Hans Braakhuis home |
Natuurgebieden in de gemeente Renkum bijgewerkt in okt 2023 |
Renkums Beekdal, grotendeels gemeente Wageningen. Er zijn 40 tot 50 millioen euro's uitgegeven om een gedeelte waar industrie gevestigd was, schoon te maken en terug te geven aan de natuur. |
Daardoor is het weer soort oud gletsjerdal dat nu weer in volle glorie te zien is. De natuur is van Staatsbosbeheer, en veel goeds wordt gedaan door Renkums Beekdal Recentelijk wordt er steeds meer gebouwd in dit Natura 2000 gebied. |
Cardanusbossen, Doorwerth. Genoemd naar de N.V. Exploitatie Maatschappij Cardanus die vanaf 1925 met de ontwikkeling van het huidige Doorwerth is begonnen. Cardanus heeft de landschapsarchitect Tersteeg, gevraagd het Doorwerth-complex en een golfterrein te ontwerpen. |
De Cardanusbossen zijn ten noorden en
zuiden van de Van der Molenallee in Doorwerth. Vanaf Doorwerth tot de
Westerbouwing. Aan de noordzijde is de N 225 te vinden. Aan de westzijde ligt het
gehucht Kievitsdel. In het bos aan de van der Molenallee, staat een
transformatorhuisje dat een rijksmonument is. Wikipedia. |
De Duno in Doorwerth, Heveadorp | Lees hier meer over de Duno. |
Herten
aan de Rijn. Rond het jaar 200 zijn er provincial plannen om de zuidwestelijke Veluwezoom, weer als leefgebied van het edelhert te herwinnen, waarbij de gemeenten Renkum, Wageningen, Ede en Arnhem er naar streven een aaneengesloten natuurgebied te vormen, waarin het Renkumse beekdal als schakel tussen uiterwaarden en zandgronden moet dienen. Een onderdeel van een vele groter plan, vanaf het IJsselmeer. Herten aan de Rijn is de naam voor een project om het industriegebied van de papierfabriek, later een rubberfabriek en daarna tot aan de laatste sloop een klein industrieterrein aan de Oliemolenweg, Hartenseweg en Beukenlaan, geheel te verwijderen en er natuur voor in de plaats te brengen. In 2007 wist Wessels, de laatst aanwezige ondernemer, nog de sloop van omringende panden, via de rechter tegen te houden. In totaal betrof het een gebied van 12 hectare, aan de Beukenlaan en Hartenseweg te Renkum. In 2007 werden de kosten nog beraamd op totaal 36 miljoen euro. ![]() |
![]() Op de plek waar nu nog een paardenstal staat (rode punt) aan de Hartenseweg in Renkum, kan een houten huis komen met een tuin die bestaat uit natuur (het beekdal). Het gemeentebestuur van Renkum gaat akkoord. In 2021 werd de verbouw van een schuur naar een woning, midden in het beekdal, door de rechter tegengehouden. Er werd in 2022 beroep ingesteld. |
de Hemelseberg in Oosterbeek | Een groot gedeelte van de Hemelseberg is afgesloten. De omringende bossen zijn wel toegankelijk. |
de Jufferswaard in Renkum De Jufferswaard is een prachtige uiterwaard met een boeiende geschiedenis. De waard heette eeuwenlang de ‘Jonckfrouenweert’ de Jufferenweerd. De uiterwaard was één van de bezittingen van kasteel Doorwerth. Ook nu nog noemt het Kadaster deze kavels Doorwerth. Al in 1372 ging de opbrengst van de waard (zoals de pacht van de weiden, de opbrengst van het hooiland) naar de ‘jonckfrouwen’ (jongedames) van het kasteel. Lees de Akte betreffende de belening van Berend van den Doerenwerde (Doorwerth), ridder met de Jonfrouwenweerd (Jufferswaard) te Renkum, 1372. ![]() In HisGis is de toenmalige WOZ waarde en de naam van de eigenaar van enkele kavels in 1832 te zien. Klasse 1 is de duurste groep. Nu vermoed ik