Kerken en kloosters in de gemeente Renkum home |
Hans Braakhuis laatste update: april 2023 |
Kerken hebben veel te maken met de vrijheid van het geloof. De vrijheid van het geloof staat al vermeld in de Engelse Magna Carta
uit 1215, maar was ook in onze landen in die tijd al een gemeengoed.
Het was oa. de Graaf van Hoorn die al veel eerder dan de Magna Carta
aangaf: m'n horigen dienen me 6 dagen per week. De 7de dag mogen ze
zelf weten wie te dienen. De vrijheid van geloof in de Nederlanden, maakt dat Portugese Joden in 1497 (Sefardim), vele protestante Belgen in 1584 en Franse Hugenoten rond 1700, de Nederlanden als nieuwe thuisland zien. Dit brengt niet alleen veel geld en kennis naar de Nederlanden, maar ook een variatie aan kerken. In 1517 publiceert Luther zijn 95 stellingen. In de Nederlanden heeft de Beeldenstorm eerst in 1566 plaats. Daarna wordt de geloofsvrijheid voor Katholieken ingeperkt. Rond 1580 worden veel Katholieke bezittingen onteigend (alteratie) en aan de protestanten overgedragen. Dat maakt dat enkele Katholieken ondergronds gaan, middels schuilkerken en in Renkum en Heelsum in schuurkerken. Vanaf 1598 vormden de Nederduits-gereformeerden van Renkum, Heelsum (met Doorwerth) en Oosterbeek één kerkelijke gemeente. Oosterbeek werd daarvan in 1609 afgescheiden. De Nederduits- gereformeerden van Renkum en Heelsum vormden daarna de kerkelijke gemeente Renkum-Heelsum, met een kerk in beide dorpen. De heer van Doorwerth bekostigde de waarneming van de dienst te Heelsum door de predikant van Renkum, en zorgde tevens voor de onderhoud van de Heelsumse kerk. |
En hoe leuk is geschiedenis, de heer van Doorwerth gaat vanaf 2021 weer de Heelsumse kerk onderhouden. Rooms-katholieke inwoners van Renkum hoorden onder de RK statie Wageningen. Deze statie had zijn middelpunt in kasteel Grunsfoort, tussen Renkum en Wageningen. Het Betuwse gedeelte van die statie werd in 1729 als zelfstandige RK statie Indoornik van Wageningen afgesplitst. Tot het jaar 1651 boden de katholiek gebleven bewoners van het kasteel Grunsfoort en kasteel Doorwerth, blijvende gastvrijheid aan een of meer priesters. President-burgemeester van Wageningen, Daniel David Bernhard Mosburger, protesteerde op 1 november 1763 nog tegen het "aanhouden van een pastoor en een Roomsche Kercke binnen de jurisdictie van zijn stad". 'De Roomsche kercke', die hij op het oog had was die van Huijse Cronenburg (Grunsfoort) en die later verplaatst werd naar 'Renkum -in den Bok'. De Franse bezetter geeft in 1774 -1795 weer de vrijheid van godsdienst en in de Grondwet van 1798 wordt dit bekrachtigd, evenals een scheiding van Staat en Kerk. In Wageningen bv. was toen nog ongeveer 20% van de bevolking Katholiek. Dat zal in Renkum niet veel anders geweest zijn. Vele kerken werden zo rond 1804 weer teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaren. In de 17de en 18de eeuw moest je een lid van de Nederduits Gereformeerde Kerk zijn om voor een belangrijke functie in aanmerking te kunnen komen. In de 18de eeuw was het gebruikelijk om wegen op kerktorens te richten. In Oosterbeek werd de weg naar Utrecht vanaf de Koude Herberg op de kerktoren van Wageningen of Rhenen gericht, en werd de weg verbreed en verbeterd. |
Indeling,
er is voor gekozen om met de moeder aller Renkumse kerken te beginnen.
Wolfheze dus. Daarna, per dorp, op jaartal dat de kerk open gaat.
Direct in de buurt van de voormalige Wolfhezer kerk zijn ook resten van
nederzettingen, grafheuvels, een schans, wallen, sprengen, essen,
karrensporen uit de Steentijd tot en met de Nieuwe Tijd. Kerk en Beek. In het Renkumse was de bebouwing voor de mensen, op een heuvel of stuwwal en aan een beek (Harten) voor vers drinkwater. De oudste kerken stonden dan ook allemaal aan een beek. De verdwenen kerk van Wolfheze stond aan de Wolfhezerbeek. De verdwenen kerk van Harten stond aan de Molenbeek. De verdwenen kerk van Renkum stond aan de Molenbeek. De kerk van Heelsum staat nog steeds aan de Heelsumse beek. En de oude kerk in Oosterbeek aan de Benedendorpsweg staat nog steeds aan de Zuiderbeek. |
Op m'n website staan meer "kerk" publicaties, een overzicht: Het kerkpad van Driel, Doorwerth, Wolfheze? De Kapelleboom in Doorwerth Het kerkje op de heuvel in Heelsum. En de bebouwingen er om heen. Een PDF over de Geschiedenis van het kerkje op de heuvel in Heelsum Een PDF over de relatie tussen het Kasteel Doorwerth en de kerken in Wolfheze, Heelsum en de kapellen op het Kasteel en in Doorwerth. Het Mariabeeld en de RK kerk Onze Lieve Vrouw Ten Hemelopneming. |
Wolfheze. | |
± 1000 De verdwenen kerk in (Laag) Wolfheze, Oude Kloosterweg ongenummerd, Wolfheze de kerk Wolfheze 1570 uit het boek van Oltmans Wolfheze wordt al genoemd sinds 2000 jaar voor Christus. In de 11de eeuw stond op een heuvel die tussen de Oude Kloosterweg en de snelweg A50 ligt, een kerk van ongeveer 21 bij 8 meter. De fundamenten die in de grond zijn gevonden zijn kenmerkend voor de Middeleeuwen. De kerk is van tufsteen en heeft een leien dak. Lange tijd was deze kapel de enige voor de wijde omgeving, zoals voor de inwoners uit Doorwerth en Heelsum. "Reeds in de elfde eeuw bestond een kerspel Wolfhezen, dat zich, tusschen de kerspelen Renkum en Oosterbeek, noordelijk van den Rijn uitstrekte. In het zuidelijkste gedeelte lag de Hof Seelbeeck, die reeds in de tiende eeuw wordt genoemd. Noordelijk daarvan strekten zich de Wolfhezer bosschen uit, die aansloten aan de bosschen in het kerspel Oosterbeek. Aan den noordelijken zoom van het Wolfhezer bosch lag, aan de beek, de Hof Wolfhezen. In de onmiddellijke nabijheid daarvan stond de kerspelkerk. Verder stonden hier een molen, eenige huizen en hofsteden en lag er een wildfurstergoed, tezamen vormende het dorp Wolfhezen, waar nog in de 16de eeuw een nijvere landbouwers- bevolking verblijf hield. Waarschijnlijk in de twaalfde of begin dertiende eeuw is in het zuidelijkste gedeelte van het kerspel, aan den Rijn, het kasteel Doorwerth gesticht en vormde een deel van het kerspel de heerlijkheid van dien naam. In de heerlijkheid lag de buurschap Heelsum. De Doorwerthsche ingezetenen gingen te Wolfhezen ter kerk. Ten behoeve van de ingezetenen van de heerlijkheid liet de heer van Doorwerth — wanneer is niet met zekerheid aan te geven — dicht bij het kasteel bij de buurschap Heelsum een kapel bouwen, waarin de pastoor van Wolfhezen, althans in het midden der vijftiende eeuw, den dienst waarnam. Immers in 1461 bekennen Johan heer van Hemert, ridder, en Sophie van Bylant, vrouw van Hemert, schuldig te zijn aan heer Willem in de Niewelandt „pastoor tot Wolfhesen ende tot Heisom, ofte die in der tut daer pastoor were, van der smaelre tienden der kercken voors. van vlas, was, byen ende van schapen ende al dat daertoe behoren mach, jaerlix enen alden Vrancr. schilt, te betalen alle jaer tot S. Peternellen dach mit gueden payement etc. Ende den tienden van den koren sal die pastoor voors. gebruicken als hy plach ten tyden Reynolts van Homoet, den Gode in genade heeft". Verder verklaren zij: „ende desen pacht sal staen ende dueren also lange als wy tsamenlycke ofte een van ons beyden den Doorweerde besitten etc.". Uit: Albert A. Oltmans; De Kerken te Wolfhezen en te Heelsum in het Kerspel Wolfhezen. 1923, Quint uitgever Arnhem, Gouda. In de 11de eeuw stond op de heuvel die tussen de Oude Kloosterweg en de snelweg ligt een kapel van ongeveer 21 bij 8 meter. De tufsteen fundamenten die in de grond zijn gevonden zijn kenmerkend voor de Middeleeuwen. Lange tijd was deze kapel de enige voor de wijde omgeving, en bediende het Hof te Wolfheze, het Hof Seelbeeck, en het Kasteel Doorwerth. Evenals de inwoners uit Wolfheze, Heveadorp, Doorwerth en Heelsum. De kapelheuvel was het centrum van kerspel Wolfheze. Kerspel is een oud woord voor 'parochie' of kerkgemeenschap. Kerspel Wolfheze maakte deel uit van bisdom Utrecht. Op een kaart uit 1553 staat de kapel afgebeeld, met ernaast 1 boerderij en in de wijdere omgeving nog enkele boerderijen. De kerk van Wolfheze bedient de inwoners van Wolfheze, Doorwerth, Heelsum, Heveadorp en vermoedelijk ook Driel, middels een pontje. Het vermoedelijke kerkpad is nog steeds goed zichtbaar. Op ongeveer 350 meter afstand van het kasteel te Wolfheze stond, aan de noordzijde van de heerweg, het tufstenen kerkje met pastorie, omgeven door een wal en een droge gracht. Het bescheiden torentje van deze kerk was voorzien van een klok, die in 1390 door de Arnhemmers werd weggehaald. Althans de stadsrekeningen van dat jaar vermelden onder de uitgaven: „Die clocke van Wolfhesen af te wynnen IX sc. iiii d." Wat de Arnhemmers met de klok hebben uitgevoerd, is verder niet bekend geworden. De gehele omgeving van kerk en kasteel, behoorde tot het Hof van Wolfheze. Dit hof was een van de der leengoederen van het huis Montfoort en behoorde in 1413 tot de bezittingen van Jan van Wye Walravensz. volgens A. Oltmans, Wolfheze, blz. 17. De heer van Doorwerth laat rond 1425 een kapel bij de huidige Kappelleboom (Doorwerth) bouwen. Men hoeft dan niet meer naar Wolfheze. In 1517 begint de bouw van een kerk (op de heuvel) in Heelsum. Vanaf 1509 in Heelsum het centrum van de parochiekerk en neemt de functie van de kerk in Wolfheze af. |
Rond 1461 is "Willem in de Niewelandt, pastoor tot Wolfhesen ende tot Helsom" Tijdens de 80jarige oorlog, in het voorjaar van 1584, rukten de Spaanse troepen de Veluwe binnen, en daarmede begon een periode van plundering en brandstichting, die ongeveer een jaar heeft geduurd. Slichtenhorst; Geldere geschiedenissen; 1653-54; schrijft: „Omtrent desen tijd, had de Raed van Staeten onsen Raed (van Harderwijk) indagtigh gemaekt om goede aenteykeningh te maeken van 't koorn in de stad nog overigh sijnde, noch yet daeraf te aeten weghvoeren, ten ware dat er dadelycken weder soveel wierd in de plaats geleverd. Des vijands gantse heyr lagh rechtevoort tot Wolfhezen bij den Doorenweerd, alwaer de onsen, stout op haer eygen grond sijnde, hen het hoofd booden". De kerk van Wolfheze verdween. Zo vinden we bij de Gedeputeerden van het Kwartier Veluwe dat zij op 9 Oct. 1624 aan de schipper Jelis Aelbers verkochten „het gruys van de duyfsteen van de kercke tot Wolfhesen, de tonne voer sesthien stuver, ieder tonne tegens twee heringstonnen gerekent". Zestig „heringhtonnen gruis werden door Jelis weggehaald. De overgebleven ruïne werd langzaam aan gesloopt en de tufsteen door iedereen weggehaald. Dit deed Gedeputeerden op 2 Juni 1627 besluiten tot verkoop van alle tufsteen van de kerk te Wolfheze aan de stadsmetselaar mr. Aert te Arnhem voor een bedrag van 375 gulden. Hierbij werd de voorwaarde gesteld, dat de koper „noch een teicken ende overblijffsel ter bequaemster plaetse sal laeten staen". Het voormalige kerkje verdwijnt en later weer „ontdekt". In 1840 bezocht de oudheidkundige, ds. Heldring, Wolfheze, en ontdekte daar een grote, groene heuvel, die toen de naam van kapelberg droeg. Bij deze heuvel vond hij behalve stukken lei, ook een brok muur, van veldstenen en kalk gemetseld. Een verder onderzoek had toen echter niet plaats. In 1888 trok dezelfde heuvel weer de aandacht van ir. H. J. H. Groneman uit Oosterbeek. En vooral nadat v. d. Hul, bewoner van het huisje aan de beek hem verteld had van de opgravingen in 1846, werd zijn nieuwsgierigheid nog meer gewekt. De eigenaar - J. G. W. Baron van Brakell, gaf toestemmingtot graven in 1892. Hierbij werden de fundamenten gevonden van een 11de eeuws kerkje en een latere pastorie. De afmetingen van het kerkje bedroegen 7.56 x 20.90 meter. Het was gebouwd van tufsteen, en had een rechthoekige koorsluiting ; de fundering was van veldkeien. Tevens bleek ook, dat het kerkje van een toren voorzien was geweest. De kerkheuvel is te vinden door te parkeren op de parkeerplaats tegenover Hotel Wolfheze aan de Wolfhezerweg. Loop naar het noorden richting het huidige Wolfheze, en sla na de parkeerplaats links af. De Oude Kloosterweg op. Ga rechtdoor als de Oude Kloosterweg een bocht naar links maakt, richting "het kousenhuisje". Na 100 meter zie je aan de linkerkant een ijzeren monument van de kerk en de kerkheuvel steekt nog duidelijk af voor de autoweg A50. Leuk om te bedenken dat de heuvel noodzakelijk was om de kerk te schermen tegen een hoge waterstand van de RIjn. Het dorp is waarschijnlijk verwoest tijdens de 80 jarige oorlog (1568-1648) en nooit herbouwd. Mede oorzaak kan zijn dat de aanleg van sprengen na 1590 voor de papiermolens in Heelsum de grond verdroogd heeft. De kerk, en het dorp Wolfheze lag op een belangrijke plek. Zeg op de de kruising van de A2 en de A12, destijds heette dat een Heerweg. Hier kruisen een noord-zuid en een oost-west verbindingspad voor personen, paarden en karren. De Hunnenschans en het Stratius Rondeel bij Wolfheze, bewaakten deze belangrijke routes. Verwoest in 1585 door de Spanjaarden in de Tachtigjarige Oorlog. ![]() |
1908 - heden Stichtingskerk Pro Persona Opstandingskerk, Wolfheze 2. Wolfheze. De BAG geeft 1990 aan, zijnde het jaar dat de kerk in gebruik werd genomen, klopt helaas niet. Andere naam: Ned. Hervormde kapel in Psychiatrisch Ziekenhuis - Opstandingskapel. De naam Opstandingskerk is niet vanaf het begin in 1908 gebruikt. ![]() Geestelijk verzorgers ds. Harm Daniel (H.D.) Drenth 1908 - 1928 ds. Willem (W.) Bech 1929 -1945 ds. Jacob (J.) v.d. Kooij 1947 - 1964 ds. Ria (H.) Alons 1961 - 1983 ds. Hendrik (H.) Windig 1964 - 1971 ds. Izaak (I.) Vergeer 1971 – 1988 ds. Ton (A.J.) Schneider 1973 - 1983 pastor Harry (H.M.J.) Schasfoort ? - 1988 ds. Wijnand| (W.E.M.) Honig 1981 - 1995 pastor Piet (P.) van Middelaar 1988 - 2001 ds Hannie (J.) Nusselder 1984 – 2010 ds. Trudy (G.F.) Struijs 1995- 2009 ds. Taco (T.M.C.) Bos 1996 – heden Quang Vinh (Q.V.) Nguyen 2001 - 2009 Lisa (E.R.M.) Böll, 2004 - heden imam Bahaeddin (B.) Budak 2005 - heden Remco (R.J.M.) Graat 2009 - heden Mariette (M.M.) van Someren 2010 - heden Stefien Jansen De geestelijk verzorgers hebben verschillende achtergronden: protestants, rooms-katholiek en islamitisch. link Vanaf ± 1911 werd al "geestelijk verzorger" aangehouden. De geestelijk verzorgers zelf hebben verschillende achtergronden: protestants, rooms-katholiek en islamitisch. Enkele Katholieke namen: pastoor Schasfoort, Piet Middelaar, Vinh Nguyen en Remco Graat. Eveneens verschillende assistentes zoals: Lisa Böll, Bahaeddin Budak, Mariette van Someren. link |
![]() ![]() Gereformeerd. De Vereniging tot Christelijke Verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders werd opgericht op 9 oktober 1884. Het doel was het oprichten en instandhouden van de krankzinnigengestichten zoals Veldwijk (28 jan. 1886), Bloemendaal (1892) en Dennenoord (1895). In 1906 werd een stuk bosgebied te Wolfheze van 86 hectare aangekocht door de Vereniging. Het Psychiatrisch Ziekenhuis in Wolfheze kent twee bouwfasen. Eerste fase 1907, de tweede fase in 1908. Na de eerste bouwfase vindt de officiële opening van het ziekenhuis plaats op 28 nov. 1907. De Vereniging heeft voor de Stichtingskerk zelf predikanten in dienst en valt niet onder de Hervormde Kerk van Oosterbeek. De kerk is in de tweede bouwfase van de bouw van het ziekenhuis gebouwd. De kerk is ontworpen in 1907 door architect Wentink en werd in dat jaar ook aanbesteed aan de aannemer Dhr. Brouwer. De kerk wordt op 4 sept. 1908 in gebruik genomen. Het orgel is gebouwd door firma W. van Leeuwen in 1949. ![]() Op 16 juli 1915 wordt het fraaie orgel in gebruik genomen, een geschenk van de heer van Eeghen van Amsterdam. Het jaar daarna van dezelfde edelmoedige gever het torenuurwerk met slag en luidklok, die onze patiënten en het personeel elke zondag oproept om op te gaan naar onze kapel; aldus het jaarverslag. |
1926 Voormalige Open Hof Kerk, Lawijckerhof 6, Wolfheze. Oudere naam: Ned Gereformeerde Burchtkerk. ![]() ![]() ![]() In het Gereformeerde Kerkgebouw aan de Lawijckerhof werd de eerste dienst op 23 maart 1928 gehouden. De eerste predikant was ds.van Loon. Voor zijn gezin werd Reiershof als pastorie gehuurd van het Blindenhuis. Kort voor de oorlog overleed hij, en ds.Toornvliet was zijn opvolger. Die kwam te wonen in de eigen pastorie, die in 1936 vlak bij de kerk was gebouwd. In 1944 telde de gemeente 625 belijdende en doopleden uit 115 gezinnen (de ca. 100 gereformeerde evacuees niet meegerekend). Naamlijst van predikanten: Ds. F.H. van Loon12-4-1931 tot 4-6-1939 F.H. Van Loon: geboren op 21 april 1884, eerder beroepen in Ter Apel (1910), Burmu (1916), Bergum (1915), Smilde (1923), Sloterweg (1927), beroepen in Wolfheze op 12 april 1932, emeritaat april 1939, overleden juni 1939. Ds. G. Toornvliet 1939 - 1944 Ds. E.J. Oomkes 1945 - 1947 Ds. G.S. Fernhout 1949 - 1966 Ds. G. S. Fernhout, gaat op 1 april 1949 in Wolfheze met emeritaat. Hij vestigt zich in Haaften en zal als geestelijk verzorger voor de Kliniek Neder Veluwe te Wolfheze actief blijven. Ds. H.J. Diekema 1966 - 1970 Ds. H. van Dijk 1972 - 1980 Ds. W.E.M. Honig 1981 - 1985 Ds. S. de Jong 1986 - 1988 Ds. K.A.E. de Waard 1989 - 1995 Ds. I.Chr. Builtjes-Faber vanaf 13-10-1996 (bron GA) Protestantse gemeente. De bouw begon in 1925 en de kerk ging open in 1926. Het was toen een Gereformeerde kerk. Met toestemming van Ulbe Anema, enkele passages uit zijn boekje ‘Het Kerkleven in Wolfheze in de 20e eeuw’ uit 2001: "1. Gereformeerd kerkleven. 1.3. De ingebruikneming op 27 mei 1926. Op 9 december 1925 wordt de nieuwe Gereformeerde Kerk van Oosterbeek in gebruik genomen aan de Van Toulon van der Koogweg, recht tegenover het oude kerkje. Voor de kerk in Wolfheze wordt door de lidmaten een avondmaalservies, een doopvont en een orgel (met bankje en boeken) aangeboden. En ....... op donderdag 27 mei 1926 (precies 2 jaar nadat was besloten nieuw te gaan bouwen) wordt het fraaie nieuwe kerkgebouw in Wolfheze, met een volle kerk, plechtig in gebruik genomen door Ds. Koers. De prediking is uit Efeze 2: 22: "......, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest." De kerk in Wolfheze is bestemd voor 310 lidmaten. Twee hagelnieuwe kerkgebouwen zijn verrezen, waarmee zowel het |
ruimtegebrek als de afstandsproblemen tussen Oosterbeek en
Wolfheze zijn verdwenen. Ondanks het feit dat de leden in Wolfheze over
een eigen kerk beschikken, bleef deze kerk ressorteren onder
Oosterbeek. Ook is nog niet alles naar wens geregeld. Eén dienst per
zondag is mooi, maar via broeder Keyser wordt verzocht dit aantal op
twee te brengen. Deze vraag is voor de kerkenraad andermaal aanleiding
om kerkinstituering te overwegen. 1.4. Instituering Een
gemeentevergadering over dit onderwerp (op 1 september 1927) maakt
duidelijk dat de gemeenteleden wel twee diensten willen, maar nog
steeds geen eigen kerkelijke gemeente willen vormen. De kerkenraad is
van mening dat als Wolfheze twee kerkdiensten op zondag krijgt, de band
met Oosterbeek helemaal verloren gaat (hierover is al eerder geklaagd)
en dat men dan net zo goed op eigen benen kan staan. In deze kwestie
adviseert later de classis aan de kerkenraad om alles zelf in de hand
te houden en op zelfstandigheid van Wolfheze aan te sturen. Op 19
november volgt nog een gemeente- vergadering met de desbetreffende
broeders en zusters (73 zijn er aanwezig). Een voorstel van de heer
Slagman wordt met 68 stemmen voor aangenomen: zo spoedig mogelijk komen
er 2 diensten en de kerkenraad leidt het daarheen dat in april 1928
kerkinstituering kan plaatsvinden. Men heeft elkaar dus gevonden en op
8 januari 1928 vindt de eerste volle bediening in Wolfheze plaats. De
classis wordt ingelicht en gaat akkoord. Een belangrijk punt van
bespreking is, behalve de grensscheiding tussen de betrokken kerkelijke
gemeenten, de regeling van de scheiding der schulden. In de kerkenraad
staken de stemmen hierover: zeven leden zijn er voor dat de nieuwe kerk
begint met een schuldenlast van f 10.000,-, zeven anderen vinden f
9000,- voldoende. Het resultaat is logisch, overeengekomen wordt dat
Wolfheze voor f 9500,- schulden overneemt van Oosterbeek. Ook de
gemeenteleden stemmen hiermee in. Iedereen is het nu met iedereen eens
en de laatste definitieve stappen kunnen worden gezet. Op 9 maart
worden verkiezingen gehouden voor vier ouderlingen en drie diakenen.
Veertien dagen later worden de gekozen ambtsdragers bevestigd en vindt
de eigenlijke instituering van de Gereformeerde Kerk van Wolfheze
plaats. De laatste kerkenraadsvergadering met de broeders uit Wolfheze
wordt 28 maart 1928 gehouden. Afgesproken wordt dat de financiële
scheiding op 1 april zal ingaan. De desbetreffende acte wordt opgemaakt
en de beide kerkenraden worden vastgesteld. De kerkenraad van Wolfheze
ziet er dan als volgt uit: Wolter Buit (vrachtrijder), Gerrit Jan van
Enk (timmerman), Cornelis van Silfhout (schilder) en Eiko Smid
(verpleger) als de 4 ouderlingen en Harmen Bloemink (klerk), Steven
Huiberts (schilder) en Berend Pelster (magazijnmeester) als 3 diakenen.
