Landgoed en huis Heidestein

home
Hans Braakhuis

  juli 2024
Het oude Heelsum bestond in 1800 uit twee gedeelten. Het noord-westelijke gedeelte dat bij de gemeente Renkum hoorde en het zuid-oostelijke gedeeltedat tot 1923 bij de gemeente Doorwerth hoorde. De kaart hiernaast is uit 1870.

Heelsum groeit vanwege de wind en watermolens. De eerste molen is er al rond 1590. In 1710 waren er in Heelsum al vijf molens, waaronder één wind. In 1736 waren er al acht molens.

P.F. Scheidius, de rentmeester van de graaf Willem Bentinck, heer van de Doorwerth, verkocht in 1801 verschillende bezittingen aan de gebroeders Pannekoek voor een totaalbedrag van
€ 5.032,72. Uit: Demoed, Van een Groene Zoom, p. 97

Toen Nicolaas in 1829 stierf liet hij zijn kinderen behalve een groot kapitaal ook nog 29 hectare grond na waarop vier papiermolens stonden
Heidestein
uitsnede van een kaart uit 1871: Situatiekaart van de Nederrijn tussen Doorwerth, Driel en Heteren
De familie Pannekoek

In 1709-1711 werd bij de Heelsumse water-papiermolen op Wamels Enk een wind-papiermolen voor wit papier gebouwd door Claas Jansen Pannekoek.

Claes (Jansen) Pannekoek 1665-1728 gehuwd met Maria Noijen 1665-1748. Er waren 12 kinderen waaronder Neuij Pannekoek.

Neuij Pannekoek (1702-1770) en Anna Sophia Worms (1722-1800). Er waren 5 kinderen, waaronder:

Nicolaas Pannekoek (1757-1829) en Johanna Prins (1774-1853).
Er waren 9 kinderen:
    Anna Sophia Pannekoek  1799-1845
    Theodorus Pannekoek  1800-1820
    Pannekoek  1801
Neuij Pannekoek  1803-1877
    Pannekoek  1807-1810
    Stephanus Johannes Pannekoek  1809-1879
    Hendrikus Johannes Pannekoek  1809-1888
    Nicolaas Pannekoek  1813-1875
    Anna Johanna (Maria) Pannekoek  1819-1874
Toen Nicolaas Pannekoek in 1829 stierf liet hij zijn kinderen behalve een groot kapitaal ook nog 29 hectare grond na waarop vier papiermolens stonden.

Tot 1855 zetten de zoons Nicolaas en Stephanus Johannes het bedrijf onverdeeld voort ten behoeve van de weduwe Johanna Prins.
Het zijn deze broers, die tenslotte de aftakeling van bedrijf en bezit medemaken. Bij hun dood is er van de oude glorie der Pannekoeken vrijwel niets meer over dan een paar oude, aftandse molens.

Op 11 oktober 1858 kocht zoon Neuy Pannekoek de windmolen voor ƒ16.500 uit de boedel van zijn ouders.

Neuij Pannekoek  1803-1877 gehuwd met Anna Sophia van Graauwenhaan 1808-1877
Er waren 2 kinderen: Pannekoek 1848 en Nicolaas Pannekoek 1849-1884

Rond 1865 kwam de molen buiten bedrijf omdat hij niet meer rendabel was. In 1868 verkocht Pannekoek hem aan Simon Maas te Schiedam, die hem tot 1872 onder de naam N. Pannekoek en Maas exploiteerde. Elders: De firma Pannekoek / Maas wordt gesloten in 1880.

bronnen: geslacht Pannekoek
molen database
geslacht Pannekoek
René van Mierlo, 2004; Utrecht, Hecht en wel betimmerd.
Catharina (Caatje) Prins, huwt met Pannekoek, huwt met van Kesteren

Catahrina (Caatje) Prins (1777-1834) trouwde op 23 maart 1801 met Stephanus Johannes Pannekoek (1754-1806) Ook een kind van Neuij Pannekoek en Anna Sophia Worms. Caatje Prins was de dochter van de burgemeester van Bennekom. Johanna Prins was zus van Caatje Prins en 2 zussen Prins zijn dus met 2 broers Pannekoek gehuwd.

