wijken, scholen, gemeentehuis, station e.d. in de gemeente Renkum
.
home
Hans Braakhuis

laatste update: mrt 2024
Deze alfabetische lijst is lang.

Kijk ook bij:

Begraafplaatsen in de gemeente Renkum

Boerderijen in de gemeente Renkum

Huize Doorwerth te Heelsum

Duno te Doorwerth

Fluitersmaat Renkum

Huize Eikenhof te Doorwerth

Hotels en pensions in de gemeente Renkum

Jagerhuis te Doorwerth

Kerken, kloosters en pastorieen in het Renkumse

Landgoederen

Sonnenberg te Oosterbeek

Tehuizen in de gemeente Renkum

Wilhelminapark in Heelsum

Waldfrieden, Johannahoeve, Vrijland in Oosterbeek

Watertorens en waterpompstations
Enigszins alfabetisch, enkele bijzondere huizen en villa's in de gemeente Renkum.
De Airbornebuurt in Renkum.

Stichting van woningen aan de Markweg in 1935

De Airbornebuurt dankt haar naam aan de geallieeerde luchtlanding op 17 september 1944 die plaatsvond op de weilanden ten westen van de Airbornebuurt. Latere luchtlandingen vonden plaats op het huidige golfterrein, bij Wolfheze, bij Oosterbeek, bij Driel en bij Ede op de Ginkelse heide.

Ontwikkeling Markweg Renkum
De heer Rutgers is namens beide partijen aanwezig. Veelal zie je de koper en de verkoper genoemd. Dat is dus hier één en dezelfde persoon!

De BAG geeft 1932 tot 1935 voor deze woningen.
Airbornebuurt Renkum
uitbreidingsplannen in 1943 van de gemeente Renkum.

airbornebuurt Renkum

De woningen aan de Hicksweg, Hackettweg en Airborneweg zijn gebouwd tussen 1956 en 1960. John Hackett was brigadegeneraal van de 4e Britse parachute brigade tijdens de slag om Arnhem. Tom Hicks had het tijdelijke bevel over de gehele Airborne divisie.
Voormalige Albert Schweitzerschool, Van Ingenweg 2, Renkum.

BAG = 1926

Gebouwd in 1925-1926 als de Openbare School. In 1929/1930 uitgebreid met vier lokalen. De gebruikte bouwstijl is een karakteristieke mengstijl van de Nieuwe Haagse School en de Amsterdamse School. Het herstel van de WWII schade heeft enige tijd geduurd. In 1963 een nieuwe naam: Dr. Albert Schweitzerschool. Als school in gebruik tot en met 1978. De school zelf verhuisd in 1979 naar de Goudsbloemstraat 2 te Renkum. Tot 2016 was de voormalige Albert Schweitzerschool bekend als Lijn 50 een jongerencentrum. Leegstand begin 2017. In 2018 verbouwd naar een Kinderopvang.

De Openbare School was aanvankelijk gehuisvest aan de Nieuweweg nr. 3. Toen dit gebouw niet meer voldeed, werd in de twintiger jaren van de vorige eeuw een nieuwe school gebouwd aan de Van Ingenweg. Op 15 maart 1978 werd het nieuwe pand aan de Goudsbloemstraat toen nog de Keijenbergseweg in gebruik genomen.

Een gemeentelijk monument.
Albert Schweitzerschool Van Ingenweg Renkum
Amro-bank, Utrechtseweg 147, Oosterbeek

BAG = 1971

Naar een ontwerp van de architecten Ahrens en Kleijer uit 1968. Klaar in 1973

Het ABN AMRO kantoor is gesloten in 2018.
Er zit tegenwoordig een winkel.
ABN AMRO Oosterbeek
De heren van Baer, afkomstig uit Oosterbeek, hadden rond 1200 de helft van Oosterbeek (ook Velp) in hun bezit, als leen van de bisschop van Utrecht. Daarnaast een gebied tussen Rheden - Westervoort - Dieren, aan weerszijden van de IJssel. Frederic II heeft wel lef, in 1280 verdrijft hij Hendric van Doorenwerd uit het net in steen nieuw opgetrokken kasteel (Doorwerth): '& ende met bernen en toe-tasten quadt huys gehouden'. "...gelijk dan de oude handvesten omtrent het jaer 1280 gedenken van eenen Heer van Baer, die Hendrick van de Doorenweerd syn Slot af gewonnen ende met bernen en toe-tasten quadt huys gehouden..." Het kasteel Bear werd verwoest in 1495. Link.

Nu nog eens uitzoeken wat de relaties waren tussen Baer en Hamaland, totdat in 1402 Gelre in het Renkumse het meest te vertellen heeft.
wapen Heren van Baer
Gemeentehuis Bato's Wijk

"Het nieuwe Gemeentehuis van Renkum. De gemeente Renkum heeft zich een nieuw raadhuis aangeschaft van voortreffelijke hoedanigheid. Renkum is door voorspoedige ontwikkeling snel ontwassen aan het gebouw aan den Utiechtschen weg te Oosterbeek dat in 1908 tot een welingericht gemeentehuis werd verbouwd. Maar de laatste jaren was de aanwezige ruimte  geheel onvoldoende geworden. De gelukkige omstandigheid dat de gemeente de hand kon legden op de statige buitenplaats Bato's Wijk op een heuvelplateau in het midden van'het nieuwe Oosterbeek gelegen, verschaft niet alleen een bijna pasklaar gemeentehuis maar bovendien een fraai wandelpark dat er niet weinig toe zal bijdragen om de aantrekkelijkheid van Oostérbeek voor de ingezetenen en voor de zomergasten te vergrooten. Bato's Wijk is een royaal heerenhuis uit onbekrompen beurs gebouwd met kamers als zalen. Van het terras is het uitzicht over het dorp en de lage Betuwsche landen met den Rijn op den voorgrond schitterend mooi. Verleden maand is het gemeentehuis officieel door burgemeester J. v.d. Molen geopend. Als gasten waren er burgemeesters van omliggende gemeenten, o.a. van Arnhem en Ede. Burgemeester v.d. Molen schetste in zijn openingsrede de historische ontwikkeling van de gemeente en bracht dank aan de vele gevers en geefsters die door geschenken het gemeentebestuur in staat stelden "enig luxe' aan te brengen, welke zij uit eigen beweging niet ten laste van de gemeenterekening hadden durven brengen. Spr. was overtuigd dat men na bezichtiging de gemeente geluk zal wenschen met dit gemeentehuis. Wethouder dr. Haverkorn van Rijsewijk en namens de burgemeesters van naburige gemeenten mr. S. J. R. de Monchy, burgemeester van Arnhem, spraken den wensch uit, dat het nieuwe gemeentehuis zou mogen strekken tot heil van deze schoone streek" Uit de  De Sumatra post 10-05-1928.

Bato's Wijk
1927

In 1927 koopt de gemeente Renkum Batos wijk als nieuw gemeentehuis. Het bestaande
gemeentehuis aan de Utrechtseweg was te klein geworden na de samenvoeging van de
gemeenten Renkum en Doorwerth. Voor de leegstaande villa en omliggend park moest de
gemeente aan Scheidius een bedrag van Fl. 150.000,= betalen. Het oude gemeentehuis stond voordien op de hoek Utrechtseweg/Jan van Embdenweg, later in gebruik als politiebureau, muziekschool en kunstgalerie.

Batos Wijk
gemeentehuis met brandspuitenhuis en twee woningen, in 1929.

De villa Bato's wijk is verwoest rond eind februari - begin maart 1945, of door een verdwaalde V1 of door geallieerde artillerie vanuit de Betuwe. Dat we dit niet goed weten, komt omdat er geen inwoners meer waren. Totaal uitgebrand, er was ook geen brandweer. Een ieder was geëvacueerd. Er bleef niets over. Enige bron hiervan, de Engelse luchtfoto's.

Er rest nog een in 1905 gebouwde rots met grot en vijver en een volgestorte ijskelder. Tegenwoordig is het een schitterend openbaar park en de grot is een magneet voor de kinderen.

Lees hier meer over het landgoed Bato's wijk
Boerderij de Beken, Nieuwe Keijenbergseweg 170 - 172, Renkum Lees meer op de boerderijen website.
Het Joan Beuker monument, hoek Utrechtseweg, Groeneweg Renkum.

Joan Beuker 1862 - 1925

Dit monument staat er sinds 1928.

Het bronzen portret is gemaakt door August Falise.

Renkum Nieuws
Joan Beuker monument
Uitkijktoren Boersberg, Doorwerth.

Gebouwd in 2008 als een hommage aan meerdere uitkijktorens met name op of bij de Duno. De bouw in 2008 was een initiatief van de Lionsclub Renkum en Staatsbosbeheer. De toren is gemaakt van gietijzer en is 8 m hoog. Bovenop heb je een fantastisch uitzicht over de Nederrijn, de Betuwe en Nijmegen. Bij helder weer kun je zelfs op 30 km afstand het Reichswald zien liggen. Omdat enkele wegwijzers door vandalen zijn gemolesteerd is de toren moeilijk te vinden. Als je er naar toe loopt, zie je de toren eerst als je er vijf meter voor staat. Het bladerdak onttrekt de toren aan het zicht. Met de auto, parkeer op de Spechtlaan bij de Kapelleboom en ga de Holleweg af. Na 150 meter, vlak voor het punt waar de Holleweg echt steil naar beneden gaat, naar rechts. Pad tussen de twee weiden links in. Op dit pad bij de kruising weer naar rechts, en dan de bocht naar links volgen. Rechtdoor. Dit pad is slecht met vele watergaten, maar kent vrijwel geen stijging of daling. Vanaf Kasteel Doorwerth, loop je terug naar de Fonteinallee. Bij de splitsing ga je naar links en binnen 10 meter zie je een bordje naar rechts, de Boersberg op. Dit pad is geschikt voor gevorderden. link
Uitkijktoren Doorwerth
Het Renkumse Bommengat.

Het bommengat is ontstaan doordat een Engels vliegtuig in de WWII twee bommen "verloor". De Engelse jager werd achtervolgd door een Duitse jager en om sneller te ontkomen heeft de Engelse vlieger z'n vrachtje los moeten laten. Een ooggetuige beschrijft dat de bommen recht tegenover Schaapsdrift nummer 16 in de Molenbeek vielen. Nou ja, één viel er in de beek en de andere viel zo'n 100 meter zuidelijker. Beide bommengaten zijn vrijwel direct dichtgemaakt. Een bom die in de beek valt, vernielt de lemen bodem van de beek, en de beek verliest veel water. De papierfabriek van van Gelder, die afhankelijk was van dit beekwater, zal herstel vrijwel direct hebben uitgevoerd. Kun je in een bommengat zwemmen?  Het zit er vol met bomscherven!
Een bommengat heeft echter wel wat romantisch: "In het zogenaamde bommengat van de Keijenbergse beek kon er naar hartenlust worden gesprongen". De Molenbeek was op deze locatie vroeger (tot 2014) veel breder, er werd, met name in de na-oorlogse jaren gezwommen, verfrissing gezocht. Ook in de Molenbeek zijn meerdere plassen, die door Renkummers bommengat worden genoemd. Zo is er een ten zuiden van de ijsbaan waar een vliegtuig is neergestort. Het (verdwenen) strandje aan de Renkumse Riviéra, aan de voormalige Bennekomseweg, wordt ook wel eens bommengat genoemd.
Garage vd Bovenkamp
Bennekomseweg Heelum
Oud adres: Bennekomscheweg 40

"Garage Heelsum", Heelsum, Bennekomscheweg 40, autobedrijf. Uitgetreden.eigenaar: W. E. Güth. Handelsnaam luidt thans: H. J. Kwint, Garage Heelsum". Nieuwe eigenaar: H. J. Kwint". Uit de Arnhemsche courant 21-11-1936

W.E. Güth woonde op Sonnevanck. Enkele deuren verder. Güth kocht in 1936 een stuk bouwland, op de hoek Zwarteweg thans Prins Bernhardlaan. Dat is de plek waar hij een huis met garage had. Of te wel de latere garage van Kwint en vanaf 1972 garage Pan. Tegenwoordig van den Bovenkamp.

Güth
Voormalig Natuurbad de Branding, Kabeljauwallee Doorwerth.

In september 1933 maakt de gemeente Renkum de weg vrij voor de aanleg van een natuurbad op een terrein van ongeveer 8 Ha.  Naar voorbeeld van een dergelijk bad in Bilthoven. Initiatiefnemers: F. H. Perk uit Oosterbeek en J. Wilke uit Bilthoven. Dhr. Perk kennen we dan ook als als directeur van de de NV Bouwmaatschappij Oosterbeek, die met name in Doorwerth veel laat bouwen.
 "Op de terreinen achter de Kievitsdel, tegenover de tennisbanen Doorwerth wordt door honderd werklieden, voor het grootste gedeelte werkloozen uit de gemeente Renkum gewerkt aan den bouw van het natuurbad-Doorwerth. Men is reeds begonnen met het leggen van den vloer van gewapend beton. Meer naar het oosten waar akkermaalshout en dennenboomen worden gekapt, is men druk bezig met het afgraven van zand. Bassin en kano-vijvers worden uitgediept en men is druk bezig met het aanleggen van een strand. Het geheele terrein wordt omgeven door aarden wallen, deze wallen worden beplant, terwijl een afrastering aan den voet ongenoode gasten zal belemmeren de wallen te beklimmen. Aan de Oostzijde komt een parkeerterrein en in de nabijheid de kleedkamers, waarvan de betonnen fundamenten reeds gereed zijn. In den Noord-Oost-hoek achter den ingang is het restaurant in aanbouw. Aan de zijde van het bad bevinden zich ruime terrassen voor een groot deel overdekt, en daarvoor waterpartijen en een vijver met fontein. Ook voor deze waterpartijen komt nog een terras. 's Avonds zijn beide terrassen verlicht, a giorno, het golfslagbad zal onder water worden verlicht. In het restaurant-gebouw komen nog een kapperssalon en énkele showrooms. Met een en ander blijkt wel, dat dit bad in den zomer een ideaal oord zal worden ln een stuk nog ongerepte natuur". Uit: Soerabaijasch handelsblad, 17-04-1934

"Vanaf de Kabeljauw-allee
komt men allereerst aan bij het restaurant, met aan beide zijden brede overdekte terassen. In het restaurant is de mogelijkheid voor een daktuin open gelaten. Achter de terassen is een ruime zaal waar honderden bezoekers een plaatsje kunnen vinden. Vanaf de terassen heeft men uitzicht op het brede strand, dat langzaam naar het meer afhelt. Het strand bestaat uit zand dat uit het midden van het meer is aangevoerd. Het meer krijgt in het midden een diepte van 4 meter. Er komen ook gedeelten met een diepte van 2 meter. De grootste sensatie wordt echter de golfslag installatie. Op het diepste gedeelte van het meer, juist onder de duiktoren komt de machinerie die de hoge golven zal opwekken. Deze installatie is iets nieuws voor Nederland. Met de paasdagen 1934 hebben velen de gelegenheid aangegrepen om er eens rond te kijken. En het Natuurbad hoopt met Hemelvaart open te gaan".
Naar een artikel in de Wageningse Courant van 7-4-1934.

Het Natuurbad werd op 10 mei 1934 geopend door de burgemeester van de gemeente Renkum: J. van der Molen. De architect van het geheel was  de heer Wilke uit Bilthoven. Het geheel kwam in handen van de N.V. Natuurbad Park Doorwerth.

Branding Doorwerth

Op ansichtkaarten zien we de naam Natuurbad Park Doorwerth, maar ook de naam De Branding werd vanaf 1934 gebruikt

Branding Doorwerth

Men mikte op 65.000 bezoekers per jaar. In 1944 nam W.F. Saur het hef over. De naam werd: Café restaurant de Branding natuurbad park Doorwerth. Sauer stopte in 1961.

Er kwam rond 1950 een groot hotel-restaurant met een terras voor 1.500 bezoekers.

In juli 1955 begint de bouw van een nieuw hotel onder architectuur van ir. N. H. Wesstra en het aannemersbedrijf G. W. J. Sanders uit Arnhem. Het hotel krijgt een inhoud van 6000 m.3, met 82 kamers en 250 bedden. Het ligt in de bedoeling om eind october klaar te zijn. Daarnaast wordt in augustus 1955 ook bekend dat de vakantiehuisjes op het terrein voor drie jaren is verhuurd aan de overheid om als opvangcentrum te dienen voor Indonesische gerepatrleerden. De Branding heeft plek voor ongeveer 500 personen.

In december 1955 vinden de eerste Indonesische repatriantengezinnen onderdak in een de zomerhuisjes.  Het verblijf in een opvangcentrum is tijdelijk, Het ministerie zoekt naar een passende huurwoning en dan kunnen de gezinnen doorverhuizen. Eind april 1959 ziet dhr. Saur de laatste repatrianten weer vertrekken. Z'n contract met het Ministerie loopt af. Sommigen gezinnen moeten eerst verhuizen naar een ander pension en krijgen binnen één week een eigen huis toegewezen.

Hier het verhaal van één van de repatrianten: de heer Tony Kuchel
Branding Doorwerth
Uit dagblad Trouw van 7 januari 1958

Branding Doorwerth

In april 1958 verkoopt de  gemeente Renkum Aan de heer W.F. Saur van het N.V. Natuurbad Park Doorwerth, enige percelen grond Met een ioppervlakte van ± 16310 m. De gemeente vraagt  1,10 per m2. Op de extra gronden mag de Branding een aantal bungalows plaatsen. en komt er aan de Badlaan en de Schaapsdrift een extra uitgang voor het park.

Branding Doorwerth

Ook in  april 1960 verblijven er nog 77 repatrianten op de Branding, ze halen de krant omdat ze weigeren te vertrekken.

In november 1960 stopt de heer Saur met de pacht van de Branding. De N.V, Natuurbad Park Doorwerth wil het aandeel van Saur niet overnemen. De gehele inventaris van het restaurant komt te koop op een veiling. Het ligt in de bedoeling dat hotel, restaurant en bad wel intact blijven.

In 1962 komt er een nieuwe pachter: de 51 jarige heer De Jong, voormalig eigenaar van een distilleerderij annex wijnhandel in de Engelsestraat te Herenveen. De Branding omvat een golfslagbad, een hotel voor volwassenen, een jeugdhotel, een ruime zwemvijver, een speeltuin, een kanovijver en een kunstmatig strand met plaats voor vele duizenden. Het jeugdhotel (die naam wordt al meerdere jaren gebruikt) wordt vooral bezocht door buitenlandse jongeren, b.v. veel Amerikanen, die dit comfort zeer op prijs stellen, terwijl Nederlandse jongens en meisjes minder vaak worden gezien. Zij zoeken het nog hoofdzakelijk in de jeugdherbergen.