In de institueringsdienst op 23 maart 1928 wordt de nieuwe kerkenraad
bevestigd en daarmee was de Gereformeerde Kerk van Wolfheze zelfstandig
geworden." -------- In Wolfheze woonde een behoorlijk aantal gereformeerde leden (ruim 300), voor wie het bezwaarlijk was voor de ‘weekdiensten’ telkens naar de Gereformeerde kerk aan de Molenweg in Oosterbeek te moeten lopen (in die tijd was het gewoonte dat ook in de week kerkdiensten gehouden werden). Vandaar dat de kerkenraad de ‘Stichting Wolfheze’ ('t ziekenhuis) vroeg, eens per maand voor die weekdiensten gebruik te mogen maken van de stichtingskerk op het ziekenhuisterrein. Dat mocht. Per 15 januari 1919 ging deze regeling in. Voor de zondagse erediensten liepen de Wolfhezer gereformeerden echter nog gewoon naar Oosterbeek. Twee keer per zondag tien kilometer. Men wilde in Wolfheze echter ook graag zóndagse diensten in de Stichtingskerk: die werden vanaf de zomer van 1923 toegestaan. Maar toen de stichting na verloop van tijd het gebruik van de Stichtingskerk opzegde, werd de bouw van een eigen kerk noodzakelijk. Ds. Koers van de Gereformeerde Kerk te Oosterbeek legde op 8 oktober 1925 de eerste steen, die rechts van de hoofdingang geplaatst werd. Op 27 mei 1926 werd de Gereformeerde kerk in gebruik genomen. Aanvankelijk werd in de Wolfhezer kerk slechts één zondagse dienst gehouden: in de middag. Er kwamen twee kerkdiensten op zondag in begin 1928. Op 23 maart 1928 werd de Gereformeerde Kerk te Wolfheze zelfstandig ten opzichte van de Gereformeerde Kerk in Oosterbeek. Het ledental steeg in 1929 naar 398; in 1939 naar 599; in 1949 naar 544 en in 1959 naar 618. De vrijmaking vond in Wolfheze en Oosterbeek pas in 1946 plaats. De oorlogssituatie - de Slag om Arnhem in september 1944 - zal daar waarschijnlijk debet aan zijn geweest. Beide gemeenten bleven qua ledenaantal klein en waren vacant. Het aantal leden bedroeg per gemeente tussen de 50 en 70. Al snel gingen beide kerken samenwerken; onder andere in het beroepen van predikanten. Tien keer werd een predikant beroepen, echter zonder resultaat. Uiteindelijk werd de samenwerking verbroken. Oosterbeek ging vervolgens met Velp een samenwerkingsverband aan en Wolfheze met Ede en Wageningen. De breuk in de vrijgemaakte kerken in 1969 bracht beide gemeenten weer tot elkaar. Leden uit beide kerken, die buiten het verband van de vrijgemaakte kerken kwamen te staan, verenigden zich in 1970 tot de kerk van Oosterbeek/Wolfheze. Men beriep samen met Doesburg/Velp (later Doetinchem/Velp geheten) ds. J.C. Janse, die sinds 1968 predikant was van de kerk van Oosterbeek en Velp. De kerkenraad bestond uit de predikant, drie ouderlingen en één diaken. Elders gevonden: 2002: Ondertussen heeft de projectontwikkelaar een sloopvergunning aangevraagd, deze sloopvergunning is verleend, meldt Ruud de Ruijter, voorzitter van de Diaconale raad van de Samen-Op-Weg gemeente Wolfheze. Neem aan dat dit niet klopt, want de kerk staat er nog. Per 01 januari 2007 fuseren de Gereformeerde Kerk Oosterbeek, de Nederlandse Hervormde Kerk Oosterbeek - Wolfheze en de Samen op Weg Gemeente Wolfheze. De tegenwoordige PKN kerk, de Open Hofkerk zal per 1 januari 2018 worden gesloten. De voormalig hervormde Oude Kerk zal alleen nog worden gebruikt voor bijzondere diensten in het kader van trouw- en rouw en met kerkelijke feestdagen. www.pkn-oosterbeek-wolfheze.nl/ De toekomst van het gebouw is onduidelijk, ook omdat het als bestemming godshuis heeft. ,,Dat is zo bepaald bij de aankoop van de grond in 1925’’, zegt voorzitter van de kerkrentmeesters Hans van der Ros. Het is daarom onbekend of de in 1926 gebouwde kerk behouden blijft of gesloopt wordt. In 2020 is er een plan voor verbouw naar 4 woningen.. ![]() Meer informatie: Gereformeerde Kerken.info |
1946. (gebouwd in 1933 volgens de BAG) Voormalige Vrijgemaakte Gereformeerde kerk Ons Huis, Wildforsterlaan 1, Wolfheze. ![]() G.J. Kok van Gereformeerde Kerken.info: "In de landelijke jaarboekjes van de vrijgemaakte gereformeerde kerken wordt in de jaren '50 het gebouw aan de Wildforsterlaan genoemd als kerkgebouwtje. In Wolfheze heeft namelijk inderdaad een vrijgemaakt-gereformeerde kerk bestaan, die op 22 maart 1946 geinstitueerd is. Het kerkgebouwtje aan de Wildforsterlaan is dus door de vrijgemaakt-gereformeerde kerkenraad gekocht". Het kerkje staat wat verscholen achter het pand op de Wolfhezerweg 70 - 72. In 1926 stond hier de kruidenierswarenwinkel kruidenierswaren van G. van de Weerd. In de jaren ’80 wordt dit pand verbouwd tot Café De Balije. In 1993-94, weer een verbouwing en komt er cafetaria De Wildforster. Na jaren van leegstand, een bouwvergunning in 2012, wordt het pand afgebroken in 2016 en in 2017 verschijnt er een appartementencomplex met de adressen Wolfhezerweg 70 A tot en met J. |
Met toestemming van Ulbe Anema, enkele passages uit zijn boekje ‘Het Kerkleven in Wolfheze in de 20e eeuw’ uit 2001: "4. De Vrijgemaakte Kerk in "Ons Huis" Aan de Wildforsterlaan tussen het huis van de familie Mulder en cafetaria/café De Wildforster/De Balije staat een gebouwtje. Het werd door de heer F.D. Slagman, timmerman op de Stichting, op eigen initiatief gebouwd en op 12 maart 1935 door ds. F.H. van Loon opengesteld. Het kreeg de naam "Ons Huis". Het bleek in een enorme behoefte te voorzien. Er was nu ruimte voor de repetities van het fanfarekorps, de zangvereniging "De Harp", de jongelings- en meisjesvereniging, ontspanning voor de jeugd (biljart en tafeltennis). De Hervormde Kerk hield er soms haar erediensten en zelfs werden er schietoefeningen gehouden door de Bijzondere Vrijwillige Landstorm (BVL). In 1941 besloot de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk het gebouwtje over te nemen en in februari 1942 werd het gekocht voor f. 2.600,-. Omdat de winkel van de heer C. van Silfhout door het bombardement in 1944 was verwoest, werd het gebouwtje voor f. 5,50 per week aan hem verhuurd om zijn bedrijf weer te kunnen voortzetten. Nadat de heer Van Silfhout de winkel weer in zijn nieuw gebouwd pand kon onderbrengen, beraadde de kerkenraad zich over het verdere gebruik van "Ons Huis". Op advies van de Commissie van Beheer werd in 1947 besloten het te verkopen aan de weduwe Bierhorst voor haar kapperszaak voor f. 4.000,-. Deze verkocht het later weer aan haar “knecht” Hebly. Het gebouw werd later weer gekocht door de Nederlands Gereformeerde Kerk Oosterbeek/Wolfheze, de Vrijgemaakte Kerk die ontstond uit de scheuringen die in 1944 en 1969 plaats hadden in de grote Gereformeerde Kerk. Zondag 29 september 1985 werd daar echter de laatste dienst gehouden met ds. C.P. Plooy als voorganger. Door vergrijzing en verminderde interesse was het handhaven van deze kerk niet meer mogelijk. De gemeenteleden moesten zich invoegen in Arnhem, Ede of Wageningen. De laatste vijf jaar van haar bestaan had dit kerkgenootschap al geen eigen predikant meer, nadat de eigen voorganger, ds. Zwarteveen, in 1980 naar Kampen vertrok. Nu is de familie Mulder sinds 1986 eigenaar van het gebouwtje." ---------------------- Volgens link afgebroken. Maar het gebouwtje bestaat nog steeds. |
1938 Hervormde Kerk Wolfheze ![]() In de muziekzaal van het Schild, Wolfhezerweg 101 Wolfheze. ![]() In de Zwitserse barak, een noodkerk uit 1946 in Wolfheze aan de Balijeweg. |
![]() Voor het kleine aantal hervormden in Wolfheze in de jaren twintig valt niet te denken aan het vormen van een gemeente en men kerkt in Oosterbeek. Een belangrijke rol in het toch ontstaan van een hervormde gemeente in Wolfheze vervult het Tehuis voor Alleenstaande Blinden. De godsdienst-onderwijzer R. Streekstra uit Oosterbeek verzorgt hier Bijbellezingen en diensten met Kerst. Als in 1931 het tehuis de muziekzaal krijgt worden hier - aanvankelijk zo nu en dan, en later geregeld om de veertien dagen - Bijbellezingen voor de bewoners gehouden. Wanneer het slecht weer is en de wegen moeilijk begaanbaar zijn, mogen ook dorpsbewoners onder het gehoor komen van de heer Streekstra. Zo groeit dit bescheiden initiatief zelfs uit tot een wekelijkse dienst, die door zo’n vijftig blinden en een tiental dorpelingen wordt bezocht. Omstreeks 1938 wordt de heer P. Davidse, tuinbaas van het tehuis, tot ouderling gekozen. De zondagse samenkomsten zijn dan echte kerkdiensten, maar wel met een heel huiselijk karakter. Naast Streekstra, preekt regelmatig Ds. J. Brouwer uit Oosterbeek en ook veel predikanten van buiten leiden de diensten. Op deze manier is er een grote verscheidenheid aan voorgangers en dat maakt dat de kerkdiensten goed worden bezocht. Directrice Mansvelt geeft in haar dagboek regelmatig haar mening over de kwaliteit van de preken. De heer Streekstra komt met het idee om het honorarium voor door hem elders vervulde preekbeurten af te dragen aan een door hem opgericht ‘Kapelbouwfonds’ voor het stichten van een eigen gebouw. Hiervoor preekt hij vaak in gemeenten in Friesland, het gebied waaruit hij zelf afkomstig is. Als vergoeding bedingt hij dan dat de collecte van zo’n dienst geheel aan hem wordt afgedragen voor het Kapelbouwfonds. Het in WO II (17 september 1944) verwoeste tehuis maakt de hervormden dakloos, maar in het voorjaar van 1946 schenkt de Wereldraad van Kerken een houten barak, afkomstig uit Zwitserland, aan de hervormde gemeenschap. Het gebouwtje wordt aan de Balijeweg geplaatst. Pas veel later (1958) wordt hiernaast een echte kerk gebouwd, en het fonds van Streekstra blijkt dan al te zijn gegroeid tot de som van meer dan f. 20.000,- , een voor die tijd indrukwekkend bedrag. De Zwitserse barak werd tot 1958 gebruikt waarna men naar de Kruiskerk overging. |
1958 Verdwenen Kruiskerk, Balijeweg 22, Wolfheze. ![]() |
Een
Ned. Hervormde kerk. Uit 1958, architect G. Bruins. Opvolger van de
Hervormde Kerk in de Zwitserse barak die ook de de Balijeweg stond. De
Kruiskerk eindigde in 2002. Sloop volgde waarna op de vrijgekomen
plaats appartementen zijn gekomen die in 2004 in gebruik werden genomen.![]() |
Oosterbeek. | |
± 1000 Oude Kerk, Benedendorpsweg 134, Oosterbeek, bekend vanaf de 10de eeuw. In 1944 werd de kerk verwoest. Daarna herbouwd en aangepast. Laatste aanpassing in 2014. In de directe omgeving zijn vele huizen, winkels, café niet terug gebouwd. De kerk stond vroeger in het centrum van Oosterbeek. Het eenbeukige rechthoekige schip van tufsteen is gebouwd in de Karolingische periode (8e tot 10e eeuw) in preromaanse stijl. Delen van de kerk uit die tijd zijn in het huidige gebouw bewaard gebleven. Het is daarmee een van de oudste nog bestaande kerken in Nederland. Het schip heeft kleine rondbogige vensters. Aan de noordzijde bevindt zich een romaans portaal met archivolten op imposten, boven de deur in het portaal zit een fronton. Het romaanse koor werd in de 15e eeuw vervangen door een gotisch koor. De kerk was van oorsprong een zaalkerk maar werd in 1856 uitgebreid met dwarsbeuken. Demoed; 'Van een groene zoom aan een vaal kleed'; 1953; noemt als datum van legging van de eerste steen voor de vergroting van de kerk 9 september 1865. Na de WWII periode zijn de kerk en toren in 1949 - 1950 hersteld en gerestaureerd. Toen is de uitbreiding met de zijbeuken uit 1856 weer ongedaan gemaakt. (bron) ![]() ![]() ![]() De kerk was voor de oorlog gotish en groter. ![]() Slag om Arnhem. In de septemberdag van 1944 vocht de groep Lonsdale rondom het kerkje. Elke vierkante meter van de perimeter werd zwaar bevochten. In de nacht van 25 op 26 september trokken de Engelsen en enkele Polen zich bij de kerk, terug over de Rijn, naar Driel. Er is niet om de kerk zelf gevochten. De kerk werd door de soldaten gebruikt voor een thee, een rustplaats. ![]() |
De huidige Nederlands Hervormde Kerk is een zeer oude kerk. Het staat
vast dat al omstreeks het jaar 1000 op deze plaats al een stenen kerk
stond. Demoed heeft het zelfs over 950. En waarom zou er daarvoor geen
houten kapel gestaan hebben? Het is zelfs mogelijk, dat al in de eerste helft van de 9e eeuw, Oosterbeek een kerk bezat, misschien een houten gebouwtje, al tonen de in 1946 gevonden sporen van palen dit niet echt aan. De kerk is vele malen verbouwd, aangebouwd. Een tufstenen koor verschijnt als eerste, al in de 11de eeuw. De noordingang werd ook verbouwd. In de 13de eeuw zijn twee steunberen aangebouwd om het koor beter te ondersteunen. In de 14de eeuw werd een westtoren aangebouwd. De westelijke gevel verdween en kwam er een toren van 7 bij 7 meter. Gebouwd van baksteen voor de stevigheid en bekleed met 10 cm tufsteen. De toren zal vanaf het begin voorzien zijn geweest van een klok. Bij opgravingen vanaf 1946 werd in de omgeving de kleivorm van een klok gevonden, inclusief de stookplaats met houtskool. De toren had nog geen eigen ingang. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten (1420) werd de kerk gedeeltelijk vernield en waarschijnlijk is daarna het tufstenen koor vervangen door een bakstenen koor. In 1607 en 1608 werd de kerk gerestaureerd en van een nieuwe kap voorzien. In 1611 werd de oude klok vervangen door een nieuwe. Deze bleek te klein en was in Driel niet te horen. In 1643 werd er een grote klok besteld bij Francois (M.E.(Francois) S.?) uit Maurik en werd op nieuwjaarsdag 1644 in de toren gehangen. De kerk werd tijdens WO II zwaar beschadigd bij de Slag om Arnhem. INa de oorlog verkleinde men de Oude kerk door het verwoeste gotische koor en de negentiende eeuwse transepten af te breken. Een poging om de kerk teru te brengen naar de situatie zoals die geweest moet zijn na de bouw van het Romaanse koor in de 12e eeuw. Na Bernulphus kennen we nog de volgende pastoors: in 1362 Henrick van der Huete; in 1416 Arndt Brodelant; in 1482 en 1497 Willem die Haen; in 1539 Goert Meynten van Gennep; in 1548 Arndt van Heerde; in 1549 Goessen Lubbertss; in 1563 Harmen Henrickss en in 1570 Henrick van Maenen is waarschijnlijk de laatste pastoor geweest is, die vóór de Hervorming hier dienst gedaan heeft. Bron: Oltmans. Van de zijde der bewoners van het naburige kasteel Doorwerth heeft de kerk in ouden tijd herhaaldelijk steun gekregen. "Zoo vinden wij aangeteekend, dat Jutta van Asperen, de weduwe van Robert van Doorwerth, getroffen door den soberen staat van inkomsten van het altaar in de kerk van Oosterbeek, dat gewijd was aan God en de Heilige Maagd, dit in 1416 begiftigd heeft met eenige goederen, ten behoeve van het zieleheil van Robert en zijn voorvaderen en ter eere van God en de Heilige Moeder Gods." Bron: Oltmans. Andere oude kerken, die nog bestaan: De Onze-Lieve-Vrouwekerk, Maastricht, rond 1000. Staat op een ouder Romeins heiligdom. Sint Pancratius, Mesch. Stamt uit de 9de eeuw. De Basiliek Sint Servaas, Maastricht. Kent nog delen uit 560. ![]() ![]() ![]() Predikers als Bonifacius, Willibrord, Werenfried en Liudger worden door Demoed genoemd. Bernulpus is de eerst bekende pastoor (1027-1054) van de kerk. Er is een legende waarin hij genoemd wordt. Hij hielp keizerin Gisela, de echtgenote van Keizer Koenraad II van Duitsland, te bevallen van gezonde zoon, de latere Hendrik III. De pastoor bracht het nieuws aan de keizer die zelf in Utrecht verbleef en de pastoor werd als dank benoemd tot bisschop. Of dit nu echt klopt? Het is een leuk verhaal. In het boek 'Utrecht kruispunt van de middeleeuwse kerk', A.C. Esmeijer e.a. (red.), Zutphen 1988, schrijft Johanna Maria van Winter, onder de titel:' Bisschop Bernold, afkomst en persoonlijkheid'. Ze verwijst naar een proefschrift uit 1914, waarin de bovenvermelde legende wordt ontkracht. Van Winter neemt aan, dat de benoeming van Bernold tot bisschop van Utrecht door koning Koenraad II is gedaan op voordracht van bisschop Meinwerck uit Paderborn. Per 01 januari 2007 fuseren de Gereformeerde Kerk Oosterbeek, de Nederlandse Hervormde Kerk Oosterbeek - Wolfheze en de Samen op Weg Gemeente Wolfheze. Na 2018 wordt de Oude Kerk in Oosterbeek enkel nog gebruikt voor speciale bijeenkomsten. wikipedia de kerk www.pkn-oosterbeek-wolfheze.nl https://www.oudekerkoosterbeek.nl/ Predikanten: Ds. Dirk Jacob Wolterbeek 1820-1827 Ds. Zegers 1855 - 1869 Ds. Jacobus Gerardus Louis Brouwer 1932 - 1948 1945 Ds. Ph.W. Bergkotte, van de Hervormde Gemeente Oosterbeek-Wolfheze. Boek: De Oude Kerk en 40 jaar gidsen, van Marion Gerritsen-Teunissen, 2022. |
Pastorie van de Hervormde Kerk, Benedendorpsweg 136, Oosterbeek. 1850 - 1982 en 2009 heden. In 1987 is het pand verhuurd en geen pastorie meer. In het verleden zal het pand gesplitst zijn. Aan de westzijde is er een ander huisnummer: 138. Een andere naam van deze woning is Huize ter Horst. In 1941 kocht de familie ter Horst de leegstaande pastorie naast de Oude Kerk van Oosterbeek-Laag. In de WWII was deze woning van Kate ter Horst en Jan ter Horst. Vanwege een fabuleuze oorlogsgeschiedenis. ![]() In de nabijgelegen pastorie woonde de familie Ter Horst. Zij stemden er mee in dat hun huis werd gebruikt om gewonden te verzorgen. Al spoedig lagen alle kamers, gangen en trappen vol. Bij het terugtrekken over de Rijn moesten de gewonden worden achtergelaten. In het huis resteerden honderden gewonden en in de tuin lagen tientallen helaas overleden soldaten. |
![]() ![]() De voormalige Hervormde Pastorie, is een Rijksmonument. |
1313 of 1428 De verdwenen kapel in het kasteel Rosande in de Rosandepolder, Oosterbeek. |
In het verdwenen Kasteel Rosande in de Rosandepolder, uit 1313 of 1428, zal een kapel geweest zijn. In 1523 gaat Jacob van Appeltern, domdeken van Utrecht, het kasteel weer geheel nieuw opbouwen. |
1329 -1580 Verdwenen Klooster Mariëndaal, Mariëndaal ongenummerd, Arnhem - Oosterbeek. Ook: Oecumenische kapel Christuskoepel, Mariëndaal 8 - 10, Oosterbeek? Waarschijnlijk Arnhem. ![]() |
Landgoed Mariëndaal. In 1392 gaf Wijnand van Arnhem een landgoed aan de Augustijnen om er een klooster (Domus Fontis Beatae Mariae) te stichten. "Deze had van den hertog van Gulick en den bisschop van Utrecht verlof gekregen, zijne bezitting in een klooster te veranderen naar het voorbeeld van het beroemde klooster te Windesheim bij Zwolle, aldaar door de leerlingen van Geert Groote, den stichter van het Fraterhuis te Deventer, volgens de Augustijner orde der Reguliere kanunniken gesticht. Arent van Gruythuijzen bood hem daarbij de behulpzame hand en de geestelijken van der Gronde en Breukerink kwamen uit Windesheim over, om voor de inrichting van het klooster te zorgen. De bouwmeesters waren Hendrik Wildo uit 's-Hertogenbosch en Hendrik Wilsen uit Kampen; de eerste rector was Johannes van Kempen, de broeder van den beroemden Thomas a Kempis. Deze groote geleerde, te Kempen bij Crefeld geboren, heette eigenlijk Thomas Hamerken. Het klooster maakte een geheel uit met het klooster te Windesheim en werd "de oudste dochter van Windesheim" genoemd. De kloosterlingen waren zeer werkzaam, gastvrij en liefdadig; hunne kleeding bestond uit een wit overkleed met zwarte regenkap." ( Uit: Arnhem omstreeks het midden van de 19de eeuw van A. Markus.) Enkele grafzerken van de begraafplaats zijn bewaard in de Christuskoepel. 300 meter naar het oosten op een heuvel. Rond 1580 - 1587 (na de Hervorming) werd het klooster afgebroken. De stenen werden grotendeels gebruikt om de vestingwerken van Arnhem te herstellen. Het klooster heeft gelegen aan de Kloosterwei. ![]() |
1884 Walfriede - Vrijland ![]() ![]() Walfriede, stond tot 1944 op de plaats waar later Missiehuis Vrijland kwam: Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek. Tegenwoordig is dit het Sint Jozefhuis en heeft het Missiehuis huisnummer 2 gekregen. In 1943 werd Walfriede gekocht door de Franciscanessen van Mill Hill die verdreven werden door Duitse logés uit hun Huize Vrijland te Schaarsbergen (aan de Koningsweg, naast vliegveld Deelen). Men verbleef al in Vrijland vanaf 1920. In 1944 ging het mis, te dicht bij vliegveld Deelen. Vrijland brandde af. |
![]() Na de oorlog gingen de Mill Hiller's terug naar Schaarsbergen en in 1953 werd dit landgoed te Schaarsbergen verkocht aan het Ministerie van Defensie. Tegenwoordig heeft de luchtmobiele brigade van de Oranje Kazerne er zijn onderkomen. Daardoor kon in 1955 gestart worden met de bouw van Vrijland II op de resten van Waldfriede. De Mill Hill Missionarissen zijn sedert 1956 gehuisvest in Huize Vrijland. Vrijland ligt in de gemeente Renkum en Arnhem. Vrijland is een rusthuis voor paters die van de missie terug keerden. De broeders genoten op de ‘boerderij’ opleiding voor uitvoerende taken in de missie, waar zij na de opleiding naar werden uitgezonden. Er was een timmerwerkplaats, een smederij en natuurlijk een boerenbedrijf. In 2007 gingen Missionarissen van Mill Hill over tot verkoop aan de trappistinnen van abdij Koningsoord in Berkel-Enschot van hun vroegere St. Joseph Broederhuis, Johannahoeve 2 in Oosterbeek. In 2009 kwam eraan de Johannahoeveweg in Arnhem een nieuw huis, dat de naam St. Jozefhuis kreeg. Dit huis wordt bewoond door bejaarde rustbehoevende Mill Hillers Sinds 2011 maakt Vrijland deel uit van Icare. Inmiddels is op deze plaats, naast Vrijland een nieuw Trapistinnenklooster (Abdij O.L. Vrouw van Koningsoord) verschenen, dus de grond blijft gewijd! ![]() In 2020 wordt Vrijland verkocht aan een projectontwikkelaar. |
1885 - heden R.K. kerk Sint Bernulphus, Utrechtseweg 129, Oosterbeek. De neogotische kerk is in 1889 ontworpen door architect Tepe en in 1922 uitgebreid door te Riele. De kerk is tijdens de oorlog in 1944 zwaar beschadigd geraakt. De kerkgemeente had de keuze, een nieuwe toren of centrale verwarming. Daarna is de toren nooit meer opgebouwd. Het altaar komt uit het atelier van Mengelberg. De kruiswegstaties zijn van Jan Toorop. ![]() In 1885 in gebruik genomen. Architect A. Tepe. Pastoor ter Heerdt (1873-1938): Onder zijn pastoraat werd de kerk vergroot en de pastorie uitgebreid. In 1931 bood de parochie hem een H. Hart-monument aan, ontworpen door Aug. Valise. De kerk werd in den loop der jaren verrijkt met kruiswegstaties van Jan Toorop, een geschenk van een der parochianen met een nieuw Maria-altaar en een altaar, toegewijd aan de patroon van de kerk St. Bernulphus. In den toren kwamen nieuwe klokken en een uurwerk. Op 15 Augustus 1937 vierde pastoor Ter Heerdt onder groote belangstelling zijn veertigjarig priesterfeest.Emiritaat in 1938. Het Heilig Hartbeeld voor de kerk is een Rijksmonument. |
![]() In 1885 in gebruik genomen. Architect A. Tepe. ![]() Jan Toorop's Kruisweg staties. Tussen 1915 en 1919 gemaakt door Jan Toorop in opdracht van Mevr. P.J.M. de Bruijn-Van Lede van "Dreijerheide". Zij schonk deze kunstwerken aan de parochiegemeenschap van de St. Bernulfuskerk. Bernulphus (of Bernold of Bernoldus) zou volgens de overlevering omstreeks de elfde eeuw pastoor van de Oude Kerk in Oosterbeek zijn geweest. Hij overleed 19 juli 1054. De legende wil dat Bernulphus onder bijzondere omstandigheden in contact kwam met de toemalige machthebber Keizer Koenraad II. Deze had op doorreis zijn echtgenote Keizerin Gisela in Oosterbeek moeten achterlaten, omdat zij een kind verwachtte. Zij werd in de pastorie opgenomen en liefdevol verzorgd. Na van de pastoor het bericht over een voorspoedige geboorte van een zoon te hebben ontvangen, zou Bernulphus door de keizer tot (de 20e) bisschop van Utrecht zijn benoemd (1027). Sint Bernulphus is Schutspatroon van de Rooms Katholieke Kerk. Hermanus Cornelis Bruggeman (1888 - 1961) was pastoor van de St. Bernulphusparochie van 26 augustus 1938 tot 8 mei 1959. Bruggeman was de opvolger van J.A.J. ter Heerdt. Tijdens de bewogen septemberdagen van '44 zette Bruggeman zich in voor de hulp aan gewonden en stervenden. Ondanks het daaraan verbonden risico bood hij Engelse militairen een schuilplaats in de kerktoren. In de na oorlogse jaren vroeg herstel van het kerkgebouw zijn bijzondere aandacht. Er is toen tevens een nieuwe kapel alsmede een tweetal zij-ingangen bijgebouwd. www.bernulphus.nl |
1855 - heden Pastorie van de Bernulphuskerk, Utrechtseweg 131, Oosterbeek |
Parochie Titus Brandsma verkoopt in 2017 de voormalige pastorie van de Bernulphuskerk. Het kinderdagverblijf “De Groene Weide” wordt de nieuwe eigenaar. Zij was al jaren de huurder van het gebouw. Parochie Titus Brandsma verkoopt een deel van zijn onroerend goed vanwege o.a. een terugloop van het kerkbezoek en door in onbruik geraakte gebouwen. De voormalige pastorie was al eerder geheel verbouwd naar kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. |
xxxx -1890 | Verkoop van een woonhuis met erf en schuur, waarin een kerklokaal, sectie D 1252 op Dreijen, Renkumse Courant, 04-10-1890 |
1892 Verdwenen Gereformeerde kerk, aan de Molenweg, de latere Van Toulon van der Koogweg. ![]() Naamlijst van predikanten: Ds. L. van der Valk, gereformeerd predikant te Oosterbeek, zal in de zomer van 1909 binnenkort emeritus worden en zich dan vestigen te Rijswijk. Overleden 14-1-1910. In 1888 ontstond in Oosterbeek voortkomend uit de Doleantie - een Nederduitsch Gereformeerde Kerk (vanaf 1892 Gereformeerde Kerk). Gereformeerden uit Wolfheze vielen onder Oosterbeek en gingen daar naar de kerk. |
Op 12 augustus 1888 werd in lokaal ‘Bethel’ in Arnhem door ds. K.W.