dat de Dreyenseweg in Oosterbeek op dit moment een van de duurste WOZ gebieden is. Daar zie ik in 1832: 101970 m² heide, klasse 3 belastbaar inkomen ƒ 2,55. De waarde werd bepaald door het gebruik en mogelijkheden. De Jufferswaard had AAA grasland, beter was er niet, en daar betaalde je dus voor. Dedouairiere van Goltstein was ook eigenaar van de kloostergoederen en Grunsfoort, Keijenberg etc. Vanaf 1875 is de uiterwaard afgegraven door de steenfabriek van de bankier Heijman Wolff uit Amsterdam. Deze fabriek werd tijdens de Slag om Arnhem in 1944 verwoest. Na de oorlog werd de schoorsteen weer opgebouwd; de rest van de fabriek is ruïne gebleven. Tegenwoordig wordt de toren Pilo genoemd. Door de klei-afgravingen is de grote plas ontstaan. Tegenwoordig is de uiterwaard een prachtig natuurgebied. Met o.a. veel vogels, vleermuizen, twee beverburchten en een door de waard kronkelende Heelsumse beek. |
info Heelsums Beekdal 55.000 bezoekers voor de Jufferswaard Foto's van Karel Noy Jufferswaard Pilo podwalk |
De Kleiputten,
Heelsum. Deze kleiputten zijn tussen de jaren 1920 en 1950 uitgegraven en de klei werd gebruikt voor de steenfabricage. Het gaat om een vervallen uiterwaard, nu een moerassig gebied, dat onder de Natura 2000 richtlijn valt. De naam Kleiputten is ontstaan doordat er heel veel klei uit de uiterwaard gehaald is, een tichelgat dus. Het winningsgebied was vroeger eigendom van de steenfabriek van Van Wijck aan de zuidzijde van de Nederrijn. Er waren meer kleigaten ten oosten en westen, maar die zijn gedempt om het voor agrarisch (mede)gebruik geschikt te maken. De gewonnen klei werd via een smalspoor en een kleipontje nabij de Heelsumse beek naar de overzijde van de rivier vervoerd. Tegenwoordig is natuurbehoud belangrijk, voor de klei was de opbrengst uit hout, e.d. de reden van het goed. De Kleiputten zijn niet toegankelijk en je kunt er een glimp van opvangen als je over de Doorwerthse Fonteinallee naar het westen loopt, onder de autoweg door (je loopt tegen de ingang aan) en dan ter hoogte van de boerderij Veld en Beek naar de Nederrijn kijkt. In 1984 werd de Stichting tot behoud van het natuurreservaat de Kleiputten, uit Wageningen eigenaar van 20 van de 40 hectare van het goed. Eens per jaar konden de donateurs van de Stichting er een bezoek brengen. De stichting heeft bestaan tot zo 1989. Daarna werd het kennelijk verkocht. Het gebied stond in november 2015 opnieuw te koop. De nieuwe eigenaar vindt natuurbehoud belangrijk en wil de natuur met rust laten. Net als de aangrenzende Jufferswaard dus een voormalig industrieterrein waar de natuur het voor het zeggen heeft gekregen. |
![]() Bijzondere vogels. |
Landgoed Mariëndaal, Oosterbeek, Arnhem | Lees hier meer over Mariëndaal |
de Noordberg bij Heelsum |
|
Natuurgebied Reijerscamp in Wolfheze. Op de Duitsekampweg eindigt op de Reyerskamp. Twee mogelijkheden: De ‘Reijers-Camp’ is kennelijk zo genoemd naar de Gele Rijders in Arnhem die hier na 1861 een manege hadden. Nog een naam-herkomst: In 1822 start Otto Reijers in Wolfheze. In 1908 begon de directeur van de Van Houten's Cacaofabrieken, de heer Mesdag, met de ontwikkeling van de landgoederen tussen het Papendal (Arnhem) en de Buunderkamp). In 1909 begon een stoomploeg van de Heide Maatschappij met het afgraven en omspitten. Mesdag had ook ossen voor kleinere werkzaamheden. Tegenover station Wolfheze stond een schuur voor deze ossen. Rond 1917 zijn al 500 hectare omgetoverd in akkers en weilanden en zijn er twee modelboerderijen (Johanna-Hoeve en Reijerscamp) In 1917 werd meer bos en hei ontgonnen tot bouw- en weiland. In 1922 werd de stekker uit de modelboerderij Reijerscamp getrokken. De boerderijen bleven. Het gebied sluit aan op natuurgebied Planken Wambuis. |