In 1965 een nieuwe pachter, de voormalig kapitein J.H.C (Henk) Ulrici.

In 1966 wordt ook de naam rusthuis de Branding in de kranten gebruikt.

In 1973 komt er een apart restaurant bij de ingang aan de Schaapsdrift. In 2019 is dit restaurant al jaren niet meer in gebruikt en brandt het af. Wordt dan niet meer teruggebouwd.

Golden Tulip Doorwerth

Medio 1982 moet het bad de deuren sluiten waarna het hotel in 1984 onder de vlag van Golden Tulip een doorstart kreeg.

In 2015 een nieuwe naam: Fletcher Hotel-Restaurant Doorwerth-Arnhem.


 De voormalige Renkumse Caecilialaan, niet één leuk huis, maar een straat vol leuke huizen.

Fabrieksstraat
hoogtekaart met bebouwing uit 1947. Alle woningen aan de Fabrieksstraat staan er op.

De Caecillialaan veranderd (rond 1913) in de Fabrieksweg, en tegenwoordig een stukje niet te bezoeken fabrieksterrein. Er staan nu nog twee van de zes historische arbeiderswoningen. Met de adressen Fabrieksstraat 5 en Veerweg 1. Volgens de BAG zijn ze voor het eerst betrokken in 2000. Voor het adres Veerweg 1, de vroegere receptie, kent de BAG zelf een woonfuctie! Deze twee panden zouden in de zomer 2018 worden afgebroken.

Renkum Caecilialaan

Waar? In de Dorpsstraat, tussen Delsink en de parkeerplaats ligt tegenwoordig de fabrieksweg. Een straat zonder naambordje. 2 van de woningen zijn nog te zien vanaf de N225 (fietspad).
Fabrieksstraat Renkum in 2017

De twee nog aanwezige huizen van de voormalige Caecilialaan zijn nog goed te herkennen in 2017. De voorste woning doet oa. dienst voor de bedrijfsbrandweer, de achterste woning werd gebruikt door de portier van de fabriek. Het "hier melden" loket is nog te zien.
Wes Beekhuizen heeft het in zijn boek: Groen was mijn dorp over de "credietlaan" als de Cealialaan rond 1913 naar Fabriekslaan wordt hernoemd. Heel bijzonder; in de BAG hebben beide panden, Fabrieksstraat 5 en Veerweg 1 als bouwjaar het jaar 2000.

Fbrieksstraat
Concertzaal Rozensteeg 3, Oosterbeek.

BAG = 1981 !!

Er is onduidelijkheid over de begin datum van de concertzaal.

Ontmoetingsruimte na 1867, 1886 concertzaal. In de Gelderlander lees ik bij Igrid Maan:,,Bij de plechtige opening van de Concertzaal in 1869 was de violist niet aanwezig. Jan de Graan overleed al op 21-jarige leeftijd aan tuberculose.
Jan de Graan 1852 - 1874
Deze data zijn anders dan ik ze zo kan vinden!

Gezien het artikel in de Arnhemsche courant van 1 nov 1869 (zie hieronder), neem ik aan dat er in 1869 al een Concertzaal was, alleen werd de naam Concertzaal toen nog niet gebruikt.

In 1867 kocht de hier vaker genoemde Jan Kneppelhout een stukje grond in Oosterbeek om daar een atelier met een koffiekamer te bouwen. Bedoeld voor de vele kunstenaars uit de Renkumse dorpen en de gemeente Doorwerth. Kneppelhout fungeerde als mecenas en de ontmoetingsruimte was een van zijn instrumenten. In 1886 werd de ontmoetingsruimte omgebouwd tot concertzaal en verenigingsgebouw. De concertzaal was met name bedoeld voor de violist Jan de Graan. Kneppelhout was helemaal weg van deze jongeman en Kneppelhout ontmoette Jan de Graan bij een optreden toen Jan de Graan 6 jaar was. Kneppelhout zorgde dat hij van de beste violisten les kreeg. Voordat de concertzaal klaar was overleed Jan de Graan, veel te jong dus.

Uit de Cultuurvisie 2017-2020 Gemeente Renkum: De schrijver Johannes Kneppelhout (pseudoniem Klikspaan) kocht in 1847 het landgoed de Hemelsche berg.  Met zekerheid vernemen wij, dat de heer J. Kneppelhout, wegens het klimmen zijner jaren en den toestand zijner gezondheid, verlangt niet weder in aanmerking te komen voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad van Renkum. Sedert zeer vele jaren had hij daarin zitting en zeker zal men, ook om de redenen welke er toe leidden, met leedwezen kennis nemen van het besluit. Het lidmaatschap van den Raad was voor den heer Kneppelhout tevens een bewys van erkentelijkheid voor het zeer vele, dat Oosterbeek aan hem te danken heeft. Elke goede instelling vond in hem een krachtigen steun; ook geldelijk mocht men steeds op zijn medewerking rekenen, en kent de groote menigte den bewoner van den Hemelschen Berg niet als een onzer beste letterkundigen, het waardeert hem als een der weinigen, die van hun groot vermogen niet uitsluitend voor zichzelven genieten, maar hun genot vinden in weldoen en in de bevordering van hetgeen goed en schoon is. (Arnh. Ct.) Met zekerheid vernemen wij, dat de heer J. Kneppelhout, wegens het klimmen zijner jaren en den toestand zijner gezondheid, verlangt niet weder in aanmerking te komen voor het lidmaatschap van den Gemeenteraad van Renkum. Sedert zeer vele jaren had hij daarin zitting en zeker zal men, ook om de redenen welke er toe leidden, met leedwezen kennis nemen van het besluit. Het lidmaatschap van den Raad was voor den heer Kneppelhout tevens een bewys van erkentelijkheid voor het zeer vele, dat Oosterbeek aan hem te danken heeft. Elke goede instelling vond in hem een krachtigen steun; ook geldelijk mocht men steeds op zijn medewerking rekenen, en kent de groote menigte den bewoner van den Hemelschen Berg niet als een onzer beste letterkundigen, het waardeert hem als een der weinigen, die van hun groot vermogen niet uitsluitend voor zichzelven genieten, maar hun genot vinden in weldoen en in de bevordering van hetgeen goed en schoon is. (Arnh. Ct.)De Hemelse Berg en woonde daar tot aan zijn dood in 1885. Zijn bekendste werk is Studententypen, humoristische verhalen over het Leidse studentenleven. In 1869 lieten hij de Concertzaal bouwen die in 1885 door zijn weduwe werd geschonken aan de gemeente. Pagina 15

"De Concertzaal in Oosterbeek werd in 1869 speciaal gebouwd voor de begaafde jonge violist Jan de Graan, een beschermeling van Johannes Kneppelhout. Helaas overleed Jan de Graan al voor ingebruikneming van de Concertzaal. In 1885 werd de Concertzaal door de weduwe van Johannes Kneppelhout geschonken aan de gemeente. Inmiddels is de Concertzaal volledig gerenoveerd en in de oude luister hersteld, waardoor het weer een prachtige plek voor podiumkunsten is en een oefenruimte voor vele muziekverenigingen en koren. Het is de bedoeling de Concertzaal te verzelfstandigen" Pagina 15 en 16

Johannes Kneppelhout werd geboren te Leiden op 8 januari 1814, overleed in Oosterbeek
op 8 november 1885, en werd begraven te Katwijk. Hij studeerde rechten te Leiden, en
schreef onder het pseudoniem Klikspaan zijn boek Studententypen. In 1848 kocht Jan Kneppelhout het landgoed De Hemelsche Berg in Oosterbeek. Hij was gehuwd met mevrouw U.M. Kneppelhout-van Braam, die tot haar overlijden in 1919 op het landgoed is blijven wonen. Helaas is het huis tijdens de Slag om Arnhem in september 1944 afgebrand, en later afgebroken. De familie Kneppelhout heeft heel veel gedaan voor het culturele en sociale leven inOosterbeek. Onder andere liet Jan rond 1870 in het Benedendorp de Concertzaal bouwen. Uit de Schoutambt en Heerlijkheid uit maart 2004.

"Drs. Marijke Stapert-van Eggen schetste het treurige leven van Jan de Graan. Dit wonderkind die in zijn tijd nationaal en internationaal groot opzien baarde door zijn grote virtuositeit. Voor hem liet Kneppelhout in 1869 de Concertzaal in Oosterbeek bouwen". Uit Schoutambt en Heerlijkheid september 2006

"Niet onvermeld mag blijven dat zij (de fam Kneppelhout-van Braam) in 1869 de Concertzaal lieten bouwen, die in 1886 uit de nalatenschap van Jan Kneppelhout door Ursula werd geschonken aan de gemeente Renkum, onder de uitdrukkelijke voorwaarden dat het gebouw:· nimmer zal worden vervreemd en· altijd zal worden gebruikt voorhet doel waarvoor het gebouwd werd". Uit de Schoutambt en Heerlijkheid november 2014.

"De bewoner van het landgoed de Hemelse Berg, Jan Kneppelhout, de maecenas van vele kunstenaars, kocht in 1867 grond in Oosterbeek en liet er een concertzaal bouwen voor zijn jongste pupil, het wonderkind Jan de Graan. Deze stierf echter op jonge leeftijd, waarna het gebouw als atelier diende voor de in Oosterbeek vertoevende schilders van de Renkumse school. Na de dood van Kneppelhout (1885) schonk zijn weduwe de zaal aan de gemeente Renkum om te dienen als verenigingsgebouw. Als zodanig fungeert het nog steeds" Uit Monumentendag 1988 Gemeente Renkum

"Het verenigingsgebouw "De Concertzaal" in Oosterbeek is sinds 1885 eigendom van degemeente Renkum. Het gebouw, dat nu op de gemeentelijke monumentenlijst staat, werd kort na 1867 gebouwd in opdracht van de eigenaar van het landgoed de Hemelse Berg, Jan Kneppelhout, óók bekend als de schrijver met pseudoniem Klikspaan". Monumentendag 1989 Gemeente Renkum

"De Concertzaal, Rozensteeg 1 is gepleisterd zaalgebouw met eclectische details, gebouwd in 1867 in opdracht van. J. Kneppelhout als atelierruimte met koffiekamer. Na een verbouwing en uitbreiding in 1883 werd het in 1885 aan de gemeente Renkum geschonken". Uit Monumenten in Gelderland 1999

"Nog in het laatst van zijn leven liet hij in 1883  de ons allen welbekende concertzaal bouwen. Aanvankelijk werd deze gebouwd als een groot atelier met koffiekamer, ten behoeve van de vele kunstschilders die hier meestal tijdelijk vertoefden, en voor hen die slecht behuisd, waren dan wel zonder atelier. Dit nam echter niet op, zodat dhr. Kneppelhout er een grote verenigingszaal van liet maken, en deze daarna aan het gemeentebestuur schonk. Toen Kneppelhout dan ook in 1885 overleed, was dit een verlies voor geheel de dorpsgemeenschap. Zijn weduwe, mevr. U. M. Kneppelhout-v. Braam bleef eigenaresse, en zette in het dorpsleven de traditie van haar overleden man voort"
. Uit Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed, pagina 286

Het succes, door onzen stadgenoot A. D. Bamberg, onlangs te Arnhem behaald, is door andere triomfen van den ouden goochelaar gevolgd. Woensdag trad hij met veel bijval op in de Sociëteit te Oosterbeek voor de kinderen der leden, en Bamberg had daarbij de goede gedachte om de kinderen der armenschool gratis toe te laten. Men waardeerde dit zeer in hem. Uit Het Vaderland 6 9 1884Wordt met de Sociëteit in 1884, de Concertzaal bedoeld?
"Als voorbeeld mogen hierbij met name dienen de activiteiten die het echtpaar Kneppelhout-van Braam ontplooide ten aanzien van de Oosterbeekse samenleving, zoals de nieuwbouw van de jongenskostschool 'het Hemeldal' in 1854,(??? HB)  de nieuwbouw van de Sophiakleuterschool aan het Postpad in 1874 en de schenking van de Concertzaal in het Benedendorp aan de Oosterbeekse gemeenschap in 1886". Uit het boek: Oosterbeek in het begin van de 20e eeuw, boeren, buitenlui en bourgeoisie in een veranderend dorp. Uit 2009.

De bouw en de latere schenking hebben andere jaartallen!
Een eerste beschrijving:
Concertzaal Oosterbeek
1869

Er was een societeit bij de Oorsprong, (het Paviloen) doch die was rond de datum van dit artikel niet in eigendom bij J. Kneppelhout. In een kleine zaal van de Concertzaal (of kwam deze naam pas later) had de heer Kneppelhout dus een sociëteit. Arnhemsche corant 1 nov 1869.

In 1870 wordt de naam Concertzaal voor het eerst genoemd in Delpher:
concetzaal
1870

"Alleen werden we getroffen door een uitlating van den heer Frowein, welke ons zeer zonderling en onaangenaam aandeed en wel ten opzichte van het Concertgebouw te Oosterbeek. Omdat hiervoor weer uitgaven op de begrooting voorkomen, zou de heer Frowein 't maar willen sloopen! Uit deze uitlating zouden wij opmaken, dat de heer Frowein absoluut niet op de hoogte is met 't geen in de plaats zijner inwoning omgaat, of dat hij Oosterbeek reeds zoozeer als een aanhangsel van Arnhem beschouwt, hij meent, dat zijn dorpsgenooten evenals hij, daar hun uitspanning moeten zoeken. De in 1886 door wijlen Mevrouw de weduwe U. Kneppelhoutvan Braam aan de gemeente geschonken concertzaal, was in 1869 door wijlen haar echtgenoot, den heer J. Kneppelhout, den kunstzinnigen eigenaar en bewoner van De Hemelsche Berg" gesticht, omdat elke goede gelegenheid tot het geven van uitvoeringen ontbrak. Na die schenking heeft het gemeentebestuur jaren lang niet veel aan de zaal gedaan, totdat nu eenige jaren geleden de Raad onder leiding van Burgemeester van der Molen besloten heeft gelden te voteeren, om de zaal een behoorlijk aanzien te geven en enkele gewenschte verbeteringen aan te brengen, welk werk zoodanig is uitgevoerd dat Oosterbeek thans een keurige concertzaal bezit, waarvan ook door vreemden, die er optreden  solisten e, a.  met verrassing wordt getuigd. Hoezeer het gebouw aan een behoefte voldoet, blijkt wel hieruit, dat 't bijna elken avond in gebruik is bij de verschillende vereenigingen die er haar repitities houden en uitvoeringen geven, waarbij de zaal telkens weer overvol is. De Burgemeester had dus wel recht te wijzen op het nut van dit gebouw, en wij meenen den heer Frowein te goed te kennen, om niet te mogen vertrouwen, dat bij nader inzien, ook hij zal erkennen, dat er volstrekt geen aanleiding is, om te beknibbelen op de geringe uitgaven welke het gebouw van de gemeente vordert en nog veel minder om het maar eenvoudig te sloopen, tenzij dit vrijzinnige raadslid er deze voorwaarden aan wilde verbinden: sloopen, maar er een grooter, ruimer gebouw voor in de plaats stellen, omdat 't gewoonlijk zoo druk bezocht wordt, dat er geen plaats is te verkrijgen." Uit de Arnhemsche courant van 4 nov 1925
"Het volgende bericht schreef Jan Christiaan van Leeuwen (1864-1917) voor de krant 'de Neder-Veluwe ', die gedrukt werd door H. van Gortel te Wageningen, over de uitvoering van de Oosterbeeksche Zangvereeniging in de Concertzaal te Oosterbeek.Donderdagavond 12 Jan, gaf de Oosterbeeksche Zangvereeniging, onder de zinspreuk Kunst veredelt ' eene openbare uitvoering in de concertzaal onder leiding van den volijverigen directeur de heer J.G. Hollenbach Jr". Uit de Schoutambt en Heerlijkheid van maart 1990.
"Karst Johannes Breman (1823- 1903) Karst was een vooruitstrevend man. Hij was mede-oprichter van de plaatselijke zangvereniging 'Kunst Veredelt'. Op 27 october 1878 smaakte hij het genoegen dat voor de Oosterbeekse Remonstranten voortaan iedere zondag een kerkdienst werd gehouden in de Concertzaal in het Benedendorp. Hij raakte waarschijnlijk nauw betrokken bij de plannen om een kerkgebouw te stichten in de Wilhelminastraat, maar heeft niet mogen meemaken dat op 26 september 1906 de eerste steen hiervoor werd gelegd." Uit de Schoutambt en Heerlijkheid van maart 1999.

Jan Kneppelhout geeft in 1873 aan Hermina Christina Gerritsen de baan van sociëteitshoudster van de Concertzaal

"De diensten van de de Remonstrantse Broederschap werden gehouden in de Concertzaal aan de Rozensteeg. De eerste kerkdienst vond plaats op 27 oktober 1878, waarin ds. Slotemaker voorging". Uit Oosterbeek in het begin van de twintigste eeuw

De weduwe van de heer Kneppelhout, mw Ursula van Braam (1852 - 1919) schonk de Concertzaal aan de gemeente. In de schenkingsakte staat dat de culturele bestemming moet blijven bestaan.