Vethake (1851-1941) als predikant aangesteld. Drie dagen later, op 15
augustus, werd officieel besloten met de synodale (Hervormde)
organisatie te breken en de ‘Nederduitsche Gereformeerde Kerk
(doleerende)’ te institueren. Aanvankelijk kerkten de Dolerenden in het
gebouw ‘Bethel’, maar in 1889 werd een evangelisatiegebouwtje (‘het
zaaltje van Vlaanderen’) aangekocht, samen met de twee daarvóór staande
huizen. Op een gegeven moment werd duidelijk dat het
evangelisatiegebouwtje te krap werd. Vandaar dat in 1891 aan de
Molenweg een heuse kerk gebouwd werd (de Molenweg werd na 1922 Eerste
Molenberg genoemd en heet vanaf 1927 de Van Toulon van der Koogweg). De
grond kostte fl. 700 en de bouw van de kerk fl. 4.200. De kerk werd in
1892 door de toen ongeveer 190 gemeenteleden in gebruik genomen. Ook
veranderde de naam van de kerk dat jaar: Gereformeerde Kerk. De kerk staat op het einde aan de linker zijde. Waren er in 1910 ongeveer 475 leden, het jaar daarop waren het er al 600 en in 1918 al 850. Met andere woorden: de kerk van 1892 werd te klein! In 1924 kon met de bouw van de nieuwe kerk begonnen worden. Op 29 april 1925 werd de eerste steen door ds. Koers gelegd. En op 9 december 1925 kon de grote nieuwe kerk met toren in gebruik genomen worden! Deze stond ook aan de Van Toulon van der Koogweg, alleen aan de andere kant daarvan, precies tegenover de plaats van de oude kerk! ![]() De oude kerk werd verkocht om de bouw van de nieuwe kerk mogelijk te maken. De oude kerk deed daarna o.a. nog dienst als Notarishuis en verhuisbedrijf van de fam. P. Dobber. In februari 1945 werd de kerk verwoest door een zware inslag van een Duitse V1. Meer informatie: Gereformeerde Kerken.info |
1907 - heden Remonstrantse kerk, Wilhelminastraat 10, Oosterbeek Andere naam: Remonstrantse Broederschap. De kerk is een Rijksmonument ![]() Een oude kaart uit de beginperiode van de kerk, nog zonder voorportaal. ![]() Nu met voorportaal. |
De
in Oosterbeek woonachtige Remonstranten kerkten tot het najaar van 1878
in Arnhem. Vanaf 27 oktober van dat jaar kregen ze de mogelijkheid om
diensten te houden in de Concertzaal in Oosterbeek-Laag. In 1906 werd
aan de Oosterbeekse architect J. van Burk de opdracht voor het ontwerp
van een kerkgebouw gegeven. Op 26 september 1906 werd de eerste steen
gelegd door J.C. van Bemmelen en nauwelijks een jaar later, op mei
1907, kon de kerk waarvan de bouwkosten f 15.000 bedroegen worden
ingewijd. In 1909 werd een pijporgel aangeschaft, gemaakt door
Maarschalkerweerd & Zoon (Utrecht). In 1957 werden de stoelen
vervangen door kerkbanken. En in 1974 werden de banken weer vervangen
door schakelbare stoelen. De kerk is ontworpen door de Oosterbeekse architect J. van Burk, die witte stenen gebruikte en talloze details in Jugendstil-stijl toepaste. Het portaal werd in 1914 toegevoegd. Toen werd ook de toren verhoogd. : Ds. H. Cramer, die, zooals reeds werd gemeld, zijn beroep naar de Remonstrantsch Gereformeerde gemeente te Oosterbeek heeft aangenomen, zal op Zondag 3 Maart 1935 zijn intrede doen. Ds. Cramer zal worden bevestigd door Ds. Fetter uit 's-Gravenhage". Uit de Arnhemsche courant van 03-12-1934. Slag om Arnhem. 17 september 1944. De dienst is net begonnen. Als voorbode van de luchtlandingen bombarderen rond 11:00 uur, Engelse en Amerikaanse vliegtuigen meerdere doelen: De Duits militaire vliegbasis Deelen bij Schaarsbergen, de Duitse kazernes in Arnhem. Veronderstelde Duitse concentraties in het Wageningse huis Belmonte (tegenwoordig) Arboretum, het tehuis Het Schild en het Ziekenhuis te Wolfheze en meerdere strategische plekken, dat werd allemaal met bommen bestookt. In de Remonstrantse kerk is de dienst net begonnen. Men hoort in de kerk opeens de ontploffende bommen. Bedenk dat "dolle dinsdag" al geweest is. H.J. De Kievid (prediakant van 1942 tot 1948) kijkt organist Henk Heuterman (1889-1961 was meer dan 50 jaar dirigent en organist) aan, een knikje, en het Wilhelmus wordt ingezet. Een ieder zingt mee. De dienst wordt afgebroken, en als er vrijwel geen bommen meer vallen, gaat men naar huis. Door oorlogsschade moesten alle ramen vervangen worden. www.remonstranten.org/oosterbeek ![]() Hier zien we de Remonstrantse Kerk in de jaren twintig van de vorige eeuw. Het Kerkje wordt ook wel "De witte parel' van het dorp genoemd. Echter aan de inkleuring van deze kaart is dat niet te zien. De "witte parel" wordt deze kerk wel eens genoemd. |
1934 - xxxx Pastorie van de Remonstrantse Kerk. Wilhelminastraat 8. De links van de kerk gelegen pastorie werd in 1934 gebouwd ten behoeve van de eerste eigen predikant. Vanaf 27 juni 1934 vormde Oosterbeek namenlijk een zelfstandige Remonstrantse gemeente. En waar gaat de predikant dan wonen! Het BAG geeft aan dat de pastorie al in 1933 is bewoond? |
![]() |
1908 - 1955 Voormalige Bernulphus Kapel, St. Bernulphusstraat 11, Oosterbeek. Ook: RK klooster, St Bernulphusstraat 13. RK klooster Zrs. van Liefde (Tilburg), Bernulphuspad 11. |
Het
Sint Bernulphusklooster, waar de Bernulphuskapel een onderdeel van was,
start in 1902 als de “Zusters van Liefde” besluiten om in Oosterbeek te
gaan starten met katholiek onderwijs. In 1908 wordt het klooster met de
Kapel gebouwd en de zusters zullen tot 1955 actief zijn. Daarna wordt
het klooster (en de kapel) voorverschillende activiteiten gebruikt. De
Lagere School staat rechts van de Kapel. Vanaf 2006 is de kapel een
vergaderlocatie. De Oude Kloostertuin herinnerd nog aan het voormalige
gebruik van deze omgeving. www.bernulphuskapel.nl en www.bernulphuskapel.nl/geschiedenis |
1910 Oudere naam: RK klooster Missionarissen van Mill Hill (MMH; SSJ). RK klooster Zrs. Franciscanessen van Mill Hill (FMSJ) Met als adres: Johannahoeve 2 + 4 |
In 1915 begint de opleiding van Mill Hill-broeders om het vele materiële werk over te nemen uit de handen van de missionarissen. Tijdens WO I wordt een broederschool opgericht in Oosterbeek bij Arnhem. Tijdens WO I komen al de eerste broeders aan, o.m. Jacobus Driessen. |
1910 Abdij Koningsoord, Johannahoeveweg 73 - 79, Arnhem. Naast Vrijland Andere naam: RK klooster Zrs Trappistinnen, Johannahoeveweg 79, Arnhem of Abdij Onze Lieve.Vrouw van Koningsoord.ohannahoeveweg 79, Arnhem of Abdij Onze Lieve.Vrouw van Koningsoord. In 1910 was dit gebied nog gemeente Renkum. www.koningsoord.org |
Op steenworp van Station Oosterbeek. Gebouwd op het terrein van de paters van Mill Hill. Het oudere Klooster kwam gereed in 1910. In 1944 was er een missiehuis gevestigd van de Fathers van Mill Hill een Engelse congregatie waarin ook Nederlanders werden opgenomen. Tevens was er een zusterhuis gevestigd. In 1942 brandde, door onvoorzichtigheid met vuur, het oorspronkelijke gebouw af. Tijdens de Slag om Arnhem liepen de rest van de gebouwen schade op, enkel het Koetshuis, de oranjerie en de Boswachterij zijn hersteld en heden nog in gebruik. De Tilburgse Trapistinen zochten na 1995 een nieuw onderkomen. Het terrein van de voormalige modelboerderij op hun landgoed Johannahoeve te Arnhem, waar ooit jongemannen werden opgeleid voor missiewerk in de tropen, leek uiterst geschikt voor de nieuwbouw. Mill Hill verkocht ongeveer 30 ha grond aan de zusters. De sloop van het Jozefhuis begon in september 2007 en op 19 november 2007 startte de bouw van het nieuw klooster in Arnhem. Alles was klaar in 2009 voor de verhuizing van Tilburg naar Arnhem. De trappistinnen moeten in hun eigen levensonderhoud voorzien. Een boekbinderij en de verhuur van kamers aan gasten dragen daaraan bij. In 2018 zijn er plannen voor een natuurbegraafplaats. Zie begraafplaatsen. |
1923 - 2021 Christelijk Gereformeerde kerk Rehoboth, Jagerspad 6 E, Oosterbeek. ![]() |
De
kerk opende in 1932. Bij de instituering in 1932 telde de gemeente
zeventig leden en doopleden. Zij woonden in de relatief kleine
woonkernen Heelsum, Heveadorp, Oosterbeek, Renkum en Wolfheze. In 1953
bedroeg het ledenaantal 149, het hoogste ledenaantal dat Oosterbeek
heeft gekend. Daarna liep het terug. Op 1 januari 2003 werd de
zelfstandige gemeente van Oosterbeek een wijkgemeente van de kerk van
Bennekom. Op dit moment telt de wijkgemeente 33 leden en doopleden.
Doch: „Het is opmerkelijk dat de laatste paar jaar het aantal bezoekers
meestal ruimschoots het dubbele van het aantal leden is.” Herstart in 2022. |
1925 - 1945 Voormalige Gereformeerde kerk, hoek Jacobaweg en de Van Toulon v.d. Koogweg Voor de Gereformeerden werd de oude kerk aan de Molenweg te klein. In 1920 heeft een damers-comitee te Oosterbeek al hfl. 2,400 bijeengebracht voor de bouw van een nieuwe Gereformeerde kerk ( Rotterdamsch nieuwsblad 25-11-1921) In 1924 werd met de bouw van de nieuwe kerk begonnen. Op 29 april 1925 werd de eerste steen door ds. Koers gelegd. En op 9 december 1925 kon de grote nieuwe kerk met toren in gebruik genomen worden! De nieuwe kerk stond aan de Molenweg (later de Van Toulon van der Koogweg), alleen aan de andere kant daarvan, precies tegenover de plaats van de oude kerk! Deze Gereformeerde Kerk stond tot in het jaar 1944 op de hoek Jacobaweg en de Van Toulon v.d. Koogweg. De Kerk stond precies op de plek waar later de garage van o.a. Volvo en Autobedrijf Westerhof gebouwd werd. Dus aan de overkant schuin tegenover de huidige Vredebergkerk. De Gereformeerde Kerk werd volkomen verwoest toen op 22 of 23 februari 1945 een Duitse V1 tegen de toren van de kerk vloog. De kerk kon alleen nog maar gesloopt worden. ![]() Al snel werd duidelijk dat een nieuwe kerk niet meer op dezelfde plaats aan de Van Toulon van der Koogweg kon worden gebouwd. Een terrein aan de andere kant van diezelfde weg, maar wel recht tegenover de verwoeste kerk werd daarvoor aangewezen: dezelfde plaats waar ooit de eerste kerk in 1891 gebouwd werd! Naamlijst van predikanten: 26-3-1927: Ds. Siegers 5-3-35: J.H. Koers, Gereformeerd predikant 16-4-1937: Ds. S. Wouters, Gereformeerd predikant alhier, is door de Gereformeerde kerk van Oosterbeek met ds. P. K. Keizer van Vrijhoeve-Capelle op een tweetal geplaatst. 1944 - 1944 Ds. N.J.A. van Exel 15-2-1957: D.s. A. V. Egmond. |
![]() Nicolaas Jacob Arnold van Exel (1906 - 1944). Op 21.9.1944 aan de Utrechtseweg in Oosterbeek, dodelijk getroffen door granaatscherven, samen met Gerrit Maas, een vriend uit Arnhem, met wie hij tijdens een gevechtspauze de buurt introk om te helpen. De predikant is toen tijdelijk begraven in de tuin van de pastorie aan de Schelseweg en later overgebracht naar de Algemene Begraafplaats-Zuid te Oosterbeek (vak C, grafnr. 1041) Meer informatie: Gereformeerde Kerken.info |
1941 - xxxx Pastorie villa Oosterpark, Utrechtseweg 218, Oosterbeek. Gekocht door van Eeghen in 1866 op de hoek van de Utrechtse en de Paasberg (de tegenwoordige Pietersbergse weg onstond rond 1860). Een andere bewoner was Cornelia Teresia Maria Elisabeth Schade (1873 - 1933), dochter van een Amsterdamse wijnhandelaar C.M.F Schade, die zich in 1884 vestigde op Oosterpark. Het huis was toen nieuw gebouwd, ter vervanging van een uit 1847 daterend ouder gebouw op deze locatie. Demoed: pagina 289, beschrijft dat Oosterpark in 1953 dan dient als pastorie van de Hervormde Kerk. Tegenwoordig is het oa bedrijfshuisvesting. |
![]() |
1953 - 2008 Voormalige Goede Herder kerk, Utrechtseweg 220, Oosterbeek. ![]() |
"Plannen voor den bouwvan een Ned. Herv. Kerk op Corneliapark te
Oosterbeek. Park blijft zooveel mogelijk behouden. B. en W. van Renkum
hebben bij den raad een voorstel ingediend tot verkoop van een deel van
het „Cornelia-park" te Oosterbeek aan de Ned. Herv. Gemeente aldaar,
welke voornemens is in de toekomst op dat terrein een kerk te stichten.
Bjj raadsbesluit van 6 Februari 1841 heeft — zooals men zich herinneren
zal — de gemeente Renkum voor de som van ƒ56.000 de terreinen van
„Cornelia-park" te Oosterbeek, tezamen groot 5.31.88 H.A., aangekocht.
Na dezen aankoop hebben B. en W. een aanvrage ontvangen van de
voorzitters der colleges van den Kerkeraad, Kerkvoogdij en Notabelen
der Ned. Herv. Gemeente te Oosterbeek om voor ƒ 18.000 te mogen koopen
een terrein groot 7000 M*. waarop de beide villa's staan. Op dit
terrein is men voornemens in de toekomst een kerkgebouw eventueel met
een pastorie te stichten. Bij deze aanvrage werden enkele voorwaarden
gesteld, — zoo deelen B. en W. den raad mede — die zij als zoodanig
niet in hun geheel kunnen aanvaarden; zoo zijn eenige voorwaarden niet
vatbaar om in een privaatrechtelijk contract te worden opgenomen;
enkele verdragen zich niet met het ontwerp-uitbreidingsplan voor
Oosterbeek". Uit de Arnhemsche courant van 18-07-1941. Gebouwd vanaf 1951, in gebruikgenomen in 1953. Architect F.A. Eschauzier. Gebouwd als een tweede Hervormde Kerk (als uitbreiding van de "Oude Kerk" aan de Benedendorpsweg) op het grondgebied van de villa “Westerpark” en het achtergelegen Corneliapark. Naar een ontwerp van prof. ir. F.A. Eschauzier. Op zondag 22 juni 2008 is er de laatste dienst gehouden. De kerk werd gesloten en in 2008 verkocht aan de begrafenisonderneming Mijnhart. Mijnhart begint er een uitvaartcentrum. |
1957 - 2000 Verdwenen Kapel van Bejaardentehuis NOV, Sonnenberglaan 26, Oosterbeek. |
Er was een kapel in het afgebroken bejaardenhuis op de Sonnenberg, de Stichting Rusthuis NOV. Zie de Sonnenberg. Afgebroken in 2000. |
1951 of 1953 BAG geeft aan 1950 Vredebergkerk, oorspronkelijk Gereformeerd, na 2008 Protestant. Van Toulon van der Koogweg 3, Oosterbeek ![]() In 1945 verwoest een Duitse V1 raket de Gereformeerde Kerk aan de Van Toulon van der Koogweg. Een terrein aan de andere kant van diezelfde weg, maar wel recht tegenover de verwoeste kerk was beschikbaar en bijzonder dezelfde lokatie waar ooit de eerste kerk in 1891 gebouwd werd! Hoe dan ook, de nieuwe kerk stond er niet in een vloek en een zucht, dus werd een tijdelijke kerkplaats gezocht. Die werd gevonden in het kerkgebouw van de Remonstrantse Gemeente aan de Wilhelminastraat. Daar konden enige tijd middagdiensten gehouden worden. Later kon gebruik gemaakt worden van het hervormde verenigingsgebouw ‘Thabor’ aan de Molenweg. Op 25 mei 1947 kon de bouwcommissie drie plannen aan de kerkenraad voorleggen. Maar omdat het met het Rijks Wederopbouwplan Oosterbeek niet zo vlot ging kon men vooralsnog niet met de bouw beginnen. Dat kwam misschien wel goed uit, want de kerk in Doorwerth moest, ook vanwege oorlogsschade, geheel worden gerestaureerd. ![]() |
Uiteindelijk konden de bouwwerkzaamheden begin mei 1950 beginnen.