Caatje Pannekoek

Na de bruiloft vestigde het paar zich in Heelsum. Er kwamen drie kinderen. In 1806 stierf Stephanus Johannes Pannekoek. Zo werd Caatje Prins al op 28-jarige leeftijd weduwe en had zij de zorg over twee kleine kinderen. Gedurende acht jaar bleef Caatje weduwe.
Caatje van Kesteren

In 1814 traden Caatje Prins en Pieter van Kesteren in het huwelijk. Pieter van Kesteren (1771-1834) was destijds de rentmeester van de Doorwerth. Vanwegeze deze functie waren er meerdere contacten met de Pannekoeken die land pachtten van de Doorwerth.
Kinderen: Adriaan Marinus van Kesteren (1814-1834) en Wilhelmina van Kesteren (1816-1841)

Voor het huwelijk met Catharina Prins woonde Pieter van Kesteren op de Doorwerth. Hij had er een kamer boven de poort. Na de bruiloft trok Pieter in bij zijn vrouw. Het huis in Heelsum was echter nog niet het huis Heidestein zoals Demoed in zijn boek 'Van een Groene Zoom aan een Vaal Kleed' op pagina 248 veronderstelt. Heidestein moest in 1814 nog gebouwd worden.

bron: René van Mierlo, 2004; Utrecht, Hecht en wel betimmerd.
geslacht Pannekoek
geslacht Pannekoek
Heelsum
De info uit HisGis met de aanwezige bebouwing in 1832 (rood) en de BRT achtergrond in licht groen uit 2022, zodat u ziet waar u naar kijkt.
Een veiling in 1816

Op 2 oktober 1816, 's middags om vijf uur vond in herberg De Roode Leeuw te Renkum nabij Heelsum een veiling plaats. De boedel van de eerder dat jaar overleden Peter Degens werd geveild teneinde tot een voor iedereen bevredigende boedelscheiding te komen. De veiling stond onder toezicht van de Wageningse notaris Dirk Beek.
Nadat op 18 september al een procesverbaal van 'Provisioneele Toewijzing' was gemaakt volgde nu de 'Finale Toewijzing'[8]. Het betrof:
a. Een 'Huis met schuur Bakoven en waterput de Hutten genaamd',
b. 'Zes schepels Bouwland' en
c. 'Drie morgen Heygrond zijnde gedeeltelijk met Dennebomen beplant', 'gelegen onder het dorp Renkum nabij Heelsum\9]. Voor het bedrag van € 755,00 verwierf Pieter van Kesteren dit bezit.
De bouw van Heidestein

Met de aankoop van huis en grond van de familie Degens is het begin van Heidestein te dateren. Exacte gegevens over de bouw ontbreken echter. In ieder geval zal dat na 1816 zijn geweest. In oktober 1816 werden huis en grond gekocht. Vervolgens moest de bestaande woning worden afgebroken en een nieuwe worden gebouwd. Mogelijk zijn delen van het oude huis hergebruikt voor
de bouw van Heidestein. Het eigenlijke buiten is echter gebouwd in 1817 en/of 1818. Op een pré
kadastrale kaart uit 1818 is Heidestein wel zichtbaar Zie hieronder.

bron: René van Mierlo, 2004; Utrecht, Hecht en wel betimmerd.
Heidestein
Een pré kadastrale kaart uit 1818. Heidestein zal dan net nieuw zijn. Als het Kadaster destijds 1818 als Dienstjaar gebruikt, dan is het nieuwe Heidestein gereed gekomen en bewoond in 1817.
Huize Heidestein, Utrechtseweg 67 Heelsum. Oud adres: Utrechtseweg 35

In de BAG zie je 1818 als zijnde het eerste belastingjaar voor huize Heidestein. Dat klopt dus met het hierboven vermelde.

Bij de beschrijving van het Rijksmonument zie je 1815 als bouwjaar.

Huis Heidestein werd in 1817 gebouwd in opdracht van Pieter van Kesteren.

Van Mierlo: Heidestein werd in 1817/1818 gebouwd als landhuis en diende tevens als boerderij.