Concertzaal
verbouwing in 1922

Concertzaal Oosterbeek
"Kees Schulze, de zoon van den eersten kastelein uit den door Kneppelhout gestichte Concertzaal, die een verdienstelijk acteur werd". Uit De oorlogsjaren 1940 1945; Mesker

"Het Concertgebouw te Oosterbeek. Oosterbeek, 9 Dec. In de a.s. raadsvergadering zal worden behandeld een adres van eenige vereenigingen te Oosterbeek, houdende verzoek om vergrooting van het concertgebouw. In het daarover door B. en W. uitgebrachte prae-advies wordt het volgende opgemerkt: Door B. en W. is overwogen op welke wijze vergrooting eventueel ware te verkrijgen. Zulks is alleen mogelijk door het bestaande podium bij de zaal te trekken en ter plaatse waar de bergplaats is aangebouwd, een podium uit te bouwen. Alsdan zou een vermeerdering van 100 zitplaatsen in de zaal verkregen 'worden. De kosten van aanbouw zouden ’9600. bedragen. B. en W. hebben zich echter afgevraagd of een verbouwing, die slechts een vermeerdering van 100 zitplaatsen zou geven en een zoo hoog bedrag zou vereischen, wel verantwoord is. Deze uitbreiding zal slechts noodig zijn voor enkele uitvoeren en de vraag rijst of deze zeer druk bezochte uitvoeringen niet herhaald kunnen worden, zoodat toch het maximum-aantal bezoekers bereikt zou worden. Bovendien moet niet vergeten worden, dat èn de zaal van het Volkshuis èn de zaal van Thabor" grooter zijn dan de concertzaal zoodat in Oosterbeek over gebrek aan ruimte voor uitvoeringen niet geklaagd behoeft te worden. Na een vergrooting van de concertzaal zou deze zaal 430 bezoekers kunnen bevatten, terwijl de zaal van Thabor. voor een grooter aantal ruimte biedt. B. en W. stellen op grond van bovengenoemde overwegingen voor afwijzend op het adres te beschikken". Arnhemsche courant 09-12-1926

"BRIEVEN UIT OOSTERBEEK De concertzaal.In onzen vorigen brief vermeldden wij, dat de schrijver Kneppelhout, die van 1848 tot 1884 op den Hemelscheberg woonde, op artistiek gebied veel voor zijn dorpsgenooten heeft gedaan. Zoo bewerkte hij b.v., dat jongelieden met een kunstenaarsaanleg, in staat werden gesteld, hun gave verder te ontwikkelen. Een ander voorbeeld van het streven van Kneppelhout om Oosterbeek artistiek op hoog peil te brengen, is het schenken aan het dorp, omstreeks 1865, van de Concertzaal in het Benedendorp, die thans nog voor iedere uitvoering van beteekenis wordt gebruikt. Aanvankelijk dacht Kneppelhout aan de zaal een bestemming te geven als groot atelier met veel licht, ten behoeve van de vele schilders, die in Oosterbeek woonachtig waren of er eenigen tijd doorbrachten om de omgeving op hun doeken vast te leggen. Toen de zaal voor dit doel niet geheel en al geschikt bleek, heeft men haar verbouwd tot concertzaal. Als aardige bijzonderheid kan worden vermeld, dat de zoon van den eersten kastelein" van de Concertzaal, Schulze, door Kneppelhout als tooneelspeler werd ontdekt- De schrijver heeft toen bewerkt, dat de jonge Schulze, die later een bekend acteur is geworden, de tooneelschool kon gaan bezoeken. Een van de eerste vereenigingen, die van de Concertzaal geregeld gebruik maakten, was wel de oude Oosterbeeksche Harmonie", in die dagen een bekend muziekcorps. Al spoedig volgden toen zangvereenigingen, waaronder de mannenzangvereeniging, die onder leiding stond van den heer Schram, een voorname plaats innam. Uit deze zangvereeniging is het tegenwoordige Kunst Veredelt" gegroeid. Op tooneelgebied was het vooral de Rederijkerskamer Kunst en Vermaak", die jaren achtereen ln de Concertzaal uitvoeringen gaf. De ruim 50-jarige gymnastiekvereeniging Bato" heeft van de oprichting af oefenavonden en uitvoeringen hier gehouden. Meerdere malen werd bovendien in het dorp een comité j gevormd, dat zich ten doel stelde in de con- | certzaal bekende persoonlijkheden te laten optreden. In het westelijk zaaltje was vroeger de heerensociëteit gevestigd. Deze sociëteit is in later jaren naar Schoonoord verhuisd, terwijl zij thans in Concordia zetelt. Bij zijn dood in 1884 bleek, dat Kneppelhout de Concertzaal aan de gemeente had nagelaten. Er is toen sprake van geweest, de zaal uit te breiden. Dit voornemen is echter door de kosten, die een uitbreiding met zich zou brengen, afgesprongen. Wel heeft de gemeente de zaal bij deze gelegenheid laten beschilderen. Wat constructie betreft is de Concertzaal dus steeds onveranderd gebleven. Zooals wij bij den aanvang van dit verhaal reeds opmerkten, wordt de zaal voor uitvoeringen van beteekenis nog steeds gebruikt en bij die gelegenheden treft een ieder de buitengewoon goede accoustiek. Er is echter in den loop der jaren wel een en ander gewijzigd. Ook al doordat de groote grondbezittingen in het Noorden van het dorp onder den hamer zijn gekomen, heeft de kern van Oosterbeek zich langzamerhand verplaatst van het Benedendorp naar de omgeving van den Utrechtschen straatweg. De Concertzaal ligt zoodoende thans buiten de eigenlijke kom van het dorp. Dit maakt, dat men er wel eens tegen opziet er heen te gaan, vooral ook omdat men na afloop van een uitvoering vaak in dikke duisternis langs een deel van de Weverstraat huiswaarts moet keeren. Voor enkele uitvoeringen blijkt de zaal met haar 250 plaatsen bovendien te klein. In twee opzichten, nl. wat ligging en uitbreiding betreft, is de Concertzaal, ofschoon ze nog zeer goed voldoet, dus niet met het dorp meegegroeid".
Uit de Arnhemsche courant van 16-02-1935

Concertzaal Oosterbeek, tekening: Dick Caderius van Veen
De Concertzaal in Oosterbeek; bron (met toestemming): Dick Caderius van Veen.

De Gelderlander,
Harry van der Ploeg : "Kneppelhouts vrouw Ursula schonk de Concertzaal en de bijbehorende grond na de dood van haar man aan de gemeente. Maan:,,In de bewaard gebleven akte van de schenking van 22 juni 1986 staat in wat omslachtig Nederlands vermeld dat de gemeente alles in handen krijgt op voorwaarde dat de oude culturele bestemming gehandhaafd blijft.Je moet niet alles geloven van wat er in de krant staat. Een schenkingsakte uit 1986 !!
In 1983 was de fam de Vries de beheerder; foto bij het Gelders Archief.

RAADSVERGADERING 30 JANUARI 1897. NV 04-02-1897 Vaststelling voorwaarden voor verpachting concertzaal.

'In december 1900 wordt een electrische proefinstallatie geplaatst voor de verlichting van de kleine Concertzaal in het Benedendorp door het Technisch Bureau Amsterdam en de Electriciteitsmaatschappij Helios uit Keulen. De bezichtiging door burgers is op 12 december 1900, maar wordt om onduidelijke redenen uitgesteld tot 22 december". Uit de Schoutambt en Heerlijkheid van juli 2001

9 november 1901 De volksbibliotheek van het Departement Oosterbeek is wederom geopend. Deze is ondergebracht in een van de lokalen van de Concertzaal. Voortaan kan men elke zaterdagmiddag boeken lenen.

Oosterbeek: Belgische vluchtelingen ondergebracht in Concertzaal, villa Schooneveldheuvel,
Thabor, Dreijeroord, de Geldersche Bloem, voormalige Polikliniek Stationsweg.
Oosterbeeksche courant 17-10-1914

Chris Jongboer, 35 jaar beheerder Concertzaal. Oosterbeeksche courant 29-4-1939

Oosterbeek: Concertzaal officieel in gebruik genomen. Hoog en Laag 06-04-1951

Oosterbeek: Hoog en Laag 30-06-1961, Geld ter beschikking gesteld voor verbouw Concertzaal.

Oosterbeek: Opening vernieuwde Concertzaal. Hoog en Laag 24-01-1963

Oosterbeek, Hoog en Laag 19-03-1964, Concertzaal verpacht aan A.C. Jongboer.

Oosterbeek: Echtpaar Jongboer-Ebbekink werd hartelijk en sfeervol afscheid van de Concertzaal bereid. Hoog en Laag 03-01-1969.

Oosterbeek: Concertzaal wordt verbeterd en vergroot. Hoog en Laag 18-12-1975.

Oosterbeek: Half miljoen voor renovatie Concertzaal. HL 17-05-1979
Oosterbeek: Renovatie Concertzaal voorziet in behoefte. HL 24-05-1979
Oosterbeek: Feestelijke opening vernieuwde Concertzaal. HL 08-05-1980
Feestelijke opening vernieuwde Concertzaal. Hoog en Laag, 22-5-1980.
Oosterbeek: Concertzaal wordt verpacht aan echtpaar Meesters. HL 13-10-1982

Sinds 2012 is het beheer in handen van Jan van Hooidonk, die daarvoor de oude brandweerkazerne c.q. het koetshuis van Hartensteijn tot een toprestaurant had gemaakt.

In 2016 is er een verbouwing en komt er een nieuwe naam: EventTheater. Een paar jaar later weer veranderd naar Concertzaal.

Chronologisch data Kadaster:
Oosterbeek D 8696 uit hulpkaart verbouwing oostzijde 1989, ook actueel nummer.
D 7100 hulpkaart uit 1965 met alle kavels in de omgeving, geen gebouwen.
D  6896 hulpkaart
er lijkt wat mis met de hulpkaart
Oosterbeek D 7096 geeft met het veldwerk wel een buurtoverzicht ook 7100 maar dan loop ik weer vast
Oosterbeek
2023
Concordia, Heelsum.

Het verdwenen verenigingsgebouw Concordia. Was gelegen aan de Utrechtse Straatweg in Heelsum, iets ten oosten van de Kastanjelaan, ten noorden van het Koloniehuis. Tegenwoordig is hier een oprit naar De Koningshof.

Op 7 januari 1898 werd  de Doorwerthse burgemeester Ph. F. A. J. Baron van Brakell van Wadenoyen van Doorwerth, gehuldigd bij zijn zevende herbenoeming als burgemeester van de gemeente Doorwerth. De burgemeester bood als tegenprestatie een praktisch geschenk aan: een gebouw waar de verschillende verenigingen gratis terecht zouden kunnen: Concordia. In juni 1898 Concordia geopend, waarbij het Doorwerthse Mannenkoor enkele liederen liet horen.

Het Kerkje op de Heuvel was van de Baron van Brakell, en Concordia dus ook. Ten gerieve van de zangvereniging "Doorwerths Mannenkoor" liet  de baron het verenigingsgebouw Concordia plaatsen. Onder het dirigentschap van de heer Mantel vonden daar de repetities en de uitvoeringen plaats. Eerst werden een tiental nummers gezongen en na de pauze werden toneelstukjes opgevoerd. Ze zongen op concoursen en dat was voor het kleine koortje, dat uit eenvoudige mensen bestond, al een hele prestatie. Meestal wonnen ze wel een prijs, als stond soms in het rapport van de jury: Een klein koortje dat zich groot wil voordoen of Hang de lier maar aan de wilgen en ga naar huis, mijne heren.... De baron was beschermheer van de zangvereniging; hij vulde eventuele tekorten aan.
Uit: De eenvoud van het geluk, zie literatuur.

Gedurende dezen winter zal door de afdeeling (Renkum-Doorwerth der Geld. Overijselsche Maatschappij van Landbouw, J. W. F. Scheffer) een cursus in paardenkennis worden gegeven door den heer ten Sande, rijks-veearts te Oosterbeek, waarvoor zich 18 deelnemers hebben aangemeld. Door den Burgemeester dezer gemeente, den heer Ph. F. A. J. baron van Brakell Doorwerth, is het lokaal «Concordia» geheel kosteloos, verwarmd en verlicht, voor dit doel ter beschikking gesteld. Uit de Arnhemse courant van 13-10-1900

"Gisterenmorgen (27-07-1905) ging de Zangvereeniging Concordia", een gezelschap van 28 personen, directeur de heer Mantels, uit Heelsum, haar jaarlijksch uitstapje houden. Men ging naar den Haag en Scheveningen, dank zij de groote gulheid van den eigenaar van de Duno", die f 300 heeft gegeven om deze Vereeniging een aangenamen dag te bezorgen. Gisterenavond kwamen de leden met den laatsten trein te Arnhem binnen, om vervolgens de reis naar huis te aanvaarden". Uit de Arnhemse courant van 28-7-1905

Plattegrond Heelsum circa 1930 bron Gelders Archief
Op deze plattegrond (met toekomstwensen) van Heelsum uit 1930 staat het Verenigingsgebouw aan de Utrechtse Straatweg precies in het midden van de kaart. Open de plattegrond in een eigen venster voor een grotere weergave, of bezoek de bron van het Gelders Archief.

Concordia werd ook door een kerkelijke gemeente gebruikt als parochie-gemeente-huis, voor samenkomsten. 0p 15 maart 1944 brak er brand uit en was op een kleine ruimte na, het stenen gebouw geheel verzwolgen.
Huize Dennenkamp, Utrechtsestraat 135 (oud adres)

De villa heeft van 1946 tot 1966 als Gemeentehuis dienst gedaan, om het verwoeste gemeentehuis op Bato's wijk tijdelijk te vervangen. In 1945 en 1946 zetelde het gemeentebestuur tijdelijk in hotel de Bilderberg.

Dennenkamp Oosterbeek
Voormalig Huize Dennekamp, tfoto gemaakt vanaf de Utrechtse Straatweg in Oosterbeek. Tegenwoordig kun je hier parkeren en is er de weekmarkt in Oosterbeek. gemeentehuis de Dennenkamp


Vanaf 16 september 1946 trok de gemeente in de villa op het landgoed De Dennenkamp aan de Utrechtseweg. Die werd te klein. In 1952 kwam er een barak bij en die werd in
1957 weer vergroot. Ook de conciërgewoning werd voor ambtelijk
gebruik ingericht.
Toen op het naastgelegen deel van de Dennenkamp de bouw van een nieuw gemeentehuis was voltooid (1966) werd het oude Dennenkamp gesloopt.

gemeentehuis Dennekamp

Lees meer op de landgoederen website.
De Doorwerthse Waarden liggen westelijk van Kasteel Doorwerth. De Nederrijn heeft er meerdere oude stroomgeulen achtergelaten. Een geul ten westen van de A50 is ontwikkeld tot vogelreservaat als onderdeel van 'ruimte voor de rivier'. Graaf Willem Bentinck liet de Waarden vanaf 1741 nog droog pompen door de Doorwerthse windmolen voor meer grasland.

In de DoorwerthscheWaarden werd in 1901 een steenfabriek gebouwd. Deze fabriek is meerdere malen afgebroken en herbouwd, voor het laatst in 1946.
Hier bakte als laatste fabrikant Wienerberger in een moderne oven bij 1100 graden vooral straatstenen. De crisis in de bouw maakte er in 2011 een einde aan. De baksteenfabriek werd ontmanteld in 2015. De fabriekshallen worden nu gebruikt door Frank Pouwer voor opslag van historische bouwmaterialen en het Renkumse bedrijf Hooijer die er bio-brandstof (versnipperde bomen e.d.) voor oa Parenco opslaat en maakt.
Dorpsstraat 160 te Renkum.

De voormalige Hervormde pastorie. Volgens de BAG is het huidige pand in 1823 betrokken. Volgens Heemkunde is er op deze locatie een ouder pand (ook pastorie!) in 1823 afgebroken en zij hebben een foto van een aquarel van dit oudere gebouw.

C. Burgsteijn schrijft dat: de oude pastorie aan Onder de Bomen steeds meer klachten geeft en veel onderhoud vraagt. En daarom wordt in 1823 besloten tot de bouw van een nieuwe pastorie aan de Dorpsstraat. De bouw hiervan wordt voor een bedrag van f3.775, gegund aan de aannemer Tollemeyer uit Huissen. Dit gebouw bestaat nog, al is het sinds 1930 geen pastorie meer.

"Verkoop pastorie met tuin tussen tuin Hotel Campman en villa Redichem groot 28 are 50 centiare kad. Sectie D no. 582, 702, 703 met recht van water- en grondeigendom ged. Molenbeek groot 19 are kad. Sectie C no. 499 Sectie D no. 150,622. Eigenaar R.K.Kerkbestuur". Renkumsche Courant 04-03-1905

Pastorij Renkum
prent uit 1846. Gelders Archief

In 1930 wordt villa Overweide aan de Utrechtseweg 123 in Renkum gekocht en gaat de dominee daar wonen. De woning aan de Dorpsstraat wordt dan een dokterswoning met praktijk.

de oude pastorie, dokterswoning, Renkum

Bewoond door dokter J.F. Boerma, met een eigen apotheek (gehuwd met A.L. Brinkman - Visser) huisarts van 1937 tot 1959. Daarna vanaf dokter Kool (1908-1997). En vanaf augustus 1972 dokter W.J. de Graaf.

 In 1980 kwam het pand leeg te staan omdat de huisartspraktijk werd verhuisd naar de nieuwbouwwijk tussen de Hogenkampseweg en de Nieuwe Keijenbergseweg te Renkum.

Van Gelder brengt er tijdelijk Noorse werknemers in onder die aan het werk waren bij de "nieuwe" fabriek.

De gemeente Renkum koopt het en verhuurt er 10 appartementen.
 Daarna is het een poosje ingebruik geweest voor diverse activiteiten, zo heeft VluchtelingenWerk Renkum er een kantoor gehad.

Dan komt het weer leeg te staan, later wordt het in gebruik genomen voor meerdere vormen van Begeleid Kamer Wonen tot Tehuis.

In 2016 staat het pand er weer verlaten bij.

Achtereen volgende eigenaren: Herv. Pastorie Renkum; George Hendrik Führi Snethlage, ingenieur uit Renkum; Jacob Folkerus Boerma, arts uit Renkum; Verkeer en Waterstaat; Willem Jacobus de Graaf, arts uit Renkum; Centrale Woningstichting, Gemeente Renkum en later dezelfde Centrale Woningstichting Renkum te Doorwerth.

Het pand staat er nog steeds en begin 2020 is het weer bewoont. Siza zorg heeft er een moeder + kind huis gerealiseerd.
Het Drielse veer  (1000 - heden)

Drielse Veer Oosterbeek

Dit schilderij van Paul Joseph Constantin Gabriël gemaakt in 1863 hangt in het Dordrechts Museum 

Ruw geschat bestaat het Drielse veer al vanaf het jaar 1000.
Site van het actuele Drielse veer
Het Drielse Veer op Wikipedia
Drielse VeerDrukte bij het Drielse veer  rond 1965. Op de voorgrond het Drielse veer met fietsers, wandelaars en o.a. een Volkswagen. Bij de steiger van de Westerbouwing ligt de Jan Koppe van rederij Heijmen. Ook het Zwaantje e vertrekt volgeladen met dagjesmensen naar de Westerbowing. En dan nog de vele touringcars. Op de achtergrond de uitkijktoren van de Westerbouwing.
Duits Kamp in Wolfheze.

