Hans
Braakhuis
home |
Waldfrieden,
Johannahoeve, Vrijland juni 2023 |
Dreijen vanaf 1305 Waldfrieden van 1860 tot 1908. Jan van Embden Waldfriede van 1903 tot 1907. Cornelis Hellingman Daarna heette het de Johannahoeve van 1908 tot 1945 en daarna Nieuw Vrijland. St. Joseph's Broederhuis Nieuwland's Dauw, Oosterbeek. |
adressen Stationsweg D 187 Oosterbeek. Boschweg Oosterbeek Nieuwe Stationsweg Oosterbeek Dreiensche weg Oosterbeek Dreienscheweg 6 Oosterbeek Dreienseweg 2 Oosterbeek Johannahoeve 2 Oosterbeek (Missiehuis Vrijland) Johannahoeve 4 Oosterbeek (Mill Hill, St. Josefhuis) |
De hoofdtitel is Waldfrieden. Later werd Waldfrieden, Waldfriede, Johannahoeve, Vrijland. Vrijland werd soms ook Mill Hill genoemd en werd weer gesplitst inKoningsoord, St. Josefshuis enz. Door de bomen is het bos nog niet goed te zien. | De naam St Josefhuis is kennelijk voor meerdere panden gebruikt. Johannahoeve 2, 4, Nog niet klaar, actueel huiswerk. |
Het
hele gebied bij Oosterbeek en Arnhem, rond de huidige spoorbaan,
ressorteerde vroeger onder de grote buurtschap Dreijen. Reeds in 1305 behoorde Dreyen aan de Commanderij van St. Jan te Arnhem. Dreyen lag op Arnhems en Oosterbeeks grondgebied. Het goed te Dreyen is later overgegaan naar de St. Nicolai Broederschap te Arnhem. De omgeving van Oosterbeek was een zeer onvruchtbaar gebied met veel heidevelden en eerst rond 1800 werd begonnen met ontginningen. |
In 1832 bestaat het gebied waar
later Waldfrieden komt uit de volgende kavels: Oosterbeek C1; St. Nicolaas Broederschap te Arnhem; 51840 m² dennenbos Oosterbeek C3, St. Nicolaas Broederschap te Arnhem en bestaat uit 49960 m² hakhout. Oosterbeek C7; St. Nicolaas Broederschap te Arnhem; 27030 m² bouwland Oosterbeek C11 van de St. Nicolaas Broederschap te Arnhem en bestaat uit 31870 m² heide. En Arnhem H95, de Gemeente van Arnhem met 199390 m² heide. Samen zo rond de 35 hectare. |
|
Schependom van Arnhem GA 1551-70 |
![]() Een schermprint van HisGis uit 1832, met in het rood de dan bestaande panden. In het groen de namen van de eigenaren in 1832. Waldfrieden, later Johannahoeve en Vrijland was er nog niet in 1832. De BRT achtergrond uit 2023 is meegenomen om een beeld te geven waar we naar kijken. |
|
![]() De gehele omgeving is goed te zien. Eventuele bebouwing is nog niet te zien in 1874. Kavel C 707 wordt later C 797 en dan is in 1879 een eerste bebouwing te zien. |
|
Waldfrieden Burgemeester Jan van Embden (1823-1896) kocht het gedeelte ten noorden van de spoorlijn aan in 1860. Hij liet er in 1884 een boerderij en later het jagershuis "Waldfrieden" bouwen. Het bos- en heidegebied functioneerden als jachtgebied. De burgemeester van Renkum, de heer Jan van Embden (burgemeester van 1866-1892), verwierf dit gebied rond 1860. Voordien, rond 1855 bouwde en bewoonde van Embden de villa „Dalzicht”. Onder zijn burgemeesterschap werd in 1866 een gemeentehuis gebouwd op de hoek van de later naar hem genoemde weg en de Utrechtseweg. Van Embden kwam omstreeks 1860 in het bezit van gronden in de omgeving van de Dreijenseweg en de latere Johannahoeve. Hij was oprichter van de Nutsspaarbank en de Kruisvereniging (toen “de Ziekenverpleging” geheten), in Oosterbeek. Er was een beetwortelsuikerfabriek gelegen halverwege Arnhem - Oosterbeek, aan de Klingelbeekseweg, nabij Rosande. In 1860 bouwt de suikerfabrikant De Bruyn op een plek nabij de molen “de Hesch” een beetwortelsuikerfabriek. In 1869 koopt Van Embden de fabriek en als rond 1879 er een spoorbrug wordt gebouwd over de Rijn, onderdeel van de nieuwe lijn Arnhem- Nijmegen laat hij een stationnetje bouwen t.b.v. de aanvoer van suikerbieten en het transport van stroop. Deze fabriek hoorde rond 1868 bij Hulkestein, bewoond door de heer Kruseman en eigenaar van de fabriek. Dit was de NV Arnhemsche Beetwortelsuikerfabriek, bestaan van 1867 tot en met 1913 en vanaf 1876 voortgezet door Jan van Embden, later De Klingelbeek genaamd. Vanwege de vruchtbare grond langs de Rijn konden de suikerbieten gemakkelijk geteeld worden en de naastgelegen Klingel beek voorzag de fabriek van het benodigde water. Gedurende de jaren is de suikerfabriek uitgebreid door een drietal fabriekshallen haaks op de eerste te zetten. Begin 20e eeuw werd de fabriek overgenomen, uitgebreid en verbouwd tot een wolfabriek van de heer W. van Leeuwen. (bron) Van Embden heeft altijd op Dalzicht aan de Utrechtseweg gewoont. De boerderij Waldfrieden zal gebouwd zijn tussen 1874 en 1878. Een jagershuis zal gebouwd zijn rond 1880. Waldfrieden werd alleen gebruikt voor de jacht. Jan Van Embden genealogie |
Vanaf 1893 gaat van Embden Waldfriede (de N is verdwenen) verhuren.![]() 1893 ![]() 1889 Rond 1892 werden veel van de landgoederen van Van Embden verkocht, en daarmede ook de ten noorden van de spoorbaan gelegen grond. Deze worden dan later gekocht door dhr. Hellingman. Geveild in Arnhem: Onroerend goed, groot 377 HA, behorende aan de erven van dhr. J, van Embden en mw. W.D. Loopuit; oa de Renbaan bij Wolfhezen, enige landerijen waaronder Dreien, Waldfried, dennenbossen, Uitspanning 'Heijendaal'(met vergunning) aan de Amsterdamseweg. Enz. Koper Hellingman's Bouwmaatschappij voor een bedrag van hft 99.986,70. Krant NV 21-5-1903 |
![]() Een eerste bebouwing in 1879. Later nummer C 1780 in 1905. Deze boerderij zien we later terug als koetshuis, werkplaats. |
|
![]() 1780 wordt hier 1899 de oude boerderij wordt uitgebreid met een huis. In de omschrijving staat: koetshuis, werkplaats en bovenwoningen voor 1898 en huis voor 2899. Aan de rechterkant is nog een lighal. Het jaar van de tekening is 1907. Vermoedelijk is 1899 de oude boerderij en 1899 het Jagershuis |
|
De Renbaan | Ten noord-oosten van de spoorhalte Wolfhezen werd omstreeks 1890 de Renbaan Wolfhezen aangelegd op de Heide van Van Embden, voorheen de Dreiensche heide genoemd. |
![]() Kadasterkaart gemaakt in 1910. Genoemd worden het zomerhuis, Waldfrieden, Koetshuis, werkplaats en bovenwoning en een kas. Het noorden is links. |
|
. Zo rond 1907 wordt Waldfrieden verbouwd naar de situatie op de foto hiernaast. "Gebouwd in opdracht van Jan van Embden, op de plek waar nu het huis van de paters van Mill Hill staat". (bron Schoutambt en Heerlijkheid februari 2009, klopt dit ??) Jan van Embden verkoopt zelf veel na het beëindigen van zijn burgemeesterschap in 1872 en de erven verkopen na zijn overlijden in 1896. "Na de dood van de burgemeester in 1892 worden de gronden aangekocht door Hellingman's Bouwmaatschappij te Amsterdam, die op het terrein een heel dorp wilde stichten". (bron Schoutambt en Heerlijkheid februari 2009, klopt dit ??) In de Oosterbeeksche Courant van 9 juni 1906 wordt vermeld, dat er een moderne villa in aanbouw is met ernaast een koetshuis met stalling en bovenwoning voor koetsier en tuinman. Vandaar m'n veronderstelling bouwjaar 1907. En van Emden is dan al enige jaren overleden. |