Frans Koolen; in de Gelderlander: Het rijksmonument is rond 1813 door de rentmeester van de Graaf Van Bentinck gebouwd. ...  De schouw was door de oorlog beschadigd. Toen we het gingen herstellen, vonden we onder het gips een krant uit 1813. Vandaar dat ik denk dat het pand ongeveer in die tijd gebouwd moet zijn.
Cees Burgsteyn en de BBV Heideplan: Dit landgoed is in 1810 ontstaan uit voormalig domeinbezit toen de dhr. P. van Kesteren ruim 15 ha. in zijn bezit kreeg. ???

Park Heidestein en Huis Heidestein vormen samen met een oud landgoed in Heelsum.

"Het erfpachtsgoed omvatte het latere landgoed „Heidestein", waarbij toen dus reeds een bouwmanswoning behoorde. Behalve deze woning stond even oostelijk daarvan ook een woning, het latere „Solbakken". Dit huis was de ouderlijke woning van de papiermakersfamilie Pannekoek, aan welke familie het reeds in de 18e eeuw behoorde. In 1859 komt het huis door koop uit handen van de gebr. Pannekoek aan Neuy Pannekoek, die toen ook in datzelfde jaar het tegenwoordige huis deed bouwen. De familie Pannekoek bleef dit huis bewonen tot 1885, toen het in eigendom overging aan N. J. F. Kamperdijk, toen reeds eigenaar van de er tegenover gelegen stoom-papierfabriek. Deze laatste heeft veel ter verbetering van het huis gedaan, en bracht het door verbouwing in de huidige vorm. In deze eeuw komt het na verloop in 1906 aan dhr. C. F. Frowein, die het huis de naam „Solbakken" gaf. Na diens dood wordt het in 1925 verkocht, en komt het nadien nog vele malen in andere handen". Bron Demoed pag 248.
Heidestein
"Zo wordt het landgoed in 1849 verkocht aan de welgestelde Renkummer R. P. van Vollenhoven, die het landgoed door ontginning (in 1859-60) en aanplantingen, tot een aantrekkelijk bezit weet te maken. De omgeving van het huis wordt in de Engelse parkstijl aangelegd en beplant. „Heidestein" is door verschillende papiermakers bewoond geweest, o.a. ook door enkele Pannekoeken. Inmiddels is het landgoed in 1866 van eigenaar verwisseld, en is dr. A. Maas uit Schiedam eigenaar geworden. Na diens dood wordt het in 1871 geërfd door zijn zoon S. A. Maas, mede-eigenaar van een der Heelsumse papiermolens. Hoewel hij het landgoed het volgend jaar reeds verkoopt aan Jonkvr. E. Tjarda van Starkenborch Stachouwer, blijft hij het nog vele jaren bewonen. Jonkvr. Tjarda blijft eigenaresse, totdat na haar dood in 1916 het landgoed door vererving aan haar neef Jhr. S. Tjarda van Starkenborch komt. In het bezit van deze familie is het landgoed gebleven tot 1950, toen de gemeente Renkum het aankocht. Het herenhuis met de directe omgeving was inmiddels in 1935 reeds door dr 0. Visser aangekocht". Bron Demoed pag. 248 Heidestein
advertentie uit 1848

Helaas, Demoed heeft het niet goed met zijn jaartal 1849 want woont er al een Vollenhove.

Maria Francina van Vollenhove
Regnerus Pieter van Vollenhoven

"Zo wordt het landgoed in 1849 verkocht aan de welgestelde Renkummer R. P. van Vollenhoven, die het landgoed door ontginning (in 1859-60) en aanplantingen, tot een aantrekkelijk bezit weet te maken. De omgeving van het huis wordt in de Engelse parkstijl aangelegd en beplant". Bron Demoed pag. 248

Regnerus Pieter van Vollenhoven, buiten beroep, woonachtig bij Renkum, waarschijnlijk de R.P. van Vollenhove genoemd door Demoed.

jonkvrouwe Elisabeth Hermina van Vollenhoven, ongehuwd, buiten beroep, woonachtig bij Renkum