Tegen het einde van de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 kwamen er steeds meer Duitse deserteurs naar Nederland. In 1917 werd daarom een groot modelkamp voor Duitse soldaten in Wolfheze gebouwd.
Volgens Demoed is het barakkenkamp in 1917 aangelegd: "Ten behoeve van dit kamp werd  hierop een gebied van 35 ha bos en heide ontgonnen. Hierop werden de barakken geplaatst, en een deel der gronden geschikt gemaakt voor groententeelt t.b.v. de kampbewoners. Om het kamp heen werd een straatweg aangelegd, de ons thans nog welbekende Duitse Kampweg".
Duits internerings lager
"Naar de Zutphense Courant meldt, worden er voor Duitsche; invalide krijgsgevangenen, die uit Engeland naar ons land zullen worden overgebracht, kampen te Wolfheze, Hattem en Dieren ingericht". Uit: De T3d: godsdienstig-staatkundig dagblad, 04-10-1917.
Tussen april en eind november 1918 bevonden zich er een 415 tot 725 geïnterneerden in het Duitse kamp in Wolfheze (bron W.H. Tiemens 1988 Vereniging Gelre). Elders lees ik 880 soldaten. Ulbe Anema heeft het over 725 gevangenen. Dat geïnterneerd zijn was bepaald minder dramatisch dan het klinkt, want de Duitsers die er waren ondergebracht, zaten daar op grond van een overeenkomst tussen Engeland, Duitsland en ons land. Omdat men het niet goed vond om jonge kerels doelloos achter prikkeldraad te houden, was overeengekomen dat een 14.000 militairen en 2.000 burgers, die in Engeland krijgsgevangen werden gehouden, naar ons  neutrale - land werden overgebracht. Ze zouden zich hier wat vrijer kunnen bewegen en werk kunnen verrichten of kunnen gaan studeren. Tegenwoordig herinnert de Duitsekampweg nog aan de locatie. De barakken stonden vanaf de Wolfhezerweg aan de linkerkant van de weg. Zie ook Henriëtte hoeve.
Wolfheze Henriettehoeve
Bij een boer is nog de oude gevangenis te zien
Geelkerkenkamp, Oosterbeek

Uit Demoedl Van een groene zoom.... pag 257: "Naast deze goederen wordt op de kaart van Thomas Witteroos uit 1570 ook nog gesproken over de struwellen van St. Jan". Dit hakhout grensde oostelijk tegen de hegge het Stenen Kruis, en is later als de Geelkerkenkamp bekend".

Oosterbeek-Jacobus-Pelgrom-1848-zicht-op-de-oude-kerk
in 1848 zicht op het benedendorp vanaf de Geelkerkenkamp, aquarel van J.Pelgrom.
Oosterbeek-Geelkerkenkamp-NL-AhGldA_1513_1479
rond 1910

Geelkerkenkamp Heemkunde Renkum

Er was nog een Geelkerkenkamp: De Geelkerkenkamp, reeds in 1700 bekend, was een stuk bouwland, gelegen zuidelijk van de Utrechtseweg en oostelijk van de huidige Marienbergweg,toen nog de schaapsdrift van Rosande. Eigendom van Rosande, en in 1783 verkocht door J.F.W. Baron van Spaen, heer van Rosande, aan Hendrik de Geest.
Tijdelijk gemeentehuis in Apeldoorn

Na de evacuatie in oktober 1944 van de gehele Renkumse bevolking komt er een secretarie van de gemeente Renkum aan de Paschlaan 16 te Apeldoorn.
gemeeentehuis Renkum
Voormalig Gemeentehuis, Utrechtseweg 107, hoek van Embdenweg. Oosterbeek.

Volgens de BAG gebouwd in 1865. De aanbesteding is echter een jaar later:

Gemeentehuis Oosterbeek

"Dinsdag werd door den burgemeester J. v. Embden te Oosterbeek de eerste steen gelegd van het gemeentehuis. Alleen het oudste raadslid, mr. v.'s Gravenweert, was bij de plegtigheid opgekomen". Arnhemsche courant 17 aug 1866. Die dinsdag was het dus de 14de augustus 1866.
Van 1823 tot 1851 vergaderde het gemeentebestuur in de Koude Herberg. Na 1851 ging men ombeurten vergaderen in de herberg De (Vergulde) Ploeg, Benedendorpsweg, te Oosterbeek, of De Bok in Renkum. Ook genoemd café v.d. Velden aan de Utrechtseweg in Oosterbeek. Ten tijde van Jan van Embden (1823 -1896) burgemeester van de gemeente Renkum van 1866 tot 1892 werd er in 1866 een gemeentehuis gebouwd op de hoek van de later naar hem genoemde weg en de Utrechtseweg. Na de verhuizing van het gemeentehuis naar huize Bato's Wijk komt er een politiebureau van 1928 tot 1973, zoals op de ansichtkaart hierboven is te zien. Daarna bureau gemeentewerken, vervolgens de Muziekschool Canterhijn. In 2002 begint er de huidige bewoner: kunsthandel Albricht.

Bouw van een bordestrap voor het Gemeentehuis te Oosterbeek in 1907

Renkums eerste echte "gemeentehuis" (1866) heeft 60 jaren dienst gedaan. Bouw van nieuwe gemeentehuis Renkum. Arnhemsch Dagblad. 25-8-1959. Helaas gaat de krant voorbij aan het gemeentehuis op Bato's wijk (zie aldaar)

Gemeentehuis Oosterbeek

Tegenwoordig de kunstgalerie Albricht
Gemeentehuis van Renkum, te Oosterbeek.

Het gemeentehuis op Bato's Wijk was na de oorlog geheel verdwenen. Na de WWII werd (een gedeelte van) hotel de Bilderberg gebruikt als gemeentehuis. Het nieuwe archief paste in een bureaulade. Van de Bilderberg week men uit naar de Dennekamp.

Architect A. Staal heeft in 1946 - 1947 in het kader van een prijsvraag twee ontwerpen voor Park Dennenkamp gemaakt. Het plan bevat onder andere een monumentaal stadhuis, een kerk en sportvelden. Een stadhuis met een kerk, bijna had Oosterbeek een echt centrum gehad.

Bij de bouw van het nieuwe raadhuis ging men er van uit dat Renkum zou groeien van 30.000 naar 60.000 inwoners. Het resultaat mag er, wat betreft oppervlak en volume, dan ook zijn.
Er zou veel gebouwd worden. Met name in Renkum en langs de Telefoonweg naar Wolfheze. De St. Josephkerk in Heelsum was ook gebouwd op deze groei. Zowel de kerk als het gemeentehuis waren dus in 1964 te groot voor de toen 30.000 inwoners. De bovenste verdieping van het gemeentehuis werd aanvankelijk gebruikt voor exposities. Renkum had toch een echte "Renkumse School". En de gemeente heeft vele schilderijen in bezit.

Renkum's gemeenthuis werd in 1964-66 gebouwd als sluitstuk van de wederopbouwperiode, naar een ontwerp van de architect prof. Ir. M.J. Granpré Molière (1883-1972). Granpré Molière had een pied à terre bij Doorwerthse glazenier jonkheer Octave van Nispen tot Pannerden die tevens 29 jaar lang wethouder van Renkum was.

Marinus Jan Granpré Molière aanvaardde deze grote opdracht toen hij al met pensioen was als hoogleraar aan de TU in Delft. De architect, vooral bekend als grondlegger van de zogeheten Delftse School, liet zich voor deze opdracht in belangrijke mate inspireren door de bouwlocatie aan de doorgaande weg Arnhem  Wageningen.
Er waren meerdere opties als locatie: Hartenstein waarbij de Utrechtseweg verlegd en de Naald opgeofferd werden. Sonnenberg, stond toch leeg en was al eigendom.

Prinses Margriet opent het Renkums gemeentehuis op 20 mei 1966, bron

gemeentehuis, Oosterbeek
Op de achtergrond is de Dennenkamp nog zichtbaar. Ook een poos Gemeentehuis.

In 1966 werd het huidige gemeentehuis aan de Generaal Urquhartlaan 4 te Oosterbeek in gebruik genomen.
Gemeentehuis

Gemmeentehuis in Oosterbeek

Renkum
Goltstein's oord. Hogenkampseweg 95, Renkum

Goltstein's oord Renkum

Volgens de BAG is het pand oorspronkelijk gebouwd in 1900 ????

Goltstein's oord Renkum
klik op de foto voor een groter exemplaar, geldt ook voor sommige andere foto's

De naam Goltstein's Oord en Goltsteinpad zouden kunnen wijzen op een boerderij op een voormalig gebied van Baron van Goltstein. Doch dat is met een Kadaster dat dankzij de Franse bezetter in eerst 1813 begint en vanaf 1832 in te kijken is, niet traceerbaar.
 
Welke Goltstein's woonden op Grunsfoort:
Evert Jan Benjamin van Goltstein (1665 - 1744) Burgemeester te Zutphen, eerste Raad- en Reken-meester in Gelderland, Curator der Academie, Landcommandeur Duitse Orde Balye van Utrecht. Na het overlijden van Anthonie van Lijnden, heer van Grunsfoort zijn er veel schuldeisers en komt Grunsfoort in handen bij de erven van burgemeester Ham. Zij worden met Grunsfoort beleend op 14 mei 1728. Deze familie draagt het dezelfde dag nog over aan Evert Jan Benjamin van Goltstein (lees meer bij Demoed op pagina 187 e.v.)
Philip Hendrik Van Goltstein Tot Grunsfoort (1715-1775 of 1776). burgemeester van Wageningen; trouwde in 1745 met Judith Margaretha van Essen, vrouwe van Vanenburg.
In 1777, doet de weduwe Judith Margaretha van Essen verschillende eigendommen van de hand. Zo verkoopt zij  het in 1731 aángekochte bouwland in de Renkumse
Enk, de Doornboom genaamd en een bosch off enig houtgewas- in de Fluitersmaat. Dit laatste wordt aan W. A. Baron van Pabst verkocht, eigenaar van de Kortenberg.
Daarna is er nog een bewoner van Grunsfoort, doch deze heeft geen bezittingen meer in de omgeving van de huidige Fluitersmaat waar Goltstein's oord staat.
Jhr. Evert Jan Benjamin van Goltstein, Heer van Grunsfoort, Appel en Vanenburg, (1751 - 1816) Gecomiteerde Duitse Orde, ambtsjonker van Nijkerk  en Renkum, drost te Hedel, burgemeester van Wageningen, gecomm.  ter Generaliteitsrekenkamer, bewindhebber O. L. Compagnie., lid raad van State. Gehuwd met Frederica Everdina Anna van der Capellen, (1759 - 1847)

Goltstein's oord Renkum
Op deze prent uit HisGis zien de in het rood de kavels van verschillende eigenaren en ook in het rood een in 1832 aanwezige schapenstal aan de  Schaapsdrift.

Het het uit de  vroege negentiende eeuw daterende onverharde Goltsteinpad verdient wel een monumenten status, loop er eens over heen. Je loopt door een hard verdwijnend Renkums heggen landschap.

Goltsteinpad Renkum

Goltsteinpad Renkum

Het Goldsteinpad, zoals de gemeente dit pad noemt, in plaats van Goltstein, een laatste stukje van een historisch Renkums heggenlandschap, is hier nog te zien.

"Het is tussen 1734 en 1740 als baron van Goltstein (kasteel Grunsfoort) zijn bezitingen in de
Fluitersmaat vergroot met verschillende aankopen. Deze percelen kregen de naam "Goltsteinkampen". De naam van het Goltsteinpad is hieraan nog een herinnering. Deze percelen bestonden uit heidegronden, percelen akkermaalshout en bouwland".
Uit: De Veluwezoom, Ir. N.P.H. Roorda van Eysinga.

Goltstein's oord Renkum
Een eerste traceerbare eigenaar volgens HisGis in 1832. Het gaat om heide. Het gebied in de rode driehoek is in de prent hierboven ook te zien. Kadaster kavel Renkum C 182.
In het grijs, de actuele 2019 situatie.

Anthonie Bakker, hierboven genoemd, verkoopt (legger 181) aan Jan Willem v. Dielen.

Van Dielen verkoopt aan den Berg.

Goltstein's oord Renkum
In 1877 is kavel 1084 nog leeg bouwland.

Van den Berg verkoopt later weer aan Matser.

En Matser gaat in 1912 een hoeve bouwen.

Goltstein's oord Renkum
Het Kadaster laat met een veldwerk kaart weten dat in 1913, het pand  op kavel 1084 (Hogenkampseweg 95) gesticht is.

Goltstein's oord Renkum
De eerste steenlegging is gedaan door G. Matser op 16 april 1912. Veelal een kind van de eigenaar.

Met een eerste steen in 1912, en een stichting in 1913 (dan is het afgebouwd) klopt weer het Dienstjaar 1914, het jaar dat een eigenaar ook belasting gaat betalen vanaf 1 januari.

Goltstein's oord Renkum
In 1973 wordt kavel 1084 vernummerd naar kavel 5866. Te zien is ook de de rooilijn iets opschuift.

Goltstein's oort Renkum
Op 22 februari 1961 was eigenaar J.A. Matser aanwezig, (veldwerk kavel 1084). Er vindt een hermeting plaats.

Latere eigenaars: privacy
Actueel Kadaster: RKM00, Sectie C, Perceel 5866

Bronnen:
genealogieonline.nl/stamboom-baris
Meerdere boeken van de vereniging Gelre, te Arnhem, tussen 1898 en 1998.
Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed, boek 1953
Kadaster, HisGis en Topo Tijdreis.
Gebied de Hank, Renkum

Het gebied de Hank ligt ten oosten van het Renkums beekdal, tot aan de Bellevue, Waterweg, Kerkstraat en Molenweg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Renkum grotendeels vernield. Na de oorlog was er behoefte aan woningen. In de jaren vijftig werden in de Hank meerdere woningen gebouwd, zoals aan de Waterweg. In de jaren zestig aangevuld met woningen aan de Hankweg, Frans Campmanweg, Ds. Gewinweg en Meester Poldermanweg. In 1964 komt er een personeelsflat voor de firma Van Gelder en Zonen. In de jaren zestig komen er meerdere goedkope flats aan de Bergerhof.
Portiekflats met grote groene ruimtes tussen de gebouwen. Tussen enkele flats aan de Bergerhof werden speelvoorzieningen aangelegd zoals het basketbalveld en zandbakken. Rond 1982 is de woningbouw in de Hank voltooid. Rond 2010 wordt de Bergerhof geüpgraded, of te wel: minder goedkope sociale woningbouw. Meerdere flats worden afgebroken. In 2013 zijn de eerste woningen van de nieuwbouw opgeleverd waarbij grotendeels laagbouwwoningen en twee appartementencomplexen zijn gerealiseerd.
De Harten, (Hatten - Hatte) een oude buurtschap uit 1500 - 1600.

Op Het Kwartier van Arnhem van 12 februari 1815, de Staat van de bevolking in de Provincie Gelderland, valt Harten nog onder Wageningen. Wageningen bestaat dan uit Wageningen, de Kortenberg, Harten en de Heerlijkheid Wolfswaard. Op Harten wonen dan 9 personen onder de 18 jaar. 5 personen zijn tussen 18 en 50 jaar en is er 1 persoon ouder dan 50 jaar. In totaal heb je het dan over 15 personen van het mannelijk geslacht. Daarnaast zijn er ook 10 vrouwen, zodat de totale burgerbevolking op 25 personen uit komt. Er woonden 25 Gereformeerden, andere geloofsrichtingen waren niet op Harten.

Tegenwoordig kennen we in Renkum nog de Hartenseweg en de begraafplaats Harten. De voormalige buurtschap De Harten was gelegen aan de Hartensebeek, zo tussen de Keijenberg, Bennekomseweg, Hartenseweg en de Kortenburg. De beek overstroomde daar minder bij hoogwater op de Nederrijn. En er was door de beek een goede watervoorziening. Volgens Ruud Schaafsma was er al de Willibrordkapel in de 9e eeuw te Harten.  
Rond 1570 waren er op De Harten boerderijen, water- papier- en graanmolens. De huidige boerderij De Beken van Staatsbosbeheer, staat op de plek van een van de Hartense boerderijen. De graanmolen hoorde bij het Onze-Lieve-Vrouwenklooster in de uiterwaarden bij Renkum gelegen te hoogte van de huidige Dorpsstraat. Het klooster Sancta Maria wordt rond 1574 tijdens de Reformatie gesloopt.

In het begin van de 20ste eeuw wordt de buurtschap rond de stoomolieslagerij van W. Sanders, later Seumeren; het koffiehuis van Verwaaijen; de korenmolen, de Gelderse Stoomwasserij vanaf 1890, gebouwd op de fundamenten van de de stoomolieslagerij, van M. Sanders en  G.C. Spengler; huize Zandenburg van Arnoldus Gerritsen; de boerderij van W. Klomp; de boerderij van W. Smits. Tegenwoordig ziet het er hier allemaal heel anders uit. Je hebt het over de bebouwing rond de kruizing Dorpsstraat westelijke zijde met de N225.
Zie meer over de boerderijen op Harten bij de boerderijen.
Helle Colck. Doorwerth

Op de Fonteinallee zijn meerdere vijvers te zien. Waaronder de tegenwoordige Fonteinvijver, genoemd naar de Fontein die er rond 1794 tot aan september 1944 gewerkt heeft. Op een oude kaart van Doorwerth door Bernhard Kempinck uit 1602 komt deze vijver al voor en wordt dan de Helle Colck genoemd. Ook de naam Duivelskolk komt voor. Vroeger dacht men dat plekken waar water spontaan uit de grond opborrelde doorgangen waren naar de onderwereld.
De Fonteinallee als naam bestond al voordat er een spuitende fontein werd aangelegd (eind 19e begin 20e eeuw). De Fonteinallee is naar de bron genoemd, niet naar een fontein zoals we die nu kennen. De fontein in de middelste vijver in het cascadedal heeft geen pomp, doch werd natuurlijk gevoed door een spreng met voorraadvat. Deze bevindt zich bijna boven op de helling, rechts achter de Fonteinvijver, als je er voor staat. Het ronde voorraadvat met een doorsnede van 5 meter staat nog steeds vol. De leiding naar de fontein zou vervangen moeten worden.
Henriëtte hoeve, Duitsekampweg 25, Wolfheze

Op de foto niet de hoeve, doch het restant van een gevangenis uit de periode rond de WWI. Tussen 1915 en 1917 was er in verband met de Eerste Wereldoorlog een kamp voor Duitse geïnterneerden aan de huidige Duitsekampweg. link

De buitenzijde van het gebouwtje bevindt zich nog grotendeels in oorspronkelijke staat; het platendak, de deuren en vensters zijn ooit een keer vernieuwd.
Hnriettehoeve Wolfheze
Den Hes, Oosterbeek.