![]() foto rond 1940 - 1944, Waldfrieden is dan ook een pension. bron: NL-AhGldA_1513_1992 |
C. Hellingman | |
Cornelis Hellingman ( 8 mei1837- 20 juli1907 Oosterbeek) gehuwd met Maria Jochemina Marcus (ca 1836-1918). Kind: Jacobus Hellingman (1862 - 1939) Cornelis Hellingman was directeur van Hellingman’s Bouwmaatschappij in Amsterdam. Door koningin Wilhelmina, werd op 2 mei 1899 te Hellingman benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. Zaterdag 20 juli 1907 sterft Hellingman op zijn landgoed “Waldfriede”. Op dinsdag werd zijn lijk, gevolgd door zijn arbeiders, naar het station Arnhem vervoerd, om vandaar per verzegelde wagon naar Amsterdam te worden gebracht. Hij werd begraven op “Zorgvlied” onder Nieuwer-Amstel. De oprichter van Hellingman’s Bouwmaatschappij Cornelis Hellingman 1837-1907), ontwikkelde en realiseerde woningen in onder andere de Spaarndammerbuurt, de Marnixstraat en aan de Nassaukade. Hellingman woonde in 1903 op het landgoed Waldfriede bij Oosterbeek, waar hij plannen ontwikkelde voor een villawijk. Zijn dood in 1907 betekende het einde van die plannen. Zijn weduwe en zoons Cornelis jr. en Jacobus verkochten in oktober 1908 het landgoed aande ondernemer Geert van Mesdag. Het ging om ruim 873 hectare waarvan 437 hectare in Arnhem, 311 hectare in Renkum (Oosterbeek) en 124 hectare in Doorwerth. Bron: Stadsuitbreiding en volkswoningbouw in private handen Amsterdam 1877-1940 14 mei 1903 koopt Hellingman’s Bouwmaatschappij te Amsterdam de goederen van de erven Van Embden en Loopuyt ter grootte van 377 ha voor de prijs van f. 99987,70 en 10 oktober 1903 koopt Hellingman’s Bouwmaatschappij het landgoed Reyerskamp ter grootte van ca. 100 ha gelegen onder Arnhem. Hellingman's bouwmaatschappij te A'dam aankoop grond. Oosterbeeksche Courant 16-5-1903. Geveild in Arnhem: Onroerend goed, groot 377 HA, behorende aan de erven van dhr. J, van Embden en mw. W.D. Loopuit; oa de Renbaan bij Wolfhezen, enige landerijen waaronder Dreien, Waldfried, dennenbossen, Uitspanning 'Heijendaal' (met vergunning) aan de Amsterdamseweg. Enz. Koper Hellingman's Bouwmaatschappij voor een bedrag van hft 99.986,70. Krant NV 21-5-1903 Hellingman aankoop landgoed Reyershoeve. (Naast Waldfriede). (Reijershoeve / Reijersheide / Reijerskamp?). Oosterbeeksche Courant 26-3-1904. Hellingman koopt weer grond. Oosterbeeksche Courant 23-12-1905. Hellingman legt waterleiding op terrein Waldfriede en Reyershoeve. (Reijershoeve / Reijersheide / Reijerskamp?). Oosterbeeksche Courant 30-9-1905. Erven Hellingman verkopen grond voor blindentehuis. (Oprichting Tehuis voor Alleenstaande Blinden). Oosterbeeksche Courant 23-5-1908. een 5 hectare groot terrein te Wolfheze. De boerderij van Otto Reyers en Maria Camp, zeg maar Reijerskamp. Dit kennen we nu als N.S.F. Papendal. De uitspannning Heijendaal is een herberg uit 1813 waar voerlui met hun paarden foerageerden. Later heette het café / uitspanning De Leeren Doedel. Erven Hellingman verkoopt Waldfriede. OC 22-8-1908 |
![]() rouwkaart 1907 |
![]() 1904 |
De gronden worden dan in 1903 gekocht door dhr. Hellingman, die met deze en de aangrenzende gronden onder Arnhem, grootse plannen had. Een electr. centrale werd gebouwd, een watertoren en er werden verschillende wegen aangelegd door de uitgestrekte bossen en heide. |
De "Reyerskamp", "Dreyenoord", "Waldfriede", "Heyendal" worden bouwrijp gemaakt door de Hellingmans Bouwmaatschappij uit Amsterdam. NV 15-10-1903 |
Heyendal is de uitspanning Heijendaal, Leeren Doedel |
In de Oosterbeeksche Courant van 20 maart 1904 lezen we het volgende: “Uit advertenties in de grote bladen vernemen wij, dat het voornemen bestaat op de uitgebreide terreinen van Hellingman’s Bouwmaatschappij gelegen ten noorden van station Oosterbeek- Hoog te stichten 100 à 150 arbeiders- en burgerwoningen met elk1000 m2 bouwgrond en goede gelegenheid tot het verlenen van logies of onderhuur. Logeergasten en onderhuurders kunnen kaarten tot vrije wandeling in de bossenbekomen.” |
“Verder is men van plan enige boerenplaatsen voor verhuur aan te leggen. Of dit laatstewel veel zal uitwerken, menen wij met het oog op de samenstelling van de bodem temogen betwijfelen. Voorts zullen villaterreinen in erfpacht worden gegeven of te koopworden aangeboden. Informatie is te bekomen bij de heer Schroder op “Waldfriede”.Voor Oosterbeek is het te hopen dat deze exploitatie ter hand wordt genomen, het kanniet anders of het dorp zal er wel bij varen.” |
In de Oosterbeeksche Courant van 2 juni 1906 lezen we: “… dat op een gebied, begrenst ten noorden door de rijksweg Arnhem- Ede, ten oosten door de Dreijenseweg, ten zuiden door de spoorbaan Arnhem- Utrecht, ten westen door de renbaan, gelegen in de gemeente Renkum en Arnhem een ganse stad zal verrijzen. De leiding wordt toevertrouwd aan de ingenieur, de heer Rincker. De hoofdweg loopt van de Dreijenseweg dwars door de heide naar station Wolfheze, waar ingevolge een overeenkomst met de Staatsspoorwegmaatschappij een losplaats wordt ingericht.Een spoorlijn met elektriciteit als trekkracht, langs de bovengenoemde weg zal de materialen vervoeren. Een bovengrondse leiding zal aangebracht worden en een centrale wordt gebouwd van 8 bij 15 m, met daarin een dynamo van 65 ampere bij 450 volt. Ook worden voorbereidingen getroffen voor een gebouw voor de levering van elektrisch licht met een batterij van 220 volt (de Slenk). Niet alle materialen hoeven per spoor te worden aangevoerd; de voor de bouw benodigde stenen worden op het terrein zelf vervaardigd uit cement en zand. Er is reeds een kleine steenfabriek in werking, die veel stenen produceert. In de toekomst wil men in de buurt van de elektrische centrale een tiental arbeiderswoningen bouwen voor het personeel van de centrale, van de steenfabriek, voor de wegwerkers en voor de werklieden aan de waterleiding. |
Ook een waterleiding ontbreekt niet. Twee grondboringen van 38 en een
halve meter geven naar berekening van de heer Rincker water, voldoende
voor een bevolking van 5000 zielen.Een buizennet ter lengte van 2500
meter is reeds aangelegd en op een der hoogste punten, dicht bij het
oude “Waldfriede” heeft de Amsterdamse IJzergieterij en
constructiewerkplaats F.Rincker in 17 dagen een watertoren van 20 meter
hoogte opgesteld. De watertoren rust op 4 betonblokken, is geheel van
ijzer en bovenop bevindt zich een reservoir, dat 6280 liter water kan
bevatten. Het gevaarte is met schroeven op de betonblokken bevestigd,
zodat de toren, indien hij later te klein mocht blijken, gemakkelijk