Architecten W. en W.H. Verschoor. De eerste steen werd op 30 juni 1950
gelegd door de echtgenote van wijlen ds. N.J.A. van Exel
(1906-1944), die op 13 februari in 1944 aan de kerk van
Oosterbeek verbonden werd en die op 21 september van hetzelfde jaar bij
de Slag om Arnhem om het leven kwam. De kerkbouw vorderde voorspoedig,
kostte in totaal bijna fl. 400.000 en op 16 juli 1951 kon de kerk in
gebruik genomen worden. De naam werd ‘Vredebergkerk’. De naam is
vermoedelijk afgeleid van het aangrenzend straatje Vredeberg. Tot 2009
in gebruik als een Gereformeerde kerk. De ernaast gelegen pastorie is uit 1973. Staat helaas al jaren leeg. Er waren plannen om hier een parkeerplaats te maken net als in 1970: ![]() ![]() In de jaren ’80 werd de kerk ingrijpend gerenoveerd. Per 01 januari 2007 fuseren de Gereformeerde Kerk Oosterbeek, de Nederlandse Hervormde Kerk Oosterbeek - Wolfheze en de Samen op Weg Gemeente Wolfheze. In 2007 - 2008 verbouwd voor de Protestantse gemeente met twee extra zalen en een kerkelijk bureau. www.pkn-oosterbeek-wolfheze.nl ![]() Meer informatie: Gereformeerde Kerken.info |
Pastorie de Beukenhove van de Hervormde Kerk Oosterbeek Utrechtseweg 192 Oosterbeek. |
![]() |
1953 Hervormde Evangelisatie op Gereformeerde grondslag Eben Haezer, Lukassenpad 1, Oosterbeek. ![]() |
De
hervormde evangelisatie op gereformeerde grondslag Eben-Haëzer in
Oosterbeek begon in eind 1948. Uit onvrede met de prediking binnen
hervormd Oosterbeek kwam in 1948 een groepje mensen op zichzelf te
staan. De groep groeide aan tot zo'n vijftig personen. De hervormde
evangelisatie Eben-Haëzer kwam eerst bijeen in de christelijke
gereformeerde kerk en in gebouw Tivoli. Sinds 1953 huurt ze een locatie
aan het Lukassenpad, een onderdeel van Zwembad Oosterbeek. Deze zaal
was voorheen in gebruik als bioscoop en toneelruimte. Waar de kansel
staat, was vroeger het toneelpodium. Predikanten uit de omstreken van Oosterbeek hielpen de hervormde evangelisatie in het zadel. Velen verleenden op verschillende terreinen hulp. We kennen zoal de namen van ds. D. van der Ent Braat (Opheusden), ds. J. Koele (Nijkerk), ds. Jac. van Dijk (Garderen), ds. H. Brasser (Barneveld), de eerwaarde heer A. Schuring (Beekbergen). Tot aan 1990 bleef het bezoekersaantal van Eben-Haëzer stabiel. De zorgen kwamen in de jaren negentig. De kerkgang liep terug, waardoor er ook financiële moeiten ontstonden. De kerkfusie deed Eben-Haëzer uiteindelijk de das om. Diverse leden gingen over naar de Hersteld Hervormde Kerk. Anderen sloten zich, vanwege alle narigheid rond de vorming van de PKN, aan bij de christelijke gereformeerde kerk. Uiteindelijk bleven er nog vijftien leden over. Op 5 december 2004 was de laatste dienst. De inventaris van de kerk is belangeloos geschonken aan de kerk die gebouwd wordt in de nieuwe Edese wijk Kernhem. Tegenwoordig is er op het adres Lukassenpad 1 een werkplaats en het Zwem- en Instructiebad Oosterbeek. |
1966 RK klooster Zrs. Kleine Zusters van de H. Jozef (SMSJ), Nico Bovenweg 44, Oosterbeek . ![]() |
De St. Paula-Stichting is in 1931 opgericht en verhuisde in 1966 van
Utrecht naar Oosterbeek. Het pand is meerdere keren verbouwd en heeft
meerdere fucties gehad: Paula Stichting voor moeder en kind
(1966-1984), een tehuis voor ongehuwde moeders, een "blijf van m'n
lijf" huis, Hera en later Moviera. Moviera gaat na 2017 verhuizen naar
Arnhem en de gemeente Renkum heeft het terrein aangkocht voor
woningbouw. Volgens link niet meer als klooster in gebruik. |
1974 Liberaal Joodse gemeente neemt het cultureel centrum (in voormalig café v.d. Velden en later Concordia) aan de Utrechtseweg 110 in Oosterbeek in gebruik. Hoog en Laag van 19-09-1974 |
|
2007 Abdij Koningsoord, Johannahoeveweg 79 Arnhem, op steenworp van Station Oosterbeek. Gebouwd op het terrein van de paters van Mill Hill. Nieuwbouw uit 2007-2009, verhuizing van Tilburg naar Arnhem in 2009. |
|
2007 Landgoed Johannahoeve II, Johannahoeveweg te Arnhem. (Het gebied heeft heel lang bij Renkum gehoord). In 2007 is begonnen met de bouw van een nieuw klooster op het landgoed Johannahoeve tussen Arnhem en Oosterbeek, op het terrein van de Missionarissen van Mill Hill. Dit ten behoeve van de uit Tilburg komende Trapistinnen. In 2009 zijn de zusters verhuisd naar het nieuwe Koningsoord. De abdij ligt aan de Johannahoeveweg te Arnhem. |
|
RK klooster Broederhuis St Joseph - St Jozefhuis, Sportlaan, Oosterbeek. | Volgens link in gebruik. |
RK klooster Missiezusters van Onze Lieve Vrouw der Apostelen (OLA), Oosterbeek. | Volgens link niet meer in gebruik. |
RK klooster Societeit voor Afrikaanse Missien, Pietersbergseweg 38, Oosterbeek. | Volgens link niet meer in gebruik. |
RK klooster Zrs. van Julie Postel, Johanna Hoeveweg 73, Oosterbeek. | Volgens link niet meer in gebruik. |
RK klooster Zrs. van Julie Postel, Mariënberg 24, Oosterbeek. | Volgens link niet meer in gebruik. |
Kapel van de Tafelberg, Pieterbergseweg Oosterbeek. Sociëteit voor Afrikaanse Missiën verzamelde gelden met teksten als "Afrikaanse missiën" en "Paters van Cadier en Keer". Organisatie Administratie Huize De Tafelberg, Oosterbeek. |
![]() |
Renkum. | |
850 Verdwenen kapel te Harten. Waar? Er is nog een Hartenseweg in Renkum. De kern van Harten lag rond de (destijds nog niet bestaande) Bennekomseweg. De zuidkant eindigde bij de huidige Schaapsdrift en de noordzijde eindigde boven Quadenoord. ![]() bron: link |
Volgens Ruud Schaafsma was er al de Willibrordkapel in de 9e eeuw te Harten. Lees z'n boeken. De kapel zou gestaan hebben net ten noorden van de tuinmuur van de Keyenberg. Op de heuvel, een zelfde locatie als in Heelsum. Vanaf de tuinmuur loopt er een pad naar beneden. Boringen op deze locatie laten geen hout of steen zien. In de grondboringen werden ondetermineerbare scherf- of baksteenrestjes en gipsfragmentjes aangetroffen. Bodemradar laat veel WWII ijzer zien. De naam "kapel" werd nog veel gebruikt: op 14 December 1843 is er een verkoping: bij den Kappellenberg, langs het Accasia-Bosch van de Wageningse Allee tot bij het Schimmelpeningspad. In de kapel was een altaar ter ere van Sint Willibrord. Soms komt men dan ook de naam Willibrordkapel te Harten tegen. De heer van Doorwerth zou het vicatie recht hebben om een pastoor te benoemen. Meer literatuur over Harten: - Demoed, E.J., Van een groene zoom aan een vaal kleed. Zijnde de geschiedenis van de westelijke Veluwezoom (gemeente Renkum). Oosterbeek (Adremo), 1953. Vanaf blz 190, “De Buurschap Harten”": Op blz. 194 een tekening ca 1580 en ca 1650) - Erkens, H.C.J., Uit de Oude Doos. Verhalen over de vijf dorpen in het groen: Doorwerth, Heelsum, Oosterbeek, Renkum, Wolfheze. Oosterbeek (Kontrast), 1997. Vanaf blz. 163, "Harten". |
1183 Op de locatie van het latere klooster is waarschijnlijk eerst een kapel geweest. Uit Wikipedia: "In 1183 wordt voor het eerste melding gedaan van een kapel in Renkum. De kapel stond op eigendommen van de Hertog van Gelre. Op verzoek van de hertog van Gelre hebben de zuster Augustinessen uit Zwolle in 1405 de kapel omgebouwd tot een klooster van de Augustijner regularissen". " wi aengedacht hebben die groete innicheit ende begeerten onser voervaderen hertoghen van Gelre ende Greven van Zutphen zeliger gedacht, die sij gehadt hebn tot onser liever vrouwen Cappellen van Redinchem, geleghen in onsen lande van Veluwe, daer in wij oen geerne na volghen solden, ende sonderlinghe omme die begeerte die wij hebben totten heligen gloriosen heilichdom, dat in der selver Cappellen is, ende oick omme miracule ende teykene wille, die daer geschiet sijn [...] Soe hebben wi [...] die selve onser liever vrouwen Cappelle tot Redinchem mit tween vicaryen, die wi daer in te geven hebben gehadt, doen verwandelen ende oversetten tot enen Regulier Cloisters van Sunte Augustijns Regulen" |
In een oorkonde van 27 februari 1183 wordt al gesproken over een kapel te Renkum. Vanaf 1350 is er al sprake van een Maria verering. In 1949 is Pastoor G.J. Jansen de Proost van een Onze Lieve Vrouwen Gilde, zeg een schuttersgilde dat is opgericht in 1380. Het gilde is stilgelegd op last van de nieuwe regering in 1798. Herleefd in 1799. Stilgelegd weer in 1910. Herleeft in 1935. Een van de bestaansrechten van het gilde was: Het beschermen van de Maria kapel en het Maria beeld. |
De Nederhof, een Eltens goed te Renkum, in erfpacht gegeven aan het O.L. Vrouweklooster in Renkum. | |
De Overhof, een Paderborns goed te Renkum, in erfpacht gegeven aan het O.L. Vrouweklooster in Renkum. | |
± 900 of 1000 tot 1864 Verdwenen Rooms Katholieke Kerk, na 1580 Hervormde kerk te Renkum ![]() Op deze aquarel uit 1825 van D.A. Clemens staat de kerk links en rechts is de Herberg-brouwerij “De Bock” te zien. Na 1580 werd eerst op Grunsfoort en dan daar in de schuur gekerkt. Aan de rechterkant van de weg "Onder de Bomen" stond deze oude rooms-katholieke kerk, op een wat hoger gelegen terrein. Om de kerk stond een muur om het kerkhof te beschermen tegen de toen loslopende varkens. De kerk was gebouwd met langwerpige brokken tufsteen en het zadeldak en de toren waren met leistenen pannen gedekt. De kerk werd aan de zuid- en westzijde omgeven door een kerkhof. Het geheel was ommuurd en de ingang was aan de doorgaande weg Arnhem - Wageningen. Hoe de ingang van de kerk er uit zag, weten we niet want er zijn geen tekeningen, schilderijen of foto's bekend van de torenzijde. Alle afbeeldingen zijn genomen vanaf de huidige Dorpsstraat, zo in de knik met Onder de Bomen. Op de vele afbeeldingen is te zien dat de toren een Romaanse inslag heeft en het aan de zuidzijde aangebouwde koor heeft Gotische trekken. Ook de steunberen aan het koor wijzen hier op. Het oudste gedeelte van de kerk zou dan gebouwd zijn rond de 10 of 11de eeuw. Het is de heer G. Goossen uit Wageningen die dit in een reisbeschrijving vermeldt. (G. Goossen Jzn, "Geschiedenis van Wageningen", 1966) Bij E.J. Demoed lees ik: "Voor zover is na te gaan, wordt in 1031 voor het eerst van de kerk als "ecclesia" gesproken. Heet het in 1146 nog een kapel in Renkum, reeds in 1183 wordt er van een "parochie" gesproken, zodat we aan kunnen nemen, dat toen ons kerkgebouw tot kerspelkerk verheven werd, of reeds was. Waarschijnlijk werd in de 11e eeuw dit gebouw opgetrokken, want het tufstenen metselwerk van schip en koor wijzen daarop". (uit Winst of Verlies 1986) De toren zou kort na 1200 gebouwd kunnen zijn. Het koor is waarschijnlijk rond 1380 toegevoegd. Op een tekening van Rademaker (onduidelijk of deze uit 1630 is) is geen uurwerk of torenhaan zichtbaar. Later worden de gotische ramen in het koor vervangen door Romaanse ramen. In de 14de eeuw krijgt de kerk concurrentie van de kapel met het Mariabeeld en het hieruit groeiende klooster. Na de hervorming in 1580 komt de kerk op 15 augustus 1580 in protestantse handen. De eerste hervormde predikant was Hubert Heinsbergen die in 1598 zijn intrede deed. Bij E.J. Demoed lees ik: "Wel heeft het in de tijd van de kerkhervorming nog 18 jaar ongebruikt gestaan, maar in 1598 preekte er toch hier voor 't eerst 'n dominee". (uit Winst of Verlies 1986) De Katholieken gaan voor hun kerkdiensten naar Kasteel Grunsfoort. Gesloopt in maart 1864, als aan de Kerkstraat een nieuwe Hervormde kerk verschijnt. ![]() |
![]() In november 1593 was ds. Cornelium Pollert de eerste hervormde predikant van Renkum en Oosterbeek. Zijn opvolger, ds. Hubertus Arnoldi Heinsberg, deed ook beide zelfde plaatsen. Na hem volgde voor slechts korte tijd in 1607 de kandidaat B. Schransius. Vervolgens kandidaat G. Heshusius (1660 xx), die Oosterbeek niet meer bediende, maar Renkum-Heelsum als pastoraal arbeidsveld had. Naast kandidaat Samuel Heshusius (1690-1751) en na hem J. van Arrel die in 1718 overleed, waren er kandidaat A. Hansen en ds. Wilhelmus Heshusius (1721-1782) uit Oene. Na diens overlijden hebben de gemeente van Renkum nog gediend kandidaat J. van Mariënhof, kandidaat H. Pauw, D. Boot en H.J. Wunder. In "Bedevaartplaatsen in Nederland" uit 2004 wordt pastoor Wolters rond 1600 genoemd. De Reformatie van 1580 maakt dat de kerk over gaat naar de protestanten. De katholieke dienst wordt dan in kasteel Grunsfoort gehouden. Tijdens het hervormde beheer werden aan de kerk en de toren verschillende veranderingen aangebracht. In 1756 werd bet gebouw ook nog uitgebreid. Tussen het schip en bet koor stonden de banken van de heer Van Kortenburg en van ambtsjonker Van Golstein. Ds. J.A. Smits kwam op 8 oktober 1817 en was de eerste predikant die de kerkelijke gemeente in Renkum in de 'nieuwe orde' diende. De kerktoren kwam in 1794 aan de burgerlijke gemeente; de rest werd overgedragen aan de Domeinen. In 1823 werd de kerkelijke voogdij ingesteld en kreeg die de eigendom en bet beheer. 1864 stond er een advertentie in de Wageningse Courant, waarin balken, planken, ramen etc. van de kerk en de toren te koop werden aangeboden. De oude kerk van Renkum was afgebroken. Over de begraafplaats van de oude kerk staat hier meer. Over de pastorie, c.q kosterie van de oude kerk, staat hier mee. ![]() |
1401 In Renkum is er sinds 1401 sprake van een Maria verering. |
Een uitgebreider verhaal in Maria van Renkum |
1405 Verdwenen Maria Klooster, of te wel Onze Lieve Vrouweklooster, Bokkedijk ongenummerd te Renkum. Het Augustijner nonnenklooster S. Maria te Renkum werd gesticht in 1405 (stichtingsbrief bij Nijhoff III, 274-276), en niet gelijk Chron. Tielense p. 454 en Van Heussen p. 135 willen in 1415. In den stichtingsbrief werd Johan die Waell, prior van het Regulieren klooster Bethlehem te Zwolle, tot rector benoemd. In 1408 werd het een besloten klooster. In een oorkonde van 27 februari 1183 wordt al gesproken over een kapel te Renkum. Omstreeks het midden van de 12e eeuw moet tevens de eerste parochiekerk te Renkum zijn gebouwd. Deze kerk dat in april 1864 werd afgebroken, bevond zich aan de noordzijde van de Utrechtseweg, in de bocht van de weg Onder de Bomen. Onder hertog Reinald IV werd op 12 november 1405 een augustijner regularissenklooster te Renkum gesticht, gewijd aan O.L. Vrouw. De stichtingsoorkonde verhaalt dat: "wi aengedacht hebben die groete innicheit ende begeerten onser voervaderen hertoghen van Gelre ende Greven van Zutphen zeliger gedacht, die sij gehadt hebn tot onser liever vrouwen Cappellen van Redinchem, geleghen in onsen lande van Veluwe, daer in wij oen geerne na volghen solden, ende sonderlinghe omme die begeerte die wij hebben totten heligen gloriosen heilichdom, dat in der selver Cappellen is, ende oick omme miracule ende teykene wille, die daer geschiet sijn [...] Soe hebben wi [...] die selve onser liever vrouwen Cappelle tot Redinchem mit tween vicaryen, die wi daer in te geven hebben gehadt, doen verwandelen ende oversetten tot enen Regulier Cloisters van Sunte Augustijns Regulen." De plaats van het klooster is op een drietal kaarten terug te vinden. Duidelijke afbeeldingen van het kloostergebouw zijn niet bekend. "Ten gevolge van de onrust na de komst van de reformatie bleken de zusters reeds in 1574 het gebouw te hebben verlaten en hielden zij zich op in het naburige Arnhem. Op 18 juni 1596 droeg Ada van Cortenbach, voor de schepenen van Wageningen, ten behoeve van de conventualinnen van Redinchem 'een huijs binnen de Stadt Wageningen [...] van der hoeger straete bis tot die nijwerstrate streckende' over, dat, zoals de akte vermeldt, reeds enige tijd door de nonnen bewoond werd. Het bevond zich tussen de Eerste en Tweede Kloostersteeg aan de huidige Herenstraat. Het ligt voor de hand dat de Renkumse nonnen bij hun gedwongen verhuizing naar Wageningen het 14e-eeuwse Mariabeeld van O.L. Vrouw Cappelle zullen hebben meegenomen en het een plaats hebben gegeven in een door hen ingerichte gemeenschappelijke gebedsruimte of huiskapel. In 1635 bleken de laatste twee bejaarde conventualinnen Wageningen te hebben verlaten en werd het beheer van het kloostergoed geheel aan het Veluwekwartier overgedragen. Anna Cruijss, voormalig procuratrix, stierf op 13 januari 1635 in het Brandesklooster te Utrecht. De zieke Catharina Vogelsanck stierf voor 1 december 1638 in het St. Agnesklooster te Arnhem. Het beeld van O.L. Vrouw Cappelle werd mogelijkerwijs door een van beiden uit Wageningen meegenomen". link |
Omstreeks 1580 drong de 'Nije leer' ook in Renkum door. Het Maria
Klooster verloor op den duur zijn invloed en betekenis. De kapel werd
van haar kostbaarheden ontdaan. Ten gevolge van de onrust na de komst van de reformatie bleken de zusters reeds in 1574 het gebouw te hebben verlaten en hielden zij zich op in het naburige Arnhem. Op 18 juni 1596 droeg Ada van Cortenbach, voor de schepenen van Wageningen, ten behoeve van de conventualinnen van Redinchem 'een huijs binnen de Stadt Wageningen van der hoeger straete bis tot die nijwerstrate streckende' over, dat, zoals de akte vermeldt, reeds enige tijd door de nonnen bewoond werd. Het bevond zich tussen de Eerste en Tweede Kloostersteeg aan de huidige Herenstraat. Daardoor kon de congregatie verder gaan, zonder last te hebben van de Reformatie. In het voorjaar van 1598 woonden zij zeer sober, in een huis aan de tegenwoordige Herenstraat aldaar. In 1635 stierf de oudste kloosterlinge op hoge leeftijd. Medio 1600 waren alle gronden rondom buurtschap de Harten in eigendom van het klooster. In 1639 werden de gronden verkocht aan de Staten van het kwartier Veluwe en werd Hendrik van Essen tot holtrichter aangesteld. Uit Wikipedia: "Op verzoek van de hertog van Gelre hebben de zuster Augustinessen uit Zwolle in 1405 de kapel omgebouwd tot een klooster van de Augustijner regularissen.Het klooster kreeg de naam Sancta Maria. Tijdens de Reformatie omstreeks 1574 werd het klooster vernield. Na de Vrede van Munster mochten de Katholieken hun geloof weer belijden en gingen de Renkummers tot 1726 in kasteel Grunsfoort naar de kerk". Aan de Dorpstraat in Renkum, tegenover de Nieuweweg is in de berm van de parkeerplaats een klein restant van de kloostermuur te zien. Literatuur: Vijftig jaar Renkumse kloostergeschiedenis in Wageningen, circa 1596-1635. door Jacques Tersteeg; Vereniging Gelre; Jaarboek 1990, pagina 51 en verder. |
verdwenen kerk vanaf 1580, Kasteel Grunsfoort![]() Uit Wikipedia: "Na de Vrede van Munster mochten de Katholieken hun geloof weer belijden en gingen de Renkummers tot 1726 in kasteel Grunsfoort naar de kerk". |
In
1651 gaat Theodorus van der Horst zich als huiskapelaan op Grunsfoort
vestigen. Vanuit het kasteel werkte hij in Renkum en Wageningen. Zijn
opvolger was Franciscus Beltjes uit Arnhem. Hij werkte ook in
Oosterbeek. In 1656 waren er in Renkum en Wageningen 100 katholieken. In 1666 werd de Utrechtenaar Gerard de Bruijn benoemd tot pastoor van Wageningen, met het kasteel Grunsfoort als woonplaats. Hij doopte in de gemeente Doorwerth, Renkum en de Overbetuwe. Na de reformatie kerkten de katholieke Renkummers tot 1726 in kasteel Grunsfoort. Op 28 december 1726 stierf de laatste katholieke eigenaar van Grunsfoort, Antonie van Lijnden. De volgende eigenaar was de niet-katholieke Golstein. Sinds 1680 was op het kasteel Grunsfoort pastoor Phillipus Tuchscheer werkzaam. Tuchscheer werkte niet alleen in Renkum - Wageningen, maar ook in de Betuwe. Hij liet zich in zijn taak ondersteunen door een familielid: Chr. van Wijck en later (van 1721 tot 1725 door Ev. Lippitz. Lippitz werd in 1729 pastoor van Heteren - Indoornik. Tuchscheer moest vertrekken in 1721 en vond waarschijnlijk onderdak bij een van zijn parochianen en zal waarschijnlijk nog wel dienst hebben gedaan. Voor de sluiting van de kerk op Grunsvoort had de parochie Renkum - Grunsfoort - Wageningen 250 zielen. Kasteel Grunsfoort. (Grensvoort) Grunsfoort wordt voor het eerst genoemd rond 1372. Het kasteel groeit, eigendom van enkele hertogen van Gelre, gebouwd door de hertog van Gelderland om zich te verdedigen tegen de Utrechtenaren. De Gelderse hertogen verbleven er meerdere keren per jaar. De laatste bewoner, in 1773, de burgemeester van Wageningen, was de Heer Philip Hendrik, Baron van Golstein. Het kasteel was een Landsheerlijk bezit, en daardoor belangrijker dan Kasteel Doorwerth. Het kasteel Grunsfoort is sinds 1780 verdwenen Afgebroken in een periode dat bewoning van burchten op een drassige grond aan de Rijn minder in trek was. Het klooster van Onze Lieve Vrouwe van Renkum, het Wildforstershuis te Wolfheze, kasteel Rosande, het klooster Mariëndaal waren reeds voorgegaan. Alleen Kasteel Doorwerth hield stand. De sporen van de verdwenen bouwwerken waren bij opgravingen in 1936-38 nog zichtbaar. Op de ene plaats duidelijker dan op de andere. In het beekdal waren de fundamenten van het kasteel te herkennen aan de hogeren delen in het gras. In het kader van de werkverschaffing is onder leiding van de heer A.E. van Giffen, directeur van het Archaeologisch-Biologisch Instituut te Groningen, gegraven. Ook de heer Holwerda wordt genoemd. Zware muren van rode baksteen geven de omtrekken aan van torens en bastions, een bolvormig gemetseld gewelf is wellicht het overblijfsel van een waterput binnen de burcht, rode estrikken-vloeren tekenen hal of keukens, andere zware muurstukken zijn misschien de fundamenten van schoorstenen. Met een hoogte kaart op het internet zijn ook nu nog de lagere delen van de oorspronkelijke gracht zichtbaar. Tegenwoordig is het oude Grunsfoort nog zichtbaar door palen op de plek van de fundering. De naam Grunsfoort is later (1881) ook gebruikt voor de voorloper van het aangrenzende Oranje Nassau Oord. Aan de Beukenlaan staat een informatiepaneel over het kasteel. |
16xx - 1944![]() |
Op de westhoek van de kruising Dorpsstraat-Onder de Bomen werd in het
begin van de 17e eeuw een pastorie gebouwd. Bedoeld voor de prediaknt.
