jaar het goed Dreijen

home
Hans Braakhuis

dec 2024

Dreijen - Dreyen - Dryen, Dreyden - Dreden - Dreiën, Oosterbeek.
Huis Dreijen, Graaf van Rechterenweg 12

In de aardrijkskundige woordenboeken van de 19e eeuw wordt de naam Dreijen zowel voor het landgoed als het gehucht gebruikt. Van der Aa beschreef in 1841 Dreijen als een buurschap, die tot Oosterbeek behoort, met drie huizen en 25 inwoners.

Van het voormalig landgoed is niet veel meer te herkennen.
De Dreijen is een voormalig landgoed in het noordwesten van Oosterbeek. Het landgoed wordt begrensd door enkele lange straten als de Nico Bovenweg, de Utrechtseweg, de Stationsweg en de Oranjeweg. Zeg maar rond de Graaf van Rechterenweg in Oosterbeek.

Oorspronkelijk veel groter. Een gebied ten noorden van de Utrechtseweg, gelegen tussen de bouwhoeve ‘De Sonnenbergh’ ten westen, en de uitgestrekte heidevelden van het klooster Mariëndaal en Boschveld ten oosten.
1113 Oudst bekende eigenaar, de orde van St. Jan.

Deze Orde wordt in 1112 in Jeruzalem gesticht voor de verzorging van zieke
pelgrims. Tijdens de derde kruistocht (1189-1192) maakt Otto I graaf van Gelre (1182–1207)
kennis met de ridders van St. Jan die zich tot taak hadden gesteld zieke en gewonde pelgrims te verzorgen. Vervolgens gaf hij hun een deel van zijn eigendommen in en rond Arnhem, waaronder gronden en goederen langs de St. Jansbeek.  In het jaar 1214 komen we de Orde voor het eerst tegen, wanneer Albertus, ‘meester’ van de Sint Jansheren in Arnhem, in een oorkonde wordt genoemd. Arnhem heeft de Walburgiskerk (1370) aan de ridders te danken. De commanderij van Arnhem wordt voor het eerst genoemd in 1234.
In 1305 was het goed Dreden eigendom van de Commanderij van Sint-Jan te Arnhem. De Commanderij schonk de Dreijen in de 14de of 15de de eeuw aan de Sint Nicolaas broederschap te Arnhem.
1351 de St. Nicolai Broederschap, Arnhem.

De Broederschap noemt 1351 het oprichtingsjaar van de Arnhemse tak.
De pestepidemie was er de aanleiding daarvoor. Er werd geld ingezameld voor de Stichting. In een gasthuis bij de Rijnpoort werden armen en zieken opgevangen, waarbij men ook aandacht had voor hun welzijn. Ook nu is de Broederschap nog steeds actief.
De Sint Nicolaas broederschap was een liefdadige instelling die arme mensen hulp en steun verleende en zo nodig onderdak verschafte in het Sint Nicolaas Gasthuis.
1447 Johan van Arkel, richter te Arnhem en van de Veluwezoom, oorkondt dat Derick Struve overgedragen heeft aan Gerit Brouwer, huismeester van de Broederschap, een rente van 1½ molder rogge 's jaars, gaande uit zijn goed te Dreijen in het kerspel Oesterbeeck bron Gelders Archief
1565
Coram Evert van Mekeren, richter te Arnhem en van Veluwezoom, en gerichtsluiden Jan van den Berge en Evert Gaymyss zijn gekomen in het gericht heef Joachum Crabbe, sceffener, en heer Corneliss Rampertss, prior des godshuis van Sente Jan binnen Arnhem, en hebben verlijd en bekend dat Jan van den Berge huismeester indertijd van Senter Claess gasthuis, bij de Velperpoort gelegen, goedlijk en wel afgekocht, gevrijt en gelost heeft van Sente Jans godshuis voorzegd 7 butskens 's jaars, die ditzelve godshuis jaarlijks geldende had uit erf en goed der Clasenaers, te Dryen gelegen onder de gerichte van Oosterbeek en ambt van Veluwezoom, en bekenden nil juris [enz.]; bron Gelders Archief en aldaar een link om de originele teksten te lezen
1570 In 1570 wordt melding gemaakt van het “het goet tho Dryen met huis, bouwland en heggen” Heemkunde Renkum
1648

