Quadenoord.

Hier meer over de Renkumse geschiedenis, waar het Everwijnsgoed met Quadenoord en Keijenberg een onderdeel van zijn.

Everwijnsgoed
gevelsteen van de rechter schuur. Van latere datum dus dan het huis en het linker gedeelte

Tegenwoordig is het geen boerderij meer.

Van Staatsbosbeheer: de wandelroute Renkums Beekdal.

Een Rijksmonument.
Everwijnsgoed in 1984
Everwijnsgoed
Kadaster Renkum B 3074 veldwerk dienstjaar 1985. Een bewerkte uitsnede. Het noorden is links.

Everwijnsgoed
Kadaster Renkum B 3344 veldwerk dienstjaar 1989. Een bewerkte uitsnede.
Aanwezig waren R. Weber namens de St. Everwijnsgoed en namens de Staat is er niemand verschenen. Aan de bebouwing veranderd er niets, er komen alleen hogere nummers.

Everwijnsgoed
De situatie in 2020.
In een advertentie uit mei 1876 wordt vermeld dat er op boerderij Grunsfoort, een paard met veulen te koop is. Helaas geen adres.
Langs de huidige Hartenseweg lag rond 1570 een boerderij met een grote schaapskooi.
Boerderij Buitenhuis, Hartenseweg 7, pal tegenover de papierfabriek. Renkum Bouwjaar 1903, 1904

Hartenseweg
Een veldwerkkaart uit 1904 Buitenhuis Renkum

Buitenhuis 1903


Buitenhuis
Het portret van Marinus Buitenhuis
Verdwenen Hofstede "De Suurenk", in het verdwenen Harten te Renkum.

De boerenhofstede Suurenk, was gelegen aan twee kanten van de weg van Renkum naar Bennekom, cq de Hartense- of Molenweg, tegenwoordig de Beukenlaan. Aan de zuidzijde begrenst door ONO. De verkoper op 14 maart 1883 was Hwgeb, Jhr. Mr. Schimmelpenninck. Kadastraal Renkum sectie B, 70, 73, 74, 564, 548, 549, 631, 741, 743, 876 en sectie C, een deel van 941. Ook in Wageningen lagen stukken van de hofstede.. Andere eigenaren waren: M. Sanders, Beuker, van Moorsel en I. van Heukelom.

Suurenk Renkum

Suurenck

Suurenk Renkum
Suurenk Renkum

Suurenck
Boerderij Jan van Heukelom, Waterweg Renkum

Onder aan de zandweg, de latere Waterweg, werd in 1869 door Jan van Heukelom
een boerderij met schaapskooi gebouwd. Deze v. Heukelom was tevens vrachtrijder
voor de papiermolen van Sanders, zodat zijn woning „gunstig gelegen" was.

Heukelom Renkum

Het was daarboven op de bult van de Waterweg, op de uiterste noordgrens van de Hank (de Hank behoorde volgens onze kaart tot de ) dat in 1860 Jan van Heukelom zijn boerderij met schaapskooi bouwde. Deze boerderij was zeer gunstig gelegen aan de schaapsdrift, die zich in het verleden tot aan het dorp uitstrekte. En langs deze schaapsdrift dreef van Heukelom zijn schaapjes dagelijks naar de heide. Van Heukelom was eerder pachter van de boerderij op de 'Keijenberg' geweest, dus zijn dagelijkse tocht met de schapen werd wel wat langer. De door hem gebouwde boerderij heeft gestaan op de plaats waar nu de Europalaan overgaat in de Schaapsdrift, en de voorgevel was parallel gelegen langs de Waterweg. Langs de Waterweg was als afscheiding een doornenheg, met daarachter en moestuin. De boerderij was gebouwd in de z.g. Gelderse Stijl, d.w.z. met een dakbedekking van deels riet, en deels pannen. Achter het woongedeelte was de deel gelegen met de stallen. Rechts van de boerderij lag een brede oprit, waaraan ook de schaapskooi was gelegen.

Na de dood van Van Heukelom werd Cornelis van den Born bezitter van de boerderij, en zijn broer Gerrit is nog vele jaren als herder met de schapen naar de heide getrokken. In 1921 verhuisde het gezin Van den Born naar de Keijenbergseweg, waar zij een nieuwe woning betrokken. En op deze boerderij kwamen als nieuwe bewoners de familie Hooyer. Hierna heeft de boerderij nog enige tijd leeg gestaan, tot de Gemeente eigenaar werd en er besloten werd tot slopen om plaats te maken voor de huidige bebouwing op deze plaats. Dat ondanks pogingen van het toenmalige raadslid, de heer Hulsteyn, om deze boerderij te behouden als een herinnering aan het verleden.

Van Heukelom was gehuwd met Johanna Reinders. Behalve boer en schapenhouder was hij ook vrachtrijder voor de papierfabriek Sanders op 'Harte'. Op de leeftijd van 24 jaar vervulde hij reeds het ambt van diaken bij de hervormde gemeente, en gedurende de ambtsperiode van ds. Gewin (1879-1884) was hij ouderling.
        Een van zijn kleinkinderen heeft een levensbeschrijving van hem geschreven, en uit deze beschrijving geef ik u één gebeurtenis. Een verhaal dat zich afspeelde in de donkere dagen voor kerst, in het jaar 1864. Grootvader Van Heukelom trouwde in 1863 met Johanna Reinders. Ze woonden op de Mussenberg in Renkum, vlakbij de Keijenberg. In 1864 hadden de jonggehuwden zich al ter ruste begeven, toen er op de deur werd geklopt. 'Wie zou dat zijn, daar zo midden in de nacht, en dat met die koude?' Grootvader zij: 'Ik ga kijken'. Grootmoeder maakte bezwaren, maar toen er weer werd geklopt gingen ze samen naar de deur, en daar hoorden ze een klagende vrouwenstem roepen. 'Ik ben verdwaald, ik moet naar Ede en ik weet me geen raad meer. Hebt u misschien vannacht ook een plaatsje voor mij in de schuur?' Met z'n drieën staken ze in de kou de binnenplaats over, langs de grote zwengelpomp, naar de schuur, waar de vrouw een warm plekje kreeg in het hooi met een paardendeken. Maar weer terug in bed maakte grootmoeder zich toch wel ongerust. 'Is die vrouw wel te vertrouwen, zou ze geen boze plannen hebben?' Dan maar weer het bed uit, en samen slopen ze onhoorbaar weer naar de schuur. En ja, daar hoorden ze iemand praten. Zie je wel, ze praat met iemand, er moet nog iemand in de schuur zijn! Nog even heel goed luisteren en daar hoorden zij de vrouw God danken voor haar plekje in de schuur, en de ondervonden liefde. Beschaamd en diep ontroerd, namen grootmoeder en grootvader even later de arme vrouw mee naar huis. Daar mocht ze in een heerlijk bed de verdere nacht slapen en rusten.

1956: Voor herstel van een boerderij aan de Waterweg te Renkum wordt een krediet van ƒ 3500 voorgesteld.

link en Schoutambt en Heerlijkheid 1999 4 jaargang 13
Boerderij Quadenoord lees meer over Quadenoord
Een oude schaapsstal uit Renkum:

Waarschijnlijk aan de Bennekomsweg, schuin tegen over het Everwijnsgoed.

schaapskooi
Deze weg is tegenwoordig de ventweg voor het Everwijnsgoed. De schaapskooi moest plaats maken voor een bredere Bennekomseweg.
Renkum-schapenstal-geghethet
Harten Renkum 1832











Deze kaart van het HisGis uit 1832 laat de namen van de eigenaren volgens het Kadaster zien. Soms gaat het om Huis, Erf, Schuur. Soms om Huis en Erf, af en toe gaat het om een vrijstaande schaapskooi. Als een schaapskooi bij een huis en erf staat is dat niet altijd zichtbaar.
Harten
Kaart van I. van den Heuvel uit 1712. Bron: https://digitalcollections.universiteitleiden.nl/view/item/1953599
Gezicht-op-Renkum-met-de-tol-aan-de-Utrechtseweg-tussen-de-van-Ingeweg-en-de-Lindelaan
Het tolhuis in het midden en een boerderij links ter hoogte van de Noordberg aan de straatweg van Renkum naar Arnhem. Deze titel is aan de onderkant van de prent ook te lezen. Toch denk ik de uiterwaarden te zien, rechts. Op de Utrechtsestraatweg is zijn de uiterwaarden vrijwel niet te zien. Het gaat hier dus niet om de Tol bij de Wolfhezerweg. Er heeft een Tol bij Renkum gestaan, ter hoogte van de boerderij de Maat, Van Ingenweg. en het huidige 'Schildershuis', Utrechtseweg 117. Een andere optie voor de locatie is de tol bij Heveadorp. De tol is in het midden en links staat de boerderij Ter Aa. Wie weet de precieze locatie van deze prent?

Cees Gerritsen heeft het in zijn boek "De Fonteinallee herleeft" op pagina 39 over het Lugthuis, ook wel Tolhuis genaamd. Met HisGis is kavel 166 zo op te zoeken, en het beeld wat dan te zien is, klopt niet met wat op bovenstaande prent te zien is. In 1832 zijn er nog 2 boerderijen in de uiterwaarden en staat het Tolhuis met de voorkant naar de Fonteinallee. De slagboom ging vanaf de voorkant over de Fonteinallee. Daar is hierboven niks van te zien. De Tol bestaat in 1832 slechts uit één wat grotere boerderij, zonder bijgebouwen, schuren.
J.P. Wisseling, zicht op de Rijn
Panorama vanuit het westen. Links Oosterbeek met de kerk van Oosterbeek gezien vanaf de Hunneschans, aan de horizon de Eusebiuskerk van Arnhem. Vervaardiger: J.P. van Wisselingh. Datering: 1832-1899. Je ziet ongeveer dezelfde situatie als op de tekening iets hoger op deze site. Alleen een ander hoger  perspectief.
Enigszins alfabetisch, de andere boerderijen. Deze lijst is verre van compleet.
Huis ter Aa, Heveadorp

Op deze kaart van Klinkenberg uit 1818 is het eerste "Huis ter Aa, zijn zichtbaar.
Duno

Op een kaart van 1602 wordt de naam Ter Aa  vermeldt vinden. Heeft de naam te maken het het goed ter Aa in Oosterbeek?

Bij de rivier zijn vele restanten (vaatwerk) van een oude pottenbakkerij gevonden. Deels terecht gekomen in het Geldersch Museum op kasteel Doorwerth en aldus vernietigd begin oktober 1944 met de geallieerde en Duitse beschietingen.

Huis ter Aa
boerderij in het Gat ter Aa.

Deze boerderij had de naam Oostbeek en lag aan de Seelbeek. De boerderij zal tevens het  tolhuis geweest zijn dat volgens Sipman in 1880 de naam draagt van Huis ter Aa. Deze woning werd in 1907 gesloopt, om vervangen te worden door een bedrijfsgebouw
van de heer Scheffer.

In 1888 werden het Seelbeekdal en landgoed Duno verkocht aan de rijke grootgrondbezitter Willem Scheffer. Hij begon in het dal de modelboerderij het Huis ter Aa, genoemd naar “het Gat van ter Aa”, een oude naam voor het stuk land onderaan het Seelbeekdal. Deze modelboerderij was een ideëel bedrijf en men zegt dat de koeien in deze modelboerderij beter werden behandeld dan de arbeiders aan het einde van de 19e eeuw.

ter Aa.

 In 1915 werd dit particuliere bezit deels verkocht aan een Groningse firma. Dat werd later de Heveafabriek.

Boek: M. Sipman, Arnhem en omstreken, 1880, pagina 97

Boek Willem Scheffer en modelboerderij "Het Huis ter Aa" Straaten, Geert van der, 2016
Duno
De voormalige boerderij Bakkershaag, na 1968 afgebroken. Stond aan de Bram Streefland weg, waar nu de Meester van Damweg is. Jan Jansen en Elizabeth van Schaijk woonden rond 1917 in huis Bakkershaag.

Bakkershaag Renkum

Opname van Harry Smid uit 1968. De fotograaf stond op de kruising Van Ingenweg en de Theophile de Bockweg. In het midden, het witte huis met zadeldak is café 't Trefpunt en links daarvan staat de boerderij Bakkershaag. Afgebroken na 1968. Tegenwoordig is er een overtollig regenwaterkuil en de Meester van Damweg.
Bakkershaag Renkum
De tennisvereniging Bakkershaag staat op grond van de voormalige boerderij, Vandaar de naam. Op deze foto zijn de twee voordeuren die waarschijnlijk later zijn aangebracht, niet goed te zien. Bij TV Bakkershaag hier een andere foto, waar ze wel op staan.
Voormalig Huize Bellevue, Renkum.

Jan van Donselaar en Eva Thomas bouwen in 1798 het huis Bellevue I. Gelegen op de kruising tussen de Weg naar de Keijenberg, en de Weg naar het Plankenwambuis. Bellevue I brand in 1840 geheel uit, en wordt gelukkig weer herbouwd tot Bellevue II. Ook dit pand wordt weer afgebroken en komt er Bellevue III. Tegenwoordig kennen we de naam Bellevue nog als naam voor een straat, met 2 scholen een Chinees restaurant (het gebouw is uit 1922) en een appartementsgebouw en enkele winkels, woningen.

JBellevue
de ligging van huize Bellevue II op een kadaster veldwerkkaart uit 1844.
boerderij Bellevue

Lees hier meer over de Bellevue en omgeving.
Bergoord, Oosterbeek, aan de Kerkhofweg, tegenwoordig de Fangmanweg ter hoogte van de nummers 23 en 25. Verwoest in de oorlog. Rond 1864-65 tekent Maria Vos een boerderij die later verbouwd is tot de villa Bergoord. In 1871 overleed de 89 jarige hoofdbewoner, de heer Charles Girod.
Voormalige boerderij Biesheuvel en Hygiënische Melkerij "Oosterbeek", Weverstraat A 149 Oosterbeek.