Bron van de verschillende namen: Nederlandsche staatscourant 13-07-1849
Regnerus Pieter van Vollenhoven is geboren op 27 jul 1819 in Rotterdam. Een zoon van François van Vollenhoven en Maria Cornelia Costerman. In 1849 (fout) kocht hij het landgoed 'Heidestein' tussen de Utrechtseweg en de Bart Crumstraat in Renkum. Hij is overleden op 6 februari 1899 in Arnhem. Bron

Jonkvrouwe Maria Francina van Vollenhoven, buiten beroep, oud een en twintig jaren, doch hebbende van den Hoogen Raad vemam actatis bekoment volgens bewijs daarvan afgegeven in dato negen en twintig Augustus achttien honderd vijfenveertig, geregistreerd, en goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den tienden September daaropvolgende, woonachtig bij Renkum. 
 Moeder: Maria Cornelia Cisterman, Vader: Francois van Vollenhove, broer van Regnerus Pieter van Vollenhoven. Weduwe van: Pieter Adriaan Sander. Overleden 1891.

Keienberg
"In deze periode woonden er verschillende papiermakers in het huis waaronder ook enige Pannekoeken, een in die tijd bekende naam in de Veluwse papierindustrie. In 1866 kocht dr. A. Maas uit Schiedam het landgoed aan. Na zijn dood in 1871 kwam het  door vererving in bezit van zijn zoon S.A. Maas, die reeds medeeigenaar was van enkele  Heelsumse papiermolens". Bron BBV Heideplan (met medewerking van C. Burgstein). Heidestein
1861
Nederlandsche staatscourant 24-04-1864: Bij Acte, den 19den dezer voor den te Arnhem gevestigden Notaris Kuyk en getuigen verleden, is tusschen de heeren Neuy Pannekoek, Papierfabrikant te Heelsum, gemeente Renkum, en Simon Adrianus Maas, buiten beroep, te Schiedam, aangegaan eene Vennootschap onder de Firma Neuy Pannekoek en Maas, ten doel hebbende het fabriceren en verkoopen van Papier, het maken en inkoopen van de benoodigde Grondstoffen, het drijven van handel daarin, met de daaraan verbonden werkzaamheden en bemoeijingen; dezelve vangt aan den 18den April dezes jaars en eindigt 18 April 1865 , voorbehoudens het geval van overlijden van één der Vennooten.

"Helaas is het niet duidelijk waarop Demoed de gegevens over de heer Maas baseert. Over de verdere carrière van Simon Adrianus Maas is echter wel het een en ander bekend. In 1880 dook hij weer in Schiedam op waar hij procuratiehouder werd bij de distilleerderij van zijn oom Margarethus Rijnbende[ Voordien was hij nog papierhandelaar in Rotterdam onder de firmanaam Maas & Reese. Lang kan hij Heidestein dus niet gehuurd hebben". Van Mierlo pag 30.  Was het nu huur of eigendom?

"Tegelijkertijd wilde Simon Maas zijn papierfabriek verkopen. Op 14 juni 1872 verscheen in de Arnhemsche Courant de volgende advertentie: 'De notaris Romswinckel te Oosterbeek, zal op Donderdagen 4 en 18 Julij 1872, om 12 uur, ten huize van J. Verwaaijen te Renkum, bij inzet en toeslag verkoopen: No. 1. Eene in volle werking zijnde Papierfabriek, genaamd de Pannekoek, met gereedschappen; voorts Bergplaatsen, 7 arbeiderswoningen, Tuin, Bouwland en
Weide, ten zuiden van den straatweg te Heelsum gemeente Renkum, ter grootte van 3 H., 29 A., 92 C". Van Mierlo pagina 28
Maas