1650
"In den koopbrief — Willem III heeft op 27. November 1684 het Loo gekocht van Johan Carselis van Ulft gen. van Doornick, heer van Laeckhuysen, Lathum enz., c.s. — is sprake van twee leenen 2): het erf en goed ter Moeien (Meulen) in de Apeldoornsche buurschap Wenum en een huis aan het Land van de Markt te Arnhem. En deze twee leenen, waarvan het eerste reeds in 1564 voorkomt, en het tweede eerst in 1644 te leen gemaakt is, vormden met eenig land te Harskamp (Ede), een aandeel in een erf te Dreijen (Oosterbeek), het huis „den Ossenkop" aan Emaus buiten de St. Janspoort te Arnhem en de helft van een kampje met huis daarop buiten de Velperpoort aldaar de geheele leenkamer". (Gelre 1927 pagina 244) Dreijen
Naar een kaart van Nic Geelkercken rond 1650.

 De weg met 442 is elders beschreven als Heerstraet naar Utrecht. Mariëndal is rechts op de kaart te vinden, Enig idee hoe groot Dreijen is,
1650 Dreijen
De Utrechtsen weg is elders beschreven als Heerstraet naar Utrecht.
1697 In 1697 werd een nieuwe houtwal om de hoeve aangebracht "ter weringe van 't grof wilt". De hoeve bestond toen uit een huis met een schaapskot, schaapsdrift, bos, kreupelhout en bouwland. bron De geschiedenis van de Dreijen

Dreijen in 1818
Dreijen
1818 Dreijen
Een kadastrale kaart uit 1818, In het midden, net boven de R en Y van Drijen is een huis met schuren te zien. Uitnede. Het perceel van Jonkheer van Haersolte

In 1818 gaat de Broederschap van St. Jan de Dreijen verkopen.De Jonkheer van Haersolte, die in 1818 eigenaar werd, liet een grote oppervlakte heide als plantsoen aanleggen met vele wandelwegen.

Anthony Frederik Robert Evert baron van Haersolte (1756- 1830), koopt van de Sint Nicolaas Broederschap de het goed Dreijen met 50 hectare aan omringende heidevelden, hakhout en bos.

In 1828 werkt zijn zoon Alexander H.A.C., als rentmeester van de St.-Nicolai broederschap.
1825 In 1825 komt het landgoed te koop: Uit de hand te koop: Het landgoed Dreijen, gelegen in het aangenaamst gedeelte van Gelderland, Gemeente Oosterbeek, drie kwart uure van de Stad Arnhem, aan den Straatweg van daar op Utrecht, en zijnde omringt van de Landgoederen Mariëndaal, Lichtenbeek, den Hemelschenberg en den Oorsprong; bestaande in deszelfs zeer bewoonbare onlangs gedeeltelijk nieuw gebouwde Huizing en Stalling, met extense Tuin, voorzien van exquise Vruchtboomen, Wandelingen, Lanen met hoogaande Boomen, Waterpartijen, waarvan de Bronnen zich op het Goed zelve bevinden; voorts bouw- en weiland, akkersmaalsbosch en opgaande eiken, beuken, elzen, dennen, peppelen en ander hout, zijnde met de daartoe behoorende bouwplaatsen te zamen groot ongeveer 42 Bunders; te aanvaarden naar verkiezing, dadelijk of met Mei aanstaande. Nadere informatien zijn te bekomen ten Kantore van den Notaris Mr. Jacob Nyhoff, in de Bakkerstraat te Arnhem. Opregte Haarlemsche Courant van 29-10-1825.
Een duidelijk voorbeeld van een landgoed.

De koper is Jan van Delden. Van Delden was ongehuwd en rentenier, geboren en daarvoor wonende te Groningen. Jan van Delden overlijdt in 1832 al op 58 jarige leeftijd en de erven zien zich gedwongen de dure spullen, koetsen, paarden, te laten veilen.