De heer W.A. van Laer, villa Elfriede, Oosterbeek begin in 1903 een bijzondere melkstal:
Van Laer Oosterbeek

Van Laer heeft ook zijn rekenmodel in Het Vaderland van 31-03-1904 gezet: "1 koe brengt per dag op: aan gemiddeld 12 liter melk a ƒ0,15  ƒ1,80, aan mest ƒ0,08; dus 12 koeien brengen p. j. op ƒ8234,40. 1 koe kost per dag: aan 25 pond hooi ƒ2O per 1000 pond .ƒ0,50 en aan ander voer en stroo ƒ0,50; dus 12 koeien kosten p. Verdere onkosten per jaar zijn: 4 pct. rente van ƒ 12.000 kapitaal ƒ 480. Onderhoud stal, slijtage gereedschap en belasting ƒ400. Afschrijving op stal. ƒ5OO. Verlies- en risico op 12 koeien ƒ4OO. Salaris aan den veearts ƒ250. Salaris aan het personeel ƒ600 dus samen ƒ7010. Er blijft dus ƒ1224,40 aan winst over, wel niet te veel voor de vele zorgen daaraan te besteden, maar men ziet, dat ik alle prijzen hoog berekend en op den voorgrond gesteld heb, dat de exploitant zelf niets verbouwt, maar alle voedingsstoffen koopen moet; een toestand die veel gunstiger zal zijn voor een veefokker-landbouwer. Veel rijker wordt je met 50 koeien in de buurt van een stad.

Op 2 januari 1905 staat er in de Arnhemsche courant van 2 jan 1905: "en daar er nu binnen enkele dagen te Oosterbeek door den heer W. A. van Laer een Sanitäts Milchstall op Duitschen grondslag zal geopend worden, waarnaar vele menschen, onder wie verscheidene collega's, met mij met verlangen uitzien ...."

Van Laer Oosterbeek
De nieuwe naam verschijnt in de volgende advertentie, de eerste advertentie voor de Hygiënsiche Melkerij "Oosterbeek" uit november 1906:
Biesheuvel Oosterbeek
Daarna dagelijks, later wekelijks en daarna regelmatig andere advertenties:

Biesheuvel Oosterbeek

Biesheuvel Oosterbeek
hfl 1000 van de hierboven genoemde hfl 8000, afkomstig van de heer Van der Sleesen..

Beiesheuvel Oosterbeek

Na mei 1907 verschijnen er geen advertenties meer.
Voormalig bierhuis en boerderij, of te wel de twee huizen onder een dak, aan de Achter 't Dorp, nummers B 64a en 65 te Renkum. In 1919 verkocht voor de heer Th.T. Jansen.
Voormalige Boerderij Boschbeek, Renkum

Ten oosten van het huidige Nivon pand de Bosbeek, ten noorden van Quadenoord in de gemeente Ede.
Bij Topo Tijdreis te zien tussen 1872 tot en met 1889

"De Hofstede Boschbeek, gelegen onder Renkum, bestaande uit ruime Boerenwoning, Schuren en Schaapskooien, Tuin, circa 10 Bunders aangemaakt Bouwland, eenig Weiland en uitgestrekte Heidevelden voor Schaapsweiden. Te aanvaarden 22 Februarij 1863. Te bevragen bij J. N. PRINS, Rentmeester, te Bennekom". Uit de Opregte Haarlemsche Courant van 08-10-1862
Boerderij Fonteinallee 24 in Doorwerth 

Andere kennelijke namen: Oosterbouw, Oosterbouwinc, Ooster Bouwing, Westerbouwing, Hoeve de Uiterwaarden en Manege Doorwerth, later kreeg de manege een ander huisnummer: Fonteinallee 26.

Er zijn drie boerderijen aan de Fonteinallee die allemaal de naam Oosterbouwing hebben gehad. Volgens Cees Gerritsen kan dat doordat een boer die verhuisd de naam van de boerderij mee neemt.

De oudste kaart die ik zo tegenkom is uit 1616 en dan staat de boerderij Fonteinallee 24 er al op, in het midden onder de boom.

boerderij Arnt Bernts Doorwerth
Bron: 2286-0001 [De limieten van de Hoge Heerlijkheid Doorwerth], 10 juni 1616 Gelders Archief, of klik op de uitsnede van deze kaart voor het origineel.

Naam van de bewoner: Arnt Bernts.
Een iets latere kaart 1666, dezelfde boerderij:

Doorwerth Arent Berents
Een kaart 0124-K51 oostelijke helft Doorwerth uit 1666.jpg. De weg omhoog heet de Doornwerthse Molenberg. of te wel de Molenweg of Meulen-weg (zie Gerritsen pagina 31) tegenwoordig de  Boersberg genoemd. Daar waar nu de boerderij de Boersberg staat, heet het Arent Berents Enck. En wat zuidelijker het woonhuis van Arent Berents kennelijk zelf aan de latere Fonteinallee. Of te wel Arnt Bernts wordt Arent Berents.

Op de kaart: "Caarte daarin die Limitten van de heerlijckheit Dorenwerdt met een rootfarbde lijnie omtagen sijn april 1712" van het Gelders Archief, is hetzelfde te zien:
Doorwerth uitsnede Carte 1712
Het "Bossch is leuk met groen ingekleurd. Je ziet hier een verbeterde versie van de originele kaart onder de link hierboven van het Gelders Archief. Het Arent Berents Enck bij de huidige boerderij de Boersberg is nog hetzelfde als de eerdere kaart uit 1666.
In het boek van Cees Gerritsen: De Fonteinallee herleeft; uit 2007, beschrijft Gerritsen alle boerderijen aan de Fonteinallee. In hoofdstuk 3 worden de boerderijen aan de zuidzijde van de Fonteinallee beschreven. "Achtereenvolgens Westerbouwing, Oosterbouwing. Violenhuis en het Eijke-huis. De plaats van manege /stalhouderij Stal Doorwerth is de enige tot heden permanent bewoonde locatie aan de gehele Fonteinallee. Al in 1616 treffen we bewoning aan". Dan gaat Gerritsen aansluitend verder met: "In 1756 wordt deze boerderij Westerbouwing genoemd". Iets verder op schrijft Gerritsen: "Tevens aan de zuidzijde van deze weg ligt de boerderij "de Westerbouwing" (nu Stal Doorwerth) en rechts daarvan "de Oosterbouwing".

Op een volgende kaart, gemaakt rond 1700 zijn twee boerderijen te zien:
brouilion de carte des prairies de Doorwerth
Deze twee boerderijen staan midden onder aan de Gallery - galderij - Fonteinallee. De rechter boerderij heet Oosterbouwing, en is te hoogte van de opgang naar de Moolenbergh, tegenwoordig de  Boersberg. De linker boerderij heet Westerbouwing (nu Stal Doorwerth).
In de periode daarna wordt er met de namen Wester- en Oosterbouwing gehusseld. Op de kaart hieronder uit 1900 staat de Westerbouwing netjes aangegeven op de locatie van de Oosterbouwing van de kaart hierboven.

Volgens Gerritsen heet de boerderij in 1739 nog steeds Westerbouwing, zie pagina 20 van zijn boek. In 1756 heeft de Westerbouwing nog steeds dezelfde naam (pagina 21)

Westerbouwing
kaart uit 1832, de Westerbouwing is wel aangegeven, de Oosterbouwing staat er net niet op.

Fonteinallee 24 Doorwerth
Op deze kaart is goed te zien dat de boerderij Fonteinallee 24 geen naam heeft. De kaart hierboven is een uitsnede van een kaart van de Rijn, uitgegeven door Dijksmagazijnen in 1900, met een nummering van de afstandspalen op de Rijn uit 1870. Deze kaart is door u groter te maken middels een rechts-klik met de muis.

Bron Heemkunde Renkum: "Aan de Fonteinallee, op de plek van de huidige manege Stal Doorwerth stond in 1756 een boerderij die deze naam eveneens droeg, de “ Wester Bauwinge". Helaas bedoeld werd Ooster Bauwinge.

De boerderij de Westerbouwing en dus eerder de Oosterbouwing is te vinden onder de plek waar de weg Boersberg en Fonteinallee op gaat. De boerderij Fonteinallee 24 is westelijker, net na het pad naar het Kerkje op de heuvel, over de Heelsumse Enk. Tegenwoordig gaat de A50 tussen de begraafplaats en de Fonteinallee 24 door.

Doorwerth Oosterbouw 143
Hier hetzelfde stukje als hieronder op een Provinciale kaart, (jaartal onbekend) de kadasterkavels zijn anders.  Waarschijnlijk is 129 later gesplits in 146, 144 en 143.

Oosterbouwing Doorwerth
Op een uitsnede van een kadasterkaart (jaartal voor 1880) staat de boerderij Oosterbouw op kavel 144. Geheel rechts, net boven de Zalmen is nog de Noorderbouw te vinden. De weg naar de Boersberg is goed herkenbaar in het midden.

Doorwerth pre kadastrale kaart 1818
Op deze kaart uit 1818 met iets hogere kadasterkavel nummer is de naam Oosterbouwing goed te zien. Bij deze uitsnede is links de weg naar de Molenberg (Boersberg) niet eens te zien. De boerderij Westerbouw heet hier dus Oosterbouw. En links van het Violenhuis, dat nooit van naam veranderd is.

Doorwerth kadaster 1830
Een uitsnede van een Provinciale kaart van Doorwerth uit 1830. De Noorderbouwing heet hier Oosterbouwing. Kijk naar de ligging van het Violenhuis, dat nooit van naam veranderde op deze kaart en de kaart hierboven. De boerderij aan de Fonteinallee 24 staat er nog niet op.
Veel kaarten die hier gebruikt zijn, zijn ook hier te vinden.

Later in de tijd veranderde de naam van het huis in Wester-bouwing, perceel nummer 129: huis en erf. De omliggende percelen zijn dan bouwland en boomgaard. (link)
In het boek van Romers uit 1991: Oosterbeek, Doorwerth, Heelsum en Renkum in de negentiende eeuw, staat een prent van het huis met de watermolen. Zie prent 113 op pagina 108. Uit het onderschrift: "Nabij de herberg te Doorwerth. Het huis rechts droeg de naam Oosterbouwing".

Oosterbouwing Doorwerth
Dit lijkt een uitsnede van een prent op p114 Romers: Oosterbeek, Doorwerth, Heelsum en Renkum in de negentiende eeuw. Dit is dus de Oosterbouwing zoals te zien op de kaart hierboven, waarbij de Noorderbouwing de naam Oosterbouwing heeft.

 Een vermelding van de boerderij Fonteinallee 24 is te vinden op de website van de Familie Hendricks in Doorwerth. Genoemd wordt Otto Hendricks [van Pothoven], mogelijke zoon van Hendrick Jansen en Willemken Hendriks. Hij is begraven op woensdag 16 maart 1763 te Heelsum. Van beroep: bouwman en schaapsherder. Otto huwde op 30 april 1730 in Heelsum met Hendrikje Gerrits van Opdal. Zij is begraven op vrijdag 16 februari 1753 te Heelsum. Otto huwde daarna op 21 maart 1758 te Otterlo met Maria Jansen Bungels. Zij is begraven op maandag 24 april 1769 te Heelsum.

Doorwerth Bilders
Naar een schilderij van Johannes Bilders, de streng is aanwezig en een visser, misschien pontbaas.

Otto en zijn gezin bewonen waarschijnlijk al eerder, maar volgens de pachtovereenkomsten tussen 1739 en 1749 de boerderij de Ooster Bouwinc, bestaande in een huijs, Berg Schuur, Boomgaard van 1,5 Morgen, twee Schaape Schotten en Schadrift, voorts in 12 Morgens Heijland en in 22 Molder Bouwlantes, voorts Heijde van 6 Morgen, 't Kleijland bij 't huijs van 1 Molder als de Voorste Heijde van 6 Morgen, Kempken aen de weg van een halve Mulder + middel Stuck van 15 Mulder, Rigtersland van 2,5 Molder en Bal Kamp, Veersgoed alias Ossekamp van 6 Morgen gelegen ten zuiden van de Galerij onderaan de Moolenbergh [ook wel Heetberg of Boersberg genoemd] aan de Moolenwegh te Doorwerth, heuvelopwaarts vanaf de Galerij. De pacht bedroeg jaarlijks maar liefst 471 Caroli guldens en 21 stuivers!

Volgens de ´lijst van cedulle´ [soort volkstelling en meteen een inventarisatie van het aantal vuurplaatsen, waar belasting over betaald moest worden] van 1749, wonen er op dat moment 5 volwassenen en 4 kinderen op de Ooster-bouwing. Uiteraard Otto Hendrix, bouwman van beroep, zijn vrouw, 3 kinderen ouder dan 15 jaar en 1 kind tussen de 5 en 10 jaar oud. Verder woonden er nog drie ´Knegts, Meijden of andere Persoonen in de Huijshoudinge gehorende.

De Ooster Bouwing was het meest kostbare goed om te pachten, in de hele Heerlijkheid. Pas in 1758 treffen we als pachter ene Gerrit van Maanen. We gaan er dus vanuit dat het gezin van Otto Hendrix tot dat jaar bewoners en gebruikers waren van deze kostbare boerderij. Hij moet tegen die tijd ook wel op leeftijd zijn geweest. Hij overleed 5 jaar later.
Eigenaren: Hierboven zijn alleen de bewoners, pachters genoemd.
Volgens HISGIS is in 1832 de heer Charles Grave van Aldenburg de eigenaar en is de pachter de heer Jansen, Gerrit Bentinck een landbouwer uit Driel. Het gaat dan om een kavel van 220 m² voor huis en erf. Je kunt bij HisGis niet zien welke weilanden gepacht worden.

Na de Van Aldenburgs, worden de Van Brakell's eigenaar, in 1837. In 1915 is Joan Jacob Adolf Alexander baron van Pallandt de eigenaar. Daarna zien we Marie Berthe Flore Choceret en daarna de Stichting Algemeen Mijnwerkersfonds van de Steenkolenmijnen in Limburg, gevestigd in Heerlen. Zij verkopen het geheel of een gedeelte weer in 1927 aan N.V. Van Wijcks Waalstenenfabriek te Oosterbeek.

Oosterbouwing Doorwerth

In 1931 wordt Bart van Dijk de pachter van het Mijnwerkersfonds. In 1944 wordt het gehele dorp Doorwerth, toen nog aan de Fonteinallee gelegen, geheel weggeschoten.
De boerderij Fonteinallee 24 is herbouwd na de WWII en is een zogenaamde wederopbouw boerderij. Architect Rokus de Jong kwam op 02-01-1948 met de definitieve tekening en volgens de BAG is in 1947 de boerderij in gebruik genomen. Data die niet met elkaar kloppen.