kan worden verplaatst. Aan de linkerzijde van de centrale komt een filtergebouw met 2 filters van 28 m3 om hetwater uit de prise d’eau te filtreren. Het water zal gebruikt worden voor de woningen,voor de heideontginning en voor de nijverheid. Met het oog op de afwatering is een plantot kanalisatie der gronden in overweging.” In de Oosterbeeksche Courant van 9 juni 1906 wordt vermeld, dat er reeds een moderne villa in aanbouw is met ernaast een koetshuis met stalling en bovenwoning voor koetsier en tuinman; het volgende jaar is het de bedoeling een aantal andere villa’s te bouwen. “De architect de heer van Baak, naar wiens plannen en onder wiens leiding de gebouwenworden opgericht, heeft met de hier in wording zijnde werken bewezen, dat de arbeid bijhem in goede handen is”. |
![]() De watertoren vermeld op een topotijdreiskaart in 1932 |
![]() De locatie van de watertoren met de AHN DTM kaart. De watertoren stond op een van de hoogste plekken op get landgoed. Meer bruin is meer hoogte. |
De erfgenamen van C. Hellingman: mevrouw Maria Jochemina Marcus en de heer Jacobus Hellingman makelaar en directeur van Hellingman’s bouwbedrijf te Amsterdam en Cornelis Hellingman jr. hebben het landgoed op 9 oktober 1908 verkocht aan Geert van Mesdag voor een bedrag van F.400.000,00. De grootte van het geheel was 873 ha, 45 are, 64 ca.. Hiervan lag 437 ha in de gemeente Arnhem, 311 ha in de gemeente Renkum (onder Oosterbeek) en 124 ha in de gemeente Doorwerth. | Aparte vermelding verdienen nog
de plannen van Hellingmans Bouwmij. die op het terrein van Johannahoeve
een geheel dorp wilde stichten. Hellingmans dood is echter oorzaak dat
alle plannen verdwijnen en zo wordt in 1908 deze gehele omgeving
aangekocht door de Hilversumse industrieel G. van Mesdag. Deze laat
Johannahoeve voor zich bouwen, waarmede de oude naam Waldfrieden
verdween. Er kwam een grote modelfokkerij, waar talloze proeven met vee
genomen werden. Het bijna 900 ha grote bezit werd in 1909 gedeeltelijk
omgeploegd, zodat in 1912 reeds 350 ha tot bouwland was aangemaakt, en eenzelfde oppervlak was ingepoot met jonge dennen. In hoofdzaak worden hier rogge en aardappelen verbouwd. In 1944 is het grotehuis afgebrand, terwijl de omgeving van het huis thans behoort aan de missionarissen van Mill Hill. |
Johannahoeve | |
Geert van Mesdag ( 1863 – 1939) In 1863 werd Geert van Mesdag geboren in Groningen, waar zijn vader apotheker was. In augustus 1908 koopt Geert van Mesdag de terreinen en goederen van Hellingman (overdracht op 9 oktober 1908) Verder koopt Van Mesdag later enkele percelen van Emile Steyaart, koopman te St. Grislain (Bergen, België) en koopt of pacht hij 2 weilanden aan de Van Limburg Stirumweg, de huidige Airborne begraafplaats behoorde ook tot zijn bezit. Verder pacht hij weilanden voor de veehouderij in de uiterwaarden in Oosterbeek. In totaal bezit Van Mesdag ca. 873 ha. De gronden ten noorden van de spoorlijn Arnhem-Utrecht, noemde hij ‘Johanna-Hoeve’; naar zijn dochter Johanna Henriette, die op 16 mei 1908 in Hilversum geboren werd. Zij trouwt in 1934 met Julien Charles Redele. Anneke Redele-van Mesdag was van 1967 tot 1979 bestuurslid van de Stichting Mesdagfonds. Geert van Mesdag koopt op 23 mei 1921 een dubbel woonhuis aan de Mariaweg in Oosterbeek, nu de nummers 51 en 53. In 1908 werd de heer G. van Mesdag, directeur van Van Houten's Cacaofabrieken uit Weesp, eigenaar van het toen 900 hectare grote gebied. Het hele 'domein' omvatte toen - restant van de grote buurschap Dreijen, dus zo'n 900 ha. In westelijke richting strekte het zich uit langs de spoorbaan tot aan de Buunderkamp, dus inclusief een deel van Wolfheze. In oostelijke richting tot aan de Lichtenbeek ('De Kaalkop'), inclusief een tweetal weilanden langs De Graaf van Limburg Stirumweg en de huidige Airborne begraafplaats. Ten zuiden werd het geheel begrensd door de op 16 mei 1845 in gebruik genomen spoorbaan Arnhem-Utrecht en de Amsterclamseweg vormde de noordelijke grens. De Amsterdamse Straatweg was (en is) de voornaamste aan- en afvoerweg. Op Johannahoeve waren, ook na de activiteiten van de heer Hellingman, toch nog veel mulle zandwegen overgebleven, waarover paarden moeizaam karren voorttrokken. Ten behoeve van de veehouderijop Johannahoeve werd ook nog weiland in de uiterwaarden gepacht. Op het bedrijf werden de zaken grondig aangepakt. De eerder begonnen ontginning van de heide- en bosgronden werd met kracht voortgezet. Aanvankelijk is ontgonnen met ossen als trekkracht. Later kwam voor het diepere werk de stoomploeg van de Heide Maatschappij eraan te pas. Grote gedeelten van de woeste grond en slecht bos - wel zo'n 300 hectare - werden zodoende omgezet in redelijk goede cultuurgrond, welke ter verbetering nog wel veel kunstmest behoefde. Als eerste gewassen werden lupine en sezza-della geteeld om stikstof in de grond te brengen. |
![]() |
Van Mesdag stichtte op Johanna-Hoeve een modelboerderij, onder leiding van de heer Burgers als directeur en de heer Jennings als bedrijfsleider. In 1909 werden grote stukken heide ontgonnen met een diepploeg van de Nederlandse Heidemaatschappij getrokken via een staalkabel door een locomobiel (ongeveer 45cm diep) en enige jaren later was ca. 350 ha woeste grond reeds ontgonnen; zelf ontgon men ook met een ploeg die werd getrokken door eigen ossen en paarden. | De hoge zandgrond was slecht en het grondwater bevond zich op een diepte van 12 – 16 meter, dus moest er heel wat gebeuren om de grond vruchtbaar te maken. Daarom moest de bouwgrond vochthoudend gemaakt worden door juiste bemesting, bewerking en afwisseling der verbouwde producten. In maart 1909 zijn honderden karren mest van de model boerderij “Huis ter Aa” (bij het latere Heveadorp) naar Johanna-Hoeve vervoerd. Eens in de 5 jaar werden op alle akkers lupine en seradella verbouwd voor de grondverbetering; in augustus waren de velden dan ook prachtig geel door de bloeiende lupine. Als hoofdbemesting werd gebruik gemaakt van kunstmest, zo’n 80 treinwagons per jaar, die werden aangevoerd vanuit het station Wolfheze. |
Direct na de aankoop wordt door
architect E. Verschuyl te Hilversum het plan gemaakt voor een
modelboerderij; begin maart 1909 krijgt aannemer F.D. Fresen te Arnhem
opdracht voor de bouw van deze boerderij met alle bijgebouwen. Ze
worden gebouwd in een U-vorm rond een grote binnenplaats. De
modelboerderij bestaat uit een boerenwoning met logies voor 20
knechten, een zuivelfabriek, koeienstal voor 84 koeien, magazijnen voor
zaaizaad en veevoer. Verder bevinden zich in deze gebouwen een
paardenstal, een bakkerij en loodsen voor karren en werktuigen. Bij de
bouw van alle stallen werd gebruik gemaakt van de adviezen van het
Instituut voor Landbouwwerktuigen en Gebouwen te Wageningen. Naast de
boerderij wordt een directeurswoning gebouwd en aan de Dreijenseweg een
woning voor de boekhouder. Deze woning voor de boekhouder is vermoedelijk de Dreijenseweg nummer 19 in Oosterbeek, waarvan de BAG als oorpronkelijk bouwjaar 1904 noemt. Zal wel een fout in de BAG zijn. |