Naast dit rond 50 ha grootte landgoed had van Delden ook nog ± 13 ha langs de Utrechtseweg in bezit, de Dennenkamp.
Jan Van Delden
1832 Dreijen
de situatie in Hisgis. In 1832 is vrijwel alles links van de Stationsweg van Jan van Delden en rechts is alles van de St Nicolaas Broederschap
Dreijen
1932


In 1832 stonden in dit gebied nog twee schaapskooien, wat erop wijst dat er ook heidegronden waren. Om enig inzicht te krijgen in de omvang van het gebouwde eigendom op dit landgoed dient de vergelijking van het belastbare inkomen met andere gebouwen voor de grondbelasting. Voor Huize Dreijen bedroeg dit f 150.--. Alleen Mariëndaal met f 255.--, de Hemelseberg met f 300.-- en Hartenstein met f 210.-- werden in de kadastrale gemeente Oosterbeek hoger aangeslag


1833 Na de veiling van de erven van Delden koopt Johannes Hendrik Lodewijk Maurenbrecher (1780?-1842) in 1833 een stuk van landgoed Dreijen. Zijn welvaart had hij te danken aan de koloniale connecties die zijn familie in stand had gehouden.

Maurenbrecher is zelf particulier slavenhouder in Berbice, het huidige Guyana. Hij bezit geen plantages, maar verhuurt tot slaafgemaakte personen aan plantagehouders. Als de Britten in 1834 de slavernij afschaffen, ontvangt Maurenbrecher hiervoor een financiële vergoeding. Bij zijn compensatieclaim staat dat hij in dat jaar dertig personen in slavernij ‘bezit’. Zij bevinden zich op koffieplantage Buses Lust and Resolute. De werkdruk in Berbice is groot en de sterftecijfers zijn hoog: omdat het gebied moerassig is en slaafgemaakten op blote voeten moeten werken komen hier veel ziekte-uitbraken voor.
Maurenbrecher kan zijn ‘compensatie’ van de Britse overheid onder meer investeren in de aanschaf van landgoed Dreyen (nu Dreijeroord, Oosterbeek).

Broederschap
Rond 1834 - 1839 verkoopt de St. Nicolai Broederschap aan Maurenbrecher, een stuk heideveld op Dreijen, nadat de eigenaren van de aangrenzende schaapsdriften hadden te kennen gegeven daartegen geen bezwaar te hebben. Het heideveld bedroeg ruim 226 ha. De St. Nicolai Broederschap verkocht heel veel grond in die jaren in de omgeving van Schaarsbergen, Terlet en Deelen. Het gekochte goed, waaronder een boerenhoeve van 4,9 hectare en schaapskooi met omliggende gronden van 1 hectare was jaren later de locatie waarop Dreijeroord gebouwd zou worden.

Stukken betreffende de verkoop door de Broederschap van een stuk bos- en bouwland, gelegen tussen de twee afzonderlijke delen van het landgoed Dreyen, aan de eigenaar van het landgoed, J.H.L. Maurenbrecher, 1833-1834

Maurenbecher was gehuwd Henriette Elisabeth Maurenbrecher - Swaving. Zij was testamentair erfgenaam en had een zoon uit een eerder huwelijk, Johannes Vincent Westrik (1802-1844). Hij is raadsheer bij het Gerechtshof van Gelderland in Arnhem als hij, enig kind en wettig erfgenaam, na het overlijden van zijn moeder en stiefvader Maurenbrecher een groot stuk Dreijen in eigendom krijgt. Westrik voert vanaf 1840 onderhandelingen met de nieuw aan te leggen Rijn spoorweg voor het traject Utrecht - Arnhem. Hij gaat akkoord met een een vergoeding van 34.206 gulden. Westrik wil met dit vele geld een leuk buiten laten bouwen op de plek van de oude boerenhoeve. Helaas overlijdt Westrik in 1844.
1842
1844
Na het overlijden van Muarenbecher komt alles in hand van Johannes Vincent Westrik (1802-1844) Na het overlijden van Westrik in 1844 blijft de Dreijen in handen van zijn familie.Zij bewoonden alleen in de zomer het huis Dreijen.
1837 Dreijen
1837

1842 Johannes Vincent Westrik(1802-1842) was geboren in Berbice Nederlands Indië. Zijn moeder Henrietta Elizabeth Swaving (1775-1841) was eerder gehuwd met Johan Friedrich Beck (1762-1791), Johannes Vincent Westrik (1773-1801) en Johan Ludwig Heinrich Maurenbrecher (1779-1842)