In 1947 zien we de huidige boerderij verschijnen en woont er weer Albertus (Bart) van Dijk (1904), gehuwd met Anna Cornelia Gerritsen (1899). Een dochter, Derkje Cornelia Elizabeth van Dijk woonde met haar echtgenoot Cornelis Bremer bij haar ouders in. Men woonde er tot 1972.
In de periode 1973 tot 1986 woonde hier Renkums burgemeester; Jhr. Mr. Henry Gerrit van Holthe tot Echten (1922 – 2001). "Burgemeester jhr. mr. H. G. van Holthe tot Echten van de gemeente Renkum en zijn gezin hopen over een poosje uit de huisvestingszorgen te zijn. De heer Van Holthe tot Echten, wiens vrouw in Zelhem paarden en honden fokt (ze hebben er thans respectievelijk 36 en 50) heeft in de uiterwaarden langs de Rijn bij Doorwerth een kleine boerderij gekocht, waar te zijner tijd het bedrijf kan worden gevestigd. Een architect heeft opdracht gekregen een plan te maken voor verbouwing en uitbreiding van het complex. Er moet nogal het een en ander gebeuren (onder meer stallen bouwen) voordat het gezin uit Zelhem, waar Van Holthe tot Echten laatstelijk burgemeester was, naar Doorwerth kan verhuizen. Waarschijnlijk zal de nu al maanden pendelende burgemeester eerst nog een poosje 'op kamers' moeten wonen." Uit de Trouw van 16-05-1973.
 
 De burgemeesters familie begint in 1973 met de manege Stal Doorwerth. Inschrijving bij de KvK in 1975.   De manege heeft tegenwoordig als adres: Fonteinallee 26.

Fonteinallee 24 Doorwerth
Een voorbeeld van een "wederopbouw" boerderij.

Fonteinallee 24 Doorwerth

Fonteinallee 24 Doorwerth
Drie foto's hierboven gemaakt rond 1950 door Cornelis Bremer, die destijds op de boerderij aan de Fonteinallee 24 woonde. Met name de onderste foto laat de situatie net na de oorlog zien. Geen bomen, en een veel kleiner kasteel Doorwerth.

Fonteinallee 24 Doorwerth

De burgemeester verhuisd zelf rond 1975 naar elders, vanwege een echtscheidingsprocedure. Rond die tijd is de manege, tegenwoordig huisnummer 26 verkocht. Kennelijk was er gld nodig. Vanaf 1977 woont de burgemeester weer zelf op nummer 26.

De manege heeft als naam Stal Doorwerth.
Stal Doorwerth
bron van deze foto Martin Nillesen, fotograaf

Fonteinallee 24
Kadaster Doorwerth D 661 dienstjaar 1977

Fonteinallee 24
Kadaster Veldwerk D 661 dienstjaar 1978

Fonteinallee 24
Kadaster Doorwerth D 686 dienstjaar 1988

Bronnen: familie van Dijk - Bremer
Martin Nillisen

Boek van Cees Gerritsen: De Fonteinallee herleeft uit 2007.
Boerderij aan de van Borsselenweg 32, 32a, 32b en 34 Oosterbeek

Volgens de BAG gebouwd in 1839.

van Borsselenweg 34


van Borsseleweg 32
In bovenstaand plaatje zie je de reeds in 1832 bestaande boerderij van de heer Backer aangegeven. In het rood de bebouwing uit 1832 in het licht groen de BRT situatie in 2018.
De exacte ouderdom van de boerderij is niet bekend. In 1814 stond er reeds een pand.

Oosterbeek Borsselenweg

De familie Backer, heeft van 1811 tot 1833 (uitgebrand) en afgebroken in 1852, een suikerfabriek gehad onderaan de van  Borsselenweg. Tussen 1833 en 1851 werd er aardappelmeel gemaakt. Op de lokatie is nu een waterval te zien. Bij de productie van stroop en suiker bleef er bietenpulp over dat te gebruiken was als veevoer. De voormalige tabaksschuur (de huidige boerderij) werd na 1852 verbouwd tot de huidige 'lange boerderij', met aan weerszijden een pachterswoning en in het midden een grote stal, waarin plaats was voor honderdtien runderen.

Er is een verbouwing geweest in 1906 - 1911. Jaren geleden is de zogenaamde "hallenhuisboerderij" opgeknipt in aparte  woningen.

De oude boerderij aan de Van Borsselenweg, was in september 1944 (Slag bij Arnhem) het hoofdkwartier en verbandpost van D Company van The Border Regiment.

Info Stichting Heemkunde Renkum

De gehele boerderij is een gemeentelijk monument en op wikipedia staat een foto

In 1833 brandde de fabriek af, werd groter herbouwd en tevens ingericht voor de bereiding van aardappelmeel. Dagelijks werd 400 Nederlandse mud aardappels verwerkt, wel tot 60.00 mud per jaar, waarvoor 's winters 50 à 60 arbeiders werden ingezet.

Na het overlijden van J. Backer in 1851 werd de fabriek in 1852 afgebroken, tot het einde toe was er waterkracht gebruikt. De waterval is nog steeds aanwezig.

Bron: "Op kracht van stromend water", Hagens 1998.
Boerderij aan de van Borsselenweg 39 Oosterbeek

volgens de BAG gebouwd in 1834

Hisgis 1832 en 2018
In 1832 staat er al op deze locatie een schuur met erf in eigendom van de heer Backer. In het plaatje hierboven is een HisGis beeld gecombineerd met de BRT achtergrond van de situatie in 2018. Daarbij is de  de toenmalige eigenaar ook zichtbaar gemaakt.

Borsselenweg
1947

. Borsselenweg 39 Oosterbeek
Opname ten tijde van de leegstand door Karel Noy uit Heelsum.

Van Borsseleweg 39 Oosterbeek

Inclusef omliggend erf verkocht in 2013. Opgeknapt in 2014 volgens wikipedia met foto. De boerderij is gestript en opnieuw opgebouwd.


manege Oosterbeek

 Voor de WWII woonde er de fam. Schut. Daarna de familie van G. van Veelen, tot ongeveer 1987

"Zaterdag, 19 mei 2007 - DEN HAAG/OOSTERBEEK - Eigenaar Theo Jansen van de oude boerderij aan de Van Borsselenweg 39 in Oosterbeek werd deze week tegen wil en dank definitief eigenaar van een officieel monument". Uit de Gelderlander van 19 mei 2007.

Theo Jansen wil rond 2010 de manege aanpassen en verbouwen. Helaas de gemeente geeft geen toestemming. Dus wordt er door Jansen een andere manege in Velp gekocht en die manege met de naam Stal De Hoge Oorsprong, mag in 2017 in Velp wel worden uitgebouwd.

De boerderij aan de Van Borsselenweg 39-41 wordt in 2012 door Glock HPC NL aangekocht. Er komt in eerste instantie huisvesting voor 27 paarden, een dekstation, stallencomplex en diverse binnenbanen. Ook zal de bestaande boerderij in z’n geheel verbouwd worden.

Een gemeentelijk monument, foto 
Boerderij aan de Hazenakker 4, Oosterbeek

Bouwjaar 1863

Een gemeentelijk monument
Hazenakker
Boerderij aan de Kneppelhoutweg 1, Oosterbeek

bouwjaar 1887

Een gemeentelijk monument
monument
Boerderij aan de Prins Berhardweg 1 in Oosterbeek

BAG bouwjaar 1950

Een gemeentelijk monument
Oosterbeek
Boerderij aan de Valkenburglaan 3, Oosterbeek

bouwjaar

Een gemeentelijk monument
boerderij
Boerderij de Boersberg, Boersberg 1, Doorwerth.

Zoals zo vaak: de BAG heeft het fout:

Boersberg
1847 ??

De situatie in 1879, dienstjaar 1880, een lege kavel:
Boersberg

Doorwerth Boersberg

Op een kaart van de heerlijkheid uit 1602, getekend door Bernardt Kempink (Arch. Rekenkamer, Kaarten no. 259) worden westelijk van de Doorwerthse straat met name genoemd de percelen van Jan de Ruyter en het St. Catharinagasthuis, benevens de Arnt Brantsen enk. Dit laatste stuk bouwland was gelegen waar thans de boerderij de Boersberg staat, met het omliggende terrein. Deze enk was een van de akkers van de fam. Brantsen.

Baron Van Brakel liet in 1879 drie boerderijen bouwen. Behalve de Noordberg en de Boersberg in Doorwerth, ook de Zonnenberg in Heelsum.

Boersberg
situatie in 1881

De Boersberg bestond toen uit een boerderij en een hooiberg. Op 30 april 1889 is er een veiling van alle beesten, karren, eggen, opgeslagen aardappelen en zaad (geen inboedel of opstal) in opdracht van de weduwe A.M. Hupkes. Met ingang van februari 1890 is de boerderij dan te huur. In 1901 kwam er een varkensschuur bij.

Als J. G. W. Baron van Brakell in 1903 de goederen Laag-Wolfheze en de Kabeljauw, aan zijn zuster, mevr. v. Heutz-Baronesse van Brakell, verkoopt, dan is daarbij als voorwaarde gesteld, dat zolang de verkoper eigenaar van de boerderij „de Boersberg" zou zijn, de pachter van die boerderij het recht zou hebben, zijn schapen langs de beek te leiden. Sinds echter de eigendom van de Boersberg in andere handen kwam, is ook dit laatste recht vervallen.

Boersberg Doorwerth


Boersberg
situatie in 1902

 In 1904 brandde alles af, op 2 schuren en het bakhuis na.

Boersberg Doorwerth

Daarna volgde herbouw.

Boersberg
nieuwbouw in 1906, dienstjaar 1907.

Boersberg
verbouw in 1948.

Boersberg Doorwerth

Een gemeentelijk monument.

Volgens de Boersberg zelf: De boerderij zelf werd in 1879 gebouwd, dit staat ook aangegeven op de gevel. 

Wikipedia
Boerderij en kwekerij de Boschhoeve, Boshoeve 3 te Wolfheze.

Ouder adres: Th. J. A. Jurrius, landbouwer, W., Boschhoeve 2.

Bouwjaar 1918 volgens de gemeentelijke monumentenlijst en de BAG.
Opgeleverd 1920.

Het gebied van de Boschhoeve is in 1880 ter grootte van 87 ha aangekocht uit het bezit van de fam. van Brakell, waarna het in verschillende handen is geweest.

Arnhemsche courant 30-01-1920: "De ontginning „De Boschhoeve". Men schrijft ons uit Oosterbeek: Wanneer wij op een werkdag in de buurt van station Wolfheze vertoeven, wordt ons oor getroffen door geluiden, die ons onwillekeurig naar boven doen kijken, naar het vliegtuig, dat naar onze meening die geluiden veroorzaakt. Vergeefs zoekt ons oog echter het luchtruim af. De door ons gehoorde geluiden komen niet uit hoogere sferen tot ons, maar worden veroorzaakt door de motoren der landbouwwerktuigen op de ontgining „De Boschhoeve" op een minuut of tien afstands van station Wolfheze gelegen. Om daarvan eens iets meer te weten te komen zijn wij eens op onderzoek uitgegaan. Op de ontginning aangekomen, werden wij rondgeleid door den heer Versteeg uit Oosterbeek, onder wiens kundige leiding dit groote werk wordt voltooid en die zoo vriendelijk was ons 't een en ander over de werkzaamheden aan ontginning in 't algemeen en aan deze in 't bijzonder verbonden, mede te deelen. De ontginning „de Boschhoeve" behoort in eigendom aan eenige heeren uit de omgeving, die het 87 H.A. groote stuk heide tot bouwland laten omzetten. Eenige jaren geleden was het geheel met dennenbosschen bezet. Door de tijdsomstandigheden, gebrek aan de noodige brandstof in de oorlogsjaren zijn die zoo goed als geheel gesloopt. In September, met de ontginning begonnen, is nu reeds ongeveer de helft gereed en prijkt reeds met de eerste groene spruitjes der in 't begin van November gezaaide rogge. Natuurlijk is deze ontginning direct flink aangepakt en heeft men gebruik gemaakt van de meest moderne landbouwwerktuigen. Om de eentonigheid wat te breken heeft men hier en daar aardige hoekjes met fijne dennen en akkermaalshout beplant, onaangeroerd gelaten. Dat nu reeds zooveel klaar kon zijn is begrijpelijk, wanneer men ziet, op wejke wijze het werk gebeurt, waarvan wij dien middag getuige waren. Een aantal arbeiders is bezig de wortels bloot te leggen van de boomstompen, die in groote hoeveelheid nog in den bodem voorkomen. Door een motor worden deze er daarna met tien, twaalf tegelijk uitgetrokken. Dit is wel her moeilijkste deel van het werk, wat wel aan te nemen is, wanneer men ziet, hoe meermalen stompen met wortels van anderhalven meter lengte er worden uitgegraven".

"Landbouw. Demonstratie van landbouwmotoren op de Boschhoeve. Het Amerikaansche systeem van landontginning, waarbij motorische kracht die van paarden vervangt, vindt in onze onmiddellijke omgeving toepassing op De Boschhoeve, gelegen op een kwartier afstands van Station Wolfheze, grenzende aan de spoorlijn naar Utrecht. Tot voor korten tijd stonden hier dennenbosschen, deze werden gekapt en het uitgestrekte veld, dat ongeveer 100 H.A. groot is, werd eigendom van den heer I. J. v. d. Haven, huize Kievitsdel te Heelsum. De eigenaar heeft thans met een ontginning van het terrein een aanvang gemaakt, waarbij de heer J. Versteeg uit Oosterbeek als bedrijfsleider optreedt. Reeds schiet op ongeveer 40 H.A. bewerkten grond de rogge op en nadert de groote boerderij De Boschhoeve haar voltooiing" . Arnhemsche courant 06-02-1920.

Sinds 1940 behoort het aan dhr. J. Koelman, die daarna vanaf 1949 in de voor hem gebouwde woning op zijn landgoed bewoont. Gebouwd in 1940. Op 8 en 9 september 1940 was er een uitslaande brand bij de Boschhoeve. Nieuwbouw in 1940.

 Een gedeelte van de Boschhoeve is herbouwd na de WWII en is een zogenaamde wederopbouw boerderij.

Boschhoeve
Brand in de veeschuur, 1971
Boschhhoeve

In een telefoongids uit 1943 is te vinden dat Th. J. A. Jurrius op het landbouwbedrijf de Boschhoeve woont.

Boschhoeve
1946

Boschhoeve Wolfheze

Lees ook het verhaal bij Landschapsbeheer Gelderland en de website van Kwekerij en Tuin De Boschhoeve.