Maas
"De inzet vond op 4 juli 1872 'ten huize van den kastelein Johannes Verwaaijen in het Societeitslocaal te Renkum' plaats. De totale oppervlakte bedroeg 15 bunders, 21 roeden en 70 ellen. Het landgoed werd ingezet op f 4550,00 maar werd al snel gehoogd tot f 5450,00 door notaris mr. Karel Arnold Poortman uit Schiedam die optrad als belangenbehartiger van de familie Maas. Ten slotte volgde op donderdag 18 juli - wederom bij kastelein Verwaaijen - de definitieve veiling. Notaris Poortman trad als gevolmachtigde namens een deel van de familie Maas op. Simon Adrianus was zelf aanwezig. Een schoonzoon van dokter Maas - Daniël Pigeaud getrouwd met Catherina Helena Maas - bood € 5900,00. Vervolgens werd Heidestein 'gemijnd' door Gerrit Jan Brussen Graduszoon, woonachtig in Wageningen en van beroep timmerman. Hij mijnde Heidestein voor het bedrag van € 6350,00. Gerrit Jan Brussen 'verklaarde deze afmijning gedaan te hebben en alzoo de koop te accepteren voor en als mondeling gemachtigde van Jonkvrouwe Edzardina Tjarda van Starkenborgh Stachouwer particulier wonende te Breukelen". Van Mierlo pag 29.

Op 29 juli 1872 hield notaris Romswinckel een grote veiling in opdracht van S.A. Maas. Ditmaal ging het om de verkoop van vee en gereedschappen.
Heidestein Heelsum
1872
Het landgoed Heidestein werd van 1872 tot 1925 bewoond door de familie Tjarda van Starkenborgh-Stachouwer. Na de dood van de kinderloze jonkheer Sape besloten diens neef en
nichten het huis en omliggend goed te verhuren. De Friese arts Obbe Visser en zijn Zeeuwse vrouw Maria Cathelina Maatje Verton, een tandarts, waren op zoek naar een onderkomen in midden-Nederland. Het paar huurde huis Heidestein en kocht het in 1935. Bij die koop werd
bepaald dat het perceel aan de overzijde niet bebouwd mag worden, om een onbelemmer
uitzicht te waarborgen. Dal is nog zo. In het beekdal is wel boerderij De Eikelenkamp te
zien. Die dateert van voor 1878.

Avondrust
In 1908 laat het Kadaster weten op deze Veldwerkkaart dat kavel Renkum C 1994 een bosch en park betreft. De huizen staan niet ingetekend. Eigenlij is hier ook nog het gehele landgoed Avondrust te zien.

Op 16 september 1935 verschenen de rentmeester mr. Adrianus Cornelis Bondam en Obbe Visser bij notaris G.D.C. Valewink in Oosterbeek teneinde de koopakte te laten passeren. Het betrof de verkoop van villa Heidestein met schuur, erf, tuin en grond. De nummering van het perceel was vereenvoudigd tot een enkel nummer namelijk C. 3435 en de omvang bedroeg 87 aren en 60 centiaren. De bijbehorendeschuur moet de oude tuinmanswoning zijn geweest die de laatste jaren had leeggestaan. Bondam was weduwnaar van jonkvrouw Cornelia Sara Tjarda van Starkenborgh Stachouwer (1860-1935). Door die familierelatie trad hij bij de verkoop op namens zichzelf en als lasthebber van de drie overige Van Starkenborghs.
Heidestein
situatie in 1926

Heidestein
Aankoop Heidestein in 1935

P1040882
plannen rond 195x
Heidestein
plannen uit 1952, met kerk.
Heidestein
uit de kaart aangaande de verdeling van het groot grond bezit in 1952
Heidestein
situatie in 1983
Voormalig Huize Solbakken, aan de Utrechtseweg 63, hoek Patrimoniumweg te Heelsum.

Andere naam Zonneweelde.