De waterkorenmolen annex herberg de Hes, is genoemd genoemd naar de vele langs trekkende Hessenkarren. Het huis de Hes was in de 17e eeuw bekend als "het huys van Hesaen Clingenbeek".
De watermolen werd aangedreven door de zogenaamde Sliepbeek, welke van Mariendaal (tot welk landgoed het huis jarenlang behoorde), langs de Hesweg naar de Klingelbeek stroomde. De beek vormt de  grens tussen de gemeenten Renkum en Arnhem. Lees hier meer over bij de pagina over molens.
Heveadorp, voormalige Modelboerderij Huis ter Aa

In gebruik tussen 1908 en 1915. De heer J.W.F. Scheffer krijgt Heveadorp en het aangrenzende gebied de Duno in bezit in 1888.
Scheffer was gehuwd met één der dochters van de chocoladefabrikant Van Houten. Van Houten zelf was vennoot van de Modelboerderij. Scheffer woonde zelf in de villa op de Duno. De eerste bebouwing vindt plaats aan de Nederrijn, maar al vrij vlot wordt de stuwwal aan de bovenkant geëgaliseerd en komt daar de Modelboerderij te staan. En, vrij nieuw voor die tijd, het geheel was geëlektrificeerd. De boerderij bestond uit stallen, stoomzuivelfabriek, werkplaatsen, administratie (aan de Dunolaan). Er kwamen woningen in het Seelbeekdal. In de weilanden (uiterwaard) voor de Duno zijn nog betonnen platen als restant hiervan te zien. Hier konden de koeien "schoon" gemolken worden. Een waterfilterkelder hoorde bij de modelboerderij. De waterfilterkelder is nog te vinden aan de beek ter hoogte van de Beeklaan 17-19 in Heveadorp. Er kwam een winkel in Arnhem voor de verkoop van melk.
 Heveadorp 1925
Onderaan is de Nederrijn, daarboven de Huneschans, daarboven de Hevea-fabriek. Links daarvan is het Huis ter Aa nog zichtbaar. Heveadorp is zichtbaar boven de fabriek.

In 1915 wordt de modelboerderij Huis ter Aa verkocht aan Dirk Frans Wilhelmi en Co die er vanaf 15 oktober 1816 de rubberfabriek Hevea begint. Wilhelmi en Co produceerden reeds staaldraden voor rijwiel- auto- en massieve banden in de Heveafabriek (Heveapad) te Hoogezand. In Hoogezand is geen uitbreiding mogelijk en vandaar dat men in de stallen van de boerderij neer strijkt. Er worden voor de arbeiders op het terrein zo'n 96 woningen gebouwd. Voor het kantoorpersoneel nog eens 23 woningen en later een lagere school (Middenlaan 47), de voormalige Seelbeeckschool. Hoewel sociale overwegingen een rol speelden, is met de bouw van het dorp vooral getracht om arbeiders naar de afgelegen fabriek te lokken.
De naam Heveadorp ontstaat in 1916 als er een eigen poststempel komt. (Volgens Hevea100) L.H. Vleeshouwer wordt in 1919 de eerste brievengaarder. Op 21 september 1921 wordt er een hulptelegraaf- en hulp telefoonkantoor voor het algemeen verkeer geopend. In 1922 wordt vastgesteld dat Heveadorp een eigen postkantoor, hotel-café-restaurant, volkskoffiehuis, coöperatieve winkels, bioscoopzaal, ziekenzaal van Het groene Kruis" met kliniek en badinrichting heeft. Een zweminrichting en een eigen school zijn in voorbereiding; tennisbanen en voetbalterreinen zijn aanwezig. De fabrieken hebben een eigen stoombootdienst op de Nederrijn met aanlegsteigers te Arnhem; voorts verkeert in staat van uitvoering een tramverbinding aansluitende op de elektrische tram ArnhemOosterbeek. Dat die extra tramverbinding naar de bossen op de Duno er komt heeft veel te maken met de Oosterbeekse burgemeester van der Molen, die ook aandeelhouder is van de Bouwmaatschappij Doorwerth, om aldaar een villa dorp te beginnen.

In 1922 (31 augustus) wordt de rubberfabriek stilgelegd door de voortdurende malaise. 500 à 600 mensen worden ontslagen. Bij de ontslag-aanzegging is tevens medegedeeld, dat door de directie alle moeite zal worden gedaan om het bedrijf gaande te houden. In een adres aan de regering zal worden verzocht om de 10-urige arbeidsdag in het bedrijf te mogen toepassen. Wanneer dit verzoek wordt ingewilligd kan het bedrijf voor een groot deel worden voortgezet. Het ligt dan in de bedoeling om enkele afdelingen van de fabriek stop te zetten, doch overigens door te werken met personeel, dat per 1 september weer in dienst zal worden genomen. Het is vrijwel zeker, dat het overgrote deel van het kantoorpersoneel weer in dienst wordt genomen. Een bijzonder truc, onder het mom van malaise wordt loonsverlaging en werktijdverlenging geregeld.

Op 1 september staat er in de krant: In een onderhoud dat de Telegraaf gisteren had met een der directeuren der Vereenigde Nederlandsche Rubberfabrieken te Heveadorp deelde deze mede, dat het massa-ontslag van het personeel niet zal plaats hebben en dat begin september het bedrijf der Rubberfabrieken voorloopig op beperkte schaal kan worden hervat. Alle lonen, en salarissen bij een 10-urigen werkdag worden met 10% verminderd".

In september verschijnen er ook weer advertenties in de krant om stiksters, en machine-zwikkers (Voor gezinnen met meerdere werkkrachten zijn nette, gezonde woningen beschikbaar.) In 1944 wordt Heveadorp in puin geschoten. Na de oorlog worden meerdere rietkapwoningen en de fabriek weer hersteld. In 1962 is er een fusie tussen Hevea en Vredestein en gaat men als Vredestein verder. In 1976 stopt de fabriek in Heveadorp en verhuisd Vredestein (samen met de vestigingen uit Loosduinen en Maastricht) naar een nieuwe fabriek aan de Beukenlaan in Renkum. De fabriek in Heveadorp komt leeg en is samen met het op het fabrieksterrein gebouwde dorp te koop. De sloop van de fabriek heeft plaats in 1982-'84. Zo rond 1997 koopt een projectontwikkelaar de fabriekswoningen in het dorp voor vier miljoen gulden en gaat deze geheel renoveren. In 2004 sluit de Vredestein fabriek in Renkum. In 2015 en 2016 viert men het 100 jarige bestaan van Heveadorp.


Modelboerderij Huis ter Aa
Heveadorp. Er waren twee lagere scholen voor de kinderen uit Heveadorp.

De eerste is de Openbare Lagere School (Seelbeeckschool) Middenlaan 47 in Heveadorp. En het oude kantoorgebouw van Scheffer (de Vijverberg) werd ingericht als Christelijke Lagere School. Met als oud adres: Dunolaan 31.

De voormalige Openbare Lagere School in Heveadorp.
De vroegere Openbare Lagere School (Seelbeekschool) aan de Middenlaan in Heveadorp.
De Openbare Lagere School (Seelbeeck school) is gebouwd tussen 1916-'18 van architect J. Rothuizen aan de Middenlaan 47 in Heveadorp. Een met riet gedekt eenlaags gebouw in cottagestijl uit circa 1920. (link) In mei 1920 vragen meerdere ouders opnieuw om de oprichting van een Openbare lagere school aan de gemeente Doorwerth, waar Heveadorp onder valt. Hun verzoek wordt afgewezen. De ontevreden ouders stappen naar Gedeputeerde Staten om de gemeente te dwingen. In juli 1920 gaat de gemeenteraad om. Maar erg actief is de gemeente niet. In maart 1921 blijkt dat de heer Lindeling, zijn invloed in financiële kringen zou aanwenden om bij een Bank een lening te sluiten. De Van Ranzowsbank te Arnhem neemt daarna contact op met de burgemeester in Doorwerth. Gemeld wordt dat ze er niet aan dachten om voor de gemeente Doorwerth een lening te sluiten. De gemeenteraad is hier ongelukkig mee en gaat elders een lening aan. In het najaar 1921 worden sollicitanten geworven voor de school.

Seelbeekschool Heveadorp
  In januari 1922 besluit de gemeenteraad om tot hoofd der openbare school te Heveadorp te benoemen de heer J. Visser, onderwijzer te Arnhem. Mejuffrouw D. Veenstra wordt onderwijzeres. Zij vertrekt in 1924 om schoolhoofd in Noordwolde Friesland te worden. Daarna wordt mej. H.A. (of M.A.) Wilmink uit Velp, voorgedragen voor de Openbare lagere school. In 1926 groeit de school en wordt benoemd als onderwijzeres: mej. A. de Vries uit Oosterbeek. In 1927 vertrekt de onderwijzer de heer G. Panman. Ook in 1927 vertrekt J. Visser om hoofd van de Oosterbeeksche schoolvereniging te worden.

In 1931 is er een verzoek tot stichting van een bijzondere school te Heveadorp. Het Bestuur van de Vereeniging voor Chr. Nat. Lager Onderwijs te Heveadorp vraagt aan de gemeente (Renkum) geld voor 2 klassen. De aanvraag voldoet aan de wettelijke eisen en eigenlijk moet de gemeente Renkum medewerking verlenen. De gemeente wil niet mee werken aan een onderzoek naar de echtheid van handtekening van ouders van kinderen. Die tegenwerking zou niet fatsoenlijk zijn. De goedkoopste oplossing zou zijn het gymnastieklokaal van de Seelbeekschool te verbouwen tot 2 klassen en een aparte ingang. Daarvoor wil de N.V. Rubberfabriek te Heveadorp afstaan ± 875 M. 2 voor  3000. Op deze wijze worden de kosten voor de gemeente tot een minimum teruggebracht. Het Schoolbestuur en de Inspecteur van het L. O. kunnen zich met deze oplossing verenigen. De heer Koning, een raadslid, vindt dat de stichting van een nieuwe school in 't nadeel is van de gemeente en het onderwijs. In de crisistijd is het onverantwoordelijk op deze manier het geld weg te smijten. De grond is veel te duur gekocht; 't lijkt wel op afzetterij. Ten slotte vindt hij 't jammer, dat het gymnastieklokaal wordt opgeheven. En dan komen de twee verschillende scholen nog onder één dak. Eind 1931 worden er door de Heveafabrieken weer 100 arbeiders ontslagen. Geruchten of de bouw van een Bijzondere School nog wel kan door gaan. Maar om het kort te maken, in 1932 begint de Bijzondere School op een ander adres, in het oude kantoor van Scheffer. Zie hieronder. Op 1 april 1932 werd de Openbare Lagere School te Heveadorp door een leerlingenaantal dat varieerde tussen 110 en 102, bezocht. Na de opening van de Christelijke school in Heveadorp liep het aantal leerlingen terug tot 66, waarnaar er weer een stijging intrad, zodat over 1932 een gemiddelde bereikt werd van 77%. Dat is op de rand van de keuze tussen een twee- of een drie-klassige school. Eerst in november 1940 zijn er voldoende leerlingen voor een drie-klassige school. Een tijdsverschijnsel, vanaf november 1941 wordt de O.L.S te Heveadorp gebruikt voor de uitreiking van de boter- en vetkaarten. Op 20 december 1941 begint de uitreiking van de distributiekaarten in Heveadorp. In juni 1943 wordt de O.L.S. gebruikt voor de inlevering van radiotoestellen.

 Christelijke Lagere School Heveadorp

In 1963 besluit de gemeenteraad dat de Seelbeeckschool wordt verplaatst naar de Cardanuslaan te Doorwerth. In september 1964 start de Christelijke Ulo-school in de oude Seelbeeckschool. In januari 1971 komt er een peuterspeelzaal in de oude school.
Eind jaren 80 is het schooltje, door SLAK aangekocht. Het heeft 4 ateliers en een atelierwoning.
Heveadorp. Er waren twee lagere scholen voor de kinderen uit Heveadorp.

In het voorjaar van 1932 werd het oude kantoorgebouw van Scheffer ingericht als Christelijke Lagere School.

Huize Zorgvlied is door Scheffer gebouwd, samen met: de Viersprong (Jacoher), Pretty Home, Forest Hill, de Pauw, de Bloem en de Vrucht.".

Later is Zorgvliet de Vijverberg gaan heten, ze hebben hetzelfde kadastrale nummer.687. Het adres was destijds Dunolaan 31.

De school stond net voor de nu open plek in het bos, rechts van de Dunolaan in Heveadorp als je omhoog loopt richting Doorwerth, iets verder dan de kruising (bij de ANWB wijzer) met oude oprijlaan (Dunoweg) naar de Duno met huize de Pauw.

De eerste leerkracht was meester T. Van Beek. In het voorjaar van 1932 begonnen met 40 leerlingen en in 1933 gegroeid naar 65 leerlingen. Gevorderd door Duitsers in augustus 1940. Nadat de Engelsen er in 1944 hun intrek hadden genomen is het verwoest. In 1946 is de christelijke school samen met de openbare school verder gegaan in één gebouw in Heveadorp, later werd de Rehobothschool in Doorwerth gebouwd, waar de heer Van Beek ook het hoofd van de school is geweest. In 1952 is de Christelijke Lagere School verder gegaan in de Rehobotschool in Heelsum.
christelijke lagere school Heveadorp Zorgvlied en of De Vijverberg. Later de voormalige Christelijke Lagere School Heveadorp.
Voormalige Holleweg Oosterbeek

Tegenwoordig Pietersbergseweg? Of de van Eeghenweg?, of..? Let op: de hellingen omhoog en naar beneden zijn goed te zien
Holleweg Oosterbeek
De Italiaanseweg, Doorwerth:

In 1840 liet de baron van van Brakell een nieuwe weg aanleggen. Werd aangekondigd in de Arnhemse Courant van dertien september 1840: dat de klinkerweg met de naam de Italiaanschen weg, was geopend. Loopende vanaf de Rijksstraatweg (tusschen den Koude Herberg en Heelsum) door de Molenberg naar het Kasteel". De nieuwe weg werd met groot enthousiasme ontvangen: "Zag men er om den heuvelachtigen, moeilijken weg tegen op, om eenen aangenamen dag aan den herberg op Doorwerth te gaan doorbrengen, het oude kasteel te bezigtigen en van den heerlijke omstreken te genieten".
Rond 1843 en 1844 werden opdrachten verstrekt om de weg te verlengen middels een bredere Wolfhezerweg, om het kasteel te verbinden met het station Wolfheze. Dit station werd ook door (en voor) Van Brakell gebouwd. In 1845 opende het station gelegen aan de Rhijnspoorweg dat Utrecht met Arnhem verbond.

Van Brakell had met de Spoorwegen afgesproken, dat in ruil voor zijn toestemming om een station te bouwen, alle treinen in Wolfheze zouden stoppen. Teniet gedaan vlak na het overlijden van de baron.
Jagerskamp, Oosterbeek.

Medio 1864 verkopen de weduwe en erven van koopman Gerrit Maassen in het openbaar Een Huis en Erve met Tuin en Bouwland genaamd de Jagerskamp. Dit terrein van maar liefst 3 ha, begrensd door de huidige Weverstraat, Jagerskamp en Jagerspad, had Maassen in 1834 van de Domeinen gekocht en werd nu in percelen geveild. Sangster koopt het grootste perceel, een terrein met een omvang van ruim 1 ha, waarop ook het door Maassen gebouwde huis de Jagerskamp staat.
Dit huis is ten tijde van de koop verhuurd aan ene mejuffrouw E.P. ten Zijthoff, met een huurovereenkomst doorlopend tot 1 mei 1865. Sangster is echter niet in dit huis geïnteresseerd. Hij bouwt een geheel nieuwe villa op het terrein van de Jagerskamp, de villa die wij kennen als Hoogerheide. Lees verder bij Hoogerheide.
De Jufferswaard uiterwaard ten zuiden van Renkum en Heelsum, zo tussen de papierfabriek en de brug van de autoweg A50, ten zuid-westen van de Noordberg.

Hier is rond 1800 al klei afgegraven door pottenbakkers en later om er stenen van te bakken.

Aan de oostkant van de Jufferswaard, te zuiden van de Noordberg is een stenen muurtje te zien:
muurtje in de Jufferswaard
  Oorspronkelijke kademuur, waar een woonboot aan gelegen heeft. Nu iets ten zuid-westen van de Noordberg in de Jufferswaard. (foto 2015 H.Tax).
Waar komt de naam Jufferswaard vandaan? Veel onduidelijkheden. Volgens eigenaar  Staatsbosbeheer: heet dit gebied de Jufferswaard omdat het ooit van het Klooster van Renkum is geweest. Wikipedia geeft een joodse herkomst aan.

De naam Jufferswaard is volgens oude teksten afkomstig van:
Twintig morgen weyland, de Jufferweerd genaamd, en één morgen twintig roeden, de Pol genaamd, aan de noordzijde van de rivier den Rhijn. samen noordwaarsch aan het erve de Maat gelegen, onder de Doorweerd met derselver kribben en rijsweerden,- zijnde thans een bijsonder leen en afgespleeten van het huys den Doreweert, onder het kerspel van Wolfhesen en Oosterbeek, aan het furstendom Gelre en graafschap Zutphen als een welgebore dienstmangoede, te verheergewaden met eene peerde, leenroerig. Uit het register op de Leenaktenboeken (tussen 1402 en 1895) van het Vorstendom Gelre en graafschap Zutphen; Kwartier van de Veluwe, deel I de Veluwe; Arnhem, S. Gouda Quint 1917; pagina 24.

En van hetzelfde boek op pagina 21: Den Dorenweert met allen sijnen toebehoren; der Jonkfrouwenweert beneven Redinchem in den Rhijn, met anders den weerden, die in den Rhijn gelegen sijn; met den gerichte, hoge ende lege; met thinsen ende thienden ende met visscherien, dat is te verstaen tusschen der Aa ende Redichem; met den mannen, die tot den Dorenweert horen, met den bossche, dat daerto hoort, gelegen in den kerspel van Wolffhezen ende van Oosterbeeck, tot eenen welgeboren dienstmansgoede, te verhergewaden met eenen peerde, erkent bij Robert van Dorenweert, anno 1402.
Of te wel de Jufferswaard is genoemd naar de Juffers van Kasteel Doorwerth.

De Jufferswaard en de steenoven in het bijzonder, leeft in het Renkumse. Er is een vrijwillige Pilo-schoonmaakgroep, die frequent het gebied doorkruist om de resten van het aangenaam verpozen van anderen op te ruimen. Een ander resultaat van de HGR Open Monumentendag is de Pilo-groep, die bekijkt of de Pilo-toren behouden kan blijven.

De Jufferswaard wordt sindsdien bewaakt door Renkums + Heelsums Beekdal
Steenfabriek in de Jufferswaard. Ariëns, Pilo

Hier is rond 1800 al klei afgegraven door pottenbakkers en later om er stenen van te bakken.

Rond 1870-80 begon Heijman Wolff samen met Jan van de Pol (Wolff & Co) er een steenfabriek. Een jaar eerder was er al een steenfabriek bij Renkum begonnen, daar waar nu de papierfabriek staat. Kennelijk ging de firma Wolff failliet, naast Renkum kwam ook De Maneswaard te Opheusden en "De Hooge Blieken" onder Vianen en Hagestein in 1927 te koop.

 In 1928 werd in de Jufferswaard de N.V. Vlamovensteenfabriek Renkum opgericht met als doel de verwerving van een uit veiling gekochte 'en in volle werking verkerende en uitmuntende waalsteenfabriek aan de Nederrijn', laatste in eigendom van Bankier Wolff & Co.