Later woonde er de koster van de kerk en in dit gebouw gaf hij ook
onderwijs aan kinderen. De kosterij werd tijdens de evacuatie van
Renkum vanaf oktober 1944 tot mei 1945, getroffen door een
neerstortende Duitse V 1 raket. Voor het huis stond de Lindeboom die in 1813 geplant is ter herinnering aan de bevrijding van de Franse overheersing. Deze boom is gekapt in 1953. Voor de Kosterie de in 1813 geplante lindeboom, zulks ter herinnering aan de komst van de Prins van Oranje. (Uit Demoed; De Westelijke Veluwezoom in oude ansichten) In het boek: Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland uit 1917 staat: "De ‘Oude Kosterij’ is een baksteenen huis met ankers: 1694." Zie voor meer info en foto's hier. |
Voormalige Pastorie 1823 - heden Pastorie van de Hervormde Kerk, oud adres Dorpsstraat A 51 tegenwoordig: Dorpsstraat 160 te Renkum. Een oud pand uit 1823. In gebruik voor de predikanten van de Hervormde Kerk aan de Dorpsstraat, bij Onder de Bomen. Cann Dunn was een der bewoners, |
Achtereen volgende eigenaren: Herv. Pastorie Renkum; George Hendrik
Führi Snethlage, ingenieur uit Renkum; Jacob Folkerus Boerma, arts uit
Renkum; Verkeer en Waterstaat; Willem Jacobus de Graaf, arts uit
Renkum; Centrale Woningstichting Gemeente Renkum en later de zelfde
Centrale Woningstichting Renkum te Doorwerth. Het pand staat er nog
steeds. Hier staat meer info over dit pand, zoek even naar Dorpsstraat 160. |
1726 - 1839 Verdwenen Rooms Katholieke Schuurkerk. Destijds gelegen in de Kloosterwaard aan de Bokkedijk, Renkum. Uit Wikipedia: "Na de Vrede van Munster mochten de Katholieken hun geloof weer belijden en gingen de Renkummers tot 1726 in kasteel Grunsfoort naar de kerk. Daarna werd aan de zuidzijde van de Utrechtseweg, een schuurkerkje ingericht achter Herberg de Vergulde Bock. Deze zogenaamde "koude kerk" viel onder de Wageningse parochie". ![]() naar: Kadastrale kaart 1811-1832: minuutplan Renkum, Gelderland, sectie D, blad 02 (MIN05140D02) Achter de brouwerij annex herberg De Bock, aan de zuidzijde van de Utrechtseweg, is rond 1750 een schuurkerkje ingericht, die door pastoors, die te Wageningen verblijf hielden, werd bediend. Dankzij de familie Staring. De kerk had het uiterlijk van een schuur om niet op te vallen als kerk. De schuur was achter de herberg gelegen, in de uiterwaarden. Men hield de voeten niet altijd droog. Men rook een koestal en daarbij behorende mestvaalt. Het gebouw verkeerde rond 1830 in een slechte staat en was te klein voor 200 kerkgangers. Afgebroken in 1839 als men over kan naar het nieuwe kerkgebouw Deo Sacrum. In 1755, zo schrijft A.G. Steenbergen (zie literatuur) is pastoor Graes te Wageningen ook de herder in Renkum. In Wageningen werkte hij al vanaf 1731. Hij komt te overlijden in 1763. Zijn opvolger werd C.P. Thijssen. De burgemeester van Wageningen had bezwaar tegen Thijssen, doch de burgemeester liet zich omkopen. In 1776 vertrekt Thijssen naar Elst. Zijn opvolger werd pastoor Th. Krechting. Krechting leidde de Renkumse (bij)statie op eigen wijze. Dat gaf problemen in de eigen parochie en met de magistraten. Kinderen uit gemengde huwelijken werden door Krechting wel gedoopt, elders niet. Eerst als pastoor Daamen (1819 - 1824) aan het werk gaat worden de problemen opgelost. In 1797 waren er in Renkum 126 katholieken op een totaal aantal inwoners van 458. In Renkum nam het aantal katholieken toe, zodat er op zondag een tweede H. Mis werd gehouden. De benoeming van een extra kapelaan in de parochie zou handig kunnen zijn, maar dat kostte een paar honderd gulden. De Renkummers hadden geen zin dat geld op te hoesten. De Wageningse kerkmeester Peter van Heeswijk, die ook de stadsherberg op de Wageningse markt exploiteerde, spendeerde jaarlijks de 200 gulden opbrengst van zijn weiland: "de Vette Waerd" aan de parochie. Daardoor kon kapelaan Th. Bisselink (1821 tot 1827) benoemd worden. Met overlijden van de weerspannige kerkmeester Offenberg uit Renkum, in 1844, werden de financiële problemen opgelost. Op 2 juni 1837 werd Johannes Anthonius Taabe, oud-president en voormalig professor van het groot-semenarie in 's Heerenberg in Renkum benoemd. Hij trof er een bouwvallig kerkje aan de rand van de uiterwaarden. Hij ging op zoek naar een nieuwe kerk. Koning Willem I zegde hfl6.000,= toe onder voorwaarde dat het kerkje watervrij zou staan. |
![]() In 1810 (uit de opgaven, door de gemeentebesturen ingevolge een schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken d.d. 27 October 1810 ten behoeve eener enquête aan den landdrost ingezonden) Heeft Roomsch-Katholiek Wageningen 496 zielen. Harten en Kortenberg 22, Bennekom 14, Achterberg geene, Rhenen 8. De gemeente Renkum met 165 zielen was gecombineerd met die van Wageningen; onder de kerk van Renkum behoorden ook Doorwerth en Heelsum, waarin samen 35 Katholieken waren. |
1839 - 1923 Verdwenen RK Kerk “Maria ten Hemelopneming” en of "Deo Sacrum", Dorpstraat 1 te Renkum. Locatie: Hoek Onder de Bomen, N225. Dorpsstraat, weg naar Wageningen tegenover het verdwenen hotel Campman. De R.K. kerk werd op 29 september 1840 door pastoor Joannes Antonius Taabe ingewijd en opgedragen aan Maria Hemelvaart. (bron Demoed; De Westelijke Veluwezoom in oude ansichten) Op de grond voor de herberg De Bock, aan de noordzijde van de Dorpsstraat, en wel een gedeelte van het zgn. Kosterieland, begint in 1838 begint de bouw van een kerk. De grond kwam van de hervormde gemeente Renkum die het voor een bedrag van hfl.200,= afstond. Op 29 september 1839 wordt de R.K. kerk, “Maria ten Hemelopneming” ingezegend door de aartspriester van Gelderland Matthias Terwindt. Deze kerk is de opvolger van de Schuurkerk. In de toren werd een 120 kilo zware luidklok gehangen. In de klok waren de namen van pastoor J.A. Taabe en kapelaan F. Fornier gegoten. Bovendien van peter Patrinus en meter Matrina, Willem Offenberg en R. Staring, vermoedelijk de schenkers van de klok. Met het sluiten van de kerk in 1923, blijft de klok behouden en komt te hangen in de dakruiter van de nieuwe kerk. Het kerkje werd in 1842 voorzien van een orgel tot stichting van de gelovigen en tot nut van de koorzangers. In 1844 werd ten westen van de kerk een kerkhof aangelegd. Enige jaren geleden zijn de laatste resten geruimd ten behoeve van de bouw van enkele bungalows. Op 28 januari 1851 werd er een kruisweg opgericht. In 1855 werd er een parochie in Wageningen opgericht, waardoor de kerk in Renkum een bijkerk werd. De parochie werd in 1875 zelfstandig ten opzichte van Wageningen en kreeg een eigen pastoor: W.H. van Leeuwenberg. Van Leeuwenberg was sinds 1872 kapelaan te Wageningen. De parochie kende toen 465 communicanten. Vijf jaar later waren dat er 580. ![]() Reeds in 1876 begon men plannen te maken de kerk te vergroten. De aanbesteding voor de bouw van het priesterkoor (vergroting van de kerk) en een sacristie vond plaats op 20 april 1881 in hotel Campman. Het priesterkoor werd gebouwd in neo-gotische stijl. De kerk kreeg nu 243 zitplaatsen, zodat voorlopig aan plaatsruimte geen gebrek was. Twee jaar later werd het interieur van het kerkje beschilderd, zodat de witte muren tot het verleden gingen behoren. Een nieuwe tegelvloer werd in 1885 in de kerk gelegd door toedoen van wijlen de heer Hubertus Offenberg, bierbrouwer te Doesburg en zoon van de befaamde kerkmeester. Een dienstbode schonk van haar zuur verdiende spaarcentjes de kerk een zilveren blad met twee ampullen. Ook de naam "Deo Sacrum" stamt uit deze tijd. ![]() Naamlijst van pastoors: Johannes Antonius Taabe (1839 tot † in 1875. De parochie werd in 1875 zelfstandig van Wageningen en kreeg toen een eigen pastoor: W.H . van Leeuwenberg 1875 - 1900 † ![]() Kadasterkaart uit 1869 |
Het aantal parochianen bleef groeien, zodat Renkum in 1897 een hulp voor haar pastoor kreeg in de persoon van kapelaan T. Th. Andriessen. Vanaf 1900 wordt de groei onhoudbaar en het kerkbestuur krijgt dan een grote som geld aangeboden voor de bouw van een nieuwe kerk. Het kerkje was inmiddels veel te klein geworden, omdat het aantal parochianen sedert 1875 bijna verdubbeld was (ca. 1200). De bouw van een grotere kerk gaat niet voorspoedig.
Eerst in 1923 werd dit bedehuis afgebroken, nadat vooraan in de Dorpsstraat een nieuwe kerk was gebouwd. Zondagavond, 6 oktober, neemt de parochie definitief afscheid van het oude kerkje. In een plechtige processie brengt men het H. Sacrament over naar de feestelijk verlichte nieuwe kerk. De oude kerk wordt in het najaar gesloopt. In 1974 komt er een klein appartementengebouw op de locatie van de voormalige kerk: adres Rijksweg 189 (a) te Renkum. Ook verkoopt het kerkbestuur de oude pastorie. In de jaren 90 van de vorige eeuw wordt het kerkhof geruimd. In 1903 vermaakten de heer en mevrouw S.M. van Wijck - Conijn uit Heteren hun villa met koetshuis en tuin aan de Nieuweweg (waarschijnlijk destijd nr 1, nu nr 5 in Renkum aan de katholieke parochie Renkum. We kennen de familie van Wijck ook als steenfabrikant. Aangevuld met een bedrag van hfl10.000,=. Opdracht hierbij was, maak binnen drie jaar een katholieke meisjesschool. Tot dan toe was er alleen maar openbaar onderwijs. De erflaters hadden reeds contacten gelegd met de zusters Urselinen, die onder andere ook het pensionaat Jeruzalem in Venray leidden, waar ook de kinderen van Van Wijck waren geweest. In oktober 1904 kwamen de eerste zusters van de Urselinen congregatie naar de Nieuweweg 2 te Renkum. Ze begonnen er een bewaar- meisjes- en naai-school. Iets later verscheen in de tuin van de villa een drieklassige school. En werd het koetshuis de bewaarschool. Ze gingen wonen op het landgoed Ewilca aan de Utrechtseweg. Het latere Ursula klooster. Nog een foto. ![]() |
1876 - 1923 De verdwenen Pastories van Deo Sacrum, Dorpsstraat, Renkum. Ook bekend als Tondano en Villa Meta. In 1875 wordt Renkum een zelfstandige parochie en wil men dus ook een eigen pastorie. De kerk Deo Sacrum staat er al een aantal jaren. Pastoor van Leeuwenberg wilde graag in de buurt van zijn kerk wonen. Voordat villa Meta als pastorie werd gebruikt, was er een andere pastorie in gebruik. Er werd in 1875 aan de zuidzijde van de Dorpsstraat, schuin tegenover de kerk en westelijk van de locatie van het voormalige Campman een pastorie gebouwd. Of de kerk deze villa gebouwd heeft, blijft nu even een vraagteken want elders vond ik dat Huize Tondano, gebouwd werd door de heer van der Kolf. De kerk was na vd Kolf wel de eigenaar. Daarna wordt villa Meta gebruikt als pastorie. ![]() Kadastrale Hulpkaart 547. De Oude Kosterie is rechtsboven te zien. In 1934 werd villa Meta verkocht door mw. Marmelstein-van Prehn: Uit de Oosterbeekse Courant van 25-08-1934. Tondano werd in 1944 verwoest, doch deed al sinds 1885 geen dienst meer. Na die tijd was de villa "Meta", naast de kerk, de pastorie. Hoe het krantenbericht hiernaast le lezen is? Wat was het heerenhuis en welke fabriek stond er toen. Reeds in 1876 begon men plannen te maken de kerk te vergroten. Hiervoor zocht men een jaar later contact met Architect Alfred Tepe uit Utrecht. De grond voor de pastorie was reeds gekocht van de Hervormde kerk. De functie van pastorie voor villa Meta eindigt als in 1923 de nieuwe Katholieke kerk met pastorie aan de andere kant van het dorp in gebruik worden genomen. |
In
1896 staat er naast de villa Meta. In 1934 verkoopt mw Marmelstein -
van Prehn de villa Meta, met 7 kamers, een serre, kelder, garage,
keuken en bijkeuken, zelfs met centrale verwarming. Op de veiling is de
inzet bepaald op hfl 4500,- Uit Demoed; Van een groen zoom ..., 1953: De nieuwe brouwerij komt later ook in handen van dhr. Leygraaf, welke voor zich gelijk met de brouwerij, reeds in 1863 daarvóór het herenhuis liet bouwen. Omstreeks 1875 wordt het achtergedeelte der brouwerij afgebroken, en gaat de woning dienst doen als R.K.-pastorie. Het bedrijf (brouwerij) is omstreeks 1900 opgeheven, doch de nog aanwezige grote kelders wijzen nog op de aard van het bedrijf. ![]() Uit een advertentie: De deurwaarder F. van Heelsum, zal op maandag den 16de April 1877, des middags ten 12 ure, ten verzoeke van den heer G.C. Verwaaijen, aan de nieuwe R.K. pastorie, te Renkum, publiek verkopen .......... |
1863 1ste Hervormde kerk Renkum, Kerkstraat 7, Renkum. ![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
Op 3 april 1864 werd deze kerk door ds. Gann Dun in gebruik genomen. Door oorlogshandelingen verwoest 1944. In 1950 vervangen door nieuwbouw. ![]() "Renkum, 3 April. Heden was het voor de Gemeente een blijde feestdag. Behoefde zij een grooter en beter bedehuis, in die behoefte is voorzien; zij heeft een zeer ruim smaakvol kerkgebouw bekomen. Heden werd het aan God en Zijne dienst eerbiedig opgedragen, onder voorgang van onzen Leeraar, Ds. H. Gann Dun, naar aanleiding van Genesis XXVIII: 17m.: “Dit is niet dan een huis Gods," ons wijzende op de vaardige hoogschatting en duur verpligte beantwoording aan de verhevene en veel bedoelende bestemming van het heiligdom. De plegtigheid werd door een talrijk samengevloeide menigte, ook van elders opgekomen, met veel belangstelling bijgewoond". Uit: Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1864. ![]() Naamlijst van predikanten: 1859-1868 ds. Hendrik A. Gann Dun, overleden in 1868. 1869-1877 ds. Bastiaan Mossel, overleden in 1877. 1879-1884 ds. Everard Egidius Gewin, vertrokken naar Utrecht. 1885-1886 ds. Dirk Martens Boonstra, vertrokken naar Oud-Alblas. 1888-1891 ds. Dirk Cladder, vertrokken naar Schoonrewoerd. 1892-1901 ds. Christoffel Ynzonides, vertrokken naar Elburg. 1901-1905 ds. Gerhard Nijhuis, overleden in 1905. 1905-1907 vacature. 1907-1908 ds. Jan Daniel de Lindt van Wijngaarden, vertrokken naar Putten. 1908-1916 ds. Hendrik Antoon Heyer, vertrokken naar Vlaardingen. 1916-1918 ds. Jacobus Gerardus Dekking, vertrokken naar Putten. 1918-1927 ds. Pieter de Looze, stopt te Heelsum, blijft wel werkzaam in Renkum. 1934 -xxxx Ds W. Deur ds. Cladder De kosterie van deze kerk stond op de Rijksstraatweg en is door mw. Le Maitre-Buse in 1903 aan de kerk verkocht. Uit de Arnhemsche courant van 13-05-1937: In de Gereformeerde Kerk vond gisteravond de overdracht plaats van het nieuwe kerkorgel. Kansel en podium had men voor deze gelegenheid met bloemen en planten versierd. Na de opening en een krachtig pleidooi voor de kunst als dienaresse óók van de kerk door dr. G. Keizer, werd vervolgens het orgel door een der comité-leden aan den kerkeraad overgedragen. Tijdens het verdere gedeelte van den avond hebben de gemeente-leden rijkelijk kennis gemaakt met de werkelijk schoone klanken, die de heer J. G. Kunst uit Arnhem (die eveneens het orgel naar hier heeft gebracht en opgebouwd) aan dit instrument wist te ontlokken. Het orgel bezit 420 pijpen, 8 sprekende registers en pedaal, terwijl de windtoevoer langs electrischen weg geschiedt. Het geheel is opgebouwd in een stijl, die past bij het kerkgebouw. Voorts zong Mej. de Bruijn uit Apeldoorn (sopraan) nog eenige liederen, waarbij opviel, hoe buitengewoon dit orgel zich, eveneens als begeleider van solo-zang leent. Tenslotte bracht ds. P. C. de Bruijn uit Apeldoorn namens den Kerkeraad dank aan allen, die aan de tot standkoming van het orgel en aan de organisatie, alsmede aan het welslagen van dezen avond hadden medegewerkt. Vermelden we nog, dat tijdens de pauze ververschingen werden aangeboden en een collecte werd gehouden ter bestrijding der gemaakte kosten. Deze collecte bracht nog ruim ƒ 32 op. |
1889 Voormalige Gereformeerde Kerk, Molenweg 56, Renkum. De voormalige Gereformeerde kerk aan de Molenweg bestaat uit een eenvoudige kerk met houten gewelven en werd in 1889 gebouwd. De gereformeerde kerk heeft dit gebouw in gebruik gehad tot 1928, waarna de bestemming wijzigde in 'timmermanswerkplaats'. De BAG geeft als jaar van ingebruikname 1928, of te wel het jaar van de renovatie naar een timmerwerkplaats. Is rond xxxx door de heer Werner weer in oude luister hersteld. Is daarna weer in gebruik als opslagruimte. ![]() J.P. Crum, schonk medio 1889, geheel kostenloos, een perceel grond waarop in 't najaar een kerk kon worden gebouwd aan de Molenweg te Renkum. ![]() Veelal is er een kerk en een school, in dit geval was de school er in 1883 eerst, de christelijke school "Laat de Kinderkens tot Mij komen" op de hoek van de Kerkstraat en Groeneweg te Renkum, afgebroken in 1970. De kerkelingen die op 24 mei 1889 bijeenkwamen in deze school besloten zich los te maken van de Nederlands Hervormde Kerk. In de begin jaren kwam men samen in het bakhuis van de boerderij-woning van Jan van Kranen aan de Kerkweg te Heelsum 't ouwe bakhuus" (gesloopt 1968). Nog een krantenfoto uit de Veluwepost van 18 april 1969, net voor de sloop van de school en het doortrekken van de Groeneweg: ![]() Jan Rothuizen, bouwmeester uit Heelsum tekende voor de kerk een rechthoekig gebouw met schuine kap. Boogramen in de zijgevels. Een grote dubbele deur aan de voorzijde. Twee ranke spitsjes op iedere hoek aan de voorgevel en een vriendelijk torentje op 't hoogste punt. Aan de achterzijde een kleine ruimte voor vergaderingen. De firma F. & J. van Scherrenburg te Renkum kreeg de bouwopdracht voor ƒ1830.-. Begin september 1889 ging de eerste spade de grond in. En op 8 december 1889 was de kerk klaar. Ds. E. Eisma uit Bennekom werd uitgenodigd de kerk officieel in gebruik te nemen. Uit Het Nieuws van den Dag, 11 December 1889: Te Renkum is Zondag de nieuwgebouwde kerk ingewijd door ds. E. Eisma, pred. te Bennekom. Het gebouw kan een 400-tal personen bevatten. Er werd een Frans Seraphinorgel met eikenhouten kast en drie spelen, dat voor ƒ 225.- aangeschaft bij Goldschmeding in Amsterdam. De 17-jarige Marten Schut haalde eruit wat erin zat. Het duurde twee jaar alvorens de kerk een eigen predikant kon aanstellen: Een traktement van ƒ 100.- per maand. Een kerkje, op de groei gebouwd met 200 zitplaatsen, dat zondags amper 80 zielen bevatte. Er kon zo geen predikant gevonden worden. Er was al twee keer een brief gegaan naar ds. Adrianus de Vlieg (1847 - 1906) te Halfweg en een derde keer werd de brief persoonlijk overhandigd. In klemmende bewoordingen zal de afvaardiging van Renkum ds. de Vlieg hebben geconfronteerd met de noden van haar kleine gemeente. En aldus werd ds. de Vlieg de eerste predikant. Hij begon op 17 januari 1892. ![]() ![]() In 1875 bouwde veldwachter Stephanus van Zoest een huis op de hoek van de Kerkstraat en de Molenweg te Renkum, tegenwoordig Molenweg 58 te Renkum (de BAG geeft 1891 aan?). Een riante woning die van Zoest midden 1890 te koop aanbood. De gereformeerde kerkenraad besloot de unieke kans in het bezit van dit huis te komen, te benutten. Een pastorie vlak naast de kerk, wat wil je nog meer. De kerkelijke interesse zou de prijs kunnen opdrijven. Daarom maakte men gebruik van een stroman, H.H. v. Roest. Van Roest kon het in 1890 kopen voor ƒ 2800.-. Het pand dat nu aan de kerk is vastgebouwd (Molenweg 56) ontstond eerst in 1928 (bron de BAG). Als pastorie was het pand Molenweg 58, Renkum, ingebruik tot in de oorlog in gebruik Na de oorlog was de pastorie onbewoonbaar door oorlogsschade. Het dak was door minstens drie voltreffers zwaar beschadigd, zodat sneeuw en regen maandenlang vrij spel hadden gehad. De via schuifdeuren aan de huiskamer gekoppelde voorkamer op de begane grond, met drie ramen richting Groeneweg, Kerkstraat en iets minder duidelijk ook de Molenweg, was heel vernuftig omgebouwd tot een soort 'fort, met schietgaten voor mitrailleurs in drie richtingen', om het de naderende bevrijders moeilijk te maken. |
![]() Rond 1902 werd het gebouw te klein. En er waren ook andere problemen: Kerkgangers werden in de avonddienst onwel. De walmende petroleumlampen, de stinkende kachel en de vele tientallen hete stoven verspreidden een ondraaglijke lucht. Voor de winter werden de olielampen wel vervangen door gasverlichting, maar te vaak ploften de kousjes kapot. En de ventilatie? Wie zat er nou graag op de trek? Er werden drie plannen gesmeed. 1. Bouw van een nieuwe kerk in de pastorietuin. 2. Bouw van een nieuwe kerk halfweg richting Heelsum. 3. Uitbreiding van het bestaande gebouw met een zijvleugel. Met wisselend succes hebben deze plannen om de voorrang gestreden. Zelfs de beroemde architect Kuipers, kwam in beeld. Men koos zuinig voor een idee van de eerste architect Jan Rothuizen uit Heelsum, uitbreiding met een zijvleugel à ƒ 4400.- ![]() De Heelsumse gereformeerden waren in 1920 de zondagse gang naar Renkum zat. Dertig jaar naar Renkum lopen, veelal tweemaal per zondag, zaten hen gevoelig in de benen. Daar moest een einde aan komen. Met grote voorzichtigheid ging men te werk. Er zou al veel gewonnen zijn als b.v. eenmaal per zondag een dienst in Heelsum kon worden gehouden. Die mogelijkheid deed zich voor. Het Hervormde kerkje op de heuvel was voor Gereformeerde middagdiensten te huur. 225 Heelsummer gelovigen schreven een brief. Er was echter geen predikant op dat moment in Heelsum. In 1922 werd een eigen kerk niet haalbaar geacht. In 1923 een nieuwe poging. Met Renkum de kosten delen à ƒ 1650.- voor Renkum en Heelsum elk. Dat was nog niet het probleem, maar er was geen kerk in Heelsum. In 1924 maken de Heelsummers het duidelijk, als samen met Renkum niet kan, dan maar alleen. De afstand naar Renkum was onoverkomelijk. Moeders mogen niet aan hun lot worden overgelaten. Vanwege de kinderen kunnen zij niet drie uur afwezig zijn. En juist de moeders hebben de meeste behoefte aan vertroosting en bemoediging. Oplossing 2 uit 1902 kwam weer op tafel. In 1926 komt er een bouwcommissie en reeds op reeds op 2 december kon ds. de Mildt de eerste steen te leggen. En zo komt er in 1928 een nieuwe kerk te Renkum, op de grens met Heelsum. De kerkbouw verliep voorspoedig. Op 8 augustus 1928 werd de kerk in aanwezigheid van het gemeentebestuur en tal van prominenten uit de samenleving in gebruik genomen met een preek van ds. de Mildt. Henri Zacharias de Mildt; 1887 -1973. De oude kerk komt te koop. Er waren enkele gegadigden. Molenaar Roosenboom kon de ruimte tegenover hem als voorraadschuur goed gebruiken. Doch de kerkenraad wees zijn bod van de hand. Op 3 september 1928 werd de kerk aan de Molenweg verkocht voor ƒ 5000.- aan aannemer J.J. Wernand. Hij kreeg de voorkeur. Want Roosenboom had jaren geleden een zinsnede in het verkoopcontrakt van notaris Sluis te Wageningen laten opnemen, luidde: "De kooper verbindt zich zoowel voor zich als voor zijne opvolgers in den eigendom in het gekochte gebouw geene kerkdiensten te zullen houden of doen houden of tot andere kerkelijke doeleinden of bijeenkomsten van godsdienstigen aard te bezigen op verbeurte van ƒ 2000.- bij het enkel constateeren der overtreding." Tijdens de leegstand is er een timmerwerkplaats, opslagruimte, caravanstalling, kennelijk steeds Wernand als eigenaar, die rond 1985 het oude gebouwtje weer in oude luister wil herstellen. (zie pagina 136 van Fotoboek van de dorpen Renkum + Heelsum, Burgsteyn en Heijers; 1985.) Elders is te lezen dat Andé van Dijk er in 1984 ging wonen. Oorspronkelijk stond er een torentje boven op de kerk. Toen de nieuwe bewoner in 1984 de woning betrok werd het torentje eraf gehaald en de vaan geplaatst. Naamlijst van predikanten: ds. A. de Vlieg 17-1-1892 - 15-1-1899 ds. A.P. van de Sluijs 22-4-1900 - november 1906 ds. W.B. Renkema 16-6-1907 - 13-10-1912 ds. G. v.d. Zanden 12-10-1913 - 26-9-1920 ds. H.Z. de Mildt 27-11-1921 - 4-4-1943 ---- Zie verder bij de Gereformeerde kerk Renkum - Heelsum, Utrechtseweg 93, Renkum. Meerdere teksten zijn bewerkt overgenomen uit het boek van Nic. Jansen: Van grote en kleine dingen: grepen uit het 100-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk van Renkum en Heelsum: 12-6-1889 - 12-6-1989 uit 1989. |
Voormalig Ursula klooster 1904 - 1920 (1938) Nieuweweg 5 te Renkum In oktober 1904 kwamen de eerste zusters van de Urselinen congregatie naar de Nieuweweg 5 te Renkum. Ze begonnen er een bewaar- meisjes- en naai-school, de Van Wijck - Conijn stichting. Iets later verscheen in de tuin van de villa aan de Nieuweweg een drieklassige school. en werd het koetshuis de bewaarschool. De Orde van de H. Ursula, door de H. Angela van Merici gesticht, is over de gehele wereld verspreid en stelt zich ten doel het onderwijs en de opvoeding, der vrouwelijke jeugd. In 1903 vermaakten de heer en mevrouw S.M. van Wijck - Conijn uit Heteren hun villa met koetshuis en tuin aan de Nieuweweg 2 in Renkum aan de katholieke parochie Renkum. We kennen de familie van Wijck ook als steenfabrikant. Aangevuld met een bedrag van hfl10.000,=. Opdracht hierbij was, maak binnen drie jaar een katholieke meisjesschool. Tot dan toe was er alleen maar openbaar onderwijs. De erflaters hadden reeds contacten gelegd met de zusters Urselinen, die onder andere ook het pensionaat Jeruzalem in Venray leidden, waar ook de kinderen van Van Wijck waren geweest. In oktober 1904 kwamen de eerste zusters van de Urselinen congregatie naar de Nieuweweg 2 te Renkum. Ze begonnen er een bewaar- meisjes- en naai-school. Iets later verscheen in de tuin van de villa een drieklassige school. En werd het koetshuis de bewaarschool. |