Een gemeentelijk monument

Dat de naam Boschhoeve in Wolfheze twee keer voor komt, heeft te maken met de vriendschap tussen de fam Jurrius en de fam Braat.
Broekhorst, Broekhorst 1, Heelsum

 link. Volgens de Bag betrokken in 1948.
Bij Topotijdreis staat er al een boerderij als de contouren van bouwingen zichtbaar worden rond 1870.
Heelsum Boekhorst
Voormalige Boerderij de Buunderkamp en de villa de Buunder, gebouwd in 1884. De boerderij de Buunderkamp werd bij wijze van proef door dhr. Heldring op de zandgrond gebouwd, voor melkvee en kaasmakerij. Dit experiment is echter een mislukking geworden, zodat de boerderij ten dele is afgebroken. De rest werd in 1896 door dhr. Smit verbouwd tot pension, en in 1904 door dr. Adriani ingericht als rust- en herstellingsoord. De laatste 20 jaren wordt het als hotel geëxploiteerd door dhr. Evers. Ten behoeve van de Buunderkamp werd omstreeks 1913 een gelijknamige halte door de Ned. Spoorwegen aldaar geschapen, welke echter rond 1930 weer opgeheven werd.

Lees meer over de Buunderkamp.
Voormalige boerderij aan de Dorpsstraat 124 126 in Renkum
Dit zijn de oude huisnummers.

Dorpsstraat
Kadasterkaart uit 1951

Dorpsstraat

Voor Beekhuizen woonde Scherrenburg hier. Beekhuizen kwam van de Quadenoordse molen en begon achter de boerderij ook een molenbedrijf. Het molenwerk is later gesloopt. De boerderij is jarenlang een beeldbepalend gebouw geweest in de Renkumse Dorpsstraat. Werd zelfs een monument.

Beekhuizen

Beekhuizen
Dorpsstraat
Kadasterkaart uit 1963; Geheel links villa Rozenhage, met nrs 1725 later 1939, later 2381 en tegenwoordig een garage.

Twaalf harten
Kadasterkaart met dienstjaar 2006. In het blauw de oude woningen, in het rood de nieuwbouw van een parkeergarage, appartementen en een kruidenier.

De Renkumse smid Van Roest schrijft;
De boerderij was was vroeger ook een smederij van de familie Riegarts. (waarschijnlijk Richards). Deze woonde ook in dit huis. Later werd de zaak overgenomen door J. Richards, maar men ging uit elkaar en het huis werd verkocht. Koper was H. van Scherrenburg (1872), en in 1921 kwam het in bezit van J. Beekhuizen, molenaar en boer (Beekhuizen was voorheen molenaar op de waterkorenmolen op de Kwadenoord en vestigde zichin 1921 in dit pand aan de Dorpsstraat. In de schuur achter de woning kwam een maalstoel, welke door een elektromotor werd aangedreven. Hier is graan gemalen tot aan de oorlogsjaren 1940/45.

Uit een Advies van het Archeologisch Diensten Centrum (ADC) , ADC rapport nummer 130, ISBN 90-5874-11-84, 2002; "een archeologische inventarisatie van een supermarktlokatie in Renkum". "tezamen met de overige bebouwing is het een monumentwaardige boerderij die behouden dient te blijven". "de boerderij aan de Dorpsstraat 124/126 in Renkum, heeft veel historische waarde als één van de weinige boerderijen die in dit deel van Renkum bewaard is gebleven. Het pand heeft een hoge stedenbouwkundige waarde als overblijfsel van de agrarische geschiedenis van Renkum en is van belang in het straatbeeld, waar thans woonhuizen het straatbeeld domineren en waar deze boerderij een symbool is van de achtergrond van een dorp als Renkum".

Dan blijkt uit de geschiedenis van het geslacht Beekhuizen dat de Fluitersmaat ook
nog een boerderij "de Fluitersmaat" rijk was. Deze heeft gestaan op de plaats waar nu
de Reymerweg uitkomt op de van Ingenweg.

Dorpsstraat

"RENKUM - Het dorp Renkum brokkelt steeds verder af, vinden veel bewoners van deze gemeente. Oude gebouwen vallen ten prooi aan de slopershamer, historie wordt met de grond gelijk gemaakt. De afgelopen week werd deze slopershamer ingezet om aan de Dorpsstraat verschillende historische woningen te verwijderen voor de nieuwbouwplannen van Albert Heijn." Veluwepost, 25 augustus 2005. Krantenfoto.

Tegenwoordig staat hier het gebouw "de Twaalfharten" waar een kruidenier de begane grond gebruikt.
Voormalige boerderij Dorpsstraat 150 Renkum

Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1912

Renkum
  rechts kavel 1091 is de boerderij, in het midden een "kunstweg" voor de papierfabriek van Gelder.

Dorpsstraat
1091 is de boerderij. 1013 is het huis Dr Haverkorn van Rijswijk

Dorpsstraat in 1905
1905

boerderij
1910

boerderij
Zoveel is er niet veranderd, het achterhuis is verdwenen, de woning geheel links is nu een parkeerplaats. De toenmalige Ceaciliastraat, niet zichtbaar, heet nu Fabrieksstraat.

Het woonhuis van de boerderij werd een poos gebruikt door Drukkerij Wentz, tevens uitgever van de Renkumsche courant.

Dorpsstraat
na de oorlog, een ander dak.
De restanten van de boerderij zijn nu een onderdeel van een garage.
Voormalige Boerderij Dreijen, Graaf van Rechterenweg 12, Oosterbeek.

Zijn de de historische kelders van de middeleeuwse bouwhoeve, onder het nieuwe gebouw van het Gastenhuis Oosterbeek, nog aanwezig?

Op de kaart hiernaast uit 1818 zijn in het midden nog een boerderij met schuren zichtbaar. Links daarvan staat een schapenstal.

Op zoek naar oudere kaarten; HB.
Dreijen
Hoeve Doorwerth, Doorwerthse heide 10, Heelsum.

Rond 1933, 1935 bewoond door J.G. Jurrius, landbouwer. De familie zelf geeft aan dat de men er al sinds 1929 woont. De boerderij is afgebroken ten behoeve van de A50. De bungalow die er nu staat is gebouwd eind jaren 60.
Voor de Tweede Wereldoorlog stond er een grote veldschuur, afgebrand in september 1944. Wat er nu staat is een graanschuur uit 1947. Gebouwd met behulp van het Marshallplan. Dan is er een  grote ligboxenstal. Gebouwd in 1968 en was destijds één van de eerste moderne ligboxenstallen. link  Tijdens de wederopbouw na de oorlog konden mensen geld krijgen vanuit het Marshallplan. Dit was een omvangrijk materieel hulpplan uit de VS om Europa weer op de been te helpen. Met behulp van het Marshallplan is de grote rode schuur gebouwd. link

De hoeve is nog steeds actief: Hoeve Doorwerth
Het goed de Drieskamp te Heelsum, Utrechtseweg 30.

De Drieskamp ligt aan de Heelsumse beek die tot 1923 de grens tussen de gemeenten Doorwerth en Renkum markeerde. De oorspronkelijk zuidelijke molen van de Drieskamp lag officieel in de gemeente Doorwerth. Het waren gronden van de heerlijkheid Doorwerth die in erfpacht werden uitgegeven. Ooit waren er twee molens schuin tegenover elkaar aan de Papiermolenbeek, c.q. Heelsumsebeek. De Noordelijke en de zuidelijke molen op de Drieskamp zijn beide in 1728 gebouwd. De noordelijke molen is omstreeks 1820 afgebroken. De zuidelijke molen heeft dienst gedaan tot 1872 en omstreeks 1874 afgebroken, daarna werd hier een wasserij gebouwd ‘De Drieskamp’.

Lees hier meer over bij de pagina over molens. Het is nu een woonhuis.
Boerderij Drieskamp, bron Gelders Archief
Drieskamp Heelsum
Drieskamp opname rond 1900.
Boerderij De Eikelenkamp, Heelsum In het beekdal is de boerderij De Eikelenkamp te zien. Die dateert van voor 1878.
Voormalige boerderij van H.G Evers, Toulon van der Koogweg 52, Oosterbeek

(volgens adresboek 1957 en adresboek 1961 52a) , aan de oostzijde ten zuiden van de Ireneweg. Die boerderij van Evers was nog actief in de jaren ´60. Aan de wegkant van de boerderij lag er een mestvaal. Waarschijnlijk was dit de laatste boerderij, die nog in het centrum van Oosterbeek lag. In de WWII is de boerderij beschadigd en boer Evers heeft tijdens het herstel daarom een tijdlang in die noodwoning gewoond. Die noodwoning lag ten zuiden van de boerderij, zeg rond de voormalige openbare lagere Julianaschool en het stukje wei. 
De openbare lagere Julianaschool aan de Ireneweg 16 begint al in 1947, doch dat zal misschien de oprichtingsdatum zijn. De school zelf staat er volgens de BAG in 1955. De school is weer gesloten in 1988. Nadat Evers weer terug kon naar zijn boerderij is de noodwoning nog gebruikt door de familie Maatman. Bij de Stichting Heemkunde in de gemeente Renkum staat op deze pagina een foto van de boerderij.
Voormalige Schaapskooi De Groene Bedstee, Schaapskooi aan de Koninginnelaan, iets ten oosten van huisnummer 32; Heelsum.

Zou al bestaan sinds 1875
Groene Bedstee Heelsum
Groenendaal. Kortenburg 3, Wageningen.

Deze boerderij is op pré-kadastrale kaarten van voor 1812 terug te vinden. Was te vinden op het landgoed dat we nu kennen als ONO. De eerste bekende bewoner is A. Versteeg, de boschbaas. Gerrit van den Hul, en ook zijn vader Henrik van den Hul, zijn geboren op de boerderij Groenendaal. Want zijn grootvader was daar tuinknecht en hij moest ook nog die paar koeien melken voor ONO. Toen het later sanatorium was, hadden ze daar ook een paar koeien. Hendrik heeft in de oorlog de Engelsen door het bos geloodst tot aan de Rijn, zodat Jan Peelen ze kon helpen bij het laten overzetten. Hendrik had geen vergunning van de Duitsers en Jan Peelen wel. Die mocht ’s nachts buiten zijn. Onderduikers zaten onder de boerderij in een gewelfde kelder.

 Groenendaal Wageningen ONO

Aan de linkerkant van de Koningslaan, als je vanaf ONO naar Wageningen loopt is er een dennenbos te zien, vroeger was dat een voetbalveld. Onder de grond liggen de resten van een oude boerderij.
Hij was gekraakt en op een gegeven moment werden de krakers opgepakt voor een diefstal op De Zoom. Van der Klift liet de boerderij direct dichttimmeren. De volgende dag mochten ze hun spullen ophalen en onmiddellijk daarna ging alles tegen de vlakte. Alle puin verdween in een gat en ligt daar nog steeds”. Patrick Jansen, Van Heide tot Lusthof, p98; 2012. Zie ook p 39 over een andere boerderij op ONO.

Groenendaal ONO Wageningen
De Nederlandsche Heide Maatschappij.

In 1888 werd de Nederlandsche Heidemaatschappij opgericht ter bevordering van de ontginning en ontwikkeling van 'arme' heidegronden en moeraslanden. Ook in 1888 wordt in Arnhem een „afdeeling Arnhem der Heidemaatschappij", opgericht bestaand uit de gemeenten Arnhem, Rozendaal, Velp, Rheden, Dieren, Oosterbeek, Renkum, Ede en Elst.

Rond 1910 heeft de Heidemij stoomploegen: daarmee kunnen gemakkelijk te bereiken velden bewerkt worden. "Het Apparaat, bestaat uit twee grote locomobielen, die de benodigde kracht leveren en den zwaren ploeg, aan een kabel verbonden, tusschen zich heen en weer trekken. Wij bevelen ieder die belang stelt in dit werk aan eens te gaan zien op welke wijze deze eerste grondbewerking voor 't in cultuur brengen der heide wordt uitgevoerd. Den bezoekers wordt echter aangeraden niet vóór den ploeg te loopen". Uit de Apeldoornsche courant van 03-08-1910.
Heide mij
In augustus 1910 wordt besloten, met 96 tegen 10 stemmen, het bestuur te machtigen, over te gaan tot verkoop van de heide.

Ook in 2021 bestaat de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij (KNHM) nog.
Henriëttehoeve, Duitsekampweg 25, Wolfheze

Een kleine gevangenis die ten tijde van de Eerste Wereldoorlog behoorde tot een Duits legerkamp dat in bij de Henriëttehoeve gevestigd was. De buitenzijde van het gebouwtje bevindt zich nog grotendeels in oorspronkelijke staat; het platendak, de deuren en vensters zijn ooit een keer vernieuwd. Tussen 1915 en 1917 was er in verband met de Eerste Wereldoorlog een kamp voor Duitse geïnterneerden aan de huidige Duitsekampweg.

Volgens de BAG is de hoeve voor het eerst betrokken in 1983. link
Henriettehoeve Wolfheze
In 1860 bouwde Jan van Heukelom een boerderij met schaapskooi op de Mussenberg dicht op de Waterweg te Renkum. Langs de Waterweg werd een haag geplant als afscheiding en achter de haag was een schaapskooi en een moestuin. De boerderij werd begin jaren 1960 gesloopt en er werden portiekflats gebouwd.
Hoeve Doorwerth, Doorwerthse heide 10, Heelsum.

De oorspronkelijke boerderij van Jurrius van rond 1928 is afgebroken ten behoeve van de A50. De bungalow die er nu staat is gebouwd eind jaren 60. Voor de Tweede Wereldoorlog stond er een grote veldschuur, afgebrand in september 1944. Wat er nu staat is een graanschuur uit 1947. Gebouwd met behulp van het Marshallplan. Dan is er een  grote ligboxenstal. Gebouwd in 1968 en was destijds één van de eerste moderne ligboxenstallen. link
Tijdens de wederopbouw na de oorlog konden mensen geld krijgen vanuit het Marshallplan. Dit was een omvangrijk materieel hulpplan uit de VS om Europa weer op de been te helpen. Met behulp van het Marshallplan is de grote rode schuur gebouwd. link
Hofstede Hogenkamp, Grindweg, Renkum.

De Grindweg wordt later de xxx
Hogenkamp Renkum
Voormalige Hubertushoeve, Utrechtseweg Oosterbeek
Voormalige boerderij Huis ter Aa. Dunolaan Heveadorp.