De fabriek werd reeds bij aankoop ook wel de oven van Ariëns genoemd. De oven is in 1942 bij gebrek aan brandstoffen stilgelegd en werd in 1944 (WWII) zwaar getroffen. Restanten van de steenfabriek en boerderij van de ovenbaas Evert Ariëns (en later zijn zoon Anton Ariëns) zijn nog goed te zien. De fabriek bood een goede locatie om oprukkende Duitsers richting Arnhem, het doel van Market Garden, tegen te houden. Ook dorp Renkum heeft er veel schade van ondervonden. De steenfabriek is na de oorlog nooit meer herbouwd in verband met een reeds tijdens de oorlog ontstaan meningsverschil tussen EJ Ariëns sr,  zijn broer JJ Ariëns Azn' enerzijds en F van de Loo - minderheid aandeelhouder - anderzijds.

De zoon van Evert Ariëns Ezn, (Lange) Antoon Ariëns Ezn. (tevens penningmeester van de Renkumse IJs vereniging 'Vooruit', zie hieronder), vertrok na de sanering van de fabriek in 1950 naar Steenfabriek de Bosscherwaarden in Wijk bij Duurstede, tevens een teken aan de wand voor het naderende einde van de Vlamoven.

De schoorsteen is met vennootschapsgelden en voor een klein deel Marshall-gelden gerestaureerd, voornamelijk vanwege het gevaar van instorting en bovendien: geen schoorsteen, geen stook vergunning. Ook werden de tot midden jaren 70 de oude tichelvergunningen verlengd dit (mede) ten behoeve van andere steenfabrieken van de familie Ariëns in Buren(1), Maurik (2), Westervoort (2) en Arnhem (1).

De omliggende landerijen in prive bezit van E.J. Ariëns sr waaronder: de grond links gelegen van het pad naar de Noordberg groot plm 2 ha. (waarop twee grafheuvels) zijn aan een derde verkocht; een ander stuk grond in privé van Ariëns sr. gelegen ten noorden van de Vlamoven steenfabriek, (waaronder Weiland 'de Maat') groot plm. 8 ha. werd reeds kort voor de oorlog  onteigend t.b.v. de aanleg van de latere rijksweg.

Het laatste-, genoemd meningsverschil-, maar voornamelijk de oorlogsschade en de verouderde techniek van een vlamoven maakte de herbouw van de oven uit logistiek- en economisch oogpunt onhaalbaar. Ook de door E.J. Ariëns sr. in privé gehouden optie op 40 ha. tichelgrond  t.l.v. Baron van Brakel gelegen  ten zuiden van de Noordberg deed daar niets aan af. Bovendien hadden de Erven EJ Ariens sr. inmiddels plannen om hun andere fabrieken, die wel in volledig eigendom waren te moderniseren met als sluitstuk de eerste Nederlandse tunneloven in steenfabriek de 'Nijgraaf' te Westervoort.

Midden jaren 80 hebben de Erven EJ. Ariëns sr. en de Erven JJ Ariëns Azn  het meerderheidsaandeel in de Vlamovensteenfabriek Renkum BV aan Van der Valk in Best verkocht. De minderheid aandeelhouder Erven F van de Loo hebben zich toen bij de verkoop aangesloten.

Van der Valk heeft na weigering van een bouwvergunning waaronder de aanleg van een haven het terrein verkocht aan Staatsbosbeheer

Reeds in 1928 maar ook na lang na de sluiting was de kade van de Vlamoven, waarvan de restanten nog zijn te zien, gratis thuishaven van lokale parlevinkers zoals het m.s. de Rijn. Het gebruik was gegeven onder de voorwaarde dat er op eerste afroep ruimte gemaakt zou worden voor klei leverende- en stenen halende schepen.

De laatste ovenbazen van de Vlamovensteenfabriek,  genoemde Evert Ariëns Ezn en zijn zoon (lange) Anton Ariëns hebben uitdrukkelijk verzocht dicht bij 'hun Vlamoven te Renkum begraven te worden welke graven nog steeds zijn te bezoeken op de R.K. Begraafplaats aldaar.

Tot in lengte van dagen is het stuk grond tussen de papierfabriek van Gelder en de Vlamoven door E.J. Ariens sr 'om niet' in bruikleen is gegeven aan de Renkumse IJsvereniging 'Vooruit', een van de oudste IJsverenigingen in Nederland. In 1929 is er door de ijsclub wel een heel bijzonder schaats-festijn werd georganiseerd. Het halve dorp heeft zich over de ijsvloer bewogen in het een of ander vreemd pakje. De costumier Piet Schilder uit Arnhem kwam met een geweldige verzameling costuums naar Renkum maar hij was uitverkocht voor hij het wist. En naast die gehuurde pakjes krioelde het op de baan van de meest dolle creaties van sneeuwpoppen en Indianen tot Volendammers en Tirolers, Charley Chaplin en Veluwse boertjes en boerinnetjes. Aan de Wilgenpas, verscheen een clublokaal, en Renkum had een schitterende ijsbaan, vlakbij de dorpskem. De aanleg van Rijksweg N 225 rond 1970, gooide in het eten, en met hulp van Oranje Nassau Oord, kon de ijsvereniging naar Het Broek.

Jufferswaard steenfabriek
Opname zomer 1945

Het Historisch Genootschap Redichem heeft in 2006 een onderzoek gedaan naar de steenfabriek. En in 2017 is er een Open Monumentendag in de Jufferswaard gehouden door HGR en anderen. Het HGR heeft toen ook een boekje over de geschiedenis van de Jufferswaard uitgegeven. Dat boekje is bij het HGR en bij De Beken, te koop.

Open Monumentendagen

Met dank aan Evert A. Ariëns EEzn.
De Kabeljauw, Doorwerth.

Bij de boerderij de Kabeljauw lagen eens de twee Papiermolens op de Kabeljauw tegenover elkaar. De boerderij de Kabeljauw is gebouwd op de fundering van de noordelijke papiermolen. Naast de boerderij Kabeljauw 13 stond watermolen voor de productie van papier De Kamp. De beide Kabeljauwmolens hebben de naam van een lompenhandelaar uit Dordrecht die de bouw van beide molens financierde om zo zn lompen te kunnen verwerken. De Kamp papiermolen is gebouwd in 1693 en in 1864 is de molen stilgelegd.

Lees hier meer over bij de pagina over molens.

De Maatschappij Doorwerth kende in 1926 een onderdeel: De Maatschappij De Kabeljauw. Met Notaris Sluis uit Wageningen gaan zij proberen om op 12 en 26 juli 1926 in het restaurant de Kievitsdel te verkopen: 4 percelen aan de Utrechtschenstraatweg elk groot ongeveer 1500 m2. 6 percelen aan de Kabeljauwlaan, groot ongeveer 1125 m2. 10 percelen langs de van der Molenallee, groot ongeveer 1600 m2. 13 percelen langs de Boschlaan elk groot ongeveer 1100 mw. Daarnaast zal op dezelfde veiling de heer J.A. Haag verkopen: drie percelen aan de van der Molenallee, hoek Kabeljauwlaan, groot ongeveer 700 m2 en 8 percelen langs de van der Molenallee, nabij de Melkweg elk groot ongeveer 950 m2. Zo begint dus de buurtschap Kievitsdel.
Munninghof Kabeljauw
Pannenkoekenhuis de Kievitshoeve. Kabeljauw 6 te Heelsum. In 1936 te bereiken zo'n 200 meter omlaag vanaf hotel de Kievitsdel in Doorwerth.
Kiepen van Beels.

Beels was de echtgenoot van Jkvr. G. J. Ph. Schimmelpenninck en men woonde op de Keijenberg. Met kiepen worden in Renkum kraaien bedoeld en die zaten in grote getale in het Kraaienbos, ten westen van de Keijenberg.

Tegenwoordig wordt deze naam gebruikt door een dagbestedingsproject voor de bewoners van de Keijenberg.
Uit het boek "Groen was mijn dorp", Wes Beekhuizen. [blz. 15]: ''Op huize de Keyenberg woonde toen de familie Beels waarvan de freules zich vaak met liefdadigheid bezig hielden. Even voorbij het kasteeltje, dicht bij de beek, huisde een grote kraaienkolonie in de zeer hoge, kaarsrechte bomen. Het merendeel van die gevederde bewoners trok overdag bijna geruisloos over ons dorp en de Rijn om in de Betuwe te gaan fourageren en tegen de schemering zochten al die zwarte vogels, luid ka-ka-ka-end, hun nesten weer op. De Renkumers zeiden dan: De kiepen van Beels gaon weer op huus aon....'' 
Het goed de Kleikamp te Renkum

Is in 1791 beleend aan Willem Hendrik Klinkenberg van Echten en was een afsplitsing van het goed de Keijenberg.
In deze 25 Ha. grote uiterwaarde bouwt in 1883 A.J.W. Furncombe Sanders een steenfabriek en verpacht deze aan de firma Van Dam & Co. De steenfabriek wordt afgebroken ten behoeve van de uitbouw voor Van Gelder, de papierfabriek.

In 1924 zien we advertenties zoals: prima Fokhanen, stam fokstation De Kleikamp" Renkum.
Voormalige Steenoven De Kleikamp.

In 1903 koopt G. H. Reijmer steenoven De Kleikamp voor hfl 24.850,=
Volkskrant 14-2-1969:  Arnhem, 14 febr.  De baksteenindustrie De Kleikamp in Renkum gaat eind maart sluiten. Ongeveer 30 werknemers worden ontslagen. Verwacht wordt dat zij in omliggende bedrijven herplaatst kunnen worden. De sluiting van de steenfabriek gebeurt in het kader van de saneringsregeling voor de metselbaksteenindustrie. Met de vakbonden en de werkgeversorganisatie in de bakstèenindustrie is overeenstemming bereikt over afvloeingsregelingen.

Nieuwsblad van het Noorden: Het betreft hier een ten dele traditioneel bedrijf met een jaarproduktie van ongeveer 10 miljoen bakstenen. Als gevolg van deze sluiting zullen circa 30 werknemers moeten afvloeien. Het personeel is van de voorgenomen sluiting in kennis gesteld. Aangenomen wordt dat zij op omliggende bedrijven herplaatst zullen kunnen worden.
De Kloosterweide is de uiterwaard ten zuiden van het Renkumse Klooster. Hier wordt een papierfabriek gebouwd die in 1912 wordt vervangen door een papierfabriek van Van Gelder, die onder de naam Renkum II de geschiedenis zal ingaan.
Het Kloosterkamp is een afsplitsing geweest van het landgoed de Keijenberg. Een stuk uyterweerds hooy- en weyland, de Kloosterkamp genaamt, groot ongeveer vijftien morgen, drie hond en negen en tachentigh roeden, in het schoutampt van Rencum gelegen; sijnde thans een bijsonder leen en afgespleten van den Keyenberg cum pertinentiis, opgedragen door Wilco Holdinga Tialling Camstrathoe Schwartzenberg en Hohenlandsberg aan Evert Jan Benjamin van Gollstein, die daar weder mede beleend is, 28 May 1791.
Uit Register op de Leenaktenboeken van het Vorstendom Gelre en Graafschap Zutphen; Gelre 1917.
Van Koepel naar gasfabriek, van Ingenweg in Renkum

Op de website Topotijdreis is tussen 1894 en 1913 een koepel te zien.
Koepel Renkum
De koepel zal een soort theehuis van Petronella Ploem zijn geweest.

Koepel RFenkum
De koepel staat ingetekend links van de huidige van Ingenweg, op de plek waar later een gasfabiek verschijnt. Helaas kan ik niet verder terug dan 1849.

De gasfabriek:
De Raad dezer gemeente besloot heden afwijzend te beschikken op de concessie-aanvragen van de Electriciteits-Maatschappij Phaeton te Nijmegen en de gasverlichting Maatschappij Brummen, te Brummen. Aan den heer B. Linn, gasfabrikant te Schoonhoven, werd wel een voorloopige concessie verleend voor den tijd van zes maanden, tot het leggen van gasleidingen en het exploiteeren van een gasfabriek te Renkum. Uit de  Arnhemsche courant 18-12-1897

De gasfabriek verschijnt bij het Kadaster in 1900. Kavel C 1654 is dan leeg ingetekend.
Renkum gasfabriek

Volgens krantenberichten gaat de gasfabriek open in 1899. Zie oa de Opregte Haarlemsche Courant van 01-05-1899

Renkum van Ingenweg gasfabriek
Kadasterkaart uit 1924, Van Ingenweg is aan de bovenkant.
"De vergadering van aandeelhouders der Benkumsche Gasmaatschappij, te Renkum, heeft tot commissarissen  in plaats van de heeren De Meester, Mijnheer en Vreede, die ontslag hadden genomen  benoemd de heeren B. Linn, te Renkum, J. M. G. Scheffer en H. Wirix, beiden ingenieurs te Delft. Tot directeur werd benoemd de Heer Richard H. Linn, die sedert het eervol ontslag van zijn vader, reeds tijdelijk deze betrekking had waargenomen". Uit het Nieuws van den dag: 23-07-1907


Gasfabriek Renkum 1924
aanleg van de Petronellaweg in 1924

Van Ingenweg Gasfabriek
De van Ingenweg in 1963 De gasfabriek is nog te zien. Rechts op de hoek Van Ingenweg - Dankmeijerweg, Kavel 4569 is het pand Eikenhof dat er in 2021 ook nog staat

Van Ingenweg rond 1920

Hoe ziet het er in 2019 er uit:
Renkum van Ingenweg
Het voormalige Koetshuis van Hartenstein, Utrechtseweg 228 te Oosterbeek.

Gebouwd als koetshuis met dienstwoning voor het ernaast gelegen Hartenstein. Gebouwd in het derde kwart van de 19e eeuw in de voor periode kenmerkende eclectische trant, waarschijnlijk naar ontwerp van L.H. Eberson. Ken het als brandweergarage en als restaurant Klein Hartenstein.

Het gaat hier om een Rijksmonument.
Koetshuis hartenstein Oosterbeek
Buitenplaats Kortenburg, Wageningen, zie Corthenberg bij Renkum
Verdwenen Kousenhuisje, Oude Kloosterweg 1 te Wolfheze.

Meer info over het Kousenhuisje is hier te vinden. In 1989 is er op de plek van het Kousenhuisje een nieuwe woning gezet: adres Oude Kloosterweg 1 Wolfheze.

Na de WW II oorlog was Willy Jansen-Peelen uit Renkum/Heelsum, er de boerin. (Cor Janse pagina 1305)
naar een ingekleurde ansichtkaart
WWII Landingszone X, gelegen vanaf de cafetaria Airborne, Renkum, tot aan de spoorbaan Arnhem Utrecht. Het monument staat naast de cafetaria.

Veteraan Steve Morgan was een van de twee veteranen die het monument op 21 september 2018 mochten onthullen. Als parachutist is Morgan geland in zone Z, tegenwoordig de golfbaan tot aan de Parallelweg Wolfheze. Morgan heeft gevochten bij de brug, tot de gevangenneming door de Duitsers. In Duitse kampen gezeten tot aan de bevrijding. Het monument staat op de plek van dropzone-X, de plek waar de Slag om Arnhem begon. Volgens Wilfred Oldham, zijn hier de eerste twee gliders geland. Oldham zat zelf in een van deze 2 gliders. Hun opdracht was, beveilig de dropzone voor de latere landingen. Beveilig de weg vanaf Bennekom en de weg in Renkum (Dorpsstraat) vanaf Wageningen. Als de Airbornes richting Arnhem trekken, willen ze niet in de rug aangevallen worden.

De gemeente Renkum heeft meerdere keren getracht de langdingsvelden vol te bouwen met woningen.
Landingszone X Renkum
Lebret, Lebretweg 51, Oosterbeek.

Begonnen 1917 als Volkshuis op initiatief van de Vereeniging Tot meerdere Ontwikkeling"  en in 1929 voorzien van enige aanbouw voor een badhuis.

Lebret
"Oosterbeek: De heer Lebret neemt 100 werkeloze werknemers aan op landgoed 'Het Deelerwoud'. Oosterbeeksche Courant 24-10-1914

Tot 1972 in gebruik als badhuis voor de Oosterbekers. Daarna een zalencentrum.
Zaal Lemgo, Don Boscoweg 16 te Renkum.

BAG = 1965

Het verenigingsgebouw Lemgo te Renkum. Op zondag 14 juni 1933 verzocht het bestuur van de Rooms Katholieke Werklieden Vereniging aan de leden van Stand, Vak en Jeugdorganisatie hier ter plaatse om zich na de Hoogmis naar Lemgo te begeven om daar te bespreken de mogelijkheid tot oprichting ener Rooms Katholieke Muziekvereniging. bron.

Het parochiehuis werd de opvolger van het parochiehuis in de oude villa Lemgo.
Als clubhuis werd in 1972 aan de Don Boscoweg het Kriel gebruikt tot in 1980 een eigen clubhuis op het sportpark werd geopend.
 Dat werd Lemgo gelegen naast het pand van Drukkerij Bos. En zo werd het Kriel geboren.

Later in gebruik genomen door de St. Maatschappelijke Dienstverlening Renkum-Wageningen.

In 2020 verbouwd, het heeft jaren te koop gestaan, samen met het aangrenzende woonhuis.
Voormalige meubelfabriek LOV, Jan van Embdenweg, Oosterbeek.

LOV

Gerrit Pelt richtte in 1910 een idealistische meubelfabriek in Oosterbeek op, de N.V. Oosterbeeksche Meubelfabriek L.O.V: Labor Omnia Vincit oftewel Arbeid Overwint Alles. Zijn doel was een betere levensstandaard voor de arbeiders klasse te creëren, en meubels te vervaardigen die degelijk en stijlvol, maar ook betaalbaar zijn. Betaalbaar werd het niet, alle meubels werden met de hand gemaakt, confectiemeubels waren zo de helft goedkoper. Pelt liet zijn fabriek bouwen volgens de laatste inzichten over hygiene en veiligheid. Er was een badhuis en een bibliotheek voor de arbeiders. Fraaie werkmanswoningen verrezen op het bedrijfsterrein. De acht-urige werkdag werd ingevoerd lang voordat hij verplicht werd gesteld. Ook de overige voorzieningen waren ruimhartig. Bijzonder was vooral de in Nederland zeldzame bedrijfsstructuur, die was gebaseerd op het systeem van co-partnership. Een deel van de winst wordt daarbij aan de arbeiders uitgedeeld in de vorm van aandelen, zodat zij heel langzaam aan mede-eigenaar worden van de onderneming. In 1935 werd LOV geliquideerd. De bekende architecten A.P. Smits én H. Fels, waren beiden tussen 1916 en 1935 vrije medewerker bij de meubelfabriek LOV. (bron)
In juli 1927 werd door een brand het gehele pand vernield. De schade werd beraamd op hfl 120.000,-. Een grote hoeveelheid klaarstaande meubelen, bestemd In 1873 is er op kavel D2063 de Stichting Rust en vakantie.
voor het Troelstrahuis, werden ook vernield. De medewerkers bouwden een noodlokaal.