Johannes Vincent Westrik was erfgenaam van Maurenbrecher en Swaving. Van Maurenbrecher kreeg Westrik onder meer landgoed Dreijen. Wegens zijn slechte gezondheid werd hij vrijgesteld van het leger en vertrok hij naar Arnhem, waar hij werk vond als advocaat. Later werd hij Raadsheer bij de provincie Gelderland.
De familie Westrik woonde eerst in de Kerkstraat in Arnhem maar verhuisde na het overlijden van hun jongste zoon naar de Koningsstraat. Tegelijkertijd wilde Johannes Vincent Westrik investeren in landgoed Dreijen en hier een buitenhuis neerzetten.

In 1850 woont de mw. de weduwe Catharina Elisabeth Westrik - Paradijs (1800-1866) alleen zomers op de Dreijen.
1843 Een stuk van de Dreijen aan de Utrechtsen Straatweg. Helaas geen kadastrale gegevens. Geen verkoop doch alleen pacht. Dreijen
1843
1845 Nadat het landgoed vanwege de aanleg van het Staatsspoor in twee delen gesneden was, werd door de latere eigenaar Westerik een groot gedeelte van het goed, o a. het tegenwoordige landgoed Dennenkamp, verkocht en de opvolgende eigenaars gingen voort het in talloze kleine perceelen te verkopen.

Lees meer over het voormalig Huis later hotel Dreijeroord op de site over de vele hotels.

Oosterbeek
1861 In 1861 koopt Theo Sanders de Dreijen. Hij laat verschillende wegen aanleggen, onder andere de Mariaweg (genoemd naar één van zijn dochters). Hij verkoopt in 1882 het westelijk gedeelte van het goed Dreijen aan Mr. Godert Willem Graaf van Rechteren van Appeltern te Wageningen. 'Theo Sanders, gehuwd in 1856 met mw Maria Westendorp, woont op Hartenstein. Van beroep makelaar.
1872 In 1872 wordt Theodorus Sanders ook eigenaar van het huis en grond tussen Dreijen en de Utrechtseweg. Sanders is projectontwikkelaar en gaat vele kavels verkopen aan de Utrechtseweg, Joubertweg, Paul Krugerweg, Mariaweg, Steijnweg en de Stationsweg. Bij de verkaveling van de Dreijen werd in 1883 de Mariaweg aangelegd. Genoemd naar een dochter.
1881

1882
Dreijen
1882
Dreijen
1881

Bekijk ook de website met de vele huizen en villa's over Dreijerheide

Dreijerheide
1894

1899
Dreijen
1899
Dreijen
uitsnede van een wandelkaart rond 1894
1945 Dreijen
Uitsnede van een schadekaart van de Dreijen uit 1943 en bijgewerkt in 1946. Rood is oorlogsschade

Bronnen en literatuur.

De biografie van een huis. Annemarie voor Daatselaar

Lees meer over het oude landgoed bij Mathilde

Het landgoed Dreijen gaat verder met hotel Dreijeroord.

Schoutambt en Heerlijkheid; Jaargang 23 nummer 1 februari 2009

Naast hotel is ook Dreijerheide een onderdeel van het landgoed Dreijen

Wetenschapswinkel; Renkumse Landgoederen en Buitenplaatsen, Vista's op participatie
Roel During en Pat van der Jagt, rapport 320, januari 2015. Wageningen University

Landgoederen visie 2018; Glinsteren in het groen.

HisGis Gelderland

De boeken van Demoed, Burgsteyn, Beekhuizen en anderen.

AHN viewer
De landgoederen zone van de gemeente Renkum Remco Brinkman, WUR, 2012

Nieuw Gelders Arcadie (2007 - 2012)

Gelders Arcadië. Atlas van een buitenplaatsenlandschap, Storms-Smeets, E. (red.) 2011,
ISBN: 978-90-5345-428-2

Arcadië Kansenboek

De Geschiedenis van Dreijeroord; Heemkunde Renkum

De Graaf van Rechterenweg; Heemkunde Renkum

Mapping Slavery

www.zuidzoom.nl/MANUSCRIPT-DREYEN.pdf

op- en aanmerkingen, aanvullingen, graag: Hans Braakhuis