![]() Na december 1920 verhuizen de nonnen naar de villa “Ewilca” De laatste bewoner van Ewilca, Petronella Ploem, komt te overlijden in september 1920. Pastoor Wolters koopt in december 1920 Ewilca met de bijhorende gronden. Het kerkbestuur doet huize Ewilca vervolgens met de tuinen over aan de zusters ursulinen voor f 30.000,-. Achter in de tuinen van Elwica wordt vervolgens de meisjesschool St. Ursula gebouwd welke op 1 december 1921 in gebruik wordt genomen en nu nog steeds aan de Groeneweg 12 staat. |
1904 - 1922 RK klooster Zrs Augustinessen Christenserinnen, Nieuweweg 4, (destijd adres van Huize Veldheim) Renkum. |
Kan nergens anders info vinden. |
1923 RK kerk . Utrechtseweg 153, Renkum. Ook bekend als RK kerk Onze Lieve Vrouw ten Hemelopneming - Maria Hemelvaart. ![]() enige oorlogsschade ![]() ![]() De R.K. Kerk Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming werd ontworpen rond 1918 en de bouw werd uitgevoerd in 1922-1923. Het neogotisce ontwerp is van de hand van Jos Cuypers. Bouwpastoor was pastoor M.J.H. Wolters. Het gebouw herbergt een laat 14e-eeuws houten beeld van Maria met Kind. Het beeld was vanaf de middeleeuwen al in Renkum en kwam, nadat het na de reformatie naar Utrecht ging, in 1928 weer terug. Tot 1966 was de kerk een bedevaartsoord. De driebeukige kruiskerk is nog steeds in gebruik als R.K. kerkgebouw. De parochie werd in 1875 zelfstandig van Wageningen en kreeg een eigen pastoor: W.H. van Leeuwenberg. Omdat de bestaande kerk te klein werd, werd tussen 1922 en 1923 de huidige parochiekerk gebouwd naar een ontwerp van de Roermondse architect Jos Cuypers. Op 11 september 1923 consacreerde de aartsbisschop van Utrecht, Van de Wetering, de kerk. Achter en om de kerk werd in 1925 een processiepark aangelegd, dat in 1938 verrijkt werd met een kapel en in 1953 werd de kerk vernieuwd (vaste zitplaatsen, podium voor de kapel). Nadat de processies in 1966 stopten is het park in verval geraakt. Rond de kerk is in 2012 een Rozenkranspark, Rosarium Mariae, hersteld en geopend. Het park is tevens meditatiepark. Naamlijst van pastoors: M.J.H. Wolters 1916 - 1946 † Adrianus van Hofslot xxx tot 1932 G.J. Jansen 1946 - 1954 A.B. de Jong 1954 -1972 G.J.H. Nijhuis 1972 - 1992 † L. Goertz 1994 - 2008 H.W.M. ten Have 2009 - heden ![]() |
![]() Rond 1900 wordt de groei van de parochianen onhoudbaar en het kerkbestuur krijgt een grote som geld aangeboden voor de bouw van een nieuwe kerk. In 1917 door het kerkbestuur van de Wed. Ploem, het in 1861 gebouwde herenhuis Lemgo met de daarbij behorende terreinen wordt aangekocht voor 17.653 gulden. In de zomer van hetzelfde jaar volgt de aankoop van het huis en de tuin van de smid H. Janssen, ten westen van Lemgo aan de Utrechtseweg gelegen (nu pastorie en tuin). In 1920 koopt de kerk dan nog de villa Ewilca met de grond, zodat het kerkbestuur voor de bouw van een kerk, scholen en klooster en de aanleg van een kerkhof twee zeer dicht bij elkaar gelegen bouwterreinen van totaal ruim 5 1/2 hectare ter beschikking heeft. Met een lening van 70.000 gulden, een ruime gift van Mgr. Van de Wetering en de wekelijkse bijdragen, die per jaar 4000 gulden opbrengen, gelukt het pastoor Wolters een gezonde financiële basis te leggen voor de bouw van de nieuwe kerk. In 1919 is het eindelijk zo ver, dat het benodigde geld aanwezig is. De architect Joseph Cuypers (zoon van Pierre Cuypers) heeft reeds een plan klaar voor een kerk, bestaande uit een schip met houten gewelven, van ca. 550 zitplaatsen. Ten gevolge van de economische regressie vanaf 1920 worden de plannen pas weer in het voorjaar van 1922 voor de dag gehaald. Pastoor Wolters: 'Dankzij de groote prijsdalingen en onze afwachtende houding, alsmede het in dien tijd overgespaarde geld, konden wij onze plannen aanmerkelijk verbeteren'. En inderdaad, het schip kan worden uitgebreid met een priesterkoor en twee beuken, terwijl de houten gewelven in steen kunnen worden uitgevoerd. Op 22 augustus 1922 vindt dan ook de aanbesteding plaats, en wordt de bouw gegund aan de laagste inschrijver, G. Nollen uit Den Haag (f 97.650 met leien dakbedekking). Maandag 11 september wordt de eerste spade in de grond gestoken. Op 11 september 1923, kan de nieuwe kerk door de aartsbisschop van Utrecht, Mgr. Van de Wetering, worden geconsacreerd. In 1923 begint men met de bouw van de pastorie. Door oorlogssschade worden de diensten tijdelijk in een gymnastiekzaal aan de Nieuweweg gehouden. Het orgel is gebouwd door firma L. Verschueren in 1950. In het koor staat ook een elektronisch Johannus orgel. In 1925 werd om en achter de kerk een processiepark aangelegd, dat in 1938 verrijkt werd met een kapel en in 1953 werd vernieuwd. Nadat de processies in 1966 stopten is het park in verval geraakt. Rond de kerk is in 2012 een Rozenkranspark, Rosarium Mariae, hersteld en geopend. Het park is tevens meditatiepark. In augustus 2012 vestigde zich een vijfhoofdige Braziliaanse religieuze gemeenschap 'Sjalom' in de pastorie van de kerk. Tegenwoordig een onderdeel van de RK Parochie Titus Brandsma. De in de kerk aanwezige hieligenbeelden zijn ook van Cuypers. Glaskunst is van Octave Van Nispen tot Pannerden, die toen in Doorwerth woonde. 2019: De parochianen van de Onze Lieve Vrouw Ten Hemelopnemingkerk in Renkum krijgen steun uit onverwachte hoek. Het Cuypersgenootschap uit Amsterdam heeft deze maand bij de gemeente Renkum het verzoek neergelegd om het gebouw van de katholieke gemeenschap op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Eenmaal op de lijst lijkt sloop niet meer mogelijk. In mei 2020 zet de gemeente Renkum de kerk op de monumentenlijst. www.mariavanrenkum.nl Het Mariabeeld van Renkum. Wikipedia ![]() herstelde oologsschade is goed te zien ![]() Het Mariabeeld van Renkum. |
1928 - heden Gereformeerde kerk Renkum - Heelsum, Utrechtseweg 93, Renkum. Deze kerk verving de Gereformeerde kerk aan de Molenweg uit 1889. Op de plek van de huidige Gereformeerde Kerk, Utrechtseweg, Renkum stond in 1832 nog de villa van de Rentmeester Pieter van Kesteren. Hij was rentmeester bij de baron van Brakell. De Gereformeerde kerk is ontworpen in 1925 en gebouwd vanaf december 1927. De kerk werd in augustus 1928 in gebruik genomen. De architect is Egbert Reitsma, die het bouwde met zijn geliefd materiaal: onvolmaakte bakstenen. Het gebouw is wat de bouwstijl betreft verwant aan de Amsterdamse School en een goed voorbeeld van Reitsma’s bouwen. (Bron) Een zaalkerk met fronttoren in licht expressionistische vormen. Typerend werk in het oeuvre van architect Egbert Reitsma (1892-1976). ![]() Een bouwcommissie heeft als eerste taak was een geschikt terrein te vinden. Al spoedig werd duidelijk dat het stuk grond waar de kerk nu staat, voldeed aan de gestelde eisen van omvang en prijs. Inmiddels waren kerkenraad en bouwkommissie unaniem van mening dat het ontwerp van architect Egb. Reitsma uit Groningen prevaleerde. Reitsma's ontwerp toonde een gebouw van ruim 400 zitplaatsen, opgetrokken met op waals-formaat zwaargetrokken stenen, d.w.z. stenen met brandkoppen en -vlakken, die wonderwel zouden harmoniëren met de omringende natuur. De Gemeente Renkum gaf haar goedkeuring. Aannemer E. Kwant was op 7 oktober 1927 de laagste inschrijver voor ƒ 29.000.- en reeds op 2 december 1927 kon ds. de Mildt de eerste steen leggen. Er kwam ook een paardenstal voor boer Nieuwenhuijzen die 's zondags vanaf hoeve "Klein Amerika" met zijn huifkar ter kerke reed. De kerkbouw verliep voorspoedig. Op 8 augustus 1928 werd de kerk in aanwezigheid van het gemeentebestuur en tal van prominenten uit de samenleving in gebruik genomen met een preek van ds. de Mildt. ![]() Voor de WWII en de naoorlogse verbouwing. ![]() Er komen voor- en tegenslagen. Papierfabriek Van Gelder verplicht het personeel om ook op zondag te werken. De ouden van dagen konden met de auto naar de kerk. Het verenigingsleven kwam tot rijke bloei. De De knapenvereniging "Jonathan" gaat in de zomer van 1927 al een fietstocht organiseren. Er komt een meisjesvereniging "Onze tijd-Onze roeping" in 1930. Er komt een meisjesvereniging "Wees een Zegen" in 1933. Er kwam een evangelisatie-koor "Nieuw Leven". ![]() Naamlijst van predikanten: ds. H.Z. de Mildt 27-11-1921 - 4-4-1943 ds. Bernhard Daniel Smeenk 27-6-1943 - januari 1947 (volgens Jansen), of 1-11-1948 ds. A. Plaatsman 29-6-1947 - 27-1-1952 ds. J. Brouwer 31-8-1952 - 4-9-1960 J.W. Slingenberg ingevallen in 1960 J. v.d. Horst ingevallen in 1960 en 1967 ds. W.C. v.d. Brink 18-12-1960 - 8-10-1967 P. v.d. Spek voor Oranje Nassau's Oord 1963-1970 J.A. Meijer ingevallen in 1967 ds. D. v. Santen 7-4-1968 - 5-1-1975 ds. H. Peper 31-8-1975 - 26-10-1980 Ds. H.A. Starrenburg 1978-1980 Ds. H.J de Boer 1981-1984 ds. B. Ledegang 18-4-1982 - 1989 H.E. Schouten na vertrek ds. H. Peper in 1980 Ds. L. Oranje (industriepredikant) 1984-1987 Ds. J.B. Kuhlemeier 1985-1997 Ds. W.A. Andela 1990-1998 Ds. M.A. Andela-Hofstede 1990-1998 Ds. W. Broekema 1999-2007 Ds. H.J.M. van der Woude 2006-2015 voor ONO Ds. A. van Veen, 2009 - heden ![]() De BAG bedoelt met bouwjaar, het eerste jaar nadat de kerk in gebruik is genomen. Link. Jammer, begin 2019 heeft Connection deze fout van het bouwjaar (schermprint uit 2014) in de BAG opgelost, de kerk is daarmee in een klap meer dan 500 jaar jonger geworden. ![]() |
In de namiddag van 10 mei 1940 trok het Duitse leger via de Utrechtseweg richting Grebbelinie. Vele bewoners moesten hun huizen verlaten en zochten een onderkomen in hun naaste omgeving. Na de capitulatie keerden zij terug en kwamen oog in oog te staan met de chaos in hun woningen. Half juni 1940 pakten de jeugdclubs de draad weer op. In november moesten echter de politieke onderwerpen op last van de bezetter van hun agenda's worden geschrapt. Voor de leden van de meisjesverenigingen werd het moeilijk om in de verduisterde winteravonden naar het vergaderlokaal te gaan. Gelukkig werd er iets op gevonden. Dat bleek toen de J.V.-ers in 't voorjaar van 1941 blij werden verrast met 80 sigaretten, als dank voor de bestel- en ophaaldiensten voor de gereformeerde joffers. In de zomer van 1941 volgde het verbod op het verschijnen der jeugdbladen. Ruim een jaar later moesten alle jeugdverenigingen hun werkzaamheden staken. De kerkenraad was gehandicapt door de ziekte van ds. de Mildt die zich, geheel overspannen, in 1942 van zijn gemeente moest losmaken. Ds. de Mildt ging in Ede wonen. Daar werd in 't najaar van 1944 van de predikant door een Duitse motorpatrouille neergeschoten. Na de oorlog predikte ds de Mildt nog één keer. Hij overleed jaren later in 1973. De kerkenraad huldigde in de oorlog de stelling: rustig afwachten. Na de Duitse inval vormden zich in onze dorpen al spoedig de eerste kernen van verzet. Ook leden van gereformeerde kerk lieten zich niet onbetuigd. In Heelsum organiseerden o.m. Theo Geurtsen met Johan Crum en Dirk Goedhart de opvang van onderduikers en ontheemden. In Renkum waren dat Johan en Wim Snoek, Henk v.d. Hul, Chris Scholten en de families Lourens en Meischke. Einde juni 1943 kwam ds. B.D. Smeenk (1908 - 2002) van Blokzijl naar Renkum. Al tijdens zijn intrede op 27 juni sprak hij duidelijke taal aan het adres van de bezetter. Zijn luisteraars voelden dat de nieuwe predikant het niet bij woorden zou laten. Onmiddellijk pakte hij het verzetswerk op. Aan de uitbouw ervan gaf hij een enorme stimulans. De pastorie aan de Kerkstraat werd een pleisterplaats en doorgangshuis. Zij die op de vlucht waren om aan de greep van de Duitse horden te ontkomen, vonden van hieruit een veilige plaats. Met name voor de joodse verdrevenen zette ds. Smeenk zich onnavolgbaar in. Hoeveel zonen en dochters van het "oude volk" hij gered heeft van de concentratiekampen is onbekend gebleven. Ds. J.M. Snoek schrijft later in een brief van maart 1988 dat het getal dichter bij de 100 dan bij de 50 ligt. Een maand voor de komst van ds. Smeenk waren alle mannen van 18-35 jaar opgeroepen voor de vijand te gaan werken. Smeenks overredingskracht niet te zwichten voor het goddeloze nazisme heeft zeer velen weerhouden aan deze oproep gehoor te geven. Zijn naaste medewerkers waarschuwden hem dikwijls voor het grote gevaar dat hij naar zich toe trok. Maar iedere schijn van vrees wuifde hij weg. God had een wachter voor zijn deur gezet, was zijn antwoord. Najaar 1943 startte hij samen met zijn vrouw Josina Knap het jeugdwerk opnieuw. Het Duitse verbod negeerde hij, zoals hij alles afwees wat tegen zijn overtuiging inging. Smeenk stond als een rots in de branding, de zwakken vermanend de geest van vreesachtigheid geen kans te geven. Smeenk wilde niemand verliezen. De gemeente groeide samen tot een hechte eenheid. De vrijmaking die in 1944 kerkelijk Nederland in beroering bracht, ging de kerkdeuren voorbij. Toen de kerkelijke broedertwisten op haar hoogtepunt waren, moest de gehele Veluwezoom evacueren. Op dat moment was er voor allen maar één axioma: het behoud van lijf en goed. Na de terugkeer van de evacuatie in 1945 was men dankbaar elkaar weer te ontmoeten in de vertrouwde kerkruimte. Half mei 1945 hield ds. Smeenk in een villa aan de Utrechtseweg zijn eerste preek voor 20 aanwezigen. Enkele weken later werden de diensten weer in de eigen kerk gehouden. De kerk had het oorlogsgeweld redelijk doorstaan. Wel gutste de regen soms door de gaten in het dak. Geen nood. Onder uitgestoken paraplu's bracht de eerste herstelcollekte ƒ 15.000.- op. Het was een blij dankoffer. De eenheid was behouden, had opnieuw gestalte gekregen. Meer dan voorheen had men elkaar nodig om te bouwen aan een nieuw begin. Lees hier meer over ds. Smeenk. De Hervormde kerk in Renkum was in 1944 verwoest. Een broederlijke overeenkomst tussen de kerkeraden kwam tot stand. De Renkumse hervormden hebben tot 1950 beschutting en gastvrijheid gevonden onder het gereformeerde dak. Als dank ontvingen de gereformeerden een Statenbijbel. Na de terugkeer van de evacuatie in 1945 was men dankbaar elkaar weer te ontmoeten in de vertrouwde kerkruimte. Half mei 1945 hield ds. Smeenk in een villa aan de Utrechtseweg zijn eerste preek voor 20 aanwezigen. Enkele weken later werden de diensten weer in de eigen kerk gehouden. De kerk had het oorlogsgeweld redelijk doorstaan. Wel gutste de regen soms door de gaten in het dak. Geen nood. Onder uitgestoken paraplu's bracht de eerste herstelcollekte ƒ 15.000.- op. Het was een blij dankoffer. De eenheid was behouden, had opnieuw gestalte gekregen. Meer dan voorheen had men elkaar nodig om te bouwen aan een nieuw begin. De pastorie aan de Molenweg in Renkum was onbewoonbaar. de domineesfamilie kon terecht in villa Martha, van 'de dames Molenkamp', naast de kerk. Smeenk verhuisde naar deze woning die daarna als pastorie in gebruik werd genomen. Intussen werkte ds. Smeenk in hecht teamverband samen met zijn hervormde ambtsgenoten, waarbij kapelaan Stockman zich geestdriftig aansloot. Met personen van uiteenlopende richtingen bundelden zij hun krachten in Nationaal Volksherstel ten dienste van de wederopbouw. Ook in de HARK (Hulpaktie Rode Kruis), die verantwoordelijk was voor de verdeling van het goederenaanbod dat uit het gehele land en uit het buitenland naar de berooide gebieden toestroomde. ![]() De Jongeren Vereniging begon weer op 1 augustus 1945. In het najaar van 1945 is er een nieuw fenomeen, de gereformeerde padvinderij onder leiding van hopman N. Jansen en de vaandrigs J. Aalbers, F. Rothuizen en W. Snoek. Evangeliste Annie Geleijnse nam als akela, de begeleiding van de welpen op zich. Het idee voor deze verkennersgroepen werd gelanceerd door de Arnhemse ds. J. Overduin die in Dachau een r.k. priester enthousiast over deze tak van jeugdwerk had horen vertellen. De geref. "Brinio-groep" te Renkum had haar troepenhuis op het terrein westelijk van de kerk. Zij ging, mede door de negatieve waardering van de kerkenraad, in maart '49 ter ziele. Februari '47 preekte ds. Smeenk zijn afscheid. Zijn vrouw en kinderen betrokken een huis aan de Crocuslaan in Heelsum. Vandaar zijn zij in het najaar van 1948 vertrokken naar Amsterdam, waar ds. Smeenk zich ging wijden aan "de evangelieverkondiging onder de Joden", later "het gesprek tussen Kerk en Israël" genoemd. Op 29 juni 1947 stond reeds een nieuwe predikant op de kansel, ds. Aris Plaatsman, 37 jaar oud. Hij betrok een villa, die gebouwd door de vermaarde architect F.A. Eschauzier. Een de pastorie die direkt na de oorlog was gehuurd en die begin juli 1947 voor ruim ƒ 21.000.- werd gekocht van Jeanne Henriette van Lanschot Hubrecht, weduwe van Henri Alexander Ruysch Lehman de Lehnsfeld en kerkelijk eigendom werd. In 1946 stammen de glas-in-lood panelen naar het ontwerp van Quirinus Bakker, glazenier bij atelier De Nooij te Heelsum. Over zeven ramen zijn de zes scheppingsdagen uitgebeeld, terwijl het achtste raam een herscheppingssymbool voorstelt: het nieuwe Jeruzalem nederdalende op de aarde. Rond 1947 werd met het "Commissariaat voor Oorlogsschade" overeenstemming bereikt over het bedrag der herstelwerkzaamheden van alle kerkelijke eigendommen. Met de restauratie van het kerkorgel werd de fa. Sanders & Zn. te Utrecht belast, die hiermede in januari van 1948 begon. Ruim ƒ 5000.- was ermede gemoeid. "De inrichting van de kerk is na de oorlog gewijzigd, mede door oorlogsschade. Het meubilair is vervangen en er is een galerij aan de ingangszijde ingebouwd. Mogelijk vond men de kerk te donker en is daarom bij de aanzet van het gewelf een rij liggende glas in lood ramen aangebracht. In 1948 bracht de firma de Nooy en Zn. acht glas-in-loodramen aan die door hun glazenier Q. Bakker zijn ontworpen. Zeven taferelen zijn gebaseerd op de scheppingsdagen en het achtste op een geestelijke voorstelling uit Het Boek der Openbaringen uitgebeeld in de neerdaling van het Nieuwe Jeruzalem. Vermoedelijk stamt ook het overige, abstracte, glas in lood, uit die tijd". (bron) Op 27 januari 1952 vertrok ds. Plaatsman naar Amsterdam. Hij overleed te Leeuwarden op 15 december 1986. In 1955 kreeg het kerkgebouw een uitgebreide revisiebeurt. Verfraaiing van het interieur was het hoofddoel. Het dakgewelf werd met board betimmerd en in lichte kleuren. Oktober 1956 werden de eerste ideeën geopperd voor de bouw van een grote zaal achter de kerk. Heel even is zelfs de suggestie aan de oppervlakte gekomen een nieuwe kerk te bouwen. Doch deze verdween even snel als ze opgekomen was. De plannen voor een kerkzaal kwamen daarentegen in een stroomversnelling. Maart 1957 diende architekt van Rookhuijzen zijn ontwerp in. De bouwkosten werden begroot op ƒ 40.000.-. In januari 1958 is voor rond ƒ39.000.- de fa. van de Vegte & Aalbers de laagste inschrijver. Een maand later gaat de eerste spade de grond in. 22 oktober 1958 wordt de nieuwe zaal feestelijk in gebruik genomen. Voor ƒ50.000.- is "De Spreng" een feit en heeft tevens de kleine zaal een facelift ondergaan. Meerdere teksten zijn bewerkt overgenomen uit het boek van Nic. Jansen: Van grote en kleine dingen: grepen uit het 100-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk van Renkum en Heelsum: 12-6-1889 - 12-6-1989 uit 1989. Boek, waarin deze kerk ook besproken wordt: Kees van der Ploeg en Teo Krijgsman; Egbert Reitsma architect, 1892-1976. Meester in baksteen (Uitgeverij Noordboek, 2014). Prof. Ir. J.G. Wattjes, Moderne Kerken in Europa en Amerika (Amsterdam, 1931) www.sprenglevend.nl Andere foto's: kerkfotografie ![]() "Een paar huizen verder dan Gelria, heelemaal tusschen de boomen verscholen, lag een mooi nieuw kerkje, dat al verscheiden malen, dat ze er langs gekomen waren, hun aandacht getrokken had, door zijn fraaien bouwstijl, en 't mooie, ruwe baksteenen materiaal, dat zoo prachtig bij de omgeving aansloot. Samen gingen ze er heen. Ze wilden zoo gauw mogelijk Hollandsch leeren, en dan kon ook de kerkgang nog practisch nut hebben. Door licht gekleurde glas-in-loodramen viel 't herfstlicht gedempt tegen de steenen puntbogen, spelend in de pijpen van 't orgel boven 't podium, dat in een mystiek donkere nis, symbolisch verlicht werd door een prachtige lampenreeks boven den kansel. Ze voelden direct de bedoeling van den architect mee aan: het licht van Gods Woord, stralend in een donkere wereld. Ze genoten van het orgel, dat uitstekend bespeeld werd". Uit: G.J. Peelen; De ongerepte uitzet, 1934. Pagina 100, dit gedeelte gaat over de periode 1918 - 1923. „Ja, die is nog niet oud. Een mooi stukje werk. Vader heeft nog in de bouwcommissie gezeten. De menschen zijn er niet erg over tevreden. Ze vinden hem te donker. Nog zonde van al 't licht dat verbrand moet worden!". Idem, pagina 107 Pastorien: Molenweg Renkum tot 1944 Villa Martha, Renkum 1947 - 1949 Villa de Boom, Renkum, (Deze villa - gebouwd door de vermaarde architekt F.A. Eschauzier, was de pastorie die direkt na de oorlog was gehuurd en die begin juli 1947 voorruim ƒ 21.000.- werd gekocht van Jeanne Henriette van Lanschot Hubrecht, weduwe van Henri Alexander Ruysch Lehman de Lehnsfeld.) van 1949 tot xxxx |
1935 Rijnkapel van de Geloofsgemeenschap Vrijzinnig Renkum; Kerk van de Nederlandse Protestanten Bond, Utrechtseweg 119, Renkum. Andere naam: Gereformeerde kerk. Gereed gekomen in 1935. De kapel is vanaf 1932 gebouwd onder architectuur van de heer G. Feenstra (1890-1985). De gebrandschilderde ramen zijn ontworpen door glazenier J.H.E. Schilling. Wordt ook gebruikt door de Nieuw Apostolische Kerk. Het orgel is gebouwd door W.N. de Jongh in 1969. ![]() Vrijzinnig Renkum is geen kerkgenootschap maar een vereniging met een bestuur. Er zijn ruim 60 leden en een eigen, parttime voorganger. ![]() |
![]() www.vrijzinnigrenkum.nl |
Van
1945 tot 1952 zijn de Zrs Franciscanessen van Denekamp die werkzaam bij
het Wit Gele kruis gaan wonen op de Villa Veldheim, destijds aan de
Nieuweweg 4. In 1952 vertrokken de zusters: boek Katholiek Renkum - Heelsum door de eeuwen heen, pagina 113. |
Het
klooster waar de zusters voordien (1936 - 1944) verbleven, aan de
Utrechtseweg, hoek Ottoweg, was door de oorlog vernietigd, men
kon er niet meer terug. Bron: artikel van Annelies Hoogmoed, genaamd: Veld, Veldheim Veldheimweg. Heemkunde gemeente Renkum; Schoutambt en Heerlijkheid, maart 1995 pagina 33. HB: Zie hieronder bij Huis van Maria. |
Voormalig klooster Sancta Maria 1920 - 1938 Utrechtseweg 131, Renkum. Een ouder adres: Utrechtseweg 60 te Renkum. Daarna klooster Zrs. Franciscanessen van Denekamp - het Ursula klooster (1938 -1944). ![]() Na de verwoesting door oorlogsschade is het Ursula klooster (Ewilca) afgebroken en kwam er een nieuw klooster. Sancta Maria II (1950 - heden) Het Franciscanessenklooster Sancta Maria werd in 1949-1950 gebouwd ter vevanging van het bovenstaande gebouw. Het klooster is ontworpen in traditionalistische stijl door J.G.A. van Dongen en heeft een half-vrijstaande kapel. RK klooster Salesianen van Don Bosco (SDB) 1996 - 2002) meer info erfgoed kloosterleven Klooster Oblaten van O.L. Vrouw Assumptie, (uitzoeken) ![]() Villa Ewilca was het buitenhuis van Hendrik Lodewijk Ploem (1810-1882) met een grote tuin, koetshuis en verdere bijgebouwen. Gelegen tussen de Utrechtseweg en de Groeneweg. Het erf liep aan de achterzijde door tot aan het zandpad dat later de Groene Weg werd .en de huidige Joan Beukerweg. Nadat Petronella Ploem overlijdt koopt pastoor Wolters namens de Rooms Katholieke Kerk in december 1920 villa Ewilca met de bijbehorende gronden. Het kerkbestuur doet villa Ewilca vervolgens met de tuinen over aan de zusters voor f 30.000,-. Achter in de tuinen wordt vervolgens de meisjesschool St. Ursula gebouwd welke op 1 december 1921 in gebruik wordt genomen en nu nog steeds aan de Groeneweg 12 staat. De zusters hadden inmiddels de tot klooster ingerichte villa Ewilca betrokken en deze de naam villa St. Ursula gegeven. Ook wel het Ursulinenklooster genoemd. De gronden achter villa Ewilca bestemde de kerk voor een kerkhof, de huidige R.K. begraafplaats Mariahof aan de Groeneweg. De naam van het O.L. Vrouweklooster (1405-1600) leeft voort in het klooster 'Sancta Maria' van de zich in 1950 in Renkum gevestigd hebbende zusters Franciscanessen aan de Utrechtseweg. In 1996 is de bestemming veranderd en is het klooster gebruik als tehuis voor de opleiding van priester-missionarissen. De zusters van de congregatie verbleven van 1947 tot begin 1967 in Stella Duce in Doorwerth. De congregatie (Oblaten van O.L. Vrouw Assumptie ) had zich in 1967 uit Stella Duce in Doorwerth teruggetrokken om in Heelsum het nieuwe bejaardenhuis Het Beekdal te leiden. De zusters bewoonden een aparte vleugel van het gebouw. In 1975 verhuisden enkele zusters naar Oosterbeek om het werken en wonen te scheiden. Hun plaats in Heelsum werd ingenomen door bejaarde medezusters, waardoor Heelsum de bejaarden-communiteit van de congregatie in Nederland werd. Het klooster is na 2002 in gebruik voor o.a. VluchtelingenWerk, een politiepost en in 2015 komt het geheel (met de 2 scholen aan de Groenweg) te koop. De Kapel van het klooster is vanaf 2002 gebruikt door het Renkumse kunstenaarscollectief o.a. voor tentoonstellingen en tot 2017 door Itaka gebruikt. ![]() In het voorjaar van 2017 wordt het betrokken door verschillende kunstenaars en wordt het pand beheerd door het SLAK. |
Sancta
Maria Klooster te Renkum. Uit het magazine Echo's van zes dorpen.