LOV Oosterbeek

De firma Raanhuis heeft de LOV op de J. v. Embdenweg overgenomen.
Later is Raanhuis verhuisd naar Renkum. Sinds 2018 is er de Stichting Erfgoed LOV.
de Marienbergweg in Oosterbeek

"Mevrouw De Jonge geb. baronesse Van Wassenaer heeft den Marienbergweg te Oosterbeek in eigendom en onderhoud aan de gemeente aangeboden. B. en W. stellen den raad voor, deze aanbieding te aanvaarden". Uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 11-06-1927

MAriënbergweg Oosterbeek

Een uitsnede van een Kadaster hulpkaart uit 1927. Daar waar de Steenwinkel gebouwd wordt is het nog leeg, ter ontwikkeling. Het ingetekende huis is nu Mariënbergweg 20 en 22. De BAG geeft van deze panden dienstjaar 1928. Maar met hulpkaart HK_OTB00_D_873.jpg uit 1925 is deze woning al te zien.

Marienbergweg Oosterbeek
Uitsnede van een kadasterhulpkaart dienstjaar 1938. Volgebouwd.
In 1929 woont  H. Kruithof, Mariënbergweg 1
In 1940 gaat J. J. Kruithof, werktuigk., op de Mariënbergweg 1 wonen
In 1944 woont  F. v. Embden, Mariënbergweg 2
In 1942 woont mevr. W. K. J. de Wit, Mariënbergweg 3
In 1930 woont de fam.  H. P. Penning - Veldhorst, Mariënbergweg 5
In 1936 woont W. P. J. Gouda QuintEngelsman, Mariënbergweg 7
In 1936 woont  L. H. Wijnmalen, Handelsonderneming Roerlicht, Mariënbergweg 9
In 1943 woont mevr. Dr. H.L.J. Schmidt, Mariënbergweg 10
In 1930 woont de fam. Schwencke, Mariënbergweg 12
In 1944 woont Grutzner, Mariënbergweg 14
In 1934 woont de heer  H. I. L. Serlijn, Mariënbergweg 16
In 1941 woont ing. H.A.M.C. Dibbits, Mariënbergweg 16
In 1940 woont  fam. Mr. Treussart Ridder Van Rappard - Heere, Mariënbergweg 17
In 1941 S. Bremer, huishoudster, Mariënbergweg 17
In 1928 woont de familie E. Terwindt - Bollaers, Mariënbergweg 18.
In 1931 gaat S. H. M. Smulders, als kinderjuffrouw wonen op Mariënbergweg 18
In 1936 woont fam. Geist - de Greef, Mariënbergweg 19
In 1942 woont fam. J.P. van der Flier - van IJsendijk, Mariënbergweg 19
In 1933 woont de fam  v. Buuren, Mariënbergweg 20
In 1937 betrekt C. W. Schuller, secretaris der residentie Benkoelen, Mariënbergweg 20
In 1938 woont mevr. van der Sluis, Mariënbergweg 20
In 1940 woont Mej. S. Hoeksma, Mariënbergweg 20
In 1942 woont C. v. d. Sluis, Mariënbergweg 20
In 1938 woont de fam. I. H. Overbeeke - Jongkees, Mariënbergweg 21
In 1929 woont de uit NOI afkomstige A. Overbeeke, Mariënbergweg 22
In 1931 gaat  A. Overbeek, wd. insp. van het inL onderwijs in het 8e ressort te Menado, Marienbergweg 22 met pensioen.
In 1935 woont woont M. Koenders, Mariënbergweg 22
In 1935 woont Mevr. Hiebendaal, Mariënbergweg 22
In 1941 woont de fam. Massink, Mariënbergweg 22

"Wegens omstandigh. te koop aangeboden STUK BOUWTERREIN groot 1330 M2., prachtig gelegen aan Utrechtschen straatweg hoek Mariënbergweg, Oosterbeek, a  5.50 p. M2. Br. onder no. 6737 bur. v. d. blad". Arnhemsche courant 01-06-1933

Marienbergweg Oosterbeek

Slechts één huis heeft niet herstelbare oorlogsschade. Eind 1944 en begin 1945 werden meerdere woningen door Duitsers gebruikt om dwangarbeiders te huisvesten, voor het graven van loopgraven e.d. Tot 20 personen per woning. Welke woningen?

Marienbergweg Oosterbeek
De Mariëndaalse Ossenweerd of Osseweerd, Ossenwaard, Ossewaard, Ossekamp
Oosterbeek
Carte-van-de-Mariendaalse-Ossenweerd-door-Gijsbert-Verbeek-uit-aug-1738. De Oude Kerk in Oosterbeek is herkenbaar en de Nederrijn is er te noorden van.
Deze weerd, even oostelijk van het vroegere Rijnbad gelegen, zal waarschijnlijk als weideplaats voor ossen hebben gediend. Er wordt namelijk ook wel over Ossenkamp gesproken. Veel kavels op deze kaart zijn van de Fa. Bentinck.
Uiterwaard Monnikenweerd, Oosterbeek  Een onderdeel van voormalige Heerlijkheid Rosande. Een eerdere naam: Patersweerd. Deze waard (uiterwaard) bij de Nederrijn was in gebruik bij de kloosterlingen van Mariëndaal en behoorde tot het bezit van Rosande.
De Nederhof, een Eltens goed te Renkum rond 1300-1400 in erfpacht gegeven aan het O.L. Vrouweklooster in Renkum.
Er was ook een Overhof.

In het Oud Nederlands schrijf je HOFF.
De Noordberg bij Heelsum. Vanaf de Noordberg heb je een mooi uitzicht over de uiterwaarden, de Nederrijn en de Betuwe.

Noordberg Doorwerth Heelsum

Noordberg Heelsum Doorwerth
Er is een verhaal dat Rembrandt een tekening van de drie eiken op de Noordberg gemaakt heeft. De anschtkaart hiervoven verwijst daar naar. Op de iets latere ansicht rond 1915  hieronder zie je de nieuwe aanplant.

Noordberg Doorwerth Heelsum
 
De Noordberg heeft al een lange geschiedenis die begint in het Saalien tijdperk, zeg zo'n 170.00 jaar V.C, Daardoor wordt de stuwwal gevormd. De Noordberg wordt aan de westzijde begrenst door de Heelsummerbeek. Die beek is nu nog over van een groot water en moerassengebied tot aan de Hoge Veluwe. De Sandr van Wolfheze is er nog een restant van, kennelijk is er een relatie tussen de Sandr en de Noordberg, want de Noordberg is een zandbank met een andere samenstelling dan de stuwwal. Aan de Oostzijde ligt de stuwwal met de Boersberg, Sinds 1972 doorsneden door de A50 autoweg. In vroegere tijden had de Noordberg een andere naam: de Oortberg. Van 1401 tot ergens 1800 stond er op de Oortberg een galg. Behorende bij de Heerijkheid Doorwerth. Er is niet zoveel over bekend. Doorwerth zelf is er al voor 1401 en in 1402 wordt Doorwerth een leen van Gelre. En bij een leen horen rechten, heerlijke rechten, dus ook rechtspraak. De Heerlijkheid eindigt met de komst van de Fransen in 1795. Door Liberté, égalité, fraternité worden adelijke extra's afgeschaft. En daarmee ook de galg. Neem aan dat de galg nooit gebruikt is. De Fransen maken waarschijnlijk wel een schans op de Oortberg. De aarden wallen hiervan zijn nog steeds zichtbaar. Ga je heden ten dage op de galgenheuvel staan, dan heb je een bijzonder uitzicht.

Fonteinallee galg Doorwerth
De locatie van de galg was op het kleine heuveltje waar je tegenaan zou lopen. Niet zichtbaar, links van het heuveltje een zitbank met uitzicht over de uiterwaarden en Nederrijn..
Kijk naar het oosten. Er zijn twee voetpaden. Een pad gaat in een rechte lijn naar het Kerkje op de Heuvel in Heelsum, de andere gaat in een rechte lijn naar het Kasteel. De rechte lijn wordt alleen onderbroken om de stuwwal af te komen en bij het Kasteel is er de dijk, die ook niet

Doorwerth Fonteinalle Noordberg

 recht is. Je ziet het voor je, de veroordeelde mocht eerst nog naar de Kerk, terwijl de richter, de heer van Doorwerth en gasten vanaf het Kasteel komen.

Noordberg en omgeving
bron: http://www.topotijdreis.nl/ 1925

Het is de Fonteinallee die over de Noordberg gaat en dan met een knik door de Jufferswaard naar Renkum gaat. In het beekdal is een voetbrug, op de plek waar vroeger het "vishek" was. Bij De N225 is er een viaduct en daarna kom je tussen huisnummer 126 - 128 op de Utrechtseweg te Renkum uit. Sinds de herstelwerkzaamheden van de Jufferswaard in 2015 is het voetpad zeer modderig. Het uitzichtpunt op de Noordberg was tot 2016 een prima locatie om het zwart-witte zwanen trio te bekijken.

Boulevard de la Trémoïlle.

Op deze kaart is de Fonteinallee een breed pad. Sommige bomen staan er nog. Op de kaart hierboven het stuk van de Utrechtseweg en de Noordberg. Formeel begint aan de Utrechtseweg de Fonteinallee, gaat dan over de Noordberg, langs het Kasteel, tot aan de oude Tol in Heveadorp. Het lijkt me onmogelijk dat een doorgaande openbare weg uit de Middeleeuwen particuliere grond wordt, maar in Renkum is veel te regelen. Het stukje Fonteinallee tussen de Utrechtseweg in Renkum en de N225 is particulier eigendom. Soms wordt het afgesloten met een hek. En is het schuurtje nu een woning geworden?

Zie ook de Duno, waar de Noordberg aan grenst.
Openbare Lagere School 1, Weverstraat, Oosterbeek. gebouwd in 1863, verwoest in 1944
Oosterbeeksche Sanitatsmilch-Stal,  ingang Villa Elfriede", Pietersbergseweg Oosterbeek Oosterbeek-melkerrij-Arnhemse-courant-8-11-1906
Oranje Nassau Oord staat formeel in de gemeente Wageningen, maar de ingang gaat tegenwoordig via Renkum. Onderdeel van het landgoed de Corthenberg

Meer over de landgoederen op de landgoederen website.
De Oude Tol, Utrechtseweg, Doorwerth. Stond op de Utrechtseweg, net voorbij de Wolfhezerweg aan de linkerkant, als je van Oosterbeek naar Renkum gaat.
De Overhof, een Paderborns goed te Renkum, in erfpacht gegeven aan het O.L. Vrouweklooster in Renkum. Er was ook een Nederhof. Zie hierboven en bij Kerken.

In het Oud Duits schrijf je HOFF.
Voormalig tehuis De Overstap, Oranjeweg, Oosterbeek

Een ondereel van de J.P. Heijestichting.

Overstap
 In De Overstap waren van eind 1953 ruim 30 meisjes woonachtig onder toezicht: acht hunner zijn in betrekking voor dag en nacht, de anderen in dagbetrekking.

Advertentie uit 1978.
Luchtfoto van Renkum uit 1927

Wat valt op: Linksonder aan de zuidzijde van de Dorpsstraat staan nog enkele boerderijen. Er was nog geen supermarkt, je verbouwde alles zelf. Tegenwoordig staat er een supermarkt.. Rechts onder: Van Gelder Papier. Er is nog geen Caecilialaan (tegenwoordig Fabrieksstraat), schuin tegenover de Nieuweweg.
Renkum 1927
Renkums Veer (1796 -1973 en 2015 tot heden)

De Renkumse Meent of Mark was het ongeveer 20 ha. grote weidegebied ten zuiden van de
Dorpsstraat. De weg door de meent was de Veerweg, vroeger ook Meentweg geheten. De
aanlegplaats voor schuiten aan de Meentweg gaf problemen. Daarom werd in 1845 besloten
om de kop van de Meentweg op te hogen en daarbij een pakhuis te bouwen. Bovendien
werd besloten om tevens een woning aan het pakhuis te bouwen. Zo werd het pakhuis de
grondslag voor een veerhuis. De naam veerhuis is later ingeburgerd. Jan Bol uit Heteren
onderhield al jaren met een roeiboot een veerdienst tussen de beide Rijnoevers. Hij vroeg en
kreeg in 1862 toestemming om in het vervolg aldaar met een pont te mogen aanleggen,
zodat karren en rijtuigen beter overgebracht konden worden. Vooral hierna heeft de naam
veerhuis zijn intrede gedaan.
In 1903 brandde het oude veerhuis met pakhuis geheel af.
Herbouw volgde datzelfde jaar nog. Enkele decennia geleden werd het veerhuis afgebroken.
Door de aanleg van de A50 (brug over de Nederrijn) verdween de pont. Er was overigens al in de
10e eeuw in Renkum, toen Redichem geheten, sprake van een voetveertje.

Lees meer bij de HGR over het Renkums veer.

Sinds 2015 vaart er van medio april tot in de herst een pontje het Renkumse Veer.

Wikipedia.
Rehoboth, Koninginnelaan, Heelsum.

In 1883 was er behoeft aan een grotere en betere school in Heelsum-Doorwerth. Dat kwam er in de vorm van het nog steeds bestaande gebouw Rehoboth. In 1938 ging Rehoboth van de Burgelijke gemeente over naar de Kerkelijke gemeente. En kwam het in handen van de toenmalige Nederlands - Hervormde gemeente.
De oorlogsschade werd in 1948 hersteld en werd het gebouw ingericht als verenigingsgebouw onder architect J. Grypma. In 1996 is het gebouw opnieuw gerestaureerd en aangepast aan de eisen van de tijd.

In 2022 aangepast en omgezet naar een Bed en Breakfast of te wel Herberg

Rehoboth
Hof te Seelbeeck, Heveadorp. In het begin van de 15de eeuw een leengoed van Kasteel Doorwerth. Geheel verdwenen. Bij de aanleg van twee vijvers (Elzepasje) bij de bron van de beek (ten noorden van de Oude Oosterbeekseweg) komen in 1907 de restanten van een hoeve met toren en ophaalbrug te voorschijn. De restanten van de toren vormen nu een eilandje in de bovenste vijver. In het Elzepasje heeft een in 837 reeds vermelde woonburcht: Hof bij de Seelbeek gestaan. Genoemd wordt een schenking van een Hof aan de Seelbeek aan het klooster van Lorsch door ene Magofrid.
Pension Simplex, C 97, Oosterbeek. Rond 1918 werd het pension gebruikt voor het interneren van Duitse krijgsgevangenen, een dependance  van het Duitse Kamp te Wolfheze.
Voormalig slachthuis, Oude Oosterbeekseweg 2-4, Heveadorp

Gebouwd in de periode 1928-1933

slachthuis

slachthuis
slachthuis Heveadorp
Station Oosterbeek

Station Oosterbeek

Station Oosterbeek
Bestemd als Rijn-Spoorweg-Station

"Oosterbeek, 25 junij 1873. Voor den aanleg van den spoorweg Rotterdam - Arnhem - Munster heeft men thans eene lijn uitgebakend, die meer om hare ligging dan de vorige voldoen zal namelijk van uit het Kievits-dal van Doorwerth. komende, achter de Koude Herberg langs den Zonnenberg, door het Dreijensche bosch, in de rigting van den Haspel bij Arnhem; van daar overstekende naar Diependal op den Amsterdamschen straatweg aan, waar het station Arnhem zal komen. De directie van den Rhijnspoorweg heeft onlangs een maatregel ingevoerd, die van groot nut op de baan is en niet tot de min kostbare behoort; bijna alle sein- of baanwachters zijn van een telegrafeertoestel in hun wachthuisje voorzien en bedreven in de bediening daarvan, zoodat ook zij onmiddellijk berigten kunnen geven als de weg onveilig is. Ook is er sprake van om in Oosterbeek een station aan te leggen, waarvan te verwachten is, dat meer reizigers gebruik van zullen maken dan te Wolfhezen". Uit de Arnhemsche courant  van 27-06-1873

'"De halte van den Rijnspoorweg te Oosterbeek wordt tegen 15 October a.s. door een station vervangen". Rotterdamsch nieuwsblad 12-10-1878

station Oosterbeek

Na de oorlog kwam er nieuwbouw. Een beheerd station stopte in 1970 en in 1972 werd het gebouw afgebroken.
Voormalig Station Oosterbeek Laag, Klingelbeekseweg 69, Oosterbeek.

Station Oosterbeek
Door de Staat aanbesteed in 1877. In 1879 kwam dit station klaar voor gebruik. Het is het eerste station waarbij wordt afgeweken van de symmetrie die tot dan toe alle stations kernmerkte. Een nieuw element is ook de kleine toren waarvan nadien ook andere stations worden voorzien. Het werd gebouwd voor de vele mensen die in Oosterbeek zouden gaan wonen en overstappen. Het station was toen zelfs drie keer zo groot als het nu is. Al die bewoners kwamen er niet. In 1938 werd Oosterbeek Laag gesloten voor reizigersvervoer. Het station werd verwoest in de Tweede Wereldoorlog en is deels zonder de toren hersteld door NS.

Uit de geschiedenis:
Rosande bij Oosterbeek wordt centrum voor Rijn-en dagtoerisme;dit ongeveer 80 hectaren grote centrum, dat Rosande gaat heten is bedoeld als een trekpleister van Europees formaat voor het Rijn- en dagtoerisme. Uniek voor Nederland en wellicht voor Europa is de watertuin, een natte versie van de Efteling. Teineinde de duizenden dagjesmensen tot dicht bij de attracties te brengen, wordt wellicht het station Oosterbeek-Laag in ere hersteld.
Nieuwsblad van het Noorden dd 25-05-1963

Een paar dagen voordat het station gesloopt zou worden in 1983, werd het gekraakt. De CDA-fractievoorzitter Zuurmond zorgde ervoor dat NS bewoning accepteerde, zodat het pand behouden bleef. Het werd verbouwd tot woning en in 2009 werd het eigendom van de bewoners.
Station Wolfheze. Parallelweg 5 Wolfheze

De Baron J.A.P. van Brakell staat toe dat de Rhijnspoorweg tussen Utrecht en Arnhem over een gedeelte van zijn grondgebied wordt aangelegd. In ruil daarvoor komt er in 1845 een beheerde halte te Wolfheze. Handig voor de gasten van Kasteel Doorwerth. De reeds bestaande Wolfhezerweg wordt verhard en wordt doorgetrokken middels de nieuw aan te leggen Italiaanseweg. Alhoewel de Italiaanseweg ook oudere paden en erfgoedgrenzen volgt.