Meer info bij Solbakken op de huizen pagina  
Een woning, het latere „Solbakken", was de ouderlijke woning van de papiermakersfamilie Pannekoek, aan welke familie het reeds in de 18e eeuw behoorde. In 1859 komt het huis
door koop uit handen van de gebr. Pannekoek aan Neuy Pannekoek, die toen ook in datzelfde jaar het tegenwoordige huis deed bouwen. De familie Pannekoek bleef dit huis bewonen tot 1885, toen het in eigendom overging aan N. J. F. Kamperdijk.
Het merendeel van de bij Heidestein behorende grond werd door de familie Tjarda van Starkenborgh Stachouwer in 1950 aan de gemeente Renkum verkocht. De Gemeente Renkum kocht in 1950 het resterende deel van het landgoed aan waarna het gesplitst werd in een als park in te richten deel en een te bebouwen deel. Op 18 mei 1955 geeft de Gemeente Renkum het architectenbureau Nap en van Ede uit Arnhem de opdracht een bebouwingsplan voor dit gebied te maken. In oktober 1959 keurde de provincie dit plan goed, samen met het bouwplan voor Gelria, waarna er dus gebouwd kon worden. Zo ontstaan de Barend Ferwerda, Willem Maris en Bernaradus Arp-straat.
In 1959 werd er begonnen met het bouwen van de wijk Heidestein. Elke straat hetzelfde: aan een zijde hoogbouw en aan de andere zijde laagbouw. De eerste woningen werden in 1960 opgeleverd. In december 1996 werd begonnen met de sloop van de eerste hoogbouwwoningen.

Dokter Obbe Visser achter in de tuin Collectie HGR
Obe Visser
Cees Burgsteyn en de BBV Heideplan: Dit landgoed is in 1810 ontstaan uit voormalig domeinbezit toen de dhr. P. van Kesteren ruim 15 ha. in zijn bezit kreeg.

Park Heidestein en Huis Heidestein vormen samen met een oud landgoed in Heelsum. Het landgoed 'Heidestein' is ontstaan uit het voormalige domeinbezit dat in 1810 in erfpacht is uitgegeven aan de heer Van Kesteren uit Renkum. Hij was rentmeester van de Doorwerth. `Volgens Demoed: het huis van de heer Pieter van Kesteren te Heelsum". Laatstgenoemde, rentmeester van de Doorwerth, bewoonde het tegenwoordige Heidestein aan de Utr.weg, (p. 156)

Reeds in de Franse tijd, en ook verder kort daarna, vonden vele uitgiften van heidegronden plaats. .. 5 ha kwam aan Pieter van Kesteren, rentmeester van de Doorwerth, die daarmede het landgoed Heidestein schiep.

"Het erfpachtsgoed omvatte het latere landgoed „Heidestein", waarbij toen dus reeds een bouwmanswoning behoorde. Behalve deze woning stond even oostelijk daarvan ook een woning, het latere „Solbakken". Dit huis was de ouderlijke woning van de papiermakersfamilie Pannekoek, aan welke familie het reeds in de 18e eeuw behoorde. In 1859 komt het huis door koop uit handen van de gebr. Pannekoek aan Neuy Pannekoek, die toen ook in datzelfde jaar het tegenwoordige huis deed bouwen. De familie Pannekoek bleef dit huis bewonen tot 1885, toen het in eigendom overging aan N. J. F. Kamperdijk, toen reeds eigenaar van de er tegenover gelegen stoom-papierfabriek. Deze laatste heeft veel ter verbetering van het huis gedaan, en bracht het door verbouwing in de huidige vorm. In deze eeuw komt het na verloop in 1906 aan dhr. C. F. Frowein, die het huis de naam „Solbakken" gaf. Na diens dood wordt het in 1925 verkocht, en komt het nadien nog vele malen in andere handen". Bron Demoed pag 248.

Solbakken

Solbakken
 
Het herenhuis werd in 1979 een rijksmonument

Heidestein in 1856
kadaster tekening van 5 maart 1856, net voor de renovatie van 1860. Het "bouwhuis" van Van Vollehove staat er nog op.

In 1859 liet de R. P. van Vollenhoven het landgoed ontginnen en voorzag het huis van een tuin volgens de Engelse tuinarchitectuur. Het omliggende park is in 1860 gerenoveerd.
Visser woonde er al vanaf 1926, als huurder. Met Delpher vinden we:
GEVRAAGD: Dienstbode, zelfstandig werken en koken, of Meid-Huishoudster v. g. g. v., November of later, gezin van twee personen, hulp aanwezig. Adres: Mevr. Visser, Utrechtsche Straatweg 36, Heelsum
. Arnhemsche courant 14-9-1926.