Huis ter Aa

De naam Ter Aa, of Gat van ter Aa, komt al op oude kaarten voor oa die van Nicolaas Geelkerken rond 1650. De boerderij Ter Aa wordt in 1888-89 gehuurd door Steven Kleinpaste voor een bedrag van hfl 800,- per jaar. De huurprijs is inclusief het recht tot tolheffing op de Fonteinallee. Het huurcontract loopt volgens de veiling brochure minstens tot 1 februari 1891. Het latere tolhuis staat in 1888 nog niet op de kaart. Steven Kleinpaste is tevens opzichter op de Duno. In verkoop advertenties voor mijnhout, masthout, e.d. zie je de jaartallen 1894 en 1895, waarin Kleinpaste genoemd wordt.
Huis ter Aa, Heveadorp

Deze boerderij was de naamgever voor de volgende modelboerderij.

Iets verder op in deze brochure wordt de "métairie Ter Aa" beschreven, deze zou enige jaren voor 1888 gebouwd zijn, en bestaan uit woonhuis met erf, veestallen, bergschuur, hooiberg, tuin, boomgaard, weiland en losplaats en benevens de grintweg bekend als Fonteinallee of Weg Onderlangs. Een métairie is een in bedrijf zijnde boerderij. De boerderij Ter Aa, staat op de kaart aangegeven als zijnde Huis ter Aa, onderin het Seelbeekdal bij de Fonteinallee. Later bouwt Scheffer een "Huis ter Aa" genoemd naar deze boerderij.
De verdwenen modelboerderij Huis ter Aa, Dunolaan Heveadorp.

Huis ter Aa Heveadorp
Destijds van de heer Scheffer, die op de Duno woonde. Op de ansicht is niet goed te zien of de oude boerderij is vervangen door nieuwbouw. Wel is er aan de noordzijde een ketelhuis met schoorsteen verschenen.

Modelboerderij Huis ter Aa

Modelboerderij Huis ter Aa in gebruik tussen 1908 en 1915. De heer J.W.F. Scheffer krijgt Heveadorp en het aangrenzende gebied de Duno in bezit in 1888. De eerste bebouwing vindt plaats aan de Rijn, maar al vrij vlot wordt de stuwwal aan de bovenkant geëgaliseerd en komt daar de Modelboerderij te staan. En, vrij nieuw voor die tijd, het geheel was geëlektrificeerd. De boerderij bestond uit stallen, stoomzuivelfabriek, werkplaatsen, administratie (aan de Dunolaan). Er kwamen woningen in het Seelbeekdal. I Een waterfilterkelder hoorde bij de modelboerderij. De waterfilterkelder is te vinden aan de beek ter hoogte van de Beeklaan 17-19 in Heveadorp. Er kwam een winkel in Arnhem voor de verkoop van melk. Scheffer was gehuwd met één der dochters van de chocoladefabrikant Van Houten. Van Houten zelf was vennoot van de Modelboerderij. In 1915 wordt de modelboerderij Huis ter Aa verkocht aan Dirk Frans Wilhelmi en Co die er vanaf 15 oktober 1816 de rubberfabriek Hevea begint.
Huis te Aa, HeveadorpHuis ter AA
veiling advertentie uit 1909

Een restant van de modelboerderij van Scheffer is nog steeds aanwezig in de uiterwaarden onder de Duno. Vanaf de oostelijke dijk van het kasteel Doorwerth is het net niet te zien.
Waar: in de uiterwaarden, te bereiken vanaf de ingang naar de parkeerplaats naar de Stuw bij Driel, en loop daar naar het westen. Na zo’n 100 meter ben je bij meerdere oude ijzeren hekken waar de koeien aan gebonden werden. Wat: een wasplaats en melk locatie voor de koeien van de modelboerderij, voor zover ze in deze uiterwaarden liepen. De koeien werden verzameld, gewassen en daarna gemolken.
Voormalige boerderij Hulshuizen, Dorpsstraat 129, Renkum

De boerderij van Hulshuizen stond in de Dorpsstraat, op de hoek met de Leeuwenstraat. Afgebroken eind jaren 1950 en later kwam daar een Raiffeisenbank. Daarna Rabobank, een makelaar, tegenwoordig appartementen.

Cees Burgsteyn in “Bomen over Renkum”, deel 1, p 234: “Volgens van Roest was Hulshuizen boer, bakker en kruidenier".
Hulshuzien Renkum
Iscra, Telefoonweg 8 Renkum,

betrokken in 1918 volgens de BAG.

Landgoed Johannahoeve, Oosterbeek Lees meer: Waldfrieden, Johannahoeve, Vrijland
Landgoed Jonkershoeve, aan de Renkumseheide 6, 6871 NR te Renkum.

Reeds in de Bataafs-Franse tijd wordt veel van het Renkumse domeinbezit door de Rekenkamer verkocht. Een stuk grond van 83 hectare gaat dan over naar de Arnhemmer Alphert Alphers. Bij Demoed is het jaartal 1830 te lezen, misschien een foutje.
Het duurt echter nog jaren voordat het terrein ontgonnen wordt. Op de topografische kaart (Kraijenhoffkaart) uit 1850 is te zien dat er heide met struikgewas aanwezig is.

Het gehele gebied van de gemeente Doorwerth is vanaf 1837 eigendom van Jacob Adriaan Prosper, Baron van Brakell, de bewoner van kasteel Doorwerth. De baron komt te overlijden in 1853.
In 1861 wordt de Jonkershoeve gesticht voor jonker J.G.W. van Brakell. Jacob van Brakel moest in dat jaar de schapenteelt op de Renkumse Heide uitbreiden. HB: Het is me nog niet duidelijk of de jonker pachter werd, of eigenaar. Want vrijwel alle goederen van de baron van Brakel zijn na het overlijden van de weduwe, de douairière Jeanne Henriëtte Gabriëlle van Schuijlenburch in 1878, verdeeld. Door onenigheden duurt de erfenis verdeling tot 1880. De erfenis gaat naar 9 kinderen.
De oudste dochter was in 1880 al overleden, haar oudste zoon krijgt dan het kasteel. Het tweede kind was de Doorwerthse burgemeester Ph. A. Baron van Brakell en die hielp zijn jongste broer: jonker Jacob Gabriel Willem Baron van Brakell  (1842-1911) met de Jonkershoeve.

Bij Demoed, pagina 118 staat: "Burg. Ph. van Brakell had namelijk een stuk grond van ruim 80 ha aangekocht van de erven fam. Alphers te Arnhem. De bedoeling hiervan was, dat zijn zoon jonker Jacob G. W. van Brakell, aldaar een gemengd bedrijf zou beginnen, waarbij de schapen-teelt een belangrijk onderdeel was. Zo werd dan in 1861 de zgn. „Jonkershoeve" gebouwd".
Jammer, een foutje bij Demoed. De Doorwerthse burgemeester had zelf twee kinderen: Anthon Franc Willem van Brakell en Jeanne Henriëtte Gabriëlle van Brakell. (link) en geen Jacob G.W. van Brakell.

In een gebied bestaande uit ongeveer 100 hectare heide en wat bos. 80 hectare aangekocht van Alphers en in de destijds nog bestaande gemeente Doorwerth had van Brakell al rond de 27 hectare. In 1861 werd de jongste uit het gezin van Brakell aan werk geholpen. Jacob was destijds nog minderjarig, vandaar de actie van zijn oudste broer, tevens burgemeester van Doorwerth.

Jacob van Brakell moest de schapenteelt op de Renkumse Heide uitbreiden, maar slaagde daar om uiteenlopende redenen niet in, waardoor de hoeve in andere handen overging.

Jonkershoeve in 1898
Op deze kaart ter gelegenheid van de Kaart op voor de revue voor de koningin op 21 september 1898, (opstellingen langs de Telefoonweg) is de Jonkershoeve goed te zien. Later is de kavel nog groter, want ook de huidige golfbaan werd gepacht van Jonkershoeve.

In 1915 is Johanna Suzanne Goekoop - de Jongh (1877-1946), de weduwe van Adriaan Eliza Herman Goekoop (1859-1914), eigenaar van de Jonkershoeve. Zij woonde op Park Zorgvliet, en bezat tevens het Catshuis in Den Haag. Herman Goekoop heeft zich van het leven benomen nadat zijn Russische spoorwegaandelen, in 1917,  waardeloos waren geworden. Op 15-4-1922 staat in de Oosterbeekse Courant dat het Landgoed 'Jonkershoeve' is aangekocht door Ver. 'Vredeheim'.

In 1913 zou het landgoed Jonkersnoeve, eigendom zijn van de heer mr. A. D. H. Goedkoop te ’s-Gravenhage. Bron: Onze tuinen; jrg 8, 1913, no 7, 16-08-1913.

In 1928: gemeente Doorwerth, Sectie C No. 669

Razzia van Wolfheze: "In de nacht van 22 op 23 juli reed een langgerekte colonne bestaande uit dertien auto's en tweehonderd man Wolfheze binnen. In het gebouw van de Blindenstichting kwam een centrale commandopost. Alle toegangswegen in en in de wijde omgeving van Wolfheze werden afgezet. De grootste slag sloeg de bezetter bij de boerderij Jonkershoeve tussen Wolfheze en Renkum in. Root had daar bij familie-Bal de joodse kinderen Dina en Bernhard Pinto ondergebracht en dat verteld aan Velle. Hun ouders die elders zaten ondergedoken gaven zich direct na het horen van het nieuws aan bij de Sicherheitsdienst in Arnhem. Drie maanden later vonden alle gezinsleden de dood in de gaskamers van Auschwitz."

  Later werd de Jonkershoeve gekocht door de familie Tinzen. Deze familie exploiteert een akkerbouwbedrijf en een paardenpension. Daarnaast bestaat het bezit uit bossen, boomkwekerijen en enkele woningen.

gezin-Van-Uffelen-boswachter-voor-Goedkoop-bij-Jonkershoeve
de familie van Uffelen

De golfclub De Heelsumse is aangelegd op gronden die behoren bij de Jonkershoeve.
"Het zal zomer 1964 geweest zijn dat we in Renkum logeerden. Op een fietstocht kwamen we langs de resten van de Jonkershoeve, die in 1944 bij het landingsgebied van de Airbornes lag. Eén luik, dat scheef hing, heb ik meegenomen. De geluiden van die septemberdagen in 1944 moeten er nog in zitten. Het luik hangt tegen de schuur in onze tuin in Breda. Erachter heb ik een man geschilderd die uit het raam kijkt en achter die man een spiegel waarin je ziet wat hij ziet: parachutisten die neerdalen bij een bosrand (naar Pyke Koch, ‘Het Uur U’). ‘Hommage aan onze bevrijders’ heb ik aan de binnenkant van het luik in gouden letters geschilderd. Op zon- en feestdagen zet ik het luik open. Dat zal ik houden: dankbaarheid jegens onze bevrijders!" Citaat Drs. J. Cornelis.

luik van de Jonkershoeve

De boerderij de Jonkershoeve aan de Renkumseheide, "stond op de middag van zondag 17 september 1944 midden in de landings- en afspringterreinen van de zweefvliegtuigen en parachutisten. Hier was ongeveer de locatie waar John Frost met zijn manschappen landde. De 1e Parachutistenbrigade, onder leiding van brigade-generaal Lathbury, vestigde hier zijn eerste hoofdkwartier. Het stafkwartier van het 1e bataljon van het Border regiment bleef hier achter om de terreinen te beveiligen voor de tweede aanvoer van troepen op maandag 18 september. In de namiddag van dinsdag 19 september 1944 was de Jonkershoeve alweer in Duitse handen" (bron). Het pand raakte behoorlijk beschadigd. In 1964 werd nog een raamluik meegenomen. Na de oorlog werd de boerderij gepacht en opgeknapt door de Amsterdamse brandweer, het werd een vakantiehuis voor het personeel. In de voortuin kwam als herkenningsteken een brandmeldzuil te staan. De schuur naast de Jonkershoeve is een gemeentelijk monument.

D. Dorresteijn, was in 1943 een landbouwer op de Klein Amerikaweg 2 (Tegenwoordig nummer 30) te Renkum. De boerderij is herbouwd na oorlogsschade in 1949-50.

Jonkershoeve, Renkum Wolfheze
De voormalige boerderij Jonkershoeve is in 2015-16 afgebroken en door nieuw vervangen.

 
In 2015 ging de oude hoeve geheel ter vlakte en wat er sinds 2016 nieuw gebouwd is lijkt er nog een beetje op.

Met dank aan Arthur J. van Essen (1938, Rotterdam) en Tweevoeter.nl

Een Berend Ferwerda schilderij bij Museum Veluwezoom.
Boerderij en de voormalige molens op de Kabeljauw, Kabeljauw 6 te Heelsum.

Volgens de BAG is de huidige boerderij bewoont sinds 1926. In dat jaar is de boerderij de Kabeljauw ook verkocht (D.J. Holtslag) en bestond toen uit twee woningen, met schuren, weiland en erven. Bij de verkoop is er dus de huidige nieuwbouw gepleegd.
De Kabeljauw is het gebied tussen de Wolfhezerbeek en de Utrechtseweg, ten noorden van Doorwerth, tussen de Drieskamp en iets westelijker dan Kievitsdel. Later is daar de Kamp vanaf gegaan.
Door Piet Burgsteyn wordt de Kabeljauw al genoemd in 1625, als Tanneken van Kemel, de weduwe van Jan Kabbeljauw uit Dordrecht, verklaart verkocht te hebben aan Dirck Otten molenaar en papiermaker in Heelsum. Door het artikel van Burgsteyn begint de geschiedenis van de Kabeljauw ruim 100 jaar eerder dan bij anderen.
In de literatuur heeft men het steeds over twee molens op de Kabeljauw. Een molen ten noorden van de middelste beek, de Papiermolenbeek en een ten zuiden ervan.
Bij Nikkels is te lezen dat van Aldenburg in 1728 begint met de bouw van de twee papiermolens. Het gaat dan om Anton II Rijksgraaf von Aldenburg, de zoon van van Aldenburg. In 1801, verkoopt Graaf William Bentinck, heer van Doorwerth, aan de gebr. Pannekoek onderscheidene bezittingen, waaronder vrijwel de gehele Kabeljauw, vanaf de Driestkamp tot aan de molen „de Kabeljauw".

Lees meer over de Kabeljauw bij molens.
Kabeljauw 6, Heelsum

De Kievitshoeve, Rond  1930 is de Kievitshoeve een Pension en theeschenkerij aan Heelsumse beek (Kabeljauw 6).

Brood, Wed. H.K. - Kabeljauw 6, Heelsum. Beroep: zonder beroep. Vestigings datum: 2/8-6-1932

Ingekomen personen 1933: Te Heelsum: J. A. Vogel, pensionhouder, Kabeljauw 6, van Ede.
Renkum Bevolking. van 26 Juni t/m. 2 Juli J. A. de Bie, vertegenw., Kabeljauwallee 16, Heelsum, van Voorburg

Kievitshoeve
Kabeljauw
Boerderij De Kabeljauw, Kabeljauw 8, Heelsum.
Volgens de BAG bewoont sinds 1878.