Historisch Genootschap Redichem, 2012 nr. 1, Jaargang 16. Pagina 20 en
verder. Gesc hreven door de zusters zelf; redactie Lambert van Gils. "Zusters Franciscanessen" in "Sancta Maria" te Renkum. Tussen komen en gaan: "Van de Zusters Franciscanessen" in "Sancta Maria te Renkum. Eens schreef een wijs man: "Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd". Pred. 3-1. Nu spreken wij van "Komen en gaan", "Mensen en ontwikkellingen zijn als schakels in de keten van de tijd". Zo ontstonden er in de 19e eeuw kloosters en kwamen er kloosterlingen, die biddend en werkend zich inzetten voor hun medemensen in sociale- en maatschappelijke achterstand of nood, (actieve congregatie's). Zo ook kwamen op 25 April 1938 de Zusters Franciscanessen naar Renkum om het werk van de Zusters Ursulinen over te nemen. Nu eerst een korte Historische schets van 1903-1938. In 1903 vermaakten de Hr. en Mevr. van Wijck-Conijn hun villa, koetshuis en tuin aan de Nieuweweg (met f10.000) aan de Zusters Ursulinen met de verplichting een katholieke school voor meisjes te beginnen. Er was toen alleen openbaar onderwijs. In Oktober 1904 werd deze meisjesschool geopend in het koetshuis. Spoedig liet Mevr. van Wijck in de tuin een grotere school met drie lokalen bouwen en werd het koetshuis bewaarschool. In 1916 kwam Pastoor U.J.H.Wolters naar de kleine parochie van Renkum. (Kerkje en pastorie stonden destijds aan de westzijde van het dorp in de Dorpsstraat ter hoogte van Campman.) Onder zijn voortvarende leiding werd in 1917 het herenhuis "Lemgo" met omliggende terreinen gekocht om een grotere kerk met pastorie te kunnen bouwen (Utrechtseweg). Rond 1920 kwam de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Toen werd ook het landgoed "Ewilca" gekocht voor de Zusters Ursulinen en haar scholen (aan de Groeneweg) met de villa aan de Utrechtseweg als klooster. Op 1 December 1921 werden beide katholieke scholen in gebruik genomen, (een jongensschool aan de Don Boscoweg). Toen op 6 Oktober 1923 de nieuwe kerk werd ingewijd vormden, Kerk met park, parochiehuis Lemgo en scholen een mooi geheel. In dankbaarheid gedenken wij hen, die zo de basis legden van het huidige parochie-centrum. Zusters Franciscanessen van 1938-1996. Op 25 April 1938 worden negen Zusters Franciscanessen verwelkomd door twee Zusters Ursulinen en worden dan wat wegwijs gemaakt in klooster en scholen. Daarna wordt afscheid genomen met de beste wensen, "elk op weg naar een nieuwe tijd". Op Zondag 1 Mei worden de nieuwe Zusters feestelijk ingehaald in de parochie. Zij gaven het klooster een nieuwe naam "Sancta Maria" en stelden zo Zusters, werkzaamheden en huis onder de bescherming van de "Zoete Lieve Vrouw" van Renkum, "Moeder van Toevlucht". Op 2 Mei begonnen de werkzaamheden met een nieuw schooljaar. De meisjesschool telde 229 leerlingen; de bewaarschool 156 kinderen en een naaischool begon en groeide vrij snel naar 70 cursisten. Op 1 November 1939 kwam er voor de Zusters Bisschoppelijke goedkeuring om maandelijks een aanbiddingsavond te houden (een blij bericht). Drie uren van "gebed en bezinning op leven en werken" volgens de aloude aansporing "Bid en Werk". Het was met allen en alles wel even wennen, maar het werd een mooie tijd met blijvende herinneringen zoals: - De dagelijkse schoolmis (ook zondags); in de kerk de meisjes links, de jongens rechts met leerkrachten erbij, dan samen naar school; je bel: in de rij staan, 2 bel: in stilte rij voor rij naar binnen, (elke klas had 40 a 45 kinderen). - De zorg voor de parochiebibliotheek, zondags na de Hoogmis, uitreiken van boeken en plakken en kaften enz., in de vakantie! - Voor de jaarlijkse Maria- en Sacramentsprocessie, (op school bruidjes kleding passen, groepen vormen, van 80 a 100 kinderen) Wat waren ze gelukkig als ze mee konden doen! Dan plotseling 10 Mei 1940, Oorlog! Spannende dagen, vluchten richting Heelsum. Na 5 dagen de "Overgave". Na terugkomst eerst "chaos" ruimen. Daarna gaat het leven en het onderwijs weer door. In Mei 1942 komt er een 7de leerjaar bij en in 1943 wordt het nieuwe schooljaar verplaatst naar 1 September (als voorbereiding op het achtste verplichte leerjaar) Door de oorlogsjaren was het voorlopig onmogelijk een school voor voortgezet onderwijs te stichten. Helaas! Op 17 September 1944: Luchtlanding op de Renkumse hei! Weer in de vuurlinie! Bevrijding? Integendeel! Schuilen in kelders... tot op 1 Oktober het bevel komt: Om 17.00 uur moet het hele dorp leeg zijn! "Lopen voor je leven"! onder kanongebulder in de richting Ede! Pas in Mei - Juni 1945 mochten allen terug komen. Wat een weerzien: een verwoest dorp! Met hulp van het Rode Kruis zorgde Pastoor Wolters voor een spoedig terugkeer van de Zusters om te helpen bij het ruimen van een onbeschrijfelijke chaos in klooster en scholen, (halve dag ruimen en schoonmaken en halve dagen les geven (om de kinderen van de straat te houden), dit gebeurde bij toebeurt. Het duurde jaren voor dat er voor allen weer normale situaties waren. Ook het klooster was onbewoonbaar verklaard. Eerst werd een noodgebouw gezet aan de Schoolweg, waarna het oude klooster werd afgebroken en een nieuw Maria Klooster met Kapel werd gebouwd, dat op 25 Oktober 1950 werd ingezegend door Pastoor G. J. Jansen. Een feestdag voor de Zusters en de parochiegemeenschap. Intussen was op 1 September 1950 een R.K. meisjesschool gesticht voor Voortgezet Onderwijs met 59 leerlingen. Daarin werd de vroegere naaischool met avondcursussen voor volwassen opgenomen. Het aangepaste noodgebouw (van de Zusters) werd op 1 Februari 1951 het (voorlopige) onderdak. Jaarlijks moesten er lokalen worden bij gehuurd in andere schoolgebouwen tot we in 1955 de vereiste "urgentie verklaring" kregen. Maar... pas in 1964 ging de eerste spade de grond in door de firma W. Peters. Negen jaar werken en wachten, wie had dat kunnen vermoeden! De aannemer echter werkte niet alleen goed, maar ook vlot. En Goddank op 7 Juli 1965 kon het gebouw officieel worden geopend: een feestdag voor allen, die erbij betrokken waren of zouden worden! In het bijzonder: Bestuur, Ouders, Docenten en leerlingen. De eerste twee Protestanten Christelijke leerlingen hadden zich gemeld, waarna er later velen volgden! Het nieuwe gebouw had dan ook tien lokalen. De "Streekschool" (ze was een begrip geworden!) kreeg een regio functie. Leerlingen kwamen uit de wijde omgeving: van Oosterbeek tot Rhenen en van de Betuwe tot Ede. Wie herinnert zich niet de jaarlijkse "Tentoonstelling en Show"? Alom bekend en druk bezocht. Er was behoefte aan beroepsgericht onderwijs met keuze uit kantoor winkel of verzorgend beroep op basis van een degelijke algemene vorming, gedurende 4 jaar. Maar nieuwe ontwikkelingen volgden elkaar zeer snel op, kerkelijk, maatschappelijk en op onderwijsgebied. - In 1960 werd katholiek Heelsum een zelfstandige parochie met eigen school. - De gezinnen werden kleiner. - In 1965 werd een R.K. Mavo gesticht te Doorwerth. - Voor de Congregatie wordt 1968 een merkwaardig jaar! - Na veel overleg en rijp beraad tussen de besturen van de lagere scholen besluit de Congregatie de meisjesschool te sluiten, zodat de "Don Bosco" een gemengde school kon worden. Later wordt ook de kleuterschool "De Speelhoek" daarin opgenomen, (vanwege de nieuwe wet op de achtjarige Basisschool voor 4-12 jarigen). - In 1968 komt ook de Mammoet Wet voor Voortgezet Onderwijs tot stand. Aanleiding voor de Congregatie om het bestuur van de Streekschool over te dragen aan een bestuur ter plaatse met name: "Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Zuid Veluwe Zoom" - Rond 1980 weer een nieuw onderwijs beleid voor Voortgezet Onderwijs, namelijk Schaal vergroting. In de lande beginnen fusie-besprekingen, een lange, moeilijke weg! - Intussen nadert het jaar 1983. Vanwege pensionering verlaat de directie de school en wordt de adjunkt de nieuwe directeur. Aan de scheidende directie wordt de 'Erepenning van de Gemeente Renkum" uitgereikt en bij monde van de burgemeester waardering uitgesproken voor hetgeen in de school voor de jeugd was gepresteerd en de betekenis ervan voor de streek! - De tijd die daarna volgde was, helaas van korte duur, wegens het mislukken van alle pogingen tot fusie moest in 1988 de beslissing tot sluiting vallen, hetgeen in 1990 een feit werd. - Voor zeer velen was dit een onbegrijpelijke en betreurd gebeuren! Ook voor de gemeente die daardoor dit beroepsonderwijs verloor. - Het gemeentebestuur beheert nu (2012) het gebouw voor alle vormen van sociale en maatschappelijke zorg binnen de gemeente onder de naam "De Bries". - Het zal een blijvende herinnering zijn! De opdracht die de Zusters Franciscanessen in 1938 hadden aangenomen is voltooid. 120 zusters hebben zich voor korte of lange tijd ingezet voor de jeugd in Renkum en omgeving. De zusters zijn vertrokken in 1996. De twee zusters die achterbleven hebben enkele jaren in een huis aan de Veldweg gewoond. Toen was Zuster Ludivico nog alleen over. Zij is tot 2010 werkzaam gebleven voor de Renkumse parochie. Na het vertrek van haar medezuster woonde zij een korte tijd op zolder in de Katholieke pastorie totdat zij het appartement kon huren boven de toenmalige SNS bank (thans "Vroeger & Nu") aan de Renkumse Dorpsstraat. Haar hoge leeftijd dwong haar tenslotte Renkum met weemoed te verlaten en terug te keren naar Denekamp. Sinds het vertrek van de Franciscanessen in 1996, is het klooster enkele jaren gehuurd door de paters Salesianen van Don Bosco. Zij waren van plan daar een speciaal project op te starten met moeilijk opvoedbare jongeren. Dat project is niet van de grond gekomen en de paters zijn weer uit het gebouw vertrokken rond 2002. Het klooster Sancta Maria aan de Utrechtseweg te Renkum staat dan voor 2,5 miljoen gulden te koop. |
1950 2de Hervormde kerk Renkum, Kerkstraat 7, Renkum. ![]() ![]() ![]() ![]() De hervormde kerk aan de Kerkstraat verving een kerkgebouw uit 1863. Dit kerkgebouw voorganger werd door oorlogshandelingen in 1944 verwoest. Het huidige gebouw werd eind jaren veertig opgetrokken. Architect H. Roodenburg tekende voor het gebouw, wat in baksteen werd gebouwd. Het gebouw ademt de na-oorlogse bouwstijl en is nog steeds in gebruik. Naamlijst van predikanten: ds. W.J.J. Koelewijn 1997 - heden |
![]() ![]() Protestantse gemeente. In 1950 in gebruik genomen ter vervanging van de in 1944 vernielde kerk. Architect H. Roodenburg. ![]() Opname in de jaren 80 van de vorige eeuw. ![]() ![]() PKN Renkum |
Zaal Voorwaarts, Lindelaan, Heelsum 1953 - 1956 |
tussen 1953 en 1956 gebruik voor predikbeurten |
2017 - heden "Linked" is er voor iedereen. Locatie MFC Doelum, Hogenkampseweg 45, 6871 JK Renkum. www.linkedrenkum.nl |
![]() |
Huis van Maria Renkum![]() Het oorspronkelijke gebouw, en de eerste uitbreiding 1939 met kapel refter en keuken, zijn te zien. Bron Gelder Archief. |
|
![]() Eerste uitbreiding 1939 was aan de noordzijde. De vleugel aan de oostzijde is van latere datum |
![]() Kadasterhulpkaart uit 1941, dienstjaar 1942, de uitbreiding aan de oostzijde. |
Voormalig Huis van Maria. Renkum Utrechtseweg 101 Renkum 1933 - 1944 tegenwoordig op deze locatie 3 bungalows met adres: Utrechtseweg 103-105-107 oud adres Utrechtseweg 103 Op het voormalige terein van Avondrust werd in 1901 het woonhuis van dr. Willem Kersten gebouwd. Deze familie woonde er tot 1929. Dat jaar werd het geheel verkocht aan dr. Willem Swaab, die zelf op de Ottoweg 1 in Heelsum woonde. ![]() In 1927 tekent het Kadaster al de plannen, dienstjaar 1928 ![]() Het plan uit 1935 ![]() opname 1935, bron HGR, Joke Emmen. Het wit-gele kruis bestuur. ![]() rond 1936 of later Uit de Pius Almanak van 1937: "Huis van Maria. Uitsluitend 1ste kl. pension voor Kath.- en niet-Kath. dames en heeren en gehuwden. Vila geheel modem ingericht. Zeer beperkte gelegenheid". ![]() |
In het huis van Maria woonden de zgn. Duitse zusters. bron Bevolking: Baumann, Voornaam: M. Beroep: religieuse. Vestigings datum: 24/30-1-1936 Datum vertrek: 20/26-11-1936 1936: Feldhaus Voornaam: E. Beroep: religieuse Christenserrinnen Augustinessen: Deze Congregatie is afkomstig van een eeuwen oude Stichting te Aken. Zij kwamen in 1923 naar ons land, waar zij zich aan verpleging van oude lieden en aan andere liefdewerken wijden. Het Noviciaat voor Nederland is Venlo, Parade 7. Er zijn Huizen te: Renkum; Swalmen en Zeddam. (tekst 1937) ![]() De twee uitbreidingen zijn beide te zien. Opname na 1941. Aanbouw Huis van Maria. Foto Collectie Joke Emmen ![]() Het klooster waar de zusters voordien (1936 - 1944) verbleven, aan de Utrechtseweg, hoek Ottoweg, was door de oorlog vernietigd, men kon er niet meer terug. Bron: artikel van Annelies Hoogmoed, genaamd: Veld, Veldheim Veldheimweg. Heemkunde gemeente Renkum; Schoutambt en Heerlijkheid, maart 1995 pagina 33. ![]() Huis van Maria in De Maasbode 23 juni 1940 ![]() In het HGR magazine 2013-1+2 staat een artikel waarin het rusthuis Maria genoemd wordt, waar de Duitse zusters een bejaardenhuis hadden. De aanbouw is uit 1939, en samen met het huis kapot geschoten in de oorlog. |
1945 - 1952. Voormalig RK klooster Zrs Augustinessen Christenserinnen, Nieuweweg 4, Renkum. Villa Veldheim was in de oorlog niet zwaar beschadigd en werd korte tijd daarna alweer bewoond. De eigenaar van Veldheim, de heer De Wijk verhuurt het huis na de oorlog aan de stichting R.K. Ziekenzorg te Renkum, beter bekend als het Wit-Gele Kruis. De zusters van het Wit-Gele Kruis waren hun werk in Renkum in 1938 begonnen. Zij waren afkomstig uit Denekamp (Franciscanessen) en hielden zich bezig naast het onderwijs ook met met gezins- en kraamzorg (Wit-Gele Kruis). Bekend is zuster Edeltrudis die vele kraamvrouwen geholpen heeft. |
Voor de oorlog woonden deze zusters aan de Utrechtseweg, hoek Ottoweg. In 1952 vertrokken de zusters, hun werk in Renkum en Heelsum werd door een leek, zuster Korse, overgenomen. |
RK klooster Zrs. Ursulinen van de Romeinse Unie, Renkum. | Uitzoeken. |
Heelsum | |
1519 Het Kerkje op de heuvel. Hervormde kerk Heelsum - Kievitsdel, Koninginnelaan 24 te Heelsum. Rijksmonument. ![]() |
www.pkn-heelsum.nl Voordat er een kerk werd gebouwd behoorde Heelsum tot het kerspel Wolfheze. In 1425 stichtte Robertus van Dorenweert, heer van kasteel Doorwerth, een kapel aan de Holleweg ten zuiden van de Oude Oosterbeekseweg. De Kapelleboom herinnert hier nog aan. In 1517 werd de kapel een parochiekerk en werd begonnen met de bouw van een kerkje op de heuvel in Heelsum. Opdrachtgever was Margaretha van Homoet, kasteelvrouwe van Doorwerth. Kort na de bouw van het koor in 1517-'19 volgde de bouw van het middenschip en de toren. Tijdens de reformatie hield de heer van Doorwerth de kerk, tegen de afspraken in, gesloten voor gereformeerden. Volgens een processiestuk van 1633 had die verheffing tot parochiekerk plaats “Tot gerief van de Doorenwertsche ondersaten doordien d'andere nabueren tot Oosterbeeck, Rencom ende Wolfhezen genoechsaem waren gerieft". Immers, deze dorpen hadden sedert enkele honderden jaren reeds een eigen kerk. Pas na de dood van Prins Willem II ging de kerk open voor de hervormden. De zuidbeuk werd in 1859 toegevoegd in opdracht van J.H.G. baronesse van Schuylenburgh, douairière van Brakell. Zie voor meer informatie in de publicatie: kerkje-op-de-heuvel Een PDF over de Geschiedenis van het kerkje op de heuvel in Heelsum Een PDF over de relatie tussen het Kasteel Doorwerth en de kerken in Wolfheze, Heelsum en de kapellen op het Kasteel en in Doorwerth. |
Verdwenen Schuurkerk in Heelsum. | In de perode van de Reformatie, gebruiken de Katholieken een schuurkerk in Heelsum. Het kerkje op de heuvel wordt niet meer gebruikt. Daar was ook achterstallig onderhoud. De kasteelheer wist al geruime tijd dat zijn kerk ook onteigend zou worden. |
1938 - 1944 De zusters van het Wit-Gele Kruis waren hun werk in Renkum in 1938 begonnen. Zij waren afkomstig uit Denekamp (Zrs Franciscanessen van Denekamp) en hielden zich naast het onderwijs ook bezig met gezins- en kraamzorg (Wit-Gele Kruis). Voor de oorlog woonden deze zusters aan de Utrechtseweg, hoek Ottoweg. Dit huis was door oorlogsschade onbewoonbaar, vandaar dat de zusters na de oorlog op op Veldheim aan de Nieuweweg te Renkum terecht kwamen. |
Waarschijnlijk hebben ze gewoond op de locatie van de panden Ottoweg 2 en Utrechtseweg 35 te Heelsum. |
1960 Kapel Het Beekdal. in Het Beekdal, Heelsum, Utrechtseweg 60 Uit Reliwiki Het huis Beekdal is rond 2015 - 2019 afgebroken en kwam er nieuwbouw. |
![]() |
1961 - 2019 Voormalige R.K. kerk Sint Joseph, Kamperdijklaan 2, Heelsum. De eerste plannen voor de bouw van een nieuwe katholieke parochiekerk in Heelsum dateren van 1950. Op 1 april van dat jaar maakte de rooms-katholieke gemeenschap in Heelsum haar voornemen bekend om een kerk te bouwen op een terrein aan de Kamperdijklaan dat zij al voor dit doel had verworven. De locatie was gunstig gekozen: nabij de toekomstige uitbreidingswijken en juist voldoende ver van de bestaande parochiekerk in Renkum. De mogelijke komst van een rooms-katholiek kerkgebouw stuitte echter van meet af aan op forse tegenstand van de protestants-christelijke meerderheid in het dorp en de gemeenteraad. Zo deed het Arnhems Dagblad op 11 oktober 1952 verslag van een bewogen zitting van de Renkumse gemeenteraad, waarbij de Protestantse Christenen, de VVD en een onafhankelijk raadslid een motie indienden om een kleine villawijk te bouwen op uitgerekend de plaats waar de katholieke parochiekerk moest komen. Met tien tegen negen stemmen nam de raad de motie aan. De katholieken lieten dit niet over zich heen gaan. In mei 1954 kwam er een nieuwe motie ter stemming in de raad, die de bouw van de katholieke kerk alsnog mogelijk moest maken. De weerstand was echter nog niet verdwenen en met de kleinst mogelijke meerderheid verwierp de raad de motie. Raadslid Beumer van de PvdA hekelde dat er uit de protestants-christelijke hoek alleen gevoelsargumenten werden gebruikt: ‘Laat ze eerlijk zeggen dat ze geen katholieke kerk willen, want daar komt het op neer. Men wil elkaar niet kwetsen en daarom bouwt men villa’s’. ‘In protestantse zin … De parochie gaat in beroep bij de Gedeputeerde Staten en de Kroon. De parochie zette het beroep door en de Gedeputeerde Staten achtten de bezwaren van het katholieke kerkbestuur tegen het afwijzende raadsbesluit gegrond. In januari 1955 lag het gewijzigde gemeentebesluit vier weken ter inzage, wat leidde tot meerdere bezwaren van omwonenden. Zij beweerden bij de aankoop van hun nabij gelegen percelen in de periode 1926-1935 de verzekering te hebben gekregen dat er villabouw van een zekere welstand zou plaatsvinden. In werkelijkheid was alleen bepaald dat er woningen zouden verrijzen. Door de verandering van de bestemming achtten de bewoners zich gedupeerd. Verder verwachtten zij door de komst van de kerk verstoring van hun rust. B+W liet daarop weten zich niet te kunnen voorstellen dat de bewoners door de wijziging van de plannen financiële schade zouden kunnen lijden. De raad stemde in maart 1955 toch tegen het herzieningsbesluit, en daarmee was de kerkbouw opnieuw van de baan. Fractievoorzitter Van den Beld van de Protestantse Christelijken liet weten op zich niets tegen de stichting van het katholieke kerkgebouw te hebben. In de zomer van 1956 besliste de Gedeputeerde Staten dat de katholieke kerk op de daar toe bestemde plaats gebouwd mocht worden. Ondanks deze niet mis te verstane aanwijzing overwogen B en W toch bezwaar tegen dit besluit van het hogere bestuur aan te tekenen, wat de besluitvorming opnieuw vertraagde. Uiteindelijk kwam het kerkgebouw er toch. Deze kerk is gebouwd door en met geld van de Heelsumse parochianen. In 1958 kreeg architect A.H.J.M. (Fons) Vermeulen (1913-2013), de opdracht. Hij was een volgeling van de beroemde bouwmeester Hans van der Laan. De bouw begon in 1960. Opdracht was, maak een kerkgebouw met 700 zitplaatsen en een pastorie. Op 28 mei 1960, nog voor de feitelijke oprichting van de nieuwe parochie, besteedde het kerkbestuur bouw van de kerk aan. De firma Böhmer nam het werk aan voor een bedrag van 254.000 gulden. In Heelsum ontstond in 1960 een nieuwe parochie door afsplitsing van de parochies van Onze Lieve Vrouwe ten Hemelopneming te Renkum en van Onze Lieve Vrouwe van Lourdes te Doorwerth. In mei 1961 vond de inwijding van de kerk plaats. Bij de bepaling van de omvang van de kerk hield de parochie rekening met een aanzienlijke uitbreiding van het dorp ten noorden van de Bennekomseweg. Doordat deze uitbleef, bereikte de parochie nimmer de omvang, waarmee bij de kerkbouw rekening was gehouden. Ook zou er gebouwd worden ten noorden en westen van de Bennekomseweg - Telefoonweg Renkum, of te wel Landingszone X. Op 17 september 1944 was dit terein de eerste landingszone (Drop Zone X) van de Airbornetroepen. Er landden toen op de eerste dag 2278 parachutisten van de 1st Parachute Brigade. In 2017 wordt deze landingsszone nog gebruikt. Hier woningen !!!, lijkt me onmogelijk !!!. De St. Josephparaochie heeft hier last van gehad. De wijken Hogenkamp, Fluitersmaat en de Doornenkamp kwamen er wel, doch de ontkerkelijking was er ook. Het resultaat is dus een grote kerk waarbij de parochie nooit de omvang bereikte waarmee bij de bouw van de Sint-Josephkerk rekening was gehouden. In juni 2016 melden leden van de Titus Brandsma Parochie dat ze vrezen voor verkoop en sloop van de Sint Josephkerk aan de Kamperdijklaan in Heelsum, als gevolg van een daling van het aantal kerkgangers. Als de kerk verkocht wordt kunnen op het vrijkomende terrein woningen gebouwd gaan worden. Het bestuur van de parochie in Wageningen zegt geld nodig te hebben voor het onderhoud van de overige kerken in de parochie, die zich uitstrekt van Rhenen tot Oosterbeek en Veenendaal. In februari 2017 wordt bekend dat het parochiebestuur van R.K. Parochie Titus Brandsma een verkoop geregeld heeft met een projectontwikkelaar. Een pdf met achtergrondinformatie: hoe bijzonder is de kerk. Voorjaar 2017: ,,We hebben de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit onderzoek laten doen naar de kerk. Die commissie concludeerde dat de Sint Josephkerk een bijzonder gebouw is dat bewaard moet blijven’’, zegt een woordvoerder van de gemeente Renkum. |
Er is een uitgebreid verhaal over de St. Josephkerk in het Bulletin van het Cuypersgenootschap 2017 nr. 2. Enkele teksten daaruit zijn hier gebruikt. De voormalige kerk was open tijden de 2de kamerverkiezingen in 2021: ![]() open in 2022: ![]() |
Doorwerth en Heveadorp. | |
Verdwenen kapel van het Hof aan de Seelbeek. Ongenummerd Seelbeeckweg, Doorwerth. | In het Elzepasje aan de Seelbeeckweg heeft een in 837 reeds vermelde woonburcht: Hof bij de Seebeek gestaan. Genoemd wordt een schenking van een Hof aan de Seelbeek aan het klooster van Lorsch door ene Magofrid. Het zou kunnen dat het Hof een kapel had. De bewoners vielen aanvankelijk onder het Kerspel Wolfheze, en kerkten later ook in de kapel bij de Kapelleboom. |
1415 Kapel in het Kasteel Doorwerth ![]() In de 12e eeuw verrees kasteel Doorwerth. In 1415 gaf Bisschop Frederik toestemming aan Robertus van Dorenweert en diens echtgenote Jutte van Asperen “om in hunne woning de mis te doen opdragen op een draagbaar altaar en de mis, die in ene met het interdict getroffen kerk met gesloten deuren wordt opgedragen, bij te wonen". Tevens machtigde hij hen om zich voor de tijd van een jaar een priester tot biechtvader te kiezen. Van deze kapel kwam de kapel in Doorwerth en later het kerkje op de heuvel in Heelsum. |
Charlotte Amélie de la Trémoïlle
(1652-1732) huwde op 29-5-1680 in Kopenhagen met Anton H.R. rijksgraaf
von Aldenburg en heer van Varel, Kniphausen en Doorwerth (1633-1680).