In de Oosterbeeksche Courant lezen we dat: De tandarts mw. M. Visser-Verton, begint haar praktijk in de zomer van 1927.

Gelders Archief:  97 Akte van verhuur van villa Zonneweelde aan de Utrechtseweg 63 te Heelsum aan J.Q. Bakker aldaar, 1955.

   Huis Heidestein Heelsum

In 1950 kocht gemeente Renkum het parkgedeelte van Heidestein. De gemeente maakte plannen vanaf 1951 om woningen bouwen op het deel langs de Doornenkampseweg.

Op 18 mei 1955 geeft de Gemeente Renkum het architectenbureau Nap en van Ede uit Arnhem de opdracht een bebouwingsplan voor dit gebied te maken. In oktober 1959 keurde de provincie dit plan goed, samen met het bouwplan voor Gelria, waarna er dus gebouwd kon worden.

Vanaf 1956 komt de gemeente met een eerste bouwvoorstel voor park Heidestein. Er zijn zo'n 260 woningen voorzien. Het bouwrijp maken is in 1958. In 1959 worden de volgende straatnamen voorgesteld: Heidesteinlaan, Bart Crumstraat, Barend Ferwerdastraat,
Arpsstraat, Jacob Marisstraat en Cornelis Kuypersweg. De eerste 10 woningen worden opgeleverd op Heidestein per eind 1962.

Eind jaren 1960 heeft  landschapsarchitect Pieter Blaauboer het park onder handen genomen.

In 1968 werd op het westelijke gedeelte van het landgoed het bejaardencentrum Heidestein gebouwd. In het park is ook een kinderboerderij uit 1977 en een pand voor kinderopvang uit 2004.

In het voormalige park Heidestein werd in december 1996 begonnen met de met de sloop van de eerste hoogbouwwoningen. Aan de Heidesteinlaan en Willem Maris straat verschenen in 1997 nieuwe woningen en appartementen.

Een gemeentelijk monument sinds 1979. Ook een Rijksmonument.
"Bij Park Heidestein is het samenbrengen van de afzonderlijke delen urgent. Met een vernieuwd entreegebied heeft Park Hartenstein de potentie om uit te groeien tot aantrekkelijk dorps- en herinneringspark". Uit de Visie Landgoederen en Buitenplaatsen Gemeente Renkum 2018.

Heidestein Heelsum

Het pand aan de Utrechtseweg wordt nog steeds bewoond.

meer info: Gemeente Renkum
Buitenplaatsen in Nederland,
Gelders Arcadië - Atlas van een buitenplaatsenlandschap - 2011

Boek: René van Mierlo, 2004; Utrecht, Hecht en wel betimmerd': de geschiedenis van het huis Heidestein in Heelsum en zijn bewoners; 9090181059
Nog enige krantenberichten aangaande Heidestein:

Heidestein Heelsum

Heidestein Heelsum
1861

Heidestein Heelsum
1865 "Park Heidestein vormt het belangrijkste grote parkgebied voor zowel Heelsum als Renkum; het geheel maakt echter een versleten indruk, de samenhang tussen de verschillende parkdelen ontbreekt en padenpatroon, zichtlijnen en ruimtelijke opbouw zijn aangetast. Het is van groot belang om op basis van historisch onderzoek in combinatie met hedendaagse functies een inrichtings--  en beheerplan op te stellen waarbij gelijktijdig aangrenzende groengebieden (zijde Heidesteinlaan, zijde Bart Crumstraat) meegenomen worden in één totaalplan voor het park". Uit Gemeente Renkum Groenstructuurplan 2017
Heidestein Heelsum
1881
Heidestein Heelsum
1881

Heidestein Heelsum
1950
Bronnen:

meer info: Gemeente Renkum
Buitenplaatsen in Nederland,
Gelders Arcadië - Atlas van een buitenplaatsenlandschap - 2011
Delpher
Demoed, Van een groene zoom aan een vaal kleed'1953
Boek: René van Mierlo, 2004; Utrecht, Hecht en wel betimmerd': de geschiedenis van het huis Heidestein in Heelsum en zijn bewoners; 9090181059