Kabeljauw Heelsum
Kabeljauw

Kabeljauw
2012
Boerderij De Kabeljouw, Kabeljauw 9. Heelsum

Handelsregister: Opgeheven, niet meer actief P.R.J. Zijlstra, Heelsum, 1928
Faillisement Uitgesproken: J. Zijlstra, landbouwer, Heelsum, Boerderij „de Kabeljauw” No. 9. R.c. Mr. J. F. van Beeck Calkoen. Cur. Mr. J. W. Frowein, Arnhem. 1936

Ingekomen 1942:  A. J. C. v. Kleij-, d.b., van Valburg, Kabeljauw 9, Heelsum;
Boerderij Kinderkamp Kabeljauw. in de buurt van Kabeljauw 9, Heelsum

De ansicht is uitgegeven door boekhandel de Jong, Heelsum. In verschillende kranten werd geadverteerd: Kinderkamp op boerderij „De Kabeljauw". Uniek gel. bij bos, hei en zwembad, ƒ 6 p.k. . p.d. Pr. ref. Prosp. op aanvr. J. Gerritsen. Tel. 08373-5xx.

Advertenties verschenen tussen 1953 en 1964:

Kinderkamp. Boerderij „De Kabeljauw”, Heelsum. Gel. te midd. v. bos en hei. ƒ 5.50 p.k. p.d. Kleuterpension. Prosp. op aarrvr. Pr. ref. Tel. 08373

Kinderkamp op boerderij. Uniek gelegen bij bos, heide en zwembad. ƒ 6,— p.k.p.d. Pr. ref. Prosp. op aanvr. J. Gerritsen. Tel 08373
Kinderkamp Kabeljauw Heelsum
Landgoed de Kamp, aan De Kamp te Heelsum.

Veel van het landgoed is verdwenen bij de aanleg van de autoweg A50, die open ging in 1972. In 1928 begon Reneé van Vloten er een proefboerderij voor de varkensteelt. De boerderij aan de Kamp 1 - 3, gebouwd in 1928, die ervoor gebruikt is, is in 1950 verbouwd naar een rietgedekte   3-onder-1 kap woning op Landgoed De Kamp.

Lees meer over de Kamp op het gedeelte over landgoederen
Landgoed de Kamp, ansicht 1973
Klein Amerika, Klein Amerikaweg 30, Renkum

Afgebrand 's avonds 18 september 1944 en opnieuw gebouwd in 1949 volgens de BAG.

Veel boeren hadden voor 250 gulden een houten keet gekocht op Vliegveld Deelen, zodat ze wel op hun land konden wonen. Boer Dorrestein bouwde een eigen noodwoning van steen.

Het gebied tussen Quadenoord en de Jonkershoeve heet ook wel Klein Amerika, naar de uitgestrekte landbouwpercelen die er liggen. De Jonkershoeve zelf is een van de grotere boerderijen in dit gebied, zie bij Jonkershoeve.
Rond 1910 kwam boer Timmer vanuit Langerak naar deze boerderij op de voormalige reeds ontgonnen Renkumse heide.

Stadegaard Renkum

Uit de gemeenteraad van 11 september 1930: "Goedgekeurd. Voorstel tot overname van eenige wegen op „Klein Amerika" te Renkum van den heer L. J. van Nieuwenhuizen, die op zijn terreinen kleine landhuizen en betere arbeiderswoningen wil exploiteeren. Blijkens het rapport van den Gemeentearchitect voldoen bedoelde wegen aan de gestelde voorwaarden. Goedgekeurd".  Uit de Arnhemsche courant van 13-09-1930.

"In de vergadering van den Raad der gemeente Renkum op Donderdag 21 Februari 1935, des namiddags half drie ten Gemeentehuize te Oosterbeek, komt aan de orde: Aan den Plaggenweg te Renkum, nabij boerderij Klein Amerika, zullen een 6-tal dubbele woningen worden gebouwd." Uit de Arnhemsche courant van 15-02-1935.

"Verkoop boerderij 'Klein Amerika' Telefoonweg kad. Sectie C no. 1092, 1186, 1188, 1187, 1459, 1461, 1463, 1483, 1485, 1486, 1487, 1488, 1490 groot 51 ha 6 are 20 ca. Eigenaar L.J. van Nieuwenhuizen. OC 16-01-1932". bron St. Heemkunde Renkum

Na operatie Market Garden (september 1944) is de familie Dorrestein naar Ede (Ederveen) geëvacueerd. Begin december 1944 is er grootschalig gezamenlijk aardappels gerooid op de terreinen van Van Peelen, Tinssen, Dorrestein en Jo Jurrius.

Dorrestein Renkum
Klein Vosdal, Koninginnelaan  43, Heelsum

Volgens de BAG wordt er niet gewoond op dit adres

E. van Dijk, Klein Vosdal, Doorwerth, post Heelsum (1938)

C. Gerritsen

De boerderij van Janssen, Koninginnelaan 45, Heelsum.
Vosdal
Boerderij Klein Wolfheze

En tekening van George Pieter Westenberg uit de periode rond 1820 - 1873.

Het is volgens Wolfheze.nl  bijna zeker dat het hier om de boerderij met opstallen gaat die op de plek staat waar later de Boerderij Laag Wolfhezen/Het Kousenhuisje is gekomen.
Het gebouw in de achtergrond op de prent hiernaast, zou dan een schaapskooi geweest kunnen zijn.

Wolfheze
De situatie in HISGIS, in het rood de in 1832 bestaande gebouwen.
Wolfheze
Boerderij aan de Koninginnelaan 2a, 6866 NM Heelsum
Bouwjaar: omstreeks 1850

Boerderij aan de Koninginnelaan 16, Heelsum

Bouwjaar: omstreeks xxxx
Hallenhuisboerderij
Heelsum
Verdwenen Kousenhuisje, Oude Kloosterweg 1 te Wolfheze.

Zie ook hierboven: Boerderij Klein Wolfheze

Wolfheze Kousenhuisje

In 1989 is er op de plek van het Kousenhuisje een nieuwe woning gezet. De naam Kousenhuisje komt van de vele kousen die het Ziekenhuis Wolfheze zo tot 1970-75 door de boerin liet wassen.
naar een ingekleurde ansichtkaart

Meer info over het Kousenhuisje is hier te vinden. 
Boerderij Loopbergh, c.q. Loobergh, Loopbergenseweg 1 te Oosterbeek.

Het huidige pand is volgens de BAG uit 1872, doch Demoed heeft het in z'n boek Van een groen kleed .... al over een vermelding van de boerderij in 1666, vanwege het verpachten van het bouwland oostenlijk van de Mariëndaalse beek.

Oosterbeek
Er was ook een boerderij op de Loopbergenseweg 2. In deze boerderijtjes woonden oa. de families Hent Verholt, Hent Berendsen en zijn vrouw Kaatje, Jan Aalbers, Hendrik -van der Scheur, Beêrnd Wolven en Kemmes. De betreffende landbouwers bewerkten o.m. ook het bouwland langs de Graaf van Limburg Stirumweg, dat ze met 'Siberië' aanduidden.
In het boek: Monumenten in Nederland. Gelderland uit 2000 wordt als bouwjaar rond 1850 genoemd.
Voormalige boerderij de Maat, Utrechtseweg Renkum.

Boerderij de Maat – waar later het personeel van Petronella Ploem zou wonen – was één
van de aller-oudste hoeven in Renkum. De eerste vermelding dateert van 1357. Boerderij
de Maat betaalde toen o.a. tienden (kerkelijke belasting) aan verschillende kloosters,
destijds ook wel de ‘Maatsche Tiend’ genoemd.

De boerderij "de Maat", was gelegen op de hoek Utrechtseweg — Maatweg.

Veluwepost van 11 maart 1998 schrijft over deze boerderij: “In 1617 wordt de boerderij verpacht aan Lubbert Torck, drost van Wageningen. Volgens oude kaarten stond deze boerderij eerst in de uiterwaarden aan de zuidzijde van de weg, maar is waarschijnlijk omstreeks 1700 verplaatst naar de noordzijde van de Utrechtseweg, hoek Utrechtseweg/Maatweg. Reden voor deze verplaatsing zal de wateroverlast bij hoog water geweest zijn. Ook de uiterwaarden behoorden bij het gebied van de Fluitersmaat en zijn onder de naam “De Maat” op de kaart te vinden.”


Renkum de Maat

de Maat

De Maat
Boerderij de Maat, waar later het personeel van Petronella Ploem zou wonen, was één van de aller oudste hoeven in Renkum. De eerste vermelding dateert van 1357. Boerderij de Maat betaalde toen o.a. tienden (kerkelijke belasting) aan verschillende kloosters, destijds ook wel de ‘Maatsche Tiend’ genoemd. Boerderij de Maat heeft niet altijd deze naam gedragen, in de 16e eeuw heet ze nog ter Buiten of dar Buten.

de Maat
bron: het is soms moeilijk te zoeken bij het Gelders Archief: NL-AhGldA_1513_3476.jpg

 Jhr. C. Munter, de eigenaar van het landgoed de Keijenberg, koopt op 17 Mei 1802 van Baron van Goltstein voor 4910 gld. het erf de Maat, gelegen bij de huidige Maatweg aan de Utrechtseweg. Dit goed bestond uit een bouwmanshuis, schuur, berg, schaapskot en boomgaard, en was gelegen met 11/4 morgen ten zuiden van de Utrechtseweg en met 6 morgen bouwland ten noorden daarvan. Boerderij de Maat is gesloopt plm. 1910.
 

De boerderij de Maat strekte van Ploem's bosje tot de tuin van Overweide. Johannes (Hannes) van den Born was een van de laatste bewoners. Het bouwland van de Maat lag aan de huidige Utrechtseweg naar Heelsum. Zeg maar iets oostelijker dan het voormalige klooster.

de MAat

Lees meer over de Maat bij landgoederen en Fluitersmaat

Cees Burgsteyn; Bomen over Renkum",p.186, 
Demoed: Bomen over Renkum, 1953, pagina 12
De historie van onze Petronellaweg; Jeroen Loeff, oktober 2009 (uit: http://www.petronella-enzo.nl/historie.html)
Echo's van 6 dorpen: Genootschap Redichem 2013-2, Jaargang 17
Boerderij de Mariahoeve, Telefoonweg 16, Renkum

Ouder adres rond 1934: Telefoonweg 8-10.

Is een ontginningsboerderij uit circa 1880. Familie Staadegaard ging er in 1922 wonen, link. Tegenwoordig zie je de naam Mariahoeve voor een paarden pension en ook wordt wel de naam pensionstal Staadegaard gebruikt.

Kijk ook bij Klein Amerika.
veldschuur Mariahoeve Renkum
bron
Boerderij "De Meije", Pietersbergseweg 15, Oosterbeek.

Gebouwd in 1896 en staat op de Gemeentelijke monumentenlijst.

Aan de Pietersbergseweg 15 staat de boerderij ‘De Meije’, gebouwd in 1820 (volgens GLK). De Pietersberg was oorspronkelijk een onderdeel van lhet andgoed de Hemelse Berg, maar de gebieden zijn opgesplitst in 1836. In 1948 kocht de gemeente Renkum het gedeelte van de Pietersberg en sinds 2021 is het gebied eigendom van Geldersch Landschap & Kasteelen.
De Meije Oosterbeek door AJ van der Wal
De Nederhof, een Eltens goed te Renkum, rond 1300-1400 in erfpacht gegeven aan het O.L. Vrouwe klooster in Renkum Lees hier meer over het begin van Renkum
Nol in 't Bosch. Hartenseweg 60, Wageningen.

Sinds 1836 ligt idyllisch verscholen in een prachtig stuk natuur nabij Wageningen een huis, met erf, land en een laan met opgaande bomen. Alles in eigendom van Anthonie van Rijn, een Wageningse touwslager. Van Rijn verkoopt de boerderij in 1856 aan de boswachter Arnoldus (Nol) Gerritsen.
Nol gaat zelf aan de oostzijde van de Hartenseweg wonen. En begint met de bouw van een herberg die in de volksmond al snel “Nol in 't Bosch” genoemd werd. In 1877 verkoopt Arnoldus Gerritsen zijn goed Zandenberg (of Zandenburg) aan Adrianus Beyer. Later komt het goed in handen van eerst zijn weduwe en daarna zijn zoon, Arnold Beyer.

Lees meer bij hotels.
Nooit Gedacht, Bennekomseweg 164, Renkum
weg zonder naam: laantje van Veldman.
 het pad tussen de begraafplaats Harten en restaurant Campman en ga richting de Bennekomseweg.

Nooit Gedacht
Nooit Gedacht

Waarschijnlijk was Nooit Gedacht geen boerderij maar de naam van een boswachterswoning van de Keijenberg. In 1832 stond er een schapenstal naast.
Oude boerderij op de Noordberg bij Heelsum

Deze ansicht heeft gelopen in 1923. Zelf zie ik geen boerderij, maar een schuur. Waar op de Noordberg ??
Noordberg Heelsum Doorwerth
De voormalige boerderij Oosterbouwing aan de Fonteinallee Doorwerth Oosterbouwing Doorwerth
Wageningen Oranje Nassau Oord Oranje Nassau Oord
1892
Boerderij aan de Paasberg 17, Oosterbeek.

De boerderij is volgens een verkopende makelaar 1870 en de BAG geeft 1874 aan.

In de tuin staat een herdenkingsvaas. Deze vaas is aangeboden door de 21e Indepent Parachute Company, die dit deel van de  perimeter gedurende de laatste 4 dagen van de Slag om Arnhem verdedigden. Tijdens een bezoek aan Oosterbeek in juni 1987 hebben drie leden van de 21st Independent Parachute Company (Stan Brown, Alan Sharman en Don Day) in overleg met de heer H. Kardol (bewoner van Paasberg 17) besloten in de voortuin van dit pand een monument te plaatsen. Terwijl de drie pelotons van de '21ste' in 1944 het gebied tegen de oprukkende bezetter verdedigde, zat de familie Kardol met totaal dertien personen in de kelder van hun huis aan de Paasberg.
Boerderij Paasberg Oosterbeek
  boerderij ‘Het Pannehuus’ nabij de Van Borsselenweg, Oosterbeek.