 In 1899 werd het (nu nog bestaande) stationsgebouw geopend. Tegenwoordig is dit stationsgebouw nog het enige "originele" stationsgebouw uit de beginperiode van de spoorlijn. In de WWII hadden de bezetters een "bommen"lijntje naar de vliegbasis Deelen vanaf Station Wolfheze. Tussen Ede en Oosterbeek waren nog meer haltes: een bij de paardenrenbaan (Renbaanhalte) ter hoogte van de A50 - Papendal, er werd alleen gestopt bij activiteiten. En er was een halte "Buunderkamp", bij de kruising Parallelweg, Telefoonweg, tussen Renkum en Wolfheze. Op verzoek werd hier gestopt voor bezoekers van Oranje Nassau Oord.
stationWolfheze
Ansicht uit 1920, de verbouwingen van hieronder zijn klaar
Station Wolfheze
Er wordt in 1913 een wachtkamer aan de kant van de overweg gebouwd en gevel op het stationsplein gaat 2 meter naar voren
Voormalige Gemeentelijke Tekenschool, Wilhelminastraat te Oosterbeek
tegenwoordig Munninghofflaan.

Bouw van de Gemeentelijke Tekenschool aan de Wilhelminastraat te Oosterbeek, naar een ontwerp van A.M. van Steenis, in opdracht van de Gemeente Renkum, 1908.
Xeno Augustus Franciscus Münninghoff was de direkteur van de gemeentelijke tekenschool in Oosterbeek
Tinsen, Jonkershoeve, Klein Amerikaweg, Renkumseheide. N.V. Heide-ontginning Wolfheze. Reeds voordien was door deze vereniging naar een geschikt terrein uitgezien, waarbij toen het oog viel op een stuk bos- en heidegrond nabij de Jonkershoeve, eigendom yan de Renkumse mark. De mark wilde echter niet tot verkoop overgaan, waarna dan het tegenwoordige terrein werd aangekocht. De rest  126 ha , van de gronden der genoemde N.V. werden het jaar daarop verkocht aan dhr. C. Hellingmans te Oosterbeek, welke deze gronden het volgende jaar weer overdeed aan de Hilversumse industrieel G. v. Mesdag. Na 1943 behoort dit gebied tot het eigendom van wijlen H. Zanen te 's-Gravenhage, die met een gebied van 343 ha vrijwel het gehele deel der gemeente ten noorden van de spoorbaan, tot aan de Buunderkamp in eigendom heeft.
De alweer verdwenen tram. Er zijn in het Renkumse 3 tramlijnen geweest. Het bekendst is Lijn 1, met enkele variaties: de witte tram reed tussen Velp, Arnhem en Oosterbeek. De groene tram reed door naar Rhenen. De Renkumse burgemeester van der Molen, laat in Oosterbeek een aansluitings route voor een tram maken richting de gemeente Doorwerth en het toenmalige Natuurbad, later de Branding. Hij vergeet te vermelden dat hij aandeelhouder is van de bouwmaatschappij die vele villa's in Park Doorwerth wil gaan bouwen. En dus een belang heeft bij deze tramlijn.
Voormalig landgoed buitenplaats huis Valkenburg, Oosterbeek Meer over landgoederen op de landgoederen website
Valkeniersbossen, Oosterbeek. Naast de Westerbouwing. In 1916 heeft tuinarchitect Samuel Voorhoeve de Valkeniersbossen aangelegd.
De voormalige Vredestein fabriek, Beukenlaan 50, Renkum

In september 1915 wordt de modelboerderij het Huis ter Aa te Doorwerth van Scheffer aangekocht door de firma Wilhelmi én Co., fabriek Hevea" staaldraden, rijwiel-, auto en massieve banden, te Hoogezand. Dit bedrijf wordt in zijn geheel naar Heveadorp overgebracht. Hevea wordt Vredestein middels een fusie in 1962. In 1976 werd besloten de fabriek in Heveadorp te sluiten en een nieuwe fabriek in het Renkums Beekdal te bouwen. De rubberfabriek Vredestein in Heveadorp sloot in 1979 en werd gesloopt begin mei, juni 1982.
De van Gelder papierfabriek in het beekdal werd gesloten in 1981 en op die lokatie gaat Vredestein verder. In 2004 sluit de Vredestein fabriek in Renkum.

Vredestein
 tegeltableau dat de wederopbouw na de oorlog symboliseert. Het tableau werd destijds in de oude Hevea-fabriek in Heveadorp aangebracht en verhuisde mee naar het nieuwe pand in Renkum. Nu te bezien in het Renkums gemeentehuis in Oosterbeek.

Vredestein sluit zijn fabriek in Renkum. Dat kost 105 mensen hun baan. Dat heeft het bedrijf eind oktober 2003, bekendgemaakt.
Vredestein
plan uit 1986

Wikipedia
Wamelse Enk, Heelsum

Niet meer gebruikte benaming van een enk in Heelsum. Tussen de Kastanjelaan en Kerkweg, Heelsum, bebouwd na 1898.

 We kennen ook de Heelsumse Enk, die een veel groter gebied bestreek. Het gebied tussen de Noordberg en Heelsum, het hogere stuk aan de oostzijde.
"In 1709 werd bij de Heelsumse water-papiermolen op de Wamelse Enk een wind papiermolen voor wit papier gebouwd door Claes Jansen Pannekoek vlak bij zijn watermolen in Heelsum". bron
Het voormalige Wildforsterhuis Wolfheze.

Bij Wolfheze stond van 1366 tot de 18de eeuw het Wildforsterhuis. Later werd het een herberg, Tegenwoordig een hotel met de naam Wolfheze. Het Wildforsterhuis was het hart van Wolfheze, dat ook wel eens het Nederlandse Barbizon genoemd werd. In en om de vroegere herberg ontmoetten elkaar de schilders uit het midden der 19de eeuw. Zoals A. G. Bilders, zoon van J. W. Bilders en andere romantici. Velen vonden inspiratie in Wolfheze. Meester Hendriks, een weinig bekende schilder, had het landschap anders bekeken dan zijn voorgangers. De opvattingen, romantisch zeker, waren de voorboden van een kunst, die later zou worden aangeduid als de Haagsche school. Jacob en Willem Maris kwamen naar Wolfheze. Anton Mauve ontmoette bij het bruggetje voor het eerst Willem Maris. Mesdag kwam er ook en volgens overlevering was er in die tijd, toen Van Lennep in Oosterbeek logeerde, en Jan Kneppelhout de Hemelse Berg bewoonde, een hele groep artiesten, die de oude herberg op het Wildforstergoed tot leven bracht. In Frankrijk gingen schilders in de zomer naar Barbizon. In Nederland gingen brachten vele kunstenaars een pelgrimage naar het Nederlandse schildersoord Wolfheze. Lange tijd, eigenlijk nog tot de Tweede Wereld Oorlog heeft Wolfheze die traditie bewaard. Theophile de Bock heeft er geschilderd, Louis Apol tot kort voor zijn dood, Corn. Kuypers, Charles Dankmeyer, Jan Toorop en nog vele anderen, die in er in het begin van de 20ste eeuw heengingen. Latere schilders zijn Antoon Markus en Xeno Münninghoff, zij bleven het Nederlandse Barbizon trouw.
Het Wildforsterhuis was de woning van de wildforster van Wolfheze, één van de twaalf wildforsters in Gelderland. In dienst van de Heer van Middachten, die weer in dienst was van de Hertog van Gelre. Er waren 12 wildforsters in Gelre.

Op de plaats van het huidige Bilderberg Hotel Wolfheze staat tot 1826 het huis van Wolfhees, zoals men het Wildforsterhuis ook noemt. Het is een aanzienlijk herenhuis met een brede voorgevel en hoog opgetrokken muren. De Papiermolenbeek stroomt langs het gebouw en vormt een soort slotgracht.

Waar het huis van Wolfhees, later tot een landmanswoning ingericht, in zijnen breiden voorgevel en hoog opgetrokken muren, zijne vorige bestemming tot een aanzienlijke heerenhuizing niet onduidelijk vertoonde. Een beek, die in het naburige bosch ontspringt, stroomt langs hetzelfde
.  Uit: I.A. Nijhoff 1820 Wandelingen in de Omstreken der Stad Arnhem

De gracht rond het voormalige wildforsterhuis is er nog steeds. Dankzij de werkgroep Beken en Sprengen van IVN Zuid-West Veluwezoom.

Lees meer over het hotel Wolfheze
Lees meer over de oude Heerwegh
Lees meer bij Heelsums Beekdal
Lees meer bij Landschap Lopen
Lees meer bij Wolfheze
Lees meer bij Dorpsbelangen Wolfheze
De Wilhelmina-Hoeve, Mariaweg  8 te Oosterbeek.
Koningin Wilhelminaschool, Utrechtseweg 141 te Renkum Chr. 'Wilhelminaschool', open in 1928. De school is gefuseerd met de 'Beatrixschool' rond 1957. Tegenwoordig Dierenkliniek Wilhelminalinde.
Voormalige Hoge Heerlijkheid Wolfswaard, in Wageningen Zoek zelf. Buren van de Hoge Heerlijkheid Doorwerth.
De Zaaier, voormalig café en verenigingsgebouw aan de Middenlaan 49 in Heveadorp.

Lag op de hoek van de Middenlaan en de Oude Oosterbeekseweg. Gebouwd in 1918. In 1937 voor Hfl. 4.100,= gekocht door "Vereeniging tot behartiging van Nederlandsche Hervormde Belangen Heveadorp" en tot na de oorlog o.a. in gebruik voor de zondagse eredienst.
Nadat te Doorwerth in augustus 1969 een nieuwe kerk met wijkgebouw in gebruik werd genomen zijn de activiteiten in 'De Zaaier' gestaakt en heeft de vereniging zich per 4 december van dat jaar opgeheven. Door oorlogshandelingen is de Zaaier beschadigd in 1944. In 1957 werd het een tijdelijke kerk van de Ned. Herv. Gemeente Doorwerth Heelsum. Buiten gebruik in 1958, in 1969 door de kerk verkocht en daarna als woonhuis in gebruik.
Heemtuin de Zomp, Fangmanweg 43 / De Dam, Oosterbeek.

Ooit was dit gebied een siertuin van huis 't Zonneheem. Het Zonneheem is gebouwd in 1903 en was voordien gewoon een wei. Eerst na 1903 ontstaat een verbindingspad tussen de Fangmanweg en de Weverstraat, net ten noorden van Zonneheem. Misschien is daardoor de vijver van de Zomp ontstaan en zijn nieuwere vijvers bij Zonneheem zelf aangelegd. Sinds 1930 is dit gebied van 1/3 hectare eigendom van de gemeente Renkum. In 1935 laat de gemeente een weg (de Dam) aanleggen door het Zweiersdal, daardoor ontstaat eigenlijk de Zomp. In 1935 zijn werkelozen te werkgesteld in het kader van de werkverschaffing bij de verfraaiing van 't Zomp. In februari1940 valt het op dat alle wateren van Nederland, zelfs het IJsselmeer, zijn bevroren en gelijken op een woest poollandschap. Behalve De Zomp, die is geheel zonder ijs. Is dit verschijnsel te verklaren doordat de vijver wordt gevoed uit een in het Zweiersdal opborrelende bron. Andere bronnen voeden de vijvers van Mariëndaal en de Hemelse Berg. En op die vijvers kan gewoon worden geschaatst. De Zomp wordt gevoedt door een diepgelegen warmwaterbron. Met een temperatuur van  rond de10 graden Celsius, te koud voor een "Bad Oosterbeek", maar voor de vogels is het een eldorado. Eerst in 1957 vervalt er een woning in het gebied van de zomp en zie je de vijver van de Zomp ingetekend op de landkaart. In 1969 gaf dr. ir. H. Doing van de Landbouw Hogeschool Wageningen een advies voor een heempark. Eerst in 1982 kon heemtuin de Zomp voor het publiek opengesteld worden. Nadat in 1994 de gemeente het natuurgebiedje niet meer wilde onderhouden, hebben de vrijwilligers van de IVN het beheer van de Zomp in 1997 overgenomen. Sinds 1982 is de Zomp opengesteld voor het publiek.
Zonneheem en Zomp Oosterbeek GA
De Zomp en Zonneheem rond 1920, bron Gelders Archief
Zweiersdal (Zweierdal), Oosterbeek.

Het Zweiersdal is in Oosterbeek gelegen tussen de Weverstraat in het westen en de Van T. vd. Koogweg, de Fangmanweg en Ploegseweg in het oosten. Een leuke wandelroute voor een eerste indruk: neem, het bovenste gedeelte van de Molenberg, richting Weverstraat. Kost je 5 minuten. De Dam is een weg door het Zweiersdal. In het zuidelijke gedeelte is de Zomp en de Zuiderbeek, in het noordelijk gedeelte is het beekdal nog goed zichtbaar. Nog een kleine route, vanaf de Oude Kerk rechts van de vijver omhoog. Er zijn aanwonenden die het beekdal beschermen, er zijn anderen die hun tuin "verstenen". Dat is makkelijk in het onderhoud en de wateroverlast na een hoosbui komt weer bij anderen terecht.

Rond 1935 was er in het Zweiersdal "de Rotteval", een pad tussen de Fangmanweg en de Weverstraat. Bij Oud Oosterbeek is een sfeervolle prent te zien.

De Dam
Dr. Trenkler & Co

Zweiersdal Oosterbeek
Opname uit 2016, met zicht op Villa Grada in het Zweiersdal.
verdwenen wegen
Hessenwegen Een hessenweg werd gebruikt om in de Middeleeuwen met paard en wagen handel te vervoeren. De naam Hessenweg komt waarschijnlijk van de Hessen, zoals men toen de Duitse voerlieden noemde. Een Hessenweg is zeer breed. Men reed liever niet door de sporen en grote plassen die door andere karren gemaakt waren. In 1727 was er een klacht dat de ruimte die de hessenkarren in namen wel een kwartier gaans was en in de breedte alles overhoop reden. Hessenwegen meden de nederzettingen, want dat gaf beperkingen. In de omgeving van het kasteel Doorwerth is de hessenweg tussen Munster, Arnhem, Wolfheze, Barneveld en Utrecht nog te vinden. Neem op de Wolfhezerweg in Wolfheze ter hoogte van Hotel Wolfheze de oude Kloosterweg. Loop richting het westen en ga rechtdoor daar waar de verharde weg een bocht naar links maakt. Je gaat dan ten noorden van het Wolfhezer (Stratius) Rondeel over een historisch pad. Kijk met Google Earth naar dit pad. Koningswegen. De Koningswegen zijn aangelegd door Stadhouder Willem III in de 17de eeuw. Deze wegen hebben een vrijwel rechtlijnig verloop en mijden dorpen en nederzettingen. Over deze jachtwegen kon Willem III zich met zijn gevolg snel verplaatsen van het ene naar het andere jachtterrein. Vaak werden de wegen tegen de wil van de eigenaren aangelegd, reden waarom veel van deze wegen na de dood van Willem III weer verdwenen. Behouden bleef de Koningsweg tussen de Imbos (Rozendaal) en Papendal (sportcentrum). Tegenwoordig bekend als Schelmseweg (Arnhem). Bij Papendal was een aansluiting op de Koningsweg, tussen Doorwerth en Apeldoorn. Van Het kasteel over de Holleweg, waarschijnlijk de Kasteelweg (Doorwerth) naar Wolfheze, naar Papendal, over de Koningsweg, langs 's Kooningsjaght, naar Deelen en Het Loo in Apeldoorn. Willem III was bevriend met Jan van Arnhem, heer van kasteel Rosendael. En Willem III liet zich graag zien op Doorwerth. Voordat Paleis Het Loo gebouwd werd, had Willem III een oogje op Kasteel Doorwerth. De kasteelvrouwe Charlotte Amélie de la Trémouïlle werkte echter niet mee.
Foutieve straatnamen

In Renkum kennen we de Nederhoff en Overhoff. Als Jacques Tersteeg enthousiast vertelde over het klooster en de goederen, dan gebruikte hij de oud-Duitse namen. Beide hoven waren namelijk eigendom van een klooster in Paderborn (Duitsland). Voor zijn boeken gebruikte Jaques Tersteeg gewoon de Nederlands vertaling: Nederhof en Overhof.
Goldsteinpad (er woont nog een nazaat van Goltstein in de gemeente)

Willebrordweg. Leuk om te googlen, deze straatnaam komt alleen in Renkum voor.
informatie van anderen, gebruikte literatuur: websites, boeken

Historische links in de gemeente Renkum.
Gelders Erfgoed: Inspiratiebijeenkomst over landgoederen gemeente Renkum
Gelders Erfgoed: Gelders Arcadië
GA = Gelders Archief
Delpher
De BAG
HisGis Gelderland
Het WOZ waardeloket
Renkumse landgoederen en buitenplaatsen, WUR 2012-2015 x
Waardestellend onderzoek Renkumse landgoederen 2015 x
Meer dan een groene Zoom. 2014
Visie landgoederen en buitenplaatsen - Gemeente Renkum 2013 x
Visie landgoederen en buitenplaatsen, Matices en kaarten, 2013 x
Renkumse buitenplaatsen in een nieuw perspectief, 2013
  The changing Estate Landscape of Renkum, 2012
Het Europese Erfgoed label WUR Tijs vd Brink 2012
Verborgen pracht, Verborgen Kracht, Gemeente Renkum 2011 x
Manifest Renkumse Landgoederen, 2011
Visie voor de Landgoederen, 2010,
Renkumse Buitenplaatsen in een nieuw perspectief, WUR
cultuur en erfgoed 2017-2020, Beleef het mee, Provincie Gelderland
buitenplaats in Nederland
Naamlijst van ingezetenen 1850 Oosterbeek
Gemeentelijke monumentenlijst
Wes Beekhuizen; Groen was mijn dorp; 1973.
Klaas Bouwer; De geschiedenis van bos en landschap van de Zuidwest-Veluwe; 2008
C. Burgsteyn en K. Heyers; Fotoboek van de dorpen Renkum en Heelsum, 1985
E.J. Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed, 1953
H.C.J. Erkens (redactie); Zes dorpen in oorlog en verzet, 1984
Cor Janse. Blik, Omhoog 1987 - 1999
Patrick Jansen, Van heide tot lusthof. Landgoederen in het Renkums beekdal, 2012
P. Richter; Renkum en Heelsum in oude ansichten. 1975.
HendrikusH. van Roest, schreef in 1940 een boekje over bewoning van de Dorpsstraat. Hij woonde destijds zelf aan de Dorpstraat 114 met een smederij en haarden- en kachelhandel.
Ruud Schaafsma; De Renkumse en Heelsumse beekdalen, 2012.
Vereniging Gelre, meerdere uitgaven (Jaarboeken) vanaf 1898.
slechts een poging, verbeteringen en aanvullingen, graag: mailadres2