Ze was van hoge Franse adel: Hertogin de la Trémoïlle en prinses van
Tarente. en strikt Hugenoot (protestant). Ze liet in de toren van het
kasteel een kapel bouwen. Op een tekening van het kasteel uit de tijd van van Brakell bestaat de kasteeltoren slechts uit één verdieping: geen kapel dus. En als Hoever het kasteel koopt wordt het door de Vereniging de Doorwerth gerestaureerd. De kapel op de foto hiernaast wordt dan gebouwd door de architect Jos Cuypers, zoon van de bekende Pierre Cuypers. Die kapel is dan in gebruik bij de Johanniter Orde. Van Pierre Cuypers is een ansichtkaart waarin hij de geadresseerde uitnodigd voor een bezoek aan het Kasteel: ![]() |
1461 Kapel bij de Kapelleboom bij de vijfsprong aan het eind van de Spechtlaan. Nog een verhaal over de Kapelleboom. Link. |
Uit
opgravingen in 1922/23 bleek deze kapel te hebben gestaan aan de Holle
Weg, iets ten zuiden van de Oude Oosterbeekseweg. Ook de Kasteelweg,
die nu zijn eindpunt heeft aan de V. d. Molenallee en vroeger “de
Bredeweg" geheten, liep tot dat punt door - nu Spechtlaan - en vormde
de toegangsweg van de “Hof Wolfhezen" naar kasteel Doorwerth. De plaats
van deze kapel lag voor die tijd zeer centraal. Oostelijk daarvan lag
de Seelbeek-hof, en op dezelfde afstand het buurtschap Helsom, waarvan
het centrum toentertijd aan de Koninginnelaan tegenover het jeugdgebouw
de “Vosheuvel" lag. En een eindweegs zuidelijk stond het kasteel. Een
oude lindeboom die destijds deze kapel beschaduwde leeft nog voort
onder de naam “Kapelleboom". In het midden van de 15e eeuw was de pastoor van Wolfheze degene die de diensten in de kapel waarnam. Zoals blijkt uit een akte van 1461, waarin ridder Johan en Sophie van Bylant Heer en Vrouwe van Hemert en Dorenweert verklaren aan de pastoor van Wolfhezen en Heelsum, of aan zijn opvolgers, voor „smaelre tienden der kercken voors. van vlas, was, bijen en schapen” jaarlijks een oude Vrancr. schilt te zullen uitbetalen, terwijl hij de korentienden zal genieten" als ten tijde van Reinald van Homoet, heer van Doorwerth van 1430 tot 1459. De Hof Wolfhezen had reeds in de 15e eeuw veel van zijn aanzien verloren, terwijl de heerlijkheid Doorwerth een machtig bezit was geworden. Hierdoor werd omstreeks 1517 de kapel te Doorwerth tot parochiekerk verheven en werd in dat jaar, bekostigd door de heer van Doorwerth, begonnen met de bouw van een nieuwe kerk in zijn heerlijkheid, en wel in Heelsum. Of te wel het kerkje op de Heuvel. |
1908 - 1969 Voormalig verenigingsgebouw en café De Zaaier, Middenlaan 49, Heveadorp. Andere naam: Ned Hervormde kerk De Zaaier. Volgens de BAG gebouwd in 1918 ??? In 1832 is Doorwerth C12 een kavel hakhout van Charles Grave van Aldenburg Bentinck. C 241 kan ik niet vinden bij het Kadaster. Op Kadaster Veldwerk C 641, dienstjaar 1909 is de Zaaier voor het eerst (stichting) aangegeven. Gebouwd dus in 1908 en in gebruik voor de belasting in 1909. ![]() Deze kaart C 675 is één jaar later, er komt een schuur in de tuin. Nu een woonhuis, van oorsprong een café. Over dit café heb ik niets kunnen vinden. Op 1 december 1920 werd gestart met de R.K. vieringen. Na 1933 hadden de Katholieken een eigen kerk. De Onze Lieve Vrouw van Lourdes kerk in Doorwerth. De hervormden kerkten voor 1937 in het “kerkje op de heuvel” in Heelsum. In 1937 werd de Zaaier gekocht door "Vereeniging tot behartiging van Nederlandsche Hervormde Belangen Heveadorp" In januari 1938 gaat het verenigings lokaal open. Tot 1958 gebruikte men ‘De Zaaier’. Er werden, de NH kerkdiensten gehouden, zondagsschool en avondjes voor de CJMV (Chr.Jonge Mannen Ver.). Om meer ruimte te krijgen verhuisde men in 1958 naar de Heelsumse Rehobothschool. In 1969 kreeg de Hervormde gemeente een eigen kerkgebouw in de Ontmoetingskerk in Doorwerth. |
Door oorlogshandelingen is de Zaaier beschadigd in 1944. Nadat te
Doorwerth in augustus 1969 een nieuwe Hervormde kerk in gebruik werd
genomen zijn de activiteiten in 'De Zaaier' gestaakt en heeft de
vereniging zich per 4 december van dat jaar opgeheven. In 1957 werd het
een tijdelijke kerk van de Ned. Herv. Gemeente Doorwerth - Heelsum.
Buiten gebruik in 1958, in 1969 door de kerk verkocht en daarna als
woonhuis in gebruik. Tegenwoordig staat er 'Meez en Broek’ op de gevel. ![]() Een goedgekeurd bouwplan uit 1939. Een veel groter vergaderlokaal en woning. De zaal is hier rond de 7 bij 16 meter. Het zou gebouwd worden tegenover de grote oprijlaan naar toen Hotel de Duno, aan de Oude Oosterbeekseweg. Een oorlogsverhaal van een bewoner van de Zaaier op Airborne memories. kerk en orgel gesloopt? |
1933 - 2018 Onze Lieve Vrouw van Lourdes kerk, Van der Molenplein 1, Doorwerth. Omstreeks 1915 werd in de gemeente Doorwerth de Verenigde Nederlandsche Rubberfabrieken Hevea gevestigd en gebouwd. In november 1920 woonden in Heveadorp 37 katholieke en/of gemengde gezinnen. In 1920 waren er al kerkelijke samenkomsten in de kantine van de Hevea-fabriek. In augustus 1934 werd de RK Parochie Doorwerth-Heveadorp-Wolfheze opgericht. Daarvoor was het een deel van de RK Parochie Oosterbeek. Pastoor Joh.A.J. Ter Heerdt (Deventer 24-06-1873 - Nijmegen 23-12-1938), die in 1918 al tot pastoor van Oosterbeek werd benoemd, werd de bouwpastoor van kerk en parochie in Doorwerth. Voor eigen rekening kocht Ter Heerdt eerst in 1924 2000 m2 grond en daarna in 1926 nog eens 2000 m2. De Cardanus Exploitatiemaatschappij schonk nog eens 5000 m2 en de gemeente Renkum zegde toe om het Van der Molenplein voor eigen rekening volledig in te richten. Op dit terrein, zou de kerk, de pastorie en het parochiehuis gebouwd gaan worden en na de oorlog ook de parochiële R.K. kleuterschool, de lagere school en de inter-parochiële R.K. ULO, later de MAVO school. De kerk viel onder de zelfstandige parochie Doorwerth-Heveadorp-Wolfheze. De architect was J.E. Wilke uit Bilthoven, zoon van een parochiaan. Op 28 maart 1933 werd de bouw van de kerk aanbesteed. Aannemer was dhr. H.Th. Vervoorn te Utrecht. Op 24 juni 1933 werd de eerste steen gelegd, en reeds de 2de Kerstdag werd er een eerste dienst gehouden. Op 12 februari 1934, is de kerk ingewijd op de feestdag van OL Vrouw van Lourdes. Naast de scholen was er ook een Trefcentrum en een klooster. Pastoor Ter Heerdt had een zeer goede band met de familie Schade in Oosterbeek. Mevrouw Cornelia Schade, schonk het volledige bedrag, nodig om de kerk te kunnen bouwen. Haar zus, mevrouw Theresia Povel-Schade, schonk o.a. de kruiswegstatie. Ook vele andere giften werden van parochianen en andere mensen ontvangen. Markante hoogtepunten zijn de levendige Kruiswegstaties uit 1937 door Willem Wiegmans (1892-1942) en de in de 60-tiger jaren geplaatste glas-in-loodramen van de Doorwerthse glazeniers jhr. Octave van Nispen tot Pannerden en Henry Duchêne. Eenvoudige zaalkerk met dakruiter in licht expressionistische vormen. Het interieur is gemoderniseerd bij de liturgische vernieuwingen in de jaren 1960. In 2010 is deze parochie opgegaan in de Zalige Titus Brandsma (fusie)parochie uit Wageningen. De geloofsgemeenschap Onze Lieve Vrouw van Lourdes omvat het gebied van de dorpen Doorwerth, Heveadorp en Wolfheze. ![]() De voormalige Pastorie van de R.K. kerk, uit 1939 aan de van der Molenallee 3 is een gemeentelijk monument. ![]() |
![]() In februari 2017 komt het parochiebestuur Titus Brandsma met een projectontwikkelaar tot overeenstemming om voor de kerk een andere bestemming te zoeken. Later dat jaar is de kerk met nog bijbehorende grond verkocht aan een particulier, die er ene B&B wil beginnen. Pastoors: A.C. Markus 1935 - 1942 G. A. ten Hagen 1942 - 1954 H. J. Weitjens 1954 - 1959 A. J. Wedemeijer 1959 - J. G. A. Kiewied xxx - 1969 H. M J. Schasfoort 1969 - ![]() 2017 nog in gebruik ![]() in 2022 |
1934 - 1995 De voormalige Gereformeerde Kerk, W.A. Scholtenlaan 25, Doorwerth. Het object is aangewezen als gemeentelijk monument op grond van de gemeentewet, 23 januari 1986. Toen de N.V. Exploitatiemaatschappij Cardanus te Amsterdam in 1933 de kerkenraad van Oosterbeek voor fl. 15.000 een stuk grond aanbood om een kerk te stichten, ging de kerkenraad daarop in, na eerst de financiële consequenties van kerkbouw in Doorwerth op een rijtje te hebben gezet. Dat het aantal gereformeerden (op dat moment ruim honderd) kerkbouw in Doorwerth - Heveadorp wenselijk maakte, was duidelijk. De plannen van architect Van Heusden (die daarvoor geen kosten berekende) omvatten niet alleen een kerk maar ook een kosterwoning. De aanbesteding (uitsluitend onder gereformeerde aannemers) vond op 18 augustus 1934 plaats (de bouwkosten bedroegen rond de fl. 18.000) en op 8 oktober dat jaar legde ds. Koers de eerste steen. De bouw verliep voorspoedig en op 20 maart 1936 kon de kerk in Doorwerth in gebruik genomen worden. Een paar maanden later, op 4 juli 1936, werd een uit de Oosterkerk te Zeist afkomstig orgel in gebruik genomen. Op 1 september 1936 ging ds. Koers met emeritaat. Hij was het jaar daarvoor vijfentwintig jaar aan de kerk van Oosterbeek verbonden geweest. In 1944 werd het kerkgebouw door oorlogshandelingen beschadigd, zodat er na de bevrijding een restauratie gedaan werd. In Doorwerth werd, jaren na de restauratie van het kerkgebouw door de geleden oorlogsschade, ook het kerkinterieur vernieuwd, hetgeen in 1963 gereed kwam. In 1967 werd daar bovendien het kerkelijk verenigingsgebouw ‘De Eekhoorn’ geopend. In de jaren ’80 werd de kerk ingrijpend gerenoveerd. "De firma Flentrop. orgelbouwers te Zaandam, heeft deze week de restauratie voltooid van het orgel in de Ned. Herv. Kerk te Ermelo. Tevens ontving deze firma de opdracht voor de volgende werken: ... 't leveren van een orgel met IS registers in de Geref. Kerk te Oosterbeek en het overplaatsen van het oude orgel te Oosterbeek naar de nieuwe Geref. Kerk te Doorwerth. Uit het Het Vaderland: staat- en letterkundig nieuwsblad van 22-05-1935.De gereformeerden in Doorwerth bleven tot 1995 tot de Gereformeerde Kerk van Oosterbeek behoren; in dat jaar werd op 1 oktober de zelfstandige Gereformeerde Kerk te Doorwerth geïnstitueerd. De naam van de kerk werd in 2000 gewijzigd in ‘Gereformeerde Kerk Doorwerth-Heveadorp’, en al gauw werd met de hervormde gemeente een federatie aangegaan en vervolgens een (Verenigde) Protestantse Gemeente gevormd; de kerk van Doorwerth (-Heveadorp) maakte tot maart 1995 nog gebruik van de gereformeerde kerk, maar deze werd toen afgestoten. De hervormde ‘Ontmoetingskerk’ aan de Bentincklaan werd toen de gezamenlijke kerk van die Protestantse Gemeente. |
![]() De oude kerk staat er nog steeds. Is een poos Kookstudio en kinderopvang geweest. In 2016 verkocht en tegenwoordig in gebruik als atelier. Meer informatie: Gereformeerde Kerken.info De voormalige Kosterswoning van deze kerk, uit 1936 aan de Berkenlaan 42, is een gemeentelijk monument. |
Huize Jacoher aan de Oude Oosterbeekseweg 28, op de hoek met de
Italiaanseweg, (oorspronkelijke naam "de Viersprong"). Ouder adres:
Oude Oosterbeekscheweg 58. Particuliere bewoning door oa de familie Scheffer, Meyer, Mees, O.J.M. Van Nispen tot Pannerden, C.E.M.I. barones van Hövell tot Westerflier. De villa werd net na de Tweede Wereldoorlog in zwaar beschadigde toestand gekocht door de Oblaten van O.L. Vrouw Assumptie. In 1947 werd het klooster ingezegend. Het klooster en de werkzaamheden in Doorwerth werden opgeheven op 31 december 1966 om verder te gaan in het klooster aan de Utrechtseweg 60 te Heelsum, waar enkele parochies het nieuwe bejaardenhuis Het Beekdal hadden gesticht. De naam veranderde van Jacoher naar Klooster Stella Duce. In 1966 vertrokken de zusters . Andere naam: RK klooster Oblaten van Onze Lieve Vrouw Assumptie (OA). RK klooster Zrs. van het Arme Kind Jezus. Zie ook de info onder Jacoher bij bijzondere buitens, huizen. |
![]() |
1969 - heden Ontmoetingskerk, Bentincklaan 7, Doorwerth. ![]() Tot 1939 gingen de Doorwerthenaren naar het kerkje op de heuvel in Heelsum. Daarna verhuisden ze tot 1958 naar ‘De Zaaier’ in Heveadorp, dat nog dienst had gedaan als kroeg. In de jaren daarna was de Doorwerthse Rehobothschool een tijdelijk huis. De kerkgangers werd gevraagd om hun benen in te trekken, zodat er stoelen bij konden. In 1969 kwam er de een kerkgebouw. De hiervoor benodigde 600.000 gulden werd bij elkaar gescharreld, cent voor cent. |
De
Hervormde (PKN) Ontmoetingskerk is gebouwd in 1969 en valt onder de
Protestantse Gemeente Doorwerth-Heveadorp. Protestantse gemeente.![]() www.ontmoetingskerk-doorwerth.nl |
RK klooster Reguliere Kanunniken van Sint Augustinus (CRL), Dillenburg 138, Doorwerth | Volgens link nog in gebruik. |
RK klooster Zrs van Julie Postel, Rolandseck 9, Doorwerth. | Volgens link niet meer in gebruik. |
RK klooster Catechisten van Breda, Doorwerth | Uitzoeken. |
Wageningen, het oostenlijke gedeelte, waarvan Renkummers denken dat het bij Renkum hoort. | |
De kapel in Oranje Nassau Oord uit 1930 staat in de gemeente Wageningen. |
![]() |
1960 - heden. Gebouwd in 1960, een Hervormde Kapel voor het verzorgingshuis Rumah Kita aan de Hartenseweg 50 te Wageningen. Vanaf 1905 stond op deze lokatie het Renkumse Herstellingsoord, later Dennenrust. De Kapel is door gereformeerden en katholieken gebruikt. Huidig gebruik ???? |
![]() |
Bronnen, links en literatuur: Bij enkele kerken staan specifieke boeken genoemd. Voor de informatie over de Gereformeerde kerken is gebruik gemaakt van Gereformeerde Kerken.info Andere sites: https://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfheze http://spannendegeschiedenis.nl/de-middeleeuwen/wolfheze-verdwenen-dorp De BAG: https://bagviewer.kadaster.nl Databestand kloosters in Nederland. www.kerktijden.nl http://reliwiki.nl/index.php/Hoofdpagina http://reliwiki.nl/index.php/Categorie:Wolfheze www.meertens.knaw.nl/bedevaart/bol/plaats/620 mariavanrenkum.nl http://www.archimon.nl/gelderland/renkum.html Het Gelders Archief te Arnhem |
Boeken en literatuur: Demoed; Van een groene zoom aan een vaal kleed, 1953. Ulbe Anema; Het Kerkleven in Wolfheze in de 20e eeuw; 2001. J. M. van den Berg; Magnalia Dei, De qeschiedenis van het kerkelijke Doorwerth - Heelsum, 1976 Cees Burgsteyn, (samenstelling); Verlies of winst. Schetsen uit de Geschiedenis van de de Hervormde Gemeente Renkum; 1986 H.C.J. Erkens; De kerkelijke geschiedenis van van Renkum, 1, 2 + 3, verschenen in 1997 in de Hoog en Laag. G. Maassen: Gereformeerden in Oosterbeek, Wolfheze, Heveadorp en Doorwerth. Fragmenten uit de geschiedenis. 1888-1988. Oosterbeek, 1988. Nic. Jansen: Van grote en kleine dingen: grepen uit het 100-jarig bestaan van de Gereformeerde Kerk van Renkum en Heelsum: 12-6-1889 - 12-6-1989 uit 1989. A.B. de Jong, A.G. Steenbergen en Jaques J. Tersteeg; Katholiek Renkum Heelsum door de eeuwen heen. 1975 Albert A. Oltmans; De Kerken te Wolfhezen en te Heelsum in het Kerspel Wolfhezen. 1923, Quint uitgever Arnhem-Gouda. Albert A. Oltmans; De Oude Kerk te Oosterbeek en hare Bedienaren. Bijdragen en Mededelingen, Vereniging Gelre 1923. Jaques J. Tersteeg; Geschiedenis, het oude kerspel Renkum; Bijdragen en Mededelingen, Vereniging Gelre 1973. |
Op- en aanmerkingen, antwoorden, graag: | ![]() |