Ook wel Pannehuis genoemd. De boerderij stond tot 1944 op de plek in de rode O op de plattegrond hiernaast. Bij de N is de Naald van de Hemelseberg (Gedenkzuil Kneppelhout-van Braam) te vinden.

Sinds een paar jaar gaat er een fietspad tussen de van Borsellenweg en de Hoofdlaan er onder (ten zuiden) langs.

Pannehuus
1903
Pannehuus Oosterbeek
De locatie is ter plekke nog te zien aan de restanten van de waterput.Pannehuis Oosterbeek
Voormalige manege The Paddock, Utrechtseweg 2, Doorwerth.

Latere naam per 1 januari 1959 Stal Doorwerth. Die naam komt dan voor de tweede keer in de gemeente Renkum voor. Dit was de eerste, en hiernaast, Fonteinallee 24, later 26 hanteert die naam nog steeds.
The Paddock begint op 27 februari 1958 (KvK). Ingeschreven door S. de Vries, gehuwd met A. Timmer uit Oosterbeek. In 1963 verhuist de eigenaar naar Heelsum. Op 23 maart 1964 wordt Stal Doorwerth uitgeschreven bij de KvK.
Boerderij van Peelen. Brinkweg 2a, tegenwoordig Europalaan 98 te Renkum.

Een grote markante boerderij, midden in het dorp, op de hoek met de Molenweg. Gebouwd in 1922. Jan Peelen, geboren in Renkum 19 augustus 1877, overleden op 2 februari 1963. Begraven op Onder de Bomen. Gehuwd met Grietje van den Brink (Renkum 29 juni 1876 - Renkum 25 juni 1958) uit Renkum. Samen kregen ze 8 kinderen: De oudste was Gerrit Jacob Peelen (woonde en werkte later in Den Haag en is de auteur van meerdere boeken, oa "Het begon onder melkenstijd" en "Renkumse vertellingen". Het  vijfde kind was Jan Peelen, de hoofdpersoon van "Het begon onder melkenstijd" en als burger, drager van de Militaire Willemsorde. Meer over Jan Peelen op dit gedeelte van m'n website.

Peelen Renkum

Vader Peelen begint als landbouwer, later komt er een oliehandel (en kunstmest) bij en nog later een transportbedrijf. Het transport begon met het papier van het om de hoek liggende Van Gelder papier. Een eerste grote uitbreiding is aan de overkant van de Brinkweg, het latere "gat van Peelen". Daarna stopt de boerderij.

Peelen Renkum

  Het transportbedrijf bestaat nog steeds in zit sinds december 1986 oa in Andelst.
Na de oorlog is er wat lichte schade (volgens de gemeentelijke schadekaart na de oorlog) aan het woonhuis op de Brinkweg. GROTE BRAND TE RENKUM De brandstoffen en kunstmesthandel der fa. J. Peelen en Zn. werd door een felle brand zwaar getroffen Door onbekende oorzaak brak in de garage der firma brand uit, die dermate toenam dat de Renkumse brandweer schijnbaar voor een hopeloze taak stond. Zij wist in vereniging met de brandweer van v. Gelder, de brandweren uit Oosterbeek, Ede en een ploeg uit Arnhem het vuur zodanig te beperken dat het woonhuis gespaard bleef. Grote hoeveelheden kunstmest, turf, hooi en stro, vier vrachtauto s en een groot aantal wagens, een viertal varkens gingen in deze brand, die in vijf loodsen woedde, verloren. De schade is nog niet te schatten, doch loopt in de tienduizenden. Uit de  Arnhemsche courant van 08-09-1947
De BAG geeft 1948 (klopt dus) aan voor het nieuwe woonhuis van de boerderij. Peelen Renkum
Er zijn nadien meerdere verbouwingen gedaan. De huidige Molenweg 24 is nu veel kleiner. Er kwam een kantoor tussen het woonhuis en de erachter gelegen schuren, loodsen. Volgens de BAG is een laatste verbouwing gedaan aan de schuren in 1996. Tot 2014 was de kavel  Europalaan 98, 98a, 98b, 98c en Molenweg 24 oa in gebruik als woonhuis, kantoor en opslagterrein van het aannemingsbedrijf W. ten Böhmer. Daarna heeft er een poosje een kringloopwinkel van Jan Splinter gezeten en de kinderopvang Peuterplein. In een van de loodsen is zelfs studentenhuisvesting geweest, terwijl het bestemmingsplan het over een bedrijven terrein heeft. Jan Splinter had daar met zijn winkel ook last van en is dus verhuisd naar een leegstaande winkel. Op de Molenweg 24 was tot 2019 een fysiotherapiepraktijk gevestigd. Er zijn vele bestemmingsplannen voor deze ruime kavel eo geweest. Zo ken ik de bestemmingsplannen uit 2013, 2015 en 2018.
Peelen Renkum
De voormalige schuur van Peelen.
Hoeve Pietersberg, Van Eeghenweg 14, Oosterbeek

De scheidslijn van Hoeve of Boerderij lijkt te zijn verdwenen. Hoeve klinkt agrarisch, doch deze woning lijkt wat anders.
Hoeve Pietersberg
Boerderij aan de Prins Berhardweg 1 in Oosterbeek

Een gemeentelijk monument
boerderij
Boerderij Reinders, Bellevue, Renkum. Reinders
Reijerscamp
Wolfheze

Reijerscamp
1850

Reijerscamp
1852

Reijerscamp
1852
Reijerscamp
Nu is de locatie duidelijk, geen Wolfheze, maar ten noorden en zuiden van de Amsterdamschen straat weg. Vermoedelijk Heijendal, later de Leeren Doedel.

Reijerscamp

n 1939 gepacht door C. Noordam. In de septemberdagen 1944 vonden hier een groot deel van de luchtlandingen plaats. Er zijn 161 gliders geland.

Wikipedia

Een boerderij van de Johannahoeve, lees daar meer
Voormalige boerderij Reijershoeve, Oosterbeek, bij de Hemelse Berg.

Volgens v. d. Aa (Aa, Abraham Jacob van der ; Aardrijkskundig woordenboek; 1851) waren er op het landgoed de Hemelse Berg in 1844 de villa's Lucienheuvel, Pietersberg en Hemeldal. Daarnaast was er ook een kleine boerderij, genaamd de Reyershoeve.
Demoed laat op pagina 284 weten dat: "De boerderij Reyershoeve is waarschijnlijk de thans nog aan de zuidzijde van de Benedendorpsweg (no. 180) bestaande boerderij, sinds enkele jaren de Witte Poort genaamd". (foto). Bij de BAG is als eerste jaar van bewoning 1870 te vinden. Elders citeert Demoed het boek van Van der Aa:
Reijershoeve
pagina 414 Robidé van der Aa; Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden.
Het Renkumse Veld

Zie de topografische kaart van 1904: Het Renkumse Veld is dan eigendom van de Buurt van Renkum (voor de Rekenkamer) en wordt verhuurd aan defensie als oefenterrein.

De Heide Maatschappij heeft grote heidestukken op het Renkumse en Doorwerthse veld ontgonnen. Enkele werkboerderijen zijn er nog steeds zoals de Maria Hoeve.

De verkavelingsstructuur van het Renkumse Veld is na zijn ontginning niet meer veranderd. Het gebruik van de grond is wel veranderd. Het gebied is lang als akkerland gebruikt, maar is nu grotendeels grasland. Ook is een aantal percelen getransformeerd tot golfterrein.

Renkumse Veld
Renkumse Veld
kaart uit 1898 ter gelegenheid van de leger-revue voor de Koningin
Voormalige boerderij Roelofsen, destijds Jhr. Ned. Van Rosenthalweg 60, Oosterbeek Na oorlogsschade verdwenen na 1944.

Roelofsen was in 1944 een contactadres van de L.O.  (Landelijke Hulp Organisatie voor Onderduikers) Roelofsen is later door de Duitse SD gearresteerd in wist aan een executie te ontkomen door uit te breken uit zijn cel.
Boerderij Rossenberg. vroeger Utrechtseweg, daarna Breedelaan, tegenwoordig Bredelaan 2.

Deze boerderij is volgens de BAG gebouwd in 1909 en was daarmee de eerste bewoning in het blokje huizen en villa's tussen de Utrechtseweg, Bredelaan, Wolfhezerweg en de Zonneheuvelweg te Oosterbeek.
Oosterbeek
Boerderij de Schaapskooi, Tegenwoordig Hazenakker 4, Oosterbeek in 1944 was dit de boerderij van Aalbers.
Sinderhoeve, Telefoonweg 77 Renkum.

link, de boerderij nr 79 link. In de WWII periode bewoond door boer Pennings.  
De Sinderhoeve, tegenwoordig een proefstation, is in eigendom van de Wageningen Universiteit.
Voormalig landgoed De Slenk, een oude naam voor wat we nu kennen als Sportcentrum Papendal in Arnhem.

In het gebied van De Slenk verscheen rond 1905 een gebouw met twee functies. Er werd water gewonnen voor het landgoed van de Johannahoeve, en er werd elektriciteit opgewekt om huizen en opstallen van licht te voorzien.
De gebouwen in de Slenk werden gebruikt voor landbouwdoeleinden en gedeeltelijk ingericht als woonhuis voor boer C. Aalbers. De stenen van de boerderij zijn ter plekke gebakken.

In 1966 is het landgoed in handen gekomen van de Nederlandse Sportfederatie.
De Sonnenberg, Oosterbeek. Sonnenberg was een oud leen (1428) van Doorwerth. 

Lees hier meer over de Sonnenberg.
"Een hegge hout in het kerspel Oosterbeek, genaamd Hillenbos, met toebehoren, (1576: op Sonnenberg en 3 malder rogge aldaar op Gijsbert van den Berge; 1630: zijnde erf en goed Sonnenberg; 1692: in Renkum").
Boerderij ‘de Vallei’ in het Heelsumse beekdal.
Veluwse hallenhuisboerderij Van Borsselenweg 32-34 Oosterbeek,

stamt uit 1840 en is in 1911 verbouwd.

Veld en Beek, Fonteinallee 33, Doorwerth.

Tot 2010 was er de oudere naam: boerderij de Noordberg. Baron Van Brakel liet in 1879 drie boerderijen bouwen. Behalve de Noordberg en de Boersberg in Doorwerth, ook de Zonnenberg in Heelsum.

Boerderij Heelsum Noordberg

Noordberg
een maquette van de oude boerderij zoals die op Veld en Beek te zien is
Cees Gerritsen schrijft in zijn boek: Fonteinallee herleeft, dat de Noordberg eerst in 1888 op een kadasterkaart  voor komt. Prijkt op de monumentale gevel van de Boersberg nog het negentiende eeuwse jaartal, de gevel van de Noordberg laat zien: 'Eerste steen gelegd december 1948'. Van de oorspronkelijke boerderij is niets meer over, verwoest in de Tweede Wereldoorlog. De ingenieur (A.M.R. Stalfoort - Van Heugten) die in 1948 de eerste steen legde voor de 'tweede versie' van de Boersberg was de rentmeester van het premiefonds van Nederlandse mijnwerkers. Algemeen Mijnwerkersfonds te Heerlen. Dat kocht de boerderij in 1921 van baron Van Brakel, die grond en opstallen vanwege geldgebrek van de hand moest doen.

Rond 1907 en later woont er de familie Jacob van Maanen.
van Maanen Doorwerth

Jacob komt te overlijden rond 1915 en diens zoon H.J. van Maanen is dan de opvolger. Hij is dan ook raadslid van de gemeente Doorwerth. In 1910 wordt zoon S.H. van Maanen geboren. Zoon  In augustus 1942 sloeg op de boerderij van G. Timmer op de Noordberg bij Doorwerth de bliksem in een korenberg, die geheel gevuld was met pas geoogste rogge en haver. Alles werd een prooi der vlammen. (uit het Leeuwarder nieuwsblad).

In 1939 is het Mijnwerkersfonds eigenaar en het Mijnwerkersfonds geeft de Heidemij de opdracht om 6 hectare op de Noordberg te ontginnen. In de winter van 1944 - 1945 is de boerderij geheel verwoest. In de BAG, is na het herstel van oorlogsschade, de hersteldatum als zijnde voor de eerste bewoning aangehouden, of te wel 1951.

Na de oorlog werd er met geld van het Marshallplan een nieuwe boerderij gebouwd. Dat is nu nog te zien aan de gevelsteen met de leeuw.
Doorwerth Veld en Beek Noordberg
In 1981 werd een moderne veestal bij het complex gebouwd.

Veld en Beek Doorwerth
De nieuwbouw op de voorgrond is uit 2012.

Noordberg Doorwerth

Het er naast gelegen huis 'De Noordberg", op nummer 31, volgens de BAG voor het eerst betrokken in 1906. Ben Speijdel noemt Noordberg huize Rustheuvel in zijn publicatie in de Hoog en Laag van 12-2-1994. Hij beschrijft ook dat het huis 'Rustheuvel' op negentiende eeuwse fundamenten staat. Cees Gerritsen schrijft in zijn boek Fonteinallee .... dat Rustheuvel in 1928 gebouwd is.

Doorwerth Fonteinallee Noordberg

Huis De Noordberg is lange tijd bestemd geweest voor de ouders, c.q. vader van de boer. Bij een overdracht van de boerderij aan een zoon, gingen de ouders hier wonen.

Veld en Beek
Boerderij De Veldkamp, Doorwerthsestraat 13, Heelsum.

Op de gevel is te lezen dat de boerderij in 1886 is gebouwd. In de BAG echter is te vinden dat deze boerderij in 1874 is gebouwd. De boerderij zal rond 1886 zijn, omdat alle woningen, boerderijen in de directe omgeving (Doorwerthsestraat en Annaweg) gebouwd zijn voor Philippe Frédéric Antoine Jacques baron van Brakell (1830-1918), de toenmalige burgemeester van de gemeente Doorwerth. Zijn eigen huis, een 200 meter verderop, is gebouwd rond 1880. Lees hierover meer in het artikel over Huize Doorwerth.

Volgens de familie Van der Weijden is de boerderij gebouwd door de baron voor Hendrik van der Weijden en Janna van den Brink. Zij zijn op 22 april 1886 getrouwd. Daarmee wordt de datum op de gevel bevestigd.
Veldkamp Heelsum
Voormalige boerderij De Vierslag, Utrechtseweg, ingang tussen nrs 36-46, Heelsum
op het moestuincomplex ‘de Vierslag’ in Heelsum.