In 1908 is bij station Wolfheze
aan de noordzijde een spooraftakking gemaakt, die met een grote boog
naar het begin van de Johannahoeveweg liep. Dit veld werd vroeger de
put genoemd. Het losspoor diende voornamelijk voor het lossen en laden
van goederen voor de Johanna-Hoeve. Veetransporten werden vanaf station Arnhem aangevoerd en alles wat per schip werd vervoerd, kwam aan in de haven van Arnhem of voor de wal in Oosterbeek. Ook was er in 1908 sprake van de komst van een elektrische tram; de aanvraag kwam nog van Hellingman’s bouwbedrijf en moest Waldfriede aandoen. Deze lijn is nooit van de grond gekomen. In mei 1911 is er een reclameboekje over Johanna-Hoeve uitgegeven waarin men vrij uitgebreid kan lezen wat er allemaal wordt verbouwd, hoe men oogst en wat er verkocht wordt. |
Op de Johanna-Hoeve is omstreeks
1911 een interessante proef gehouden, die voor de varkensfokkerij van
groot nut zal kunnen zijn. Een boswachter weet een wild zwijn te
bemachtigen, een zeug, die drachtig blijkt te zijn en die kort daarna
12 biggen werpt. Door de directie van Johanna-Hoeve wordt de zeug en een paar biggen aangekocht en het gelukt om deze zeug weer te dekken met een tamme beer, waarna er weer 11 biggen ter wereld komen. Ze hebben een blanke huid met lichtbruine overlangs strepen, terwijl de moeder geheel zwart is en zwaar behaard. Men gaat met deze varkens verder fokken; vroegere proeven wezen reeds uit dat de gekruiste dieren uitstekend vlees leveren. Niet alleen uit praktisch oogpunt, maar ook van wetenschappelijke zijde verdient deze proef belangstelling. |
In 1914 zijn het moeilijke tijden en veel arbeiders worden overal ontslagen. Gelukkig vinden velen weer arbeid op het landgoed Johanna-Hoeve met o.a. het rooien van aardappelen. Men houdt rekening met de omstandigheden, waarin de werkzoekenden verkeren. Zij die een groothuishouden hebben worden het eerst aangesteld. |
Arnhemsche courant, 12-04-1913: "Na afloop der vergadering van het Hoofdbestuur der Geldersche Overijsselsche Mij van Landbouw, werd een excursie gemaakt naar de modelboerderij „Johanna-Hoeve", te Oosterbeek. Ruim 250 leden der maatschappij en ook de heer Hoek, directeur-generaal van den Landbouw, namen aan deze excursie deel. Op het Landgoed „Johanna-Hoeve" voor eenige jaren nog meerendeels heide en bosch, is thans een groot landbouwbedrijf gevestigd. De bouwlanden, grootendeels uit heide ontgonnen, beslaan een oppervlakte van ruim 300 H.A. De bodem bestaat uit hoog gelegen zandgrond, de boerderij is naar de moderne eischen ingericht: de stallen zijn ruim, goed geventileerd, licht en hygiënisch; de oogst wordt er machinaal verwerkt met electrische en stoomdrijfkracht. Het doel is in hoofdzaak de verbouw van verschillende veldvruchten als rogge, haver aardappelen, boekweit enz., de teelt van zaaizaden, het fokken en mesten van varkens en het houden van koeien, met melk- en boterverkoop. Als nevenbedrijven worden uitgeoefend: het houden van schapen, kippen, bijen en het teelen van fijne tafelappels en tafelperen. Langs een uitgestrekte weide, waar een 20 roodbonte pinken, die er alle best uitzagen rustig graasden, ging de wandeling over het uitgestrekte terrein allereerst naar de boerderij voor de varkensfokkerij waar de verschillende exemplaren van het veredelde Duitsche landras werden bezichtigd. Algemeen was men getroffen door de keurige inrichting en de prachtige excemplaren, zoowel van beeren als zeugen. Deze boerderij voldoet aan de strengste hygiënische eischen. Na een wandeling van ruim een half uur langs de in cultuur gebrachte gronden, waarbij men gelegenheid had de nieuwste landbouwwerktuigen in werking te zien, kwamen we aan de boerderij een complex van een vijftal gebouwen, het centrum van het bedrijf. De ruime, naar de meest moderne eischen ingerichte koestal, biedt plaats aan 84 koeien, De stal is electrisch verlicht en voorzien van waterleiding. Het voeder wordt machinaal toebereid. Ruim 70 exemplaren van het mooie Roodbonte Maas-, Rijn- en IJselslag waren op stal. Achter den koestal bevindt zich de zuivelfabriek, die alweer naar de strengste eischen ingericht, voorzien is van de nieuwste machines, die electrisch worden gedreven. Nevens de zuivelfabriek bevindt zich het laboratorium, waar de melk wekelijks wordt onderzocht. Nog een tweede varkensstal bevindt zich hier, waar de varkens voor de mesterij worden verzorgd, terwijl een goed ingerichte paardenstal plaats biedt aan 16 paarden, die worden gebruikt voor ploegwerk, eggen en transport. Tevens worden elk jaar een paar veulens gefokt van gekruist Oldenburgsch en Belgisch ras. Voor zwaren arbeid op de dikwijls moeilijke wegen, bewijzen een tiental ossen goede diensten. Een zestal ossen voor de Sack-diepploeg ploegt de heide voor ontginning tot een diepte van 45 cm. Er worden een paar honderd schapen gehouden. De mest hiervan verkregen is zeer waardevol voor ontginningsdoeleinden. Naast stalmest wordt veel kunstmest gebruikt, waarvan jaarlijks meer dan 60 waggons wordt aangevoerd. Op een hoog gedeelte van het landgoed, temidden van jong dennenhout, worden een duizendtal kippen gehouden. Verder worden er bijen gehouden, die behalve voor honigopbrengst, van veel nut zijn bij de kruisbestuiving, speciaal roor de vruchtboomen. In den boomgaard zijn in hoofdzaak goudreinetten en ster-appels geplant. Een groot gedeelte van het landgoed is met bosch bezet (ruim 400 H.A.) waarvan jaarlijks veel hout geleverd wordt in alle sorteering. Hoewel door de groote uitgestrektheid alles slechts vluchtig kon bezichtigd worden, waren alle deelnemers toch uiterst voldaan en verbaasd over de resultaten, die hier door doelmatige bewerking van den eertijds woesten bodem, waren bereikt". De opbouwfase was tegen 1914 zover gereed dat de bedrijvigheid kon beginnen, hetgeen een belangrijke bloeiperiode in de streek betekende. Veel mensen vonden er werk. Bij station Wolfheze werden enige arbeiderswoningen gebouwd (De Vierslag) om onderdak te bieden aan vaste medewerkers, die elk een halve ha grond voor eigen gezinsgebruik konden bewerken. Daar verrees ook de woning van (jacht)opzichter C. Klaver. Uit de glorietijd stamt ook de Johannahoeveweg die van het station Wolfheze naar de modelboerderij leidde, en waarlangs grondstaffen en producten werden vervoerd. De klinkerbestrating is hier en daar nog terug te vinden, en lijkt sterk op die van de Italiaanseweg. Later bouwden werknemers van Johannahoeve (Middendorp, Wiersma) maar ook anderen (keuterboeren) hun eigen woningen langs de Duitsekampweg in Wolfheze. Behalve de vaste bezetting op de bedrijven werkten er in de bloeitijd zo'n 20 tot (in het seizoen) 100 arbeiders. Het hele Johannahoeve-complex (bijna 900 ha) was volgens moderne Amerikaanse werkwijze opgezet en nagenoeg selfsupporting (met o.a. een bakkerij, smederij, maalderij, eigen watervoorziening en elektriciteit); maar ook werden er kippen, schapen en bijen gehouden; en de bossen leverden het benodigde hout en ook inkomsten uit mijnbouw. |