Op 17 september
1944 vond in dit gebied onder andere de landing plaats van honderden
zweefvliegtuigen. Tijdens de Slag om Arnhem werden deze ingezet om
troepen en materieel te vervoeren. Aangekocht in 2002 door Natuurmonumenten en het als voormalig landbouwgebied wordt ontwikkeld naar natuur, terug naar de situatie van 1895. Toen was dit gebied vooral hei en bos. In 2013 kwam het ecoduct over de A12 tot stand en is er een verbinding ontstaan tussen de Veluwe enerzijds en de uiterwaarden van de Nederrijn anderzijds. Begin met een koffie bij het Hotel de Buunderkamp en loop dan de achtertuin in naar het oosten. Ontwikkelingen. In 2016 een nieuw natuurgebied van Natuurmonumenten. De Reijerscamp was ooit een onderdeel van Waldfrieden. |
Planken Wambuis en het Reemsterveld |
|
In de Renkumse Poort komen bos, beekdal en
de uiterwaarden van de Nederrijn bij Renkum samen. Het heuvelachtige gebied is een mooi voorbeeld van geslaagd natuurbeheer. Het voormalige industrieterrein Beukenlaan is in 2013 omgetoverd tot een ecologische verbinding tussen de Oostvaardersplassen, Veluwe, uiterwaarden aan de Nederrijn, het Renkums beekdal, de Gelderse Poort (de streek waarin de Rijn zich vertakt in Waal, Nederrijn en IJssel, oa. Ooypolder) en het Duitse Reichswald. Zo kunnen edelherten nu van de Veluwe naar de Nederrijn lopen. Het Renkums Beekdal is een van de belangrijkste dalen op de Zuid Veluwe. Het beekdal is in de voorlaatste ijstijd gevormd, toen smeltwater het huidige beekdal naar de Nederrijn uitschuurde. Al vroeg werd er in het beekdal gegraven om het water te kunnen gebruiken voor de landbouw (Harten) en in later tijd als waterkracht voor watermolens. Met deze watermolens ontstond een vroeg 'industrieterrein' voor de verwerking van graan, raapzaadolie en later papier, uiteindelijk uitmondend in het industrieterrein Beukenlaan. Er stonden grote fabrieken van Van Gelder, later Parenco, Vredestein. |
2009: De realisatie van de ecologische
verbindingszone tussen het centraal Veluws natuurgebied en het Rijndal
is een stuk dichterbij gekomen. De Dienst Landelijk Gebied heeft ook
met het laatste bedrijf op industrieterrein Beukenlaan, bouwmarkt
Wessels, overeenstemming bereikt over verplaatsing. Dit
industrieterrein in het Renkums Beekdal kan nu worden omgevormd tot
natuurgebied. Er ontstaat hierdoor een prachtige verbinding tussen de
natuur op de Veluwe en de natuur langs de Rijn. Gedeputeerde Keereweer
is zeer positief: "De aankoop van dit laatste bedrijf is een
belangrijke mijlpaal. Niets staat nu het herstel van het Renkums
beekdal nog in de weg." (bron) Vier eigenaren van de gronden in het Renkums Beekdal hebben in 2011 de handen ineengeslagen. Zij hebben gezamenlijk een visie gemaakt waarin zij een bijdrage willen leveren aan het Renkums Beekdal en daarmee aan de Renkumse Poort. Zo zal de natte natuur langs de beek, worden omgevormd naar beekdalgraslanden. Je hebt het dan ook over het zuidelijke gedeelte, het stuk onder het voormalige kasteel Grunsfoort, tot aan de Rijksweg N225. Vernam van een van de beheerders dat men in 2017 gaat beginnen. |