De foto is uit 1975 van De Jong, boekhandel, Heelsum.
Vierslag
Huisje van de Vilder, Klingelbeekseweg, Oosterbeek Vildershoeve Oosterbeek
een schilderij van Alexander Verheull uit 1857.
Boerderij Vosdal, Koninginnelaan 22, later 55, Heelsum
In 1942 is er een ander adres: Koninginnelaan 52

Afgebroken met de aanleg van de N225 - A50.

Het tegenwoordige Klein Vosdal Koninginnelaan 43, 6866 NL Heelsum ligt veel westelijker en ten noorden van de N225

In 1878 wordt er al gesproken van de "bouwing Vosdal" te Doorwerth. De boerderij Vosdal, is afgebrand 1882. Werd weer herbouwd als een zetboerderij. De laatste zetboer was Geurt v. d. Hul. Na de boedelscheiding van de weduwe van Brakell in 1880 werd de boerderij steeds verpacht.

Vosdal

Vosdal
1918

Vosdal
rond 1925
Vosdal
1954

Vosdal Heelsum HGR
opname 1965

De boerderij  is afgebroken in 1971 als voorbereiding op de aanleg van de A50. De bewoner rond 1970 was de familie Hendrik Jan van Maanen.
Voormalige boerderij de Westerbouwing, Oosterbeek. Oud adres Veerweg 1

In 1760 was er al een “huis, schuur, berg en verder getimmerte, met den boomgaard en annex weylandt ….” Eigenaar rond 1873 was Evert Jan Thomassen en het adresboek vermeldt dat hij naast landbouwer ook kastelijn was. Hij verstrekte een drankje aan wandelaars. Er is een prent van Leonardus Tollenaar, met deze kleine boerderij.

De boerderij, die in de buitenbocht van de Veerweg - ten zuiden van het Kerkpad — stond, is omstreeks 1870 gesloopt. In de nieuwbouw woonde vanaf 1870 de familie Thomassen.
In 1905 zien we er de heer J. Thomassen.

Thomassen Oosterbeek

Rond 1926 werd deze boerderij bewoond door G.M. Frederiks.

Westerbouwing

In 1944 lag de boerderij in de frontlinie en hield op te bestaan.

boerderij Westerbouwing Oosterbeek
Een schermprint van een kadasterkaart uit 1832 gecombineerd met de situatie in 2018. De boerderij Westerbouwing staat net ten noorden van de actuele woning aan de Veerweg nr 5. Op de huidige Westerbouwing is dan in 1832 al een uitzichtpunt te zien.
Boerderij Witte Poort, Benedendorpsweg Oosterbeek Lees meer bij huizen en villa's.
Boerderij Uitspanning Hotel Wolfheze, Wolfhezerweg 17, Wolfheze.

Zie ook Wildforsterhuis, hierboven.

Het huidige hotel Wolfheze ligt aan een kruising van oude Heerwegen en later Hessenwegen. De kruising werd bewaakt door het Hof Wolfheze, c.q het Stratius rondeel. Voor de noord-zuid route stond er bij de doorwaadbare plaats door de Rijn bij Heveadorp ook een wachtpost, de Hunneschans op de Duno. De oost-west route is een voortzetting van de Schelmseweg vanaf Arnhem. Bij deze kruising lag ook het Wildforstergoed, een kerk (vanaf het jaar 1000) en een nederzetting. Het forsterhuis wordt al beschreven als het geslacht Van Lawijck er woont. In 1371 was waarschijnlijk Arndt van Lawijck hier reeds aan het ontginnen. Spaanse troepen verwoesten het wildforstergoed in 1505, doch het wordt weer opgebouwd. Misschien niet meer dan een boerderij met jachtkamer. In 1540 komt het goed in handen van Droechscherer, wiens vrouw, hij overleed reeds 1547, veel heeft gedaan om het terrein weer in goeden staat te brengen. Maar ook hier richtten de Spaansche troepen in 1584 - 1585 weer grote schade aan. Ook toen niet definitief. Wolfheze verdwijnt wel van de kaart, maar op een kaart van 1616 komt het wildforsterhuis weer voor, omgeven door een hekwerk; twee huizen en een „hofstede" schijnen er toen te hebben gestaan. Bij de boer kon een reiziger water drinken, een paard laten rusten, overnachten.

De boerderij werd een uitspanning. Met de komst van de treinhalte Station Wolfheze, met dank aan de baron van Brakell, ontdekt het publiek de schoonheid van het landschap.
De Uitspanning te Wolfheze
In 1910 wordt de uitspanning-boerderij van mw. J. H. G. van Heutsz-Baronesse van Brakell aan de N.V. Ter Spijt verkocht. Zij laten de boerderij slopen en er komt een hotel waarvan de exploitatie wordt gedaan door de Mij. de Tafelberg, die ook het gelijknamige Hotel in Oosterbeek beheert. Zie meer bij hotels e.d.
Boerderij De Zonnenberg, Koninginnelaan 2/2a, Heelsum.

Als in 1731 een huisje gebouwd wordt voor de kleermaker Hendrik Ormel, dan wordt dit gebouwd aan de „nieuwe weg" de Utrechtseweg. De woning van Ormel stond waar later de boerderij Zonnenberg kwam.

Zonnenberg Heelsum
In 1881 wordt er een hooischuur ten zuiden van de Zonnenberg gebouwd.

Zonnenberg Heelsum
Bron: HGR: Boerderij de Zonnenberg gebouwd 1894, tekening Ben Speijdel, 1983. Collectie Fien Bos

Baron Van Brakel liet in 1879 drie boerderijen bouwen. Behalve de Noordberg en de Boersberg in Doorwerth, ook de Zonnenberg in Heelsum. Uit het bezit van de fam. van Brakell koopt in 1927 de Baarnse zakenman Joh. Wilbrink de gehele omgeving van Heelsum, groot 225 ha. Reeds in het jaar daarop verkoopt hij echter zijn bezit weer aan verschillende eigenaren. Als gevolg hiervan komt het bouwland, c.a. tussen de Koninginnelaan en de Doorwerthse straat, zijnde groot plm. 16 ha, aan J. Swart te Rotterdam, welke voor zich later de villa „Roggetamp" liet bouwen (Doorwerthse Straat 1).
J. Swart werd daardoor tevens eigenaar van de boerderij de Zonnenberg (gebouwd plm. 1875) en een tweetal schaapskooien, één nabij de boerderij en de ander langs de Koninginnelaan.

Heelsum
1901
Zonnenberg Heelsum

Boerderij "De Zonnenberg" werd tot oktober 1937 bewoond door de fam. van Maanen, die er een veehouderij hadden. Zij verhuisden naar villa "Churchhill" achter het Kerkje op de heuvel. Vanaf oktober 1937 t/m april 1971 heeft de fam. Jac. Gerritsen er gewoond en geboerd.

Er is al een oudere relatie tussen de Zonnenberg en Churchill:
Zonnenberg Churchill Heelsum

Door de aanleg van de snelweg A50 in de 70tiger jaren werden de bijbehorende gronden dermate versnipperd, zodat het niet meer rendabel was om er een veehouderij op uit te oefenen. De boerderij is toen verkocht aan een famile die er paarden ging houden.

Zonnenberg Heelsum
Diversen
Landschap bij Heelsum
bewerkt: Simon de Vlieger (ca. 1601-1653). Landschap bij Heelsum
Henri van Lerven Heelsum
Henri van Lerven (1875-1954) Boerderij bij Heelsum
Eene vallei bij Oosterbeek
Couwenberg, Abraham Johannes
Gezicht op een landweg naar het dorp Oosterbeek; Eene vallei bij Oosterbeek; Tafereelen uit de omstreken der stad Arnhem. Staalgravure van Couwenberg, Abraham Johannes, rond 1838.
Huisje op de Noorberg. Een schilderij van Charles Dankmeijer. collectie Museum Veluwezoom Kasteel Doorwerth.

Charles Dankmeijer Doorwerth
Geldersch Landschap ansicht Geldersch Landschap ansicht
Heelsumse Enk, Noordberg, Heelsum
Een RAF opname, gemaakt in de week voor 17 september 1944. In het midden de Heelsumse Enk. De teksten zijn later toegevoegd door het Historisch Genootschap Redichem, en toen zijn de op dat moment actuele namen gebruikt. Stal Doorwerth begint eerst in 1973. Tegenwoordig gaat de autoweg A12 tussen Stal Doorwerth en Noordberg door.
Wederopbouw boerderijen.

Na de WWI zijn in de gemeente Renkum meerdere zogenaamde "wederopbouw" boerderijen gebouwd. Veelal op de locatie van de verwoestte boerderij. Soms ook (zoals de boerderij van de familie D. van den Born.op de Fonteinallee 7 te Doorwerth) op een andere locatie.
Benedendorpseweg 44, Oosterbeek
Benedendorpseweg 45, Oosterbeek
Benedendorpseweg 49, Oosterbeek
Benedendorpseweg 164, Oosterbeek
Bokkendijk 10, Renkum
Borgerhoeve 3, Oosterbeek
Boshoeve 1 - 2, Doorwerth (waarschijnlijk Boshoeve 3 Wolfheze)
Doorwertstraat 25, Doorwerth (waarschijnlijk Boersberg 1 te Doorwerth)
Dorpsstraat 205, Renkum
Fonteinallee 33, Doorwerth
Fonteinallee 24, Doorwerth
Hogeweg 34, Oosterbeek
Jacobastraat 10, Oosterbeek
Kabeljauw 10a, Renkum
Kerkpad 1, Oosterbeek
Kerkstraat 30, Renkum
Koninginnenlaan 85, Heelsum
Koninginnenweg 87, Heelsum
Renkumschheide G 8, Renkum (waarschijnlijk Doorwerthse Heide 10, in Heelsum)
Spaarweg 24, Oosterbeek
Stenekruis 48, Oosterbeek
Telefoonweg 16, Renkum
Van Dedemsweg 5, Oosterbeek

bron het Meertens Instituut van de KNAW. De adressen in deze databank zijn uit de wederopbouwperiode. De historische adressen zijn (nog) niet gekoppeld aan de huidige adressen.
Een modelboerderij was een boerderij die in Nederland een voorbeeldfunctie van een veehouderijbedrijf vervulde. Dit soort boerderijen stammen uit de periode 1880-1920.

Enkele modelboerderijen zijn:
Proefboerderij Buunderkamp Wolfheze (1884)
Boerderij  Biesheuvel en Hygiënische Melkerij Oosterbeek (1903), later van Laer en de
Oosterbeeksche Sanitatsmilch-Stal, (ingang Villa „Elfriede") (1906 tot 1907)
Huis ter Aa in Doorwerth (1908 tot 1915)
Modelboerderij Johanna-Hoeve Oosterbeek. (1909)
De Kamp Heelsum (1928)
Een ruime eeuw geleden was het treurig gesteld met de hygiëne rond de winning en de distributie van melk. In de melk zaten mestdeeltjes en men stond toe dat de melk met
water werd verdund wanneer men de prijs niet kon betalen. Voor dat verdunnen werd soms slootwater gebruikt. De melkvaten werden in de sloten schoongespoeld en die sloten werden ook gebruikt voor de afvoer van “privaten”. Geen wonder dat ernstige ziekten als tyfus, cholera en tuberculose door melk werden overgebracht.
Bronnen:

BAG: https://bagviewer.kadaster.nl.

Cees Gerritsen: De Fonteinallee herleeft, 2007, Kontrast Oosterbeek.
Jan Neefjes: Harten: een ‘verdwenen’ buurschap op de Veluwe bij Renkum; 1992

http://nl.wikipedia.org/wiki/De_Harten

www.HisGis
Erkens, H.C.J., Uit de Oude Doos. Verhalen over de vijf dorpen in het groen: Doorwerth, Heelsum, Oosterbeek, Renkum, Wolfheze. Oosterbeek (Kontrast), 1997.
"Harten": blz. 163-167. (Buurtschap Harten, ook wel “Hijrten”, “Hirten”, “Herten” of “Harte”. Vermoedelijk prehistorische heuvel. In Merovingische en Karolingische tijd bewoond. Vermelding 838: graaf Rodger schonk goederen aan Maartenskerk te Utrecht. Vóór de 15e eeuw een hof met een kleine burcht (hypothese). Bestond in de 15e eeuw uit 9 tot 11 boerderijen, in 16e en 17e eeuw uit een vijftal boerderijen; vóór 20e eeuw “verdwenen” doordat de bebouwing steeds minder als zelfstandige gemeenschap fungeerde. Kaarten uit 19e en 20e eeuw “geven de naam Harten bijvoorbeeld aan de bouwlanden westelijk van het beekdal, of aan de plaats van de vroegere papiermolen, boven de zogeheten nieuwmolen achter de kerk. Wie vandaag de Bennekomseweg vanuit de bossen met weilanden inrijdt, ziet alleen nog de oude boerderij Everwijnsgoed liggen”. Nu weer in gebruik op topografische kaart, voor kleine groep huizen ten noorden van het bedrijventerrein aan de Oliemolenweg. In 15e eeuw kwam Harten voor bijna twee eeuwen lang aan het Mariaklooster in Renkum. In Harten lag een kapel op of bij het erf Het Langen Broek (waar nu het conferentieoord De Kijenberg ligt; dat laatste ligt dus niet op het nabije erf De Kijen Bergh".

-Demoed, E.J., Van een groene zoom aan een vaal kleed. Zijnde de geschiedenis van de westelijke Veluwezoom (gemeente Renkum). Oosterbeek (Adremo), 1953.
"“De Buurschap Harten”": blz. 190-203 (Ook: ‘Hartten” of “Hatten”. Op blz. 194 situatietekening ca 1580 en ca 1650)

Jansen, Patrick; Van Heide tot Lusthof 2012.
Nog uitzoeken:
Doorwerthstraat 25     Doorwerth
Koninginnenlaan 85     Heelsum
Koninginnenweg 87     Heelsum
Benedendorpseweg 164     Oosterbeek
Benedendorpseweg 44     Oosterbeek
Benedendorpseweg 45     Oosterbeek
Benedendorpseweg 49     Oosterbeek
Borgerhoeve 3     Oosterbeek
Hogeweg 34     Oosterbeek
Jacobastraat 10     Oosterbeek
Kerkpad 1     Oosterbeek
Spaarweg 24     Oosterbeek
Stenekruis 48     Oosterbeek
Van Dedemsweg 5     Oosterbeek
Bokkendijk 10     Renkum
Dorpsstraat 205     Renkum
Kabeljauw 10a     Renkum
Renkumschheide G 8     Renkum
Telefoonweg 16     Renkum
slechts een poging, verbeteringen en aanvullingen, graag naar m'n mailadres:

mailadres2