![]() De om een binnenplaats gebouwde hoofdboerderij, evenals het landgoed Johannahoeve geheten, bestond uit de centrale opstallen en een zuivelbedrijf (Middendorp was daar de baas, en Wiersma deed de zuivelboerderij; ten tijde van WO-II waren dat Hoogendam en Van Manen; Hoogendam was reeds in 1925 aangesteld, en toen hij in 1940 overleed nam zijn zoon Evert het over). Even verder naar de Dreyenseweg in Oosterbeek lag de varkensboerderij. De hoofdactiviteit was echter landbouw, die ook werd bedreven op de centraal in het gebied gelegen boerderijen De Slenk en De Schaapskooi (de gebroeders Aalbers) en op Reijerscamp (Noordam). Arnhemsche courant, 1934: "De zweefvliegdemonstratie op Johannahoeve. Naar wij vernemen hebben de autoriteiten thans toestemming verleend voor het houden van een zweefvliegdemonstratie op Johannahoeve op 7 April a.s. (Pelikaandag voor de gemeente Renkum). De demonstratie zal plaats hebben van 2:00 tot 3:30 uur". Arnhemsche courant 1935: "De plannen voor een autorenbaan. Toen eenigen tijd geleden bekend werd, dat het bestuur van de K. N. A. C. zijn toestemming, verleend aan het gemeentebestuur van Heerlen, introk, omdat dit geen kans zag het benoodigde geld bijeen te brengen, hebben de Arnhemsche initiatiefnemers zich onmiddellijk tot het bestuur der K. N. A. C. gewend met de mededeelingen, dat zij nu de plannen weer ter hand namen en binnenkort definitieve voorstellen zouden doen. Sindsdien zijn verschillende plannen in studie genomen. Een daarvan was de aanleg van de racebaan op een voor natuurreservaat niet bestemd gedeelte van de Hooge Veluwe. De burgemeester van Renkum, de heer J. J. Taisma zinspeelt daarop in een hoofdartikel, dat men in dit nummer vindt. Een bezwaar van Arnhem en Renkum tegen het plan Hooge Veluwe is, dat het landgoed valt onder de gemeente Ede, zoodat de vermakelijkheidsbelasting geheel in de kas van die gemeente vloeit. Een van de andere plannen is het aanleggen van de baan op het landgoed „De Johannahoeve", dat gedeeltelijk onder de gemeente Renkum, gedeeltelijk onder de gemeente Arnhem valt. We vernemen dat er heden op de Johannahoeve opmetingen zijn verricht, en onderzoekingen zijn gedaan naar de bodemgesteldheid, welke zeer geschikt bleek voor het beoogde doel. Welke van de plannen tenslotte de voorkeur zal krijgen is nog niet met zekerheid te zeggen. Doch velen zullen hopen, dat de autorenbaan in de omgeving van Arnhem tot stand zal komen. De kansen staan gunstig, want zijn we juist ingelicht, dan is het benoodigde kapitaal reeds bijeen". Later blijkt dat de eigenaren van de gronden hfl 700.000 vragen terwijl er slechts hfl 600.000 door de KNAC geboden werd. De plannen worden afgebroken. De Telegraaf; 10-06-1955: "Vrouwengevangenis bij Arnhem. Op de terreinen van de Johannahoeve. op vijf kilometer van Arnhem, zal onder architectuur van ir. F. Sevenhuysen een nieuwe vrouwengevangenis worden gebouwd. Deze komt in de plaats van de sterk verouderde vrouwengevangenis in Rotterdam. Het wordt een hoofdgebouw met een aantal paviljoens er omheen, waarin de vrouwelijke gevangenen overeenkomstig de moderne opvattingen, welke bij ons gevangeniswezen sinds enkele jaren in practijk worden gebracht, werkzaamheden zowel in als buiten de inrichting kunnen verrichten". De Tijd, De Maasbode; 16-11-1961: "Op het daarvoor beschikbare terrein Johanna-hoeve in Arnhem zal een nieuwe vrouwengevangenis worden gebouwd. De vrouwengevangenis in Rotterdam kan dan worden opgeheven, aldus minister Beerman in zijn memorie van antwoord op de begroting van Justitie". Omdat het aantal te verwachten op te sluiten vrouwen in de jaren vanaf 1961 afnam van 110 naar 40 in 1973, werd besloten af te zien van de bouw bij Arnhem. In 1978 wordt er een gedeelte van de gevangenis in Maastricht voor vrouwen bestemd. Dan komen er plannen om een gedeelte van de Johannahoeve te bestemmen voor sport accomodaties. De Nederlandse Sport Federatie vraag toestemming en in februari 1963 geeft de provincie Gelderland toestemming voor een sportcentrum. Papendal wordt officieel geopent op 7 mei 1971 door prinses Beatrix. Meer over de Johannahoeve. |
Ten voordeele van de Werkverschaffing aan de Doofstommen Vereeniging „Door Liefde Zaamgebracht" te Amsterdam, kan voor - ƒ 3 per dag p/p. persoon gejaagd worden, op het Landgoed van den Heer C. HELLINGMAN, genaamd «Wald-Friede», groot 500 H. A., onder Arnhem en Oosterbeek. Zich te vervoegen bij den Opz. C. B. SCHRÖDER. | Persoonlijke gegevens Dorothea Elisabeth Henriette Schröder Zij is geboren op 14 september 1878. Zij is overleden op 20 januari 1905 in Waldfriede bij Oosterbeek, zij was toen 26 jaar oud. Zij stierf aan dezelfde ziekte, waaraan reeds zes van hare broertjes en zusjes zijn bezweken, de tering. Is zij eerst op Oranje Nassau-oord, later vond zij in het dennenbosch op Waldfriede, maar nu in de woning harer ouders een, voor hare kwaal, zoo uitnemend oord. bron |
![]() Weet iemand hoe deze kaart van de Topografische Dienst te Emmen bij het huidige Kadaster is op te zoeken? |
|
In 1922 gaat het slecht met het landgoed, waarschijnlijk is de grootschaligheid hiervan de oorzaak. Het totale landbouwterrein wordt verkaveld in diverse percelen van de bestaande boerderijen, hier kan dan weer geboerd worden door de medewerkers van het bedrijf; zij pachten de grond. | Er is meer reccessie in het Renkumse. |
"Waar
Z. K. H. Prins Hendrik alles doet om den grofwild stand te beschermen
en te verbeteren en aan Baron Van Pallandt van Rozendaal moet verzocht
hebben, om hierin zooveel mogelijk zijn medewerking te verleenen, wordt
door Minister Halma een doorloopende vergunning gegeven aan een zekeren
heer Burgers, opzichter van het landgoed „Waldfriede” onder Oosterbeek,
om bij dag en bij nacht grofwild te bemachtigen en dit nog wel in een
streek, waar de reestand verre van schitterend en het jachtrecht
verpacht is. Z.Ex. Minister Talma schijnt in al zijn nieuwe wetten op
’t gebied van Landbouw, Vogelbescherming, enz. het er op aan te leggen,
om den wildstand te vernietigen en de jacht te henadeelen zonder zich
aan het economisch belang van het jachtbedrijf te storen". Uit: De Nederlandsche jager; voor jagers en honden liefhebbers, 26-08-1911 |
![]() 1934 |
![]() Een uitsnede van een topografische kaart van Oosterbeek rond 1922. Bron Gelders Archief 1509-239 |
|
De Boerderijen en omgeving | |
De Modelboerderij Amsterdamscheweg
173; als eersten hebben hier veel vaste medewerkers gewoond. Op de
begane grond waren 3 keukens en 3 zitkamers, een zuivel verwerking en
een laboratorium. Op de bovenetage waren 9 slaapkamers en 3 zolders. In
de smederij werkte J. Schuilenburg en in de timmerwinkel W. Hartgers.
De familie H. Hoogendam kwam er in november 1924 wonen; zij woonden de
laatste jaren in De Wijde Blik tot voorjaar 1949. De paters van Mill Hill woonden later in de modelboerderij. |
De Wijde Blik Amsterdamscheweg 179: P.H. Burgers woonde eerst in deze directeurswoning oost van de modelboerderij, later Westra en Huijsman; wellicht ook Pijpstra. |
Reijerscamp: Tussen 1917-1919
woonde G.J. Loehuis er, daarna J. Harms (boswachter) 1919-1920 en van
1920-1923 O. van Middendorp, die daarna naar de Duitsekampweg is verhuisd. P.H. Burgers kwam er vanuit de directeurswoning wonen tussen 1923-1928; A.W. de Kloet woonde er tussen 1927-1932. Na J. Dijkstra 1932-1938 kwam in 1939 de familie Noordam er te wonen tot 2002, waarna het terrein overging naar Natuurmonumenten. Naast deze boerderij werd een Amerikaanse windmolen geïnstalleerd ten behoeve van het oppompen van water naar een reservoir in de boerderij. Wat later, rond 1926, is er nog een boerderij gebouwd aan de Duitsekampweg 15. |
De
oudste boerderij op het huidige terrein van de Johanna-Hoeve stamt uit
1884 en bestond uit koeienstal (potstal), paardenstal, varkensstallen,
deel en dorsvloer onder één dak. De Leemkuil Amsterdamscheweg 167 (Johannahoeveweg 20): Zeer waarschijnlijk woonde Jennings de bedrijfsleider er van 1908-1912; daarna woonde J.H. Thomassen er een lange tijd en later D. Evers die getrouwd was Dirkje van Maanen. Toen zij na 6 jaar overleed bleef Dirk Evers met 4 kinderen achter, maar hertrouwde hij met Hendrika van Maanen, samen kregen zij 5 kinderen, totaal dus 9 kinderen om te verzorgen. In december 1962 hebben zij de boerderij verlaten. De Leemkuil werd in 1964 afgebroken. Ten zuiden van het huidige Papendal stond boerderij “de Leemkuil” (1884); de naam ontleent deze boerderij aan een diepe leemkuil, die ten westen van de boerderij lag naast het varkenshok en die in 1935 volgestort is met zand van het talud achter de boerderij “Het Hof”. “De Leemkuil”, de oudste boerderij in dit gebied, is na de oorlog afgebroken. |
De Slenk Amsterdamscheweg 181:
Hier woonde J. Otten, hij werkte in de centrale en later woonde G.
Aalbers er, totdat het terrein verkocht werd aan de Nederlandse Sport
Federatie (N.S.F.). De Schaapskooi: Vanaf het begin woonde er Van Buuren de schaapherder en ongeveer in het jaar 1919. Op het terrein stond een schaapskooi met een woning bij de Slenk met een energie- en waterleidinggebouwen; de gebouwen bij de Slenk zijn nu bekend als Papendal. |
Het Zwarte Hek Duitsekampweg 62:
waarschijnlijk eerst A. de Bruin 1910-1915, daarna O. van Middendorp
1915-1919, G. Meurs 1920-1925, G.H.P. Haalboom 1926-1928, J.C. Rus
1928-1934 en W.H. Hijnekamp vanaf 1934. Veel later is Barenbrug de
zaadhandel er gaan slopen en herbouwen. Aan het einde van de Duitsekampweg 62 in Wolfheze stond de boerderij “het Zwarte Hek” en 500 meter ten noorden ervan werd in 1913 “de Reijerscamp” gebouwd. |
De Vierslag Wolfhezerweg 94, 96, 98 en 100 in Wolfheze: Gebouwd rond 1875. Hier vinden we de eerste bewoners, die werkzaam waren bij de Vennootschap “Heideontginning te Wolfheze” en bij het onderhoud van de Rijnspoorweg. In de tijd van Johanna-Hoeve woonden hier diverse arbeidersgezinnen o.a. Steenbeek, Hulstein, Esmeier, Eggen, en G. Sanders. | In een schrijven van de gemeentearchitect in 1938 komen we het volgende tegen: G. Sanders, die een houten schuur bewoonde met een woongedeelte van 2 x 4 meter, werd gelast binnen 6 maanden de woning te verlaten. Deze schuur naast de Vierslag werd gebruikt voor gereedschappen, stalling van enkele stuks vee en bewoning; het woongedeelte was verre van zindelijk. Gaart Sanders was de schillenboer in Wolfheze. |
In het oorlogsjaar 1917 verhuurt de heer van Mesdag aan het rijk der Nederlanden ca. 13,6 ha grond, gelegen aan de noordzijde van de Duitsekampweg op de hoek van de Wolfhezerweg in Wolfheze. Op dit terrein worden in zeer korte tijd 73 barakken gebouwd voor internering van Duitse krijgsgevangenen. Hij verhuurt het voor fl. 150,00 per jaar voor iedere ha die het gehuurde terrein groot is en voor onbepaalde tijd. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog, in 1919, is alles weer afgebroken en verkocht en is het terrein weer in de oude staat hersteld. | Het Hof Amsterdamscheweg 169:
hierin woonde O.G. Wiersma en deze verhuisde in 1927 naar de
Duitsekampweg 15. Hierna komen E. Ekkens en in 1933 H.v. Manen er te
wonen. Boerderij “Het Hof” is in 1916 afgebrand. Later is deze boerderij herbouwd vlak bij het hoofdgebouw. |
1929 Jhr. H. H. Sandberg van Boelens, verhuisd van: „Waldfriede" te Oosterbeek, terug naar: Huize „de Hoogenkamp", Amsterdamscheweg 212, Arnhem ![]() 1935 |
De modelboerderij c.a.
was in 1909 gebouwd; alle gebouwen om een grote binnenplaats:het
woonhuis met de knechtenkamers, het kantoor, de grote koestal, een
paardenstal en varkenshokken. Verder waren er een overdekte mestvaalt en een grote schuur, die voor de helft als bergplaats diende voor strobalen. In de andere helft was de maalderij ondergebracht Achter dat geheel stonden drie hooibergen en een zaadmagazijn. Lange rijen koestallen en graansilo's completeerden het geheel. In die silo's werd gehakselde mais opgeslagen. Die maïs werd afgedekt met een meter zand en van onderaf, door luiken, door middel van lorries langs de voederbakken gevoerd. Die maïsteelt was ook al zo'n progressief verschijnsel, dat in Nederland zeker vóór de Tweede Wereldoorlog elders nog niet in zwang was. Tegenwoordig wordt dat voorbeeld van Johannahoeve van toen alom in den lande massaal gevolgd. In de koestallen, was plaats voor zo'n 125 stuks glanzend stamboekvee. Voorts grote varkensschuren voor de fokkerij en mesterij van gerenommeerde varkensrassen, een koetshuis, stallen voor zo'n 20 tot 30 werkpaarden en nog veel meer. Er werden ook woningen gebouwd bij de boerderij en op enkele andere plaatsen; onder andere de nog bestaande directeurswoning. Bij e grote villa hoorde een koetshuis met erboven een tuinmanswoning. De villa werd in latere jaren onder de oude naam 'Waldfrieden' als pension geëxploiteerd. Op dinsdag 19 september 1944 werd de boerderij in brand geschoten. Ook de villa 'Waldfrieden' ging toen in vlammen op. |
Volgens de Oosterbeekse courant van 18 juni 1932 zal Johanna-Hoeve verkocht worden aan een Jezuïetenorde uit Spanje. Een maand later blijkt dat de verkoop niet door gaat en zijn er onderhandelingen geopend met de Koninklijke Nederlandsche Automobielclub. Deze organisatie wil het totale oppervlak van 750 ha kopen om daar allerlei sportactiviteiten te gaan bedrijven. Rond het terrein moet een grote autoracebaan worden aangelegd met in het midden terreinen voor allerlei sportdoeleinden, zoals tennis, voetbal, wielrennen, zwemmen en atletiek. | Aan de buitenkant van de racebaan blijft een bouwterrein van 100 ha beschikbaar voor de bouw van een villapark. Het geheel wordt geraamd op ca fl. 1.500.000,-. Mede door tegenwerking van bewoners uit de omgeving wordt in begin 1934 besloten om dit project niet door te laten gaan. Terwijl het gemeentebestuur van Renkum en de O.V.V. het plan voor de gemeente van groot belang vonden. |
Henk Zanen Rond juli 1943 werd het gehele landgoed verkocht; het grootste gedeelte kwam in het bezit van de Haagse wegenbouwer H. Zanen, ongeveer 740 ha, terwijl het voornaamste gedeelte met de gebouwen en 130 ha grond in het bezit kwam van de missiecongregatie Mill Hill. Henk Zanen bouwde samen met Dirk Verstoep van 1942 tot 1944 aan de latere A12 (Hazepad), de verbinding van Den Haag naar de Duitse grens. Zijn landbouwgronden verpachte hij aan de zittende boeren aldaar. In de septemberdagen 1944 vonden hier een groot deel van de luchtlandingen plaats, rond de Reijerscamp zijn 161 gliders geland. Bij de modelboerderij is veel voorraad gedropt en een deel van de Polen is daar neergekomen. |
Zanen verkocht eind 1963 93 ha grond van zijn bezit aan de Nederlandse Sport Federeatie (N.S.F.) voor het sportcentrum Papendal; later kocht de N.S.F. nog 29 ha van de Mill-Hill congregatie. In 1942 kwam father Wieschermann in contact met Zanen die bezig was met de aankoop van het landgoed Johanna-Hoeve. Op 13 augustus 1943 kocht de congregatie 130 ha van de weduwe van Mesdag waarvan ongeveer 17 ha in de gemeente Renkum lag. |
![]() Uitsnede van een kaart met hoogtelijnen uit 1938. Helaas is er bij het origineel aan de onderkant een kleine verschuiving. Bron Gelders Archief 1509-269-0002. Weinig bebouwing te zien. |
|
Rusthuis Waldfriede en St. Joseph's Broederhuis (Mill Hill) | |
![]() Op deze uitsnede van een kaart uit 1944 is te zien dat Waldfiede er nog is en de model boerderij Johannahoeve is meer ten noord-westen van Waldfriede, Bron Gelders Archief 3499. De Johannahoeve tekst klopt niet want in de periode 1943 1944 wordt daar Nieuw-Vrijland gebouwd. |
|
In 1943 kocht father
Wieschermann van de Sint Josephscongregatie der Vreemde Missiën van
Mill Hill een gedeelte van de Johannahoeve. Er kwam nieuwbouw: Nieuw Vrijland. In eerste instantie werd het ‘Nieuw Vrijland’ genoemd naar het oude rusthuis en herstellingsoord voor de missionarissen en opleidingsinstituut voor missiebroeders, missiehuis Vrijland in Schaarsbergen, Arnhem, dat in 1941 door enige Duitsers in gebruik genomen werd. Veelal werd echter de naam Mill Hill gebruikt. Er kwam een kloosterbejaardenoord, een broederhuis, een tweetal kapellen en verdere accommodaties. In de septemberdagen van 1944 kregen de gebouwen grote materiele schade, zo werd o.a. de villa Waldfriede in brand geschoten. Direct na de oorlog begon men met de herstelwerkzaamheden; begin 1946 vestigde father Wieschermann zich op Johannahoeve met 2 broeders in de smidse en na een paar maanden verhuisden ze naar het gerestaureerde koetshuis van Waldfrieden. In maart 1948 werd begonnen met de opbouw van Johanna-Hoeve, de graanschuur werd omgebouwd tot woonhuis en op 5 juni werd dit St. Jozef Broederhuis betrokken door 28 broeders en father Jan Mous. In 1952 kon men Oud-Vrijland in Schaarsbergen verkopen en werd opbrengst gebruikt voor een nieuw rusthuis in Oosterbeek, dat op 1 mei 1957 betrokken kon worden. Op het terrein van de congregatie is een kerkhofje aangelegd, waar rector Wieschermann als eerste werd begraven. |
![]() Het voormalige missiehuis Vrijland in Arnhem, Schaarsbergen, later onderdeel van een kazerne. Met plannen om het af te breken in 2023 |
![]() Een kadasterhulpkaart gemaakt in juli 1943, net onder het midden is een schets van de nieuwbouw van Nieuw Vrijland te zien. Heel klein zijn ook meerdere boerderijen te zien. |
|
![]() Kadaster hulpkaart met dienstjaar 1990 |
|
|
|
![]() 1949 |
"Oosterbeek. St. Joseph Broederhuis Amsterdamseweg 173, Johannahoeve. Telef. 599. Giro 231816.
Opleidingshuis voor Broeder-Missionarissen van Mill Hill. Aanneming van
candidaten (16-30 jaar) tweemaal per jaar: Februari en Augustus. Duur
van de opl. 5 jaar. Onderricht in alle ambachten en vakken, die voor de
missie noodzakelijk geacht worden. Prospectus op aanvrage. H. Hemmer, Tubbergen, geb.: 5-7-06 Directeur, gew.: 17-7-32 ben.: 12-7-48 Priesters: J. Mous, Mirns, Geest, leider, 14-39-45 H. Brouwer, Poortugaal, 93-19-49 Broeders: Pius V. d. Sande, Tilburg, 08-31-47 Richard v. d. Heyde, Vriezev. 03-33-46 Alexander v. d. Drift, Den Haag, 08-37-46 Odulphus Bruinsma. Roodhuis (Fr.), 15-48-48 Oosterbeek. Rusthuis „Waldfriede”, Dreyenseweg 2a. Telef. 419. Priesters: P. Groot, Bovenkarspel, -03-47 A. Luppes, Oegstgeest, 84-09-48 C. Staffhorst. Utrecht, 87-13-47 A. Mulder, Oldenzaal, 78-03-49 Fr. Groeliker, Enschede, Proc., 05-31-46 C. Landman, Den Haag, Proc., 02-38-49" Jaar overzicht uit 1950 |
|
|
![]() Kavel 2579 uit 1953: Noodwoning, bos tuin begraafplaats, sloping van C 3203, de restanten van Waldfriede |
|
|
|
![]() 1937 |
![]() 1939 |
Uit: De verschrikking van de nacht; Tony Sheldon; 2015 "Het pension Waldfrieden was de avond ervoor in brand gevlogen, waardoor er nog een golf ontheemden ontstond. Dinsdagochtend bereikten de gevechten een climax, vertelt Kees. De hooiberg van de boerderij van de Van Manens, naast de Johannahoeve, vatte vlam en de rook trok over de boerderij en in de kelder". |
Uit het Dagboek van Jeanne Meeter-Endt over de periode van 17 September 1944 – November 1944 (slag bij Arnhem): "De fam. Kochs beheerden pension Waldfriede en daar zaten wij over in onrust, want Waldfriede ligt vlabij het station en het zat er vol soldaten; ’t leek wel een fort, gisteren, toen wij er waren ter eere van de Zilveren Bruiloft van de Kochs.Bij Station-Hoog schijnende Duitsers zich te verschansen in een groot huis; ‘k vrees dat het Waldfriede is, waar de Kochs zitten of zaten. De Tommies, met wie velen nu in contact zijn, vertellen dat ze versterking zéér nodig hebben, anders houden ze ’t hier niet. Vanmiddag verwachten ze Polen. Intusschen hooren we dat Waldfriede afgebrand is, evenals verschillende andere huizen o.a. van Crayenhage" |
Hoog en Laag 1957: Rusthuis der Mill-Hill-fathers op Johannahoeve (Waldfriede/Vrijland) ingezegend. | De congregatie van de Missionarissen van Mill Hill kocht in 1943 in Oosterbeek het zuidoostelijk deel van het landgoed Johannahoeve. Het had een oppervlakte van 130 ha. en omvatte onder meer de villa Waldfriede met koetshuis de “kleine villa”, de boerderij Johannahoeve met 45 ha. cultuurland, de boerderijen Het Hof en De Leemkuil en 40 ha. bos. In 1953 besloot de congregatie het na de Tweede Wereldoorlog teruggekochte zuidelijke gedeelte van het aan de Koningweg in Schaarsbergen gelegen landgoed Vrijland, dat Oud-Vrijland was gaan heten, te verkopen. De opbrengst daarvan werd aangewend voor de bouw bij het koetshuis van de hierboven vermelde villa Waldfriede van een kloosterverzorgingshuis, dat in 1956 kon worden betrokken. Om het her te ontwikkelen als particulier verzorgingshuis en zorghotel werd dit kloosterverzorgingstehuis, dat Huize Vrijland als naam kreeg en sinds 2011 onder de landelijke koepel Icare viel, in 2021 verkocht aan een projectontwikkelaar. Van het hier bovenbedoelde, een oppervlakte van 130 ha. beslaande zuidoostelijk deel van het landgoed Johannahoeve verkocht de congregatie in de loop der jaren 29 ha. aan de N.S.F. voor het sportcentrum Papendal |
![]() |
![]() |
![]() |
|
![]() Ansicht uit de periode 1940 1944. Bron Gelders Archief |
|