Tuin de Lage Oorsprong |
|
Reijerscamp Wolfheze De Reijerscamp was ooit een onderdeel van Waldfrieden en de latere Johannahoeve. Je hebt het dan over een gebied van de Lichtenbeek in Arnhem, alles ten noorden van de spoorlijn bij Oosterbeek, Papendal en de Reijerscamp in Wolfheze, tot de Buunderkamp. Het huis Papendal aan de Amsterdamseweg in Arnhem, tegenwoordig Reyers-heyde genoemd, veeteld iets over de herkomst van de naam Reijerscamp: "Jan Reyers woonde in 1805 te Deyl, in 1812 en 1818 te Rumpt, was in 1816 ontvanger der belastingen te Voorst en overleed 17-2-1827 te Deventer in de Korte Assenstraat. De weduwe kocht in 1830 het landgoed Reyers Heyde te Papendal bij Arnhem, van de erven Hendrik Herm. Reyers (wed. Cornelia van Beest) en Anna J.G. Reyers (wed. Jacobus van Eyl)" bron ![]() |
Reijerscamp is sinds 2004 een
natuurgebied bij Wolfheze. Het gebied wordt begrensd door de A12 in het
noorden, de spoorlijn Utrecht-Arnhem in het zuiden en de Buunderkamp in het westen. Het noordelijke deel van het gebied is een rustgebied voor dieren. Sinds 2004 is het in beheer bij de Vereniging Natuurmonumenten. Met de opening van het Ecoduct Jac. P. Thijsse in 2012 werd het gebied aangesloten op het natuurgebied Planken Wambuis. In 2005 werden de voormalige akkers omgevormd tot natuurgebied, er kwamen poelen, bosjes en een uitkijkpunt. Na de opening van het ecoduct van de A12 in maart 2013, staken de eerste edelherten voorzichtig het ecoduct over, om na het uitstapje terug te keren naar Planken Wambuis. Met komst van de wolf hoeft de beheerder geen grote hoefdieren meer af te schieten. Er ontstaat een natuurlijk evenwicht. |
Uiterwaarden Oosterbeek |
|
De Valkeniersbossen,
genoemd naar de Amsterdamer Jan Valckenier, zijn te vinden tussen
de Veerweg, de Oude Oosterbeekseweg en Heveadorp. De Westerbouwing is er een belangrijk onderdeel van. Vanaf de Veerweg loopt
de helling eerst stijl omhoog, met via 'doorzichten' vanaf de
uitspanning een fraai uitzicht over de rivier en over de Betuwe. De bosaanleg is gedaan in opdracht van Scheffer zo rond 1916 door de tuin- en landschapsarchitect S. Voorhoeve. In 191 7 wordt de gemeente Renkum eigenaresse van de bossen. De Valkeniersbossen vormen een multifunctioneel bos met de houtproduktie de natuur en de recreatie als gelijkwaardige functies. Van gemeentezijde heeft het hellingbos bijzondere aandacht en dat geldt ook voor de biotoop van de beek. Het bos bestaat grotendeels uit loofbomen, met slechts 11% naaldhout. Het beheer van de Seelbeek staat bij de groenverzorgers van de gemeente speciaal in de belangstelling en daarvan is volop blijk gegeven bij de rehabilitatie van de kern Heveadorp. Bij het Drielseveer, verblijven 's zomers vele dagrecreanten voor een aangenaam verblijf. Idem dito de vele hengelaars. Uiteraard heeft ook de heer E.J. Demoed zich in de geschiedenisvan de Val(c)keniersbossen verdiept en hij vraagt zich af waaraan de Amsterdamse koopman de eer heeft verdiend dat de bossen naar hem vernoemd zijn. Het gaat hierbij om de vroegere Veluwse domeingronden/bossen en heidevelden, die hij op 11 oktober 1838 op de veiling 'Het Zwijnshoofd' in Arnhem verwierf. Daaronder de 'Homoetse heg', groot 5.22.87 ha, ontgonnen woeste grond dus, maar daarbij bleef't dan ook. De naam 'Homoetsbos' zou volgens Demoed - méér