Huize Vrijland aan de Johannahoeve in Oosterbeek is verkocht in 2021. Het is de bedoeling dat er 160 appartementen komen, een zorghotel en een hospice. | 2023 Missiehuis Vrijland op landgoed Johannahoeve in Oosterbeek krijgt een nieuwe bestemming van particulier verzorgingshuis. |
Koningsoord Abdij Koningsoord, Johannahoeveweg 79 (receptie), Arnhem BAG: Johannahoeveweg 73 Oorspronkelijk bouwjaar: 1949, Oppervlakte: 8504m² |
|
Het opleidingscentrum van Mill Hill werd verkocht aan de zusters Trappistinnen. Dit Nieuw Vrijland werd in 2007 afgebroken om plaats te maken voor het nieuwe klooster van de zusters Trappistinnen, die min of meer verdreven werden van hun oude plek in Berkel-Enschot. | In 2009 zijn de zusters verhuisd naar het nieuwe Koningsoord. De nieuwe abdij ligt aan de Johannahoeveweg te Arnhem |
![]() |
|
![]() Het oude graanpakhuis bleef staan bron: Koningsoord in wikipedia. Winkel en receptie |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() Een veldwerkkaart (uitsnede) van het Kadaster gemaakt in 2003, voorafgaand aan de bouw van Koningsoord. Er wonen dan nog Mill Hill misionarissen. |
|
![]() Een veldwerkkaart van het kadaster uit 2007 |
|
Leefgoed Vrijland Er komen minder missionarissen, wat te doen? |
|
Een
projectontwikkelaar en belegger uit Amstelveen is in 2019 de nieuwe
eigenaar van het klooster Huize Vrijland aan de Johannahoeve 4 in
Oosterbeek. De Amstelveense ontwikkelaar zal Huize Vrijland gaan herontwikkelen tot een particulier verzorgingshuis en een zorghotel. Het verzorgingshuis dat in het meest recente deel van Huize Vrijland wordt ondergebracht zal in 2021 open gaan. Het overige deel van Huize Vrijland blijft voor huisvesting ter beschikking van de Regio Mill Hill. Het in 2009 nieuwgebouwde St. Jozefhuis en de omliggende terreinen vallen buiten de verkooptransactie. bron |
In de nieuwsbericht worden kennelijk adressen verwisseld. Huize Vrijland, bedoeld wordt de Johannahoeve 2. Het verzorgingshuis, is het huidige St. Jozefhuis is gehuisvest op de Johanahoeve 4.Maar dat St. Jozefhuis valt dan weer wel buiten de verkooptransactie. |
In een plan uit 2019 van Studio Beuving blijven de huidige bewoners van de Johannahoeve een prominente plek innemen. Naast het Sint Josefhuis zullen twee bebouwingsblokken worden gerealiseerd met zorgappartementen en zal de kapel van het oorspronkelijke klooster behouden blijven. | Daarnaast komt er een woonwijk met achtentwintig twee-onder-één kap woningen en twee vrijstaande woningen Het was de bedoeling dat er 160 appartementen komen, een zorghotel en een hospice. Bron: Nieuws.nl. Datum: 23 januari 2020. |
![]() Het huidige St. Josephhuis Johannahoeve 4 BAG: Oorspronkelijk bouwjaar 2008, inhoud 1300m² Na renovatie vanaf 2021 |
|
|
Johannahoeve 2 BAG: Oorspronkelijk bouwjaar 1910, inhoud 10488m², zeg maar 8 keer groter ??? |
|
|
|
|
|
|
|
|
In 2021 werd Vrijland (geheel - gedeeltelijk) verkocht. Het Warm Hart Zorghuis Oosterbeek aan de Johannahoeve 2, zoekt bewoners. De nieuwe bewoners huren een zorgstudio all in en betalen een bijdrage voor de zorg. |
|
Adressen aan de Johannahoeve, vanaf de Dreijenseweg naar het westen. | |
Johannahoeve 1, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1981. |
Johannahoeve 1A, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 2023 |
Johannahoeve 1B, Oosterbeek | Volgens de BAG is er op deze kavel nog niet gebouwd. |
Johannahoeve 1C, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 2023 |
Johannahoeve 1E, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 2022 |
Johannahoeve 2, Oosterbeek adres van het oude St. Jozef huis |
BAG: Gebruiksdoel Woonfunctie . Oorspronkelijk bouwjaar 1910 |
Johannahoeve 3, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1930 |
Johannahoeve 3A, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1988, kantoor. |
Johannahoeve ongenummerd, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1962 en wordt het nu (2023) verbouwd. |
Johannahoeve 3B, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 2021, geen woning. |
Er zijn nog meer panden rond nummer 3 | Geen idee of er in schuren gewoond mag worden. |
Johannahoeve 4, Oosterbeek Lees meer bij het St. Jozef huis |
Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 2008 Gebruiksdoel Gezondheidszorgfunctie |
Johannahoeveweg 3, Oosterbeek Het voormalige tuinmanshuis van Waldfrieden. |
Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1988 |
Johannahoeveweg 3A, Oosterbeek | Volgens de BAG is het oorspronkelijk bouwjaar 1930, en is de helft van een dubbele woning met nummer 3 |
Boshuis, Johannahoeve 5 (5R) Oosterbeek | |
In
1923 is de kavel C 5279 op de hulpkaart hiernaast nog leeg. De adressen
Johannahoeveweg 3 en 3A (rechts) zijn er al, een ander pand (links) is
nu verdwenen. Dat pand zal gebouwd zijn na 1905. Want het wordt niet
vermeld op hulpkaart C 1780 met dienstjaar 1905. De Johannahoeveweg 3 wordt nog niet vermeld op hulpkaart C 707 met dienstjaar 1874, In dienstjaar 1880 staat C 797 wel vermeld, zij het als enkele woning. Er is een verbouwing naar een grotere woning in 1907. In 1989 is er weer een verbouwing te zien met VW C 2007. |
![]() |
De geschiedenis van het Boshuis staat op http://firet.eu/ beschreven. Zie een citaal hiernaast: |
Na de oorlog waren in Arnhem en
omstreken veel huizen beschadigd. Daarom was er grote woningnood. Zo
ook voor Joop Firet en Ans Hageraats. Zij wilden in het begin van de
vijftiger jaren trouwen en zochten daarvoor een huis. Joop was
bosbouwer van beroep en hielp de broeders van Mill Hill met het
beplanten en onderhoud van het bos op de Johannahoeve. Zowel de paters als de gemeente gaven hen toestemming om zelf een huis te bouwen. In die tijd was er een speciale wederopbouwwet dit dit mogelijk maakte. Joop is zelf aan de slag gegaan met hulp van vrienden en de broeders. Toen het huis in 1955 klaar was konden zij trouwen en samenwonen. |
![]() Het lukt me helaas niet om een eerdere kaart uit 1955 te vinden. |
|
De Leemkuil Amsterdamscheweg 167 (Johannahoeveweg 20) | |
Het Hof Amsterdamscheweg 169, Arnhem. | Boerderij “Het Hof” is in 1916 afgebrand. Niet herbouwd. |
De Modelboerderij Amsterdamscheweg 173, Arnhem | De Johannahoeve, later het St. Joseph Broederhuis |
De Wijde Blik Amsterdamscheweg 179, Arnhem | |
De Slenk Amsterdamscheweg 181 | |
Uitspanning Heijendaal aan de Amsterdamscheweg in Arnhem | |
Amsterdamseweg 495, Arnhem | BAG: Gebruiksdoel Sportfunctie Oorspronkelijk bouwjaar 1936 |
Te lezen: een verhaal van Heemkunde Renkum over de Johannahoeveweg in Oosterbeek. De Johannahoeveweg gaat van het station Wolfheze naar station Oosterbeek. Een stukje geschiedenis Waldfrieden |
Gezocht: Geschiedenisboekje over Johannahoeve, Waldfrieden, Papendal, Nieuw-Vrijland, paters van Mill Hill uit 1967 Therebint Abdij Koningsoord |
Bronnen: Teksten van Kees Klaver en Cor de Winkel, oa verschenen in de Schoutambt en Heerlijkheid, jaargang 23, nummer 1 en nummer 2 uit 2009 van de Stichting voor Heemkunde in de gemeente Renkum Ulbe Anema: Het Schild in Wolfheze; 2012 |
Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed; 1953 H.C.J. Erkens; Uit de oude doos, 1997 de Kadaster Archiefviewer 2.0. BAG |
Aanvullingen en verbeteringen, graag: | ![]() |