voor de hand gelegen hebben. De Oosterbeekse Heggen kwamen in 1838 voor een bedrag van ruim 60.000 gulden in bezit van mr. Jacobus Mattheus de Kempenaer (Bilderberg), Johan Backer (Oorsprong) en Jan Valckenier. Deze eiegnaren deden aan bosbouw en verkochten grond voor de bouw van villa’s. Na 1930 kwam er een eind aan de versnippering en bebouwing omdat Geldersch Landschap (Duno), Staatsbosbeheer en de gemeente Renkum diverse bossen en landgoederen door aankoop of als legaat in bezit kregen. In 1907 liet Scheffer van de Duno zich voor meer dan 3 miljoen gulden uitkopen uit de chocolade firma Van Houten en met dat geld kon grote dingen doen. Hij kocht de Valckeniersbossen en de Westerbouwing, waar hij het bestaande paviljoen verving door een restaurant met muziekkoepel, |
ENKELE BLADZ. UIT DE GESCHIEDENIS DER DOMEINBOSSCHEN ONDER OOSTERBEEK EN DOORWERTH. Uit Bijdragen en mededeelingen, 1927 Gelre "Van belang is alleen voor de juiste kennis van het boschbezit in deze streken de 10 Februari 1826 door den Directeur van de Registratie en Domeinen te Arnhem opgemaakte „Legger der Domaniale Bosschen en Plantaadjen . Reeds spoedig na het ontstaan van dien ligger werd tot verkoop van bosschen overgegaan 1). De slechte financieele positie des Lands gaf daartoe aanleiding. De domeinen waren bij art. 3 der wet van 27 December 1822, Staatsblad no. 59, in handen gesteld van het Amortisatie-syndicaat, hetwelk tot verkoop overging ten einde met de daarvoor verkregen kooppenningen Staatsschuld te kunnen delgen. Zoo had 8 October 1838 e.v. dagen de derde veiling van Domaniale Goederen plaats in het bekende logement het Zwijnshoofd te Arnhem ten overstaan van de notarissen Mr. Gerard van Eek en Willem Hendrik Taay, bij welken verkoop op den 11 den dier maand nagenoeg alle bosschen onder Oosterbeek werden afgemijnd voor ƒ61.450.— door Elias Traanboer, rentenier te Arnhem, die verklaarde te hebben gekocht voor Mr. Jacob Mattheus de Kempenaer, advocaat te Arnhem, Johannes Backer, burgemeester der gemeente Renkum, wonende te Oosterbeek op den huize 1) De Nieuwe heg onder Oosterbeek, groot 7 bunders en 47 roeden en grenzende aan het domeinbosch de Radstaak, werd 9 Juni 1828 verkocht voor 1936 gulden. den Oorsprong, en Jan Valckenier, koopman te Amsterdam, pro communi indiviso. Deze koopers werden toen eigenaren van de navolgende perceelen bosch en heide: 1. de Boefheg, groot 5 bunders, 8 roeden en 81 ellen 1); 2. de Homoetsche heg, groot 5 bunders, 22 roeden en 87 ellen; 3. den Haag en een gedeelte van den Aardakker, groot 11 bunders, 30 roeden en 63 ellen 2) ; 4. de Beukenboomsche heg en het Kelderken, groot 6 bunders, 63 roeden en 21 ellen; 5. de Radstaak, groot 6 bunders, 18 roeden en 82 ellen; 6. de Ragheg, groot 8 bunders, 77 roeden en 14 ellen; 7. de Langeheg, groot 8 bunders, 64 roeden en 79 ellen; 8. den Aardakker, groot 4 bunders, 83 roeden en 28 ellen; 9. de Elsheg, groot 4 bunders, 51 roeden en 48 ellen; 10. De Postenplak, groot 4 bunders en 39 ellen; 11. de Groote Zilverenberg, groot 12 bunders, 63 roeden en 19 ellen; 12. de Smalle Zilverenberg, groot 5 bunders, 81 roeden en 21 ellen; 13. het eerste en tweede gedeelte aan den Zilverenberg, groot 13 bunders, 24 roeden en 22 ellen; 14. den Koedel, groot 13 bunders, 39 roeden en 83 ellen, met een stuk heideveld groot ongeveer 4 bunders, 72 roeden en 80 ellen; 15. den Driestapel, groot 14 bunders, 53 roeden en 10 ellen, met een stuk heideveld, groot ongeveer 6 bunders, 72 roeden en 50 ellen; 16. den Bilderberg en de Zonnenbergsche heg, groot 75 bunders, 77 roeden en 40 ellen 3); 17. het Schiltje, groot 4 bunders, 67 roeden en 10 ellen. Zooals uit de bovenaangehaalde overeenkomst van 21 Mei 1712 blijkt, moeten er vóór dien tijd niet alleen verscheidene en langdurige geschillen over de grensscheiding der heerlijkheid Doorwerth hebben bestaan, maar moet daarover ook lang zijn geprocedeerd voor het Hof van Gelderland. Inderdaad leeren de archieven ons, dat in 1616 een proces dienaangaande is aanhangig gemaakt 4), hetwelk met tusschen-1* Tot dit perceel bosch, onmiddellijk grenzende aan de Westerbouwing, behoorde tevoren ook een hoekje weiland, onder aan den berg gelegen, ter grootte van 25 roeden, hetwelk 13 Maart 1837 voor 225 gulden was verkocht aan den heer Johannes Backer te Oosterbeek. 2) De eerstgenoemde drie perceelen bosch behooren sedert eenige jaren aan de gemeente Renkum en zijn thans onder den naam van Valckeniersbosschen bekend. Het is m.i. te betreuren, dat de oude namen, die van eeuwen her dagteekenden, geheel te niet zijn gegaan en hebben moeten plaats maken voor een naam, weliswaar herinnerend aan een zeer bekend geslacht te Amsterdam, maar voor Oosterbeek van geenerlei beteekenis. Ook is de huidige naam misleidend, daar die aanleiding geeft tot de meening, dat een valkenier hier eertijds zijn bedrijf uitoefende, in welke opvatting het publiek niet weinig wordt versterkt, doordat het nabijgelegen Huis ter Aa, dat in zijnen naam de herinnering bewaarde aan het z.g. Gat van der Aa, waarin het staat, sedert kort is verdoopt in Valkeniershuis. 3) Een gedeelte van de Zonnenbergsche heg, ter grootte van 4 bunders, 89 roeden en 88 ellen, was 21 Maart 1831 in pacht uitgegeven om tot wei- en bouwland te worden aangelegd. Dit is hier het eenige mij voorgekomen geval van ontginning van domeinbezit in deze jaren. 4) Opmerking verdient hier, dat de wederzijdsche sustenuen van 1616 dezelfde zijn als die, weêrgegeven inden aanvang van het accoord van 1712. |
Waldfrieden, Johannahoeve, Vrijland in Oosterbeek | Lees hier meer over Waldfreiden. |
de Wodanseiken in Wolfheze | Lees hier meer over de Wodanseiken. |
de Wolfhezerheide |
|
„De vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland vraagt aan haar goede vriend, het Nederlandsche volk, zestig duizend gulden voor de aankoop van het landgoed Hoog-Wolfheze". Aldus de bekende Jac. P. Thijsse in „De levende natuur" van l mei 1939. En hij voegt er aan toe: „In mijn jonge jaren was Wolfheze bij de menschen in Holland misschien nog wel meer bekend dan Rozendaal. De duizendjarige den en de Wodanseiken wekten belangstelling van hoger allooi, dan de bedriegertjes en de schelpengrot". Die zestig duizend gulden kwam er, en de vereniging werd in datzelfde jaar eigenaar van de Wolfhezer bossen. Men was in haar nopjes met deze aanwinst. Bovendien kon men in 1967 het landgoed Laag-Wolfheze aankopen van mr. Chr. P. van Eeghen. Dit gedeelte was 181 ha groot. Samen met de 111 ha dat in 1939 in haar bezit verkregen werd, vormde het een aaneengesloten natuurgebied van 292 ha., dat „Natuurmonument Wolfheze" gedoopt werd. |
|
Klaas Bouwer, Voor profijt en genoegen; de geschiedenis van bos en landschap van de Zuidwest-Veluwe. | |
Op- en aanmerkingen, graag